LEIDSCH DAGBLAD. Vrijdag 30 November. r. 729S. A0. 1883. Eerste Blad. Arond-editie. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 8 maanden.1.10. Frtfioo per post.1.40. AfsuMtertyke Nommen.0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIES: Tan 18 regela 1.06. Ieder* r«g«l meer 0.17^» Groot er* letten naar plaatsruimte. Voor het incasse ren buiten d« atad wordt/0.10 berekend. Dit Kommer bestaat uit TWEE BLADEN. Bij dit nommer van het Leidsch Dagblad behoort voor de inteekenaren daarop het officieel Verslag der Handelingen van den Gemeenteraad: zitting van Donderdag den 22sten November, bladz. 79 tot 82. Officieel© Kennisfjerin^en. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN Gezien art. 6 der Verordening van den 27sten November 1879 (Gemeenteblad No. 10) Brengen ter algemeene kennis dat door hen is benoemd tot Raad der Gebuurte No. 15 of No. 2 van Wijk V de heer IZAAC VAN DER KAMP, in de plaats van den heer HENDRIK ALBERTUS DE LA BIJE, die de Gebuurte metterwoon heeft verlaten. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 29 Nov. 1883. E. KIST, Secretaris. Winterbelangen. De winter staat voor de deur en daarmede voor menig gezin, vooral onder den stand der ambachts lieden, een tijdperk, dat niet altijd zonder zorg kan worden tegemoet gezien. Het is waar, in den hoogsten nood der minst- bedeeldea wordt gewoonlijk voorzien, hier door mid* del van werkinrichtingen, elders door het verschaf fen van arbeid bij duinexploitatie voor aardappel teelt of tot andere doeleinden. Maar hoe lofwaar dig de pogingen, hetzij van gemeentewege of door philanthropische instellingen of bijzondere personen in die richting aangewend, ook zijn mogen, de eigen lijk gezegde ambachtsman, die tot zulke uiterste redmiddelen slechts noode de toevlucht neemt, is er weinig mede gebaat. Een woord van aansporing tot allen, die in de eenheid zijn gedurende het barre jaargetijde ook hem werk te verschaffen, al is het dan ook niet altijd werk, dat door de onvermijdelijke nood zakelijkheid wordt geboden, mag daarom zeker niet ongepast heeten, vooral thans, nu het zich laat aan zien dat met name in het bouwvak, waarin reeds gedurende de zooveel gunstiger zomermaanden om bekende redenen geen bijzonder groote drukte viel op te merken, gedurende den winter het aanbod van werk niet zeer overvloedig zal zijn. Aaugenaam was met het oog daarop de indruk, teweeggebracht door het besluit der Tweede Kamer, waarbij de sommen werden toegestaan, door deo minister van marine aangevraagd, ten einde de marinewerf met toebehooren, na den noodlottigen brand in den afgeloopen zomer, weder in bruikbaren staat te brengen. Eere den minister, die met zoo veel warmte opkwam voor de belangen der 2000 werklieden, die in het tegenovergestelde geval juist tegen den winter huiswaarts hadden moeten worden gezonden. Het is waar, een minister ah zoodanig geen philanthroop, maar er waren in dit geval gelukkig nog andere redenen, van landsbelang, 'oor het behoud der Amsterdamsche marinewerf aao te voerenevenzeer is het waar, dat een volks- 'ertegenwoordiger uitsluitend het algemeen belaDg 10 het oog moet houden en waar hij b. v. van oor deel is dat op particuliere werven een derde goed koper wordt gebouwd dan op een rijkswerf, zich kan genoopt zien tot opheffing der laatste te adviseeren maar niet minder waar is het, dat er moed toe behoort zulk een besluit te provoceeren, wanneer gevolge daarvan 2000 werklieden met hun ge zinnen in dezen tijd des jaars plotseling broode- zonden zijn geworden. Zóó trenrig is het met ie overigens tamelijk sober voorziene schatkist van Nederland nog niet gesteld, dat tot zulke middelen de toevlucht behoeft te worden genomen, al ligt er in de discussie, in de Tweede Kamer gevoerd, een overigens behartigenswaardige aansporing om het bij de exploitatie der marinewerf zoo zuinig mogelijk aan te leggen. Wanneer door allen, die daartoe in staat zijn, in dien geest wordt gehandeld, zal de werkman ook in den aanstaanden winter geen reden tot klagen hebbon, te meer daar in andere opzichten het barre jaargetijde zich niet ongnnstig laat aanzien. De eerste levensbehoeften toch hot mag zonder over drijving worden getuigd zijn buitengewoon ma tig in prijs. Zelfs de berichten uit Amerika omtrent een niet zoo overvloedigen graanoogst als dien van het vorige jaar waren niet in staat den prijs van het brood te doen stijgen, integendeelen ook aard appelen, dat tweede belangrijke bestanddeel der volksvoeding, waren in dezen tijd des jaars zelden nog tegea zoo gering bedrag te bekomen als thans het geval is, en dat terwijl men beweert dat me nige landbouwer zijn voorraad zooveel mogelijk vasthoudt uit vrees van de markt nog meer to doen dalen, iets waarvan hij later waarschijnlijk nog grooter nadeel zal ondervinden. Neemt men hierbij in aanmerking dat ook ooft- en groente teelt een ongekend voordeeligen uitslag opleverden en dat ook de middelen tot verlichting en verwar ming, dank zij vooral den geregelden aanvoer per spoor cok des winters, laag in prijs beloven te blijven, dan zal men moeten toestemmen dat het aanstaande seizoen, wat do behoeften van consump tieven aard betreft, zich buitengewoon gunstig laat aanzien. Jammer dat de noodzakelijkheid om in het tekort op de Staatsbegrooting te voorzien, de Regeering o. a. op twee voorname levensbehoeften granen en thee het oog deed slaan als geschikt om ten bate der schatkist te worden belast. Het brood, het voedsel van arm en rijk, maar voor de lagere standen het hoofdvoedsel, het brood belast met een, zij het dan ook aanvankelijk geringen accijns niemand schier wilde het voor waarheid aannemen, toen zich het eerste gerucht verspreidde dat werke lijk bij de Regeering het voornemen bestond zulk eeDo belasting voor te stellen. Weinig aanbeveling verdient zeker ook eene ver hooging der belasting op de thee, eveneens, zij het dan ook in mindere mate, een algemeen middel van comsumptie en waarvan er is door bevoegde beoordeelaars reeds op gewezen ook onder de lagere standen meer gebruik wordt gemaakt dan men oppervlakkig zou meenen. Maar gelukkig - - het geldt hier Dog slechts een wetsvoorstel, en een voorstel, dat blijkens de voor- loopige verslagen, althans wat de graan- en meel- rechten betreft, bij de Volksvertegenwoordiging vol strekt geen gunstig onthaal heeft gevonden. Vleien we ons met de hoop, dat spoedig zal blijken dat wij leven in een tijd, waarin althans de belasting op het gemaal, wier afschaffing een zoo gunstigen invloed op de broodprijzen heeft uitgeoefend, voor goed tot de geschiedenis behoort. LEIDEN, 29 November. „Holland-Krakatau" heeft het levenslicht aan schouwd en waarlijk, het schoone album behoeft zich voor zijne intrede in de wereld niet te schamco. Allereerst dient vermeld te worden dat drie vor stelijke personen, onze Koning, zijne Gemalin en Prinses Hendrik, hun fac simile inzonden. Voorwaar eene hooge onderscheiding. Niet minder dan 85 letterkundige bijdragen komen er verder in voor, waaronder van schrijvers die op dit gebied een uitstekenden naam verworven hebben. We noemen slechts „Agnes", „Melati van Java", H. F. Taco De Beer, Nicolaas Beets, C. Busken Huët, mevrouw Bosboom-Toussaint, dx. Jan Ten Brink, L. A. J. Burgersdijk, J. M. E. Dercksen, J. J. A. Goevernenr, Job. Gram, B. Ter Haar, F. Haverschmidt, W. J. Hofdijk, Gerard Keller, J. J. L. Ten Kate, E. LauriDard, Justus Van Maurik Jr., die als procuratiehouder van „Van Pruttelen" schrijft, wiens onaangename beeltenis (altijd van dezen laatste) mede in het album een plaats inneemt, Ant. J. L. De Rop, H. J. Schimmel, J. A. Alber- dingk Thijm, H. De Veer, P. J. Veth en W. P. Wolters. Waarlijk, waar zulke letterkundigen van erkende bekwaamheden hunne medewerking ver leenden, daar is verdere aanbeveling overbodig. De heer F. M. Jaeger gaf eene statistieke bijdrage „uit een hoekje der Koloniale Tentoonstelling", terwijl niet minder dan 55 teekeningen van onze schilders het gedenkboek - helaas van eene treurige gebeurteuis - versieren. Vermelding verdient hier van bovenal de los ingelegde chromolithographie naar Israels, eene vrouw, gebukt onder een zwaren last, door het mulle duinzand zich begevende, waarschijnlijk naar het huisje, waar de uit den schoorsteen opstijgende rook haar welkom toeroept na zwaren arbeid. Bovendien worden er vijf muzikale bijdragen in gevonden. Het geheel maakt ia alle opzichten een uitste kenden indruk en den uitgever, den heer Joh. IJkema, te 's-Gravenhage, komt voor de uitvoering van „Holland-Kratakau" alle eer toe. Er kan geen twijfel zijn of de uitgever zoowel als de redacteuren, de heeren J. Bosboom en dr. J. Ten Brink, zullen hunne moeite naar waarde beloond zien, en zeker zullen velen zioh een exem plaar aanschaffen. Sint-Nicolaas is daartoe een goede gelegenheid. Dat de werkelijkheid de verwachting nog verre moge overtreffen! De geneeskundige staatscommissie heeft be vorderd tot arts de heeren J. Thomee, P. M. Hoek, M. S. GutteliDg, W. J. Slagter, doctorandi, en D. J. Blok, candidaat-arts. Toegelaten tot het lste ge deelte werden de heeren W. C. Kimmijzer, J. F. Blom Van Geel, H. Jonker, J. A. Van Leuven, doctorandi, en bevorderd tot tandmeester de heer J. A. A. Schoondermark. Naar men verneemt, is mej. Chr. Poolman voornemens haar engagement bij de Vereeniging „Het Nederlandsch Tooneel" te verbreken ten einde zich te kunnen verbinden aan een tooneelge- zelschap in België. Het eindcijfer der begrooting van Waterstaat is verhoogd van f 33,259,091.21 tot f 33,982,823.39. De minister hoopt in den loop der zitting een ontwerp bij den Raad van State aanhangig te maken eener wet tot regeling van het algemeen en het bijzonder bestuur van den waterstaat en tot ver zekering van het oppertoezicht der Regeering. De nieuwbenoemde leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, de heeren Smits Van Oyen en Moolenbnrgh, hebben dezer dagen in handen van den Koning als zoodanig den eed afgelegd. Naar men verneemt, wordt de heer Dirks, afgevaardigde voor Amsterdam, weldra van zijne technische reis naar Amerika hier te lande terug verwacht Met het oog op het St.-Nicolaas-feest heeft de minister van waterstaat enz. besloten, op 4, 5 en 6 December door alle posttreinen ook postpak ketten te doen verzenden. Heden wordt te Rotterdam eene algemeene vergadering gehouden van leden der Vereeniging „Rotterdamsche Schouwburg." Op die vergadering komt aan de orde het rapport van de commissie benoemd tot het nazien der geldelijke aangelegen heden van de Vereeniging. Uit dat stuk blijkt: lo. dat het bestuur der Vereeniging namens de Vereeniging voor 73 pet. heeft deelgenomen in de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1883 | | pagina 1