LEIDSCH DAGBLAD. A0. 7276. Maandag 5 November. Ac. 1883. Tweede Blad. PRIJS DEZER COURANT: Toot Leiden per 8 maanden1.10. Franc* per post1.40. AfzonJ-jrlijke Nommers.0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering yan Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DEK ADVERTENTIES: Van 1—6 regels 1.06. Iedere regel meer 0.17$ Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het iocassM^ ren buiten de stad wordt 0.10 berekend. LEIWEN?, 3 November. De Kweekschool voor Zeevaart alhier is ge ïnspecteerd geworden door den schout-bij-nacht jhr. M. W. Van Rensselaar Bowier, directeur en commandant der marine te Amsterdam, adjudant des konings in buitengewonen dienst, vergezeld door den dirigeerenden officier van gezondheid l6te klasse bij bovengenoemde directie. Diep bewogen met het lot van een onge lukkig huisgezin, doen de heeren L. Yan Dorsten, chirurgijn, N. Molstraat 13; J. Smulders, Spui straat 55; L. Ilir8chel, Ged. Gracht 22R. Sarluis, Spuistraat 49, en D. D'Ancona, Schev. Weg 15, allen te 's-Hage, een beroep op de liefdadigheid van menscheavrienden. Bedoeld huisgezin bestaat uit man, vrouw en acht kinderen (waarvan het oudste slechts 13 jaar is) en zal weldra weer ver meerderd worden. Nadat die kinderen lijdende waren aan een vreeselijke ziekte, is nu de man zeer ernstig ziek. Daardoor ie dus gebrek aan alles eo spoedige hulp zeer wenschelijk. Bovenvermelde heeren zijn gaarne bereid de giften in ontvangst te nemen. Bij den minister van marine zijn, ten behoeve van de slachtoffers van de jongste ramp in Ned.- Indië, de navolgende giften ontvangen, door het personeel der zeemacht, van het loodswezen en van Rjjks werven bijeengebracht, als: van den direc teur en commandant der marine te Amsterdam f 372.30'/,, van dien te Willemsoord ƒ351.20, van den commandant van het Kon. Inst. voor de Marine te Willemsoord 71, van den commandant van het corp3 mariniers 21.63'/,, van de inspecteurs van het loodswezen enz. te Delfzijl ƒ50, te Terschelling f 110.75, te Willemsoord 177, te Rotterdam 357, te Vlissingen 22, van den directeur der werk plaatsen van en magazijnmeester bij 's Rijks alge- meeo betonningsmagazijn te Enkhuizen 30. Totaal f 15G2.89. St.-Crt Wij ontleenden aan do „Stand." het bericht dat dr. Kuyper, op nitnoodiging derTransvaalsche deputatie, naar Londen is vertrokkeD. Naar het ,Utr. Dagbl." verneemt, heeft die deputatie ook elders steun gezocht en rechtstreeks uit Pretoria aan prof. S. De Louter te Utrecht, het verzoek gericht haar te Londen als rechtsgeleerd adviseor ter zijde te staan. Deze heeft echter gemeend die uitnoodiging niet te mogen aannemen, op grond van gebeurtenissen en handelingen te Pretoria, die door velen niet konden worden goedgekeurd. Evenwel meent het blad te kunnen verzekeren dat de depu tatie in bare gewichtige en moeielijke taak bij velen harer vrienden, bij wie zij steun zocht, dien ook zal vinden. Ten gevolge eener uitnoodiging van den president der Z.-Afrikaansche Rupubliek is jhr. mr. G. J- Tb. Beelaerts Yan Blokland, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, gisteren naar Londen afgereisd, ten einde de Transvaalsche depu tatie ter zijde te staan bij hare onderhandelingen met de Britsche regeering, tot herziening der con ventie op 3 Aug. 1881 te Pretoria gesloten. (D.) - De „Staat8-Courant" behelst het verslagaan- gaande eenige oude gemeente- en waterschapsar chieven in Zuid-Holland, uitgebracht door den heer L H. Hingman. Het betreft eerst de archieven fan Lange Ruigeweide, Hekendorp, Papekop en Bleiswijk. Iq laatstgenoemde plaats werden gevonden eenige perkamenten brieveD, waaronder twee van bis hoppen van Utrecht. Do eerste van Rudolph van ^iepholt van 18 December 1443, waarbij kerkmees- eren ontheven werden van de boete wegens het 'onder vergunning vernieuwen van het koor huimer berk. De tweede van Frederik van Baden van 18 December 1511, over de toelating tot het priester ambt van zekeren GodefxiduB Dirbz, niettegen staande hij een priesterszoon was. Yoorts nog eenige brieven van het begin der 16de eeuw, waarnit blijkt dat destijds de kerk opnieuw werd opgebouwd. Daarna kwam het archief van Zevenhuizen aan de beurt, dat verreweg de vorige in belangrijkheid overtrof. Onder anderen zijn er handvesten, privi legiën en octrooien van de Staten van Holland en West-Friesland, waaronder bijzondere vermelding verdient een brief van hertog Aelbrecht van Beieren als ruwaard van Holland van MJandag na St.-Ti- bursius (16 April) 1372, waarbij die van Zeven huizen, daarbij met name genoemd, in bescherming worden genomen tegen de afpersingen der baljuwen, welke zoo drukkend waren dat vele luiden daar door werden ontgoed en van het land naar steden vertrokken. Yervolgens werd een bezoek gebracht aan Hoor naar en Strijen. Z. M. heeft met 1 Jan. a. s. aan dr. M. A. BoosteD, op verzoek, eervol ontslag verleend als leeraar aan de R. H. B.-school te Roermond ;- het besluit van 6 Sept. 1882, waarbij de 2de lnit. G. Pieters, van het lste reg. infanterie, voor den tijd van 3 jaren bij de landmacht in West-Indië werd gedetacheerd, ingetrokken en bniten werkiDg gesteld, wat betreft den duur dier detacheering; - toegekend aan M. G. Etneis, hoofd eener openbare lagere sohool te Reenwijk (Znid-Holland), een pen sioen van 700. Een paar bladzijden uit een mooi boek. Herman had berouw over zgne opvliegendheid toen hij in zijne kamer over al het gebeurde na dacht. Elize en Marie hadden hem vooral in zijne vereeriDg van Tölper zeer gegriefd, maar niettemin was hij in zijne gramschap veel te ver gegaan. Marie en Elize doorleefden een der treurigste avonden van haar leven. Hoe Elize ook beproefde Marie op haar besluit terug te doen komen om Hermans huis te verlaten en eene betrekking te zoekeD, bleef Marie onverzettelijk. Herman had te duidelijk gesproken; hij had geen oogenblik ge tracht, zijn woorden te herroepen. En bovendien, hij had haar hare afhankelijkheid zóó doen ge voelen, dat zij voor niets ter wereld langer onder dat dak wilde blijven. Misschien had ook dit voorval, zoo meende zij, wel deze goede zijde, dat zij nn werkzaam in 't leven optreden en zelfstandig wor den zou. Aldus sprak Marie zoolaDg zij bij hare zuster zat, om deze op te beuren en in den waan te brengeD, dat haar die oplossing niet zoo hin derde. Maar toen Marie 's avonds op haar kamertje kwam en de deur gegrendeld had, verborg zij het arm hoofdje in de kussens, en daar weende zij het bitter uit en dacht aan die donkere toekomst, waarop zij, de dartele, vroolijke meid, zoo weinig gerekend had. Tot heden was 't leven voor haar een heldere mooie lentedag geweest, in de laatste maanden wel is waar door buien afgewisseld; nn scheen het haar toe of de zon verdwenen was en zij in die duisternis op den tast voort moest. Toen haar blik in den spiegel viel, schrikte zij van 't ontdane bleeke gezicht, dat daarin terugge kaatst werd. Was dat de vroolijke, uitgelaten Marie van weleer? Zij maakte allerlei plannen, toen zij in bed lag en de naburige stadsklok reeds twee nren geslagen had. 't Is waar, haar bagage was niet heel zwaar. Zwager noch zuster hadden er aan gedacht, haar te harden tegen den levensstrijd, of de talenten, die de natuur haar had geschonken, zoodanig te ontwikkelen, om die, in geval van nood, ten bate van zich zelve te kunnen aanwenden. Noch akte van hulp- of hoofdonderwijzeressen noch diploma voor een vak bij het middelbaar onderwijs had zij zorgvuldig in haar cassette opgeborgen. Evenmin had zij het in het pianospel verder ge bracht dan men het van duizenden dilettanten ver wacht: hare sonates werden beleefdheidshalve toe gejuicht, maar niemand zou met gerustheid zijne kinderen aan haar toevertrouwen. Huishoudster zou zij kunnen worden, ofschoon zij ook op dat terrein evenzeer vreemdelinge was als de meeste onz9r jonge dame3. Zuchtend moest zij het zich zelve bekennen dat zij volstrekt niet gewapend was voor een dergelijken strijd. Maar zij had moed; zij zou Herman toonen dat zij niet afhankelijk van hem behoefde te zijn. Het sloeg drie uren, en nog waakten er drie personen in de woning van Herman. Hoe verschil lend ook de pijnlijke overdenkingen waren, aan welke het drietal zich overgaf, hierin kwamen zij overeen, dat allen de toekomst even donker inzagen. Elize betreurde het verloren gelukHerman de blindheid, waarmede vrouw en zuster ten opzichte van de groote quaestie geslagen waren, en Maria gevoelde dat haar leven een nieuw tijdperk intrad. Toen rees het beeld van Belmont haar voorden geest. Hoe had de opgewonden, edelmoedige man allengskens haar voor zich ingenomenhoe dweepte zij in stilte met zijne flinkheid en vastberadenheid, zgne vastheid van wil, die zoo afstak bij dat weeke en weifelachtige van Herman. Daarbij dat nuchtere, heldere verstand, dat elke zaak dadelijk in het ware licht zette. Met zulk een man door 't leven te gaan, zich aan zulk een veiligen gids te mogen toevertrouwen, moest heerlijk wezen. Maar na het geen zij van Sophie gehoord en gelezen had, zou het, voor haar althans, onmogelijk zijn, al ware zij ook eens die uitverkorene, dien weergaloozen gids te volgen. Die vier zwartjes, wier moeder hij ver loochend had, wogen zwaar bij haar. Zoo peinsde en peinsde zij, tot eindelijk Belmont èn de zwartjes èn Sophie èn ettelijke andere per sonen zich zoodanig om hare legerstee verdrongen dat zij er zich in verwarde. Doch die verwarring hield weldra op. Belmont maakte met zijne vier zwartjes eene diepe buiging voor haar, die zij met gratie beantwoordde. Toen greep bij de hand van het mooie weeuwfje en danste met haar zoo vroo- lijk in 'fc rond dat al de zwartjes juichten. Alleen Marie klapte niet in de handen. Zij kon ook niet, want zij gaf les aan de vier overcomplete exem plaren, en spande zich in om hun de eerste oefe ningen te leeren. 't Ging echter niet. Toen kwam zij bij eene oude dame als juffrouw van gezelschap; maar wanneer zij moest voorlezen, scheen hare tong als verlamd en men zei haar als eene dienstbode den dienst op. Op straat ontmoette zij nu Herman, en deze vervolgde haar sarrend lachende en uit roepende overal mislukt, overal mislukt- Benauwd en akelig sprong zij op, werd helder wakker, achtte zich gelukkig dat die afschuwelijke droom geen werkelijkheid was, maar gevoelde een oogenblik later, toen al het gebeurde van den vorigen avond haar weder levendig voor den geest trad, die ge duchte realiteit weder loodzwaar op haar drukken- Bovenstaande regelen komen voor in de Dinsdag a. 8. onzen lezers aan te bieden premie „Frans Bel mont", van Johan Gram, bekend om zijn onder houdenden en prettïgen verhaaltrant en keurigen stijl. Het hier losweg gegeven gedeelte uit een hoofdstuk strekt er opnieuw tot bewijs voor. "Wel hadden we van het werk een méér uitvoe- rigen inhond hier weergegeven, doch velen, die het zich aanschaffen, is dit minder aangenaamhet aantrekkelijke gaat er dan gedeeltelijk af. Deze korte proeve alleen geve dus aanleiding dat velen zich met het oog op de aanstaande winteravonden deze premie van 242 bladzijden zullen aanschaffen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1883 | | pagina 1