LEIDSCH
DAGBLAD.
Maandag 19 November.
A8. 1883.
Eerste Blad.
li0. 7288,
PRIJS DEZER COURAKT:
Toor Leiden per 3 maandenf 1.10.
Franc- per post1.40.
Akonderlyke Kommers.0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PBIJS DEE ADVERTENTIE*:
▼•n 16 regel» 1.05. Iedere regel meer 0.17$.
Grootere tellen naar plaatsruimte. Voor het incaaaee»
ren ballen de stad wordt f 0.10 berekend.
Dit nomruer bestaat uit DRIE BLADEN.
Yerdwynen.
Wie „verdwenon" i8> onttrok zich door de vlucht
aan eene vervolging, die hem zeker wachtte. Hij
maakte zich schuldig aan misbruik van vertrouwen,
en daar hij wel wist dat zijne misdaad zou uit
komen en hij daarvoor zijne rechtmatige straf niet
zou ontgaan, indien hij bleef, „verdween" hij en
oüttrok zich op die wijze bijtijds aan het gerecht.
Hij liet geen naricht, waarheen hij i6 vertrokken
ver van vaderland en betrekkingen verwijderd,
is bij nog bevreesd dat de justitie te eeniger tijd
zijoe verblijfplaats zal te weten komen en hij wordt
uitgeleverd, om de straf in zijn land te ondergaan,
die op zjjne misdaad wordt gesteld.
Kwam de man die „verdween", er toe misbruik
van vertrouwen te maken, omdat zijn loon te karig
was en hij - daar hij met zijn gezin gebrek Jeed,-
bezweek voor de verleiding om zich een deel van
het goed toe te eigenen dat hij beheerde De daad
op zich zelve blijft evenzeer laakbaar, maar eene
verzachtende omstandigheid zou een pleitbezorger
vinden in het karig loon, en de maatschappij die
hem in dienst stelde en niet voldoende bezoldigde,
de middellijke oorzaak noemen, dat die man
zoo diep gevallen is. Allerlei oorzaken kunnen
vooraf zijn gegaan, eer de daad tot uitvoering kwam
en de man zich toeeigende wat hem slechts in be
varing was toevertrouwd. Het blijft voor hem te
betreuren dat niet een strengere controle uitge
oefend werd, waardoor hij werd weerhouden mis
bruik van vertrouwen te maken, en de maatschappij
het bestuur niet tot inzicht kwam dat men hem
voor de diensten, die hij vervulde, veol te karig
beloonde.
Doch niet allen die „verdwenen" verkeerden in
dien ongunstigen toestand. Yelen huDner hadden
een bezoldiging, waarvan zij waarlijk zeer fatsoenlijk
konden leven, maar de dwaze hoogmoed verleidde
op een hooger voet te leven, en daar zij hiertoe
geen middelen hadden, stopten zij de schulden, die
maakten, door die met een gedeelte der gelden
betalen, die zij onder beheer, maar niet in
bezit hadden.
Hadden zij zuiniger geleefd, zij waren niet oneer
lijk geworden en menig bang oogenblik was hun
dat zij beleefden tegen den tijd dat de
bas opgenomen werd of - waren zij niet in admi
nistratieve betrekking - de beheerde gelden opge
vraagd werden. Door tijdelijk geld te leenen, wisten
hun misdaad te bedekken, maar geen zuinigheid
kennende, leefden zij op grooten voet voort en
eindelijk geen kans ziende, om hunne oneerlijkheid
;er te verbergen, wisten zij geen ander middel
meer dan te „verdwijnen." Dat was het gevolg
eener leefwijze niet overeenkomstig de bezoldiging,
voor hunne diensten alleszins behoorlijk was
~d. En daarom kan voor hen geen billijke of
aannemelijke reden van verontschuldiging bepleit
worden. Alleen kan ieder die gelden voor anderen
uit een dergelijk geval de gewichtige les
hekken: leef overeenkomstig, niet boven uwe
^komsten; het eerste doet u eerlijk blijven, het
laatste veroorzaakt dat gij uw goeden naam voor
altijd schandvlekt.
En dewijl het „verdwijnen" van personen niet
den laatste heeft opgehouden, maar gewis nog
weer zal voorkomen, is het zeker nuttig den
Dnger op de wondeplek te leggen, die eene te
eelderige leefwijze maakt Trouwens, het is een
waar en alleszins behartigenswaardig gezegde: „die
aan een ander spiegelt, spiegelt zich zacht";
'j'wijl het ook een waar woord is en blijft: „eer
lijkheid duurt bet langst,"
Wie aanleg heeft om die kwade praktijk te be
oefenen, hem roepen wij toe: keer van het ver
keerde pad, dat gij hebt ingeslagen, en zorg door
zuinigheid dat ook gij niet, uit vrees van voor
den rechter te verschijnen, gedwoDgen wordt te
eeniger tijd te „verdwijnen" en alzoo uw goeden
naam, die n immers dierbaar is, openlijk te schand
vlekken.
Er zijn er ook, die „verdwijnen", ofschoon van
hen die uitdrukking niet gebezigd wordt. Van ban
kroetiers heet het dat zij „met de noorderzon zijn
vertrokken." Wie er de dnpe van zijn, kijken op
hun neus en krijgen niet zelden een niet onbe
duidende som van hen die zij hoogst waarschijnlijk,
zoo niet zeker, nooit zullen ontvangen. Dat is dus
een post van nonvaleur, een streep door de rekening.
En wat was toch de oorzaak Yan het bankroet?
Ondersoheiden omstandigheden kunnen daartoe
samenloopen, maar de hoofdoorzaak is dat men
de wijze les der vaderende tering naar de nering
te zetten, niet opvolgde, zoodat de uitgaven telken
jare de inkomsten overtroffen, waardoor de schuld
ook telken jare grooter werd. Ten einde niemand
het zou merken, dat men niet meer in goeden doen
verkeerde, bleef men op een te weelderigen voet
leveD, speculeerde om, zoo het lot eens ongelukkig
was, terug te winnen wat men te kort kwam, en
daar het kansspel meest onzeker is, verergerde
men nog den toestand, totdat men, geeD mogeljjk-
heid ziende ooit aan zijne verplichtingen te voldoen
en vreezende gegijzeld te worden, zich uit de voeten
maakte, of, gelijk de geijkte uitdrukking is, „mot
de noorderzon verdween."
Waarheen men de wijk genomen had, bleef veelal
onbekend en zoo dat al eeas bekend werd, wat
er aan te doen? De voortvluchtige was in veilig
heid: het land waarheen hij trok, leverde geen ban
kroetiers nit.
Schande kleefde hen aan die het in hen gestelde
vertrouwen schonden en velen hunner medeburgers,
die betalingen van hen gehoopt en verwacht hadden,
benadeelden, ja niet zelden sommigen verarmden.
Rechtmatig is de verachting die de zoodanigen treft.
Onbillijk is het - gelijk ook menigkeer gebeurt -
hunne aanverwanten, die aan hun gepleegd feit
part noch deel hebben, in die verachting te doen
deelen. Zij waren de oorzaak niet van 't bedrog en
mogen daarom er niet op aangezien worden. Niemand
kan begrijpen, hoezeer een zoodanig stil of ook wel
openlijk verwijt, zij 't slechts een toespeling in hun
tegenwoordigheid, hun leed veroorzaakt.
Gelukkig zoo er weldenkenden zijn die anders
oordeelen en hun de achting niet onthouden, welke
hnu als eerlijke, degelijke lieden toekomt. Een
handdruk of groet schenkt hun troost bij de smart
die zij gevoelen, omdat zij zeiven tot een zoo treu
rige ervaring kwamen door de lage handelwijze
van een hunner familiebetrekkingen.
En wederom had een ander spreekwoord der
vaderen: „'t is niet alles goud wat blinkt", ieder
die zich verwonderde, hoe deze de kostbare leef
wijze kon volhouden, een waarschuwing moeten
zijn geen blind vertrouwen in hem te stellen.
Er zijn er die iedere onedele daad toeschrijven
aan verachtering der goede zeden in onze dagen.
Zij spreken met voorliefde over den goeden ouden
tijd. Toen zouden, volgens heD, hier te lande geen
bankroetiers zijn geweest. Helaas! dat dezulken
alvorens een oordoel nit te sprekeD, niet onder
zoeken, of er vroeger al dan niet zulke lieden
waren. Breeroo o. a. zou hen kunnen leeren, dat
ze er in zijn tijd ook al hier te lande waren. Zij
deelden toen reeds in de verachting en doen dat
nog: een bewijs dat het beter deel des volks eer
lijkheid in handel en wandel betrachtte en nog
betracht.
LEIDEN, 17 November.
Elf onzer stadgenooten, met prof. Buys aan het
hoofd, hebben een adres aan de Tweede Kamer
ontworpen, dat in verschillende gemeenten des lands
ter verkrijging van meerdere handteekeningen zal
circuleeren en waarin zij naar aanleiding van het
voorstel der heeren Van Delden c. s. tot tijdelijke
heffing eener rijks-inkomstenbelasting, Yan de Volks
vertegenwoordiging met aandrang verzoeken tot
het totstandbrengen eener wet, op het beginsel rus
tende, dat aan het ontwerp ten grondslag ligt, hare
medewerking te verleenen, genoemd ontwerp door
amendementen te verbeteren, wanneer het in bijzon
derheden hare goedkeuring niet mocht wegdragen,
maar het in geen geval te verwerpen.
De heer G. H. De Bock te Aarlanderveen is
door de te Utrecht zitting houdende examen-com
missie toegelaten voor de akte der Fransche taal,
middelbaar onderwijs, en voor de akte lager onder
wijs de heer J. Hemmes te Leiden.
De lste Init. C. J. Pieké, van het 2de reg.
veld-art., in garnizoen te 's-Hage, wordt op den
20sten Dec. a. s. overgeplaatst bij de 6de batterij
van dat corps, te Leiden.
Gedurende deze week zijn dagelijks in het
Werkhuis alhier opgenomen van 45—72 volwassen
personen en van 8—13 kinderen.
Zondag den 258ten dezer, des voormiddags,
hoopt ds. C. L. D. Yan Coeverden Adriani te Oude-
Wetering zijne afscheidsrede te houden, om den
2den December d. a. v. zijne intrede te doen bij
de hem roepende gemeente te Oud-Beierland.
Nieuw-Vennep was eergisteren in feestgewaad,
ter eere van den verdienstelijken hoofdonderwijzer
aan school 5 aldaar, den heer W. C. Spruitenburg,
die zijn 25 jarig jubelfeest als hoofd dier school
vierde. Het geheele dorp gaf van zijne belangstel
ling blijk door allerwegen de vlaggen uit te hangen
en den zondagsdos aan te trekken. Het schoollokaal
was fraai versierd en een eereboog was opgericht.
Algemeen en vele waren de blijken van deelneming,
die den waardigen jubilaris gebracht werden. De
schoolkinderen werden feestelijk onthaald en de
burgemeester, verscheidene raadsleden, de voorzitter
en de secretaris der plaatselijke schoolcommissie en
bijna alle collega's waren ter plaatse om den heer
Spruitenbnrg te begroeten. Het was dan ook eene
6choone herinnering: in 1858 werd de school ge
opend met 3 leerlingen en thans telt zij er pl. m.
200. Verscheidene zijner leerlingen zijn in goede
positiën geplaatst en geven daarin blijken van het
deugdelijk onderwijs van den jubilaris.
De waterleiding te Gouda zal Maandag 3
December a. s. in werking worden gebracht.
Prinses Hendrik beoefent, naar men weet,
de teeken- en schilderkunst met niet gewoon talent.
Haar verblijf in het Amstel-Hotel te Amsterdam
heeft zij zich ten nutte gemaakt om zich nogmaals
te stellen onder de leiding van de zeer begaafde
mej. Thérè8e Schwartze, op wier atelier zij dagelijks
eenige uren werkzaam is.
Het diner, op den 20sten dezer in het „Hotel
des Indes" te 's-Hage te geven, is enkel een diner
van Kamerleden onder eikanderen niet een diner,
dat den voorzitter wordt aangeboden.
Door den minister van oorlog zijn de militaire
autoriteiten hier te lande aangeschreven dat de
besmettelijke keelziekte in de gemeente IJzendoorn
(Gelderland) epidemisch heerscht.
Onlangs meldde het „Vad." dat de ministers
hunne begrootingen zouden herzien en belangrijke
bezuinigingen aanbrengen. Thans is het antwoord
van den minister van buitenlandsche zaken bekend
op het Verslag der Kamer. De begrooting is van
f 699,314 op f 698,614 gebracht, eene bezuiniging
dus van f 700. Dit belooft iete! zegt het „D. v. N."