LEIDSCH DAGBLAD. N°. 7276. Maandag 5 November. A0. 1883. Eerste Bind. Premie LEIDSCH DAGBLAD. Frans Belmont JOELAJNT GRAM, PRIJS DEZER COURAST: 7x3" Leiden per S maasden1.10. Franco per post.1.40. Alxoeiderlvjke Nommers.G.05. Deze Conrant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIES Vaa 16 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17$. Grootere lettere near plaatsruimte. Voor het iocasMe- reu buiten de stad wordt 0.10 berekend. Dit nommer bestaat uit DRIE BLADEN. In het nommer van Maandag-avcmd zal zich de bon bevinden waarmede Dinsdag tegen betaling van 50 cents het premie boekwerk VAN voor zooverre de voorraad strekt, aan het Bureel: Doezastraat No. 1, van 's morgens 10 tot 's avonds 6 uren kan worden afgehaald. OfiELoiöele Kennis^eringeo. Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden brengen ter algemeene kennis dat de genees- en heel kundige armendienst thans als volgt is verdeeld: Wijk I en II (waaronder het Roomsch-Katholiek Wees- en Oudeliedenhuis), Geneesheer: Dr. W. P. WEEBERS" Heelmeester: de heer J. A. LONGEPEE. Wijk III en IV, Geneesheer: Dr. Jb. BAERT: Heel meester: de heer G. AALBERTSBERG. V en IX, Genees- en Heelkundige dr. A. VAN 1PEREN. Wijk VI, Geneesheer: de heer C. WINKLER PRINS, arts; Heelmeester: de heer J. L. A. DESERTINE. V,u|k VI1' Genees~ en Heelkundige: Pr. H. BOURSSE Wijk VIII, Genees- en Heelkundige: Dr. W. RUTGERS ÏAN DER LOEFF. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 31 Oct. 1883. E. KIST, Secretaris. Weldoen. Het weldoen is uw lust en leven, nietwaar mevrouw, die rijkelijk met aardsche goederen be deeld zijt? Gij beschouwt ze als een talent, u toe vertrouwd, om daarmee ook uwe verarmde natuur- genooten ter hulpe te komen, daar gij weet dat bun lot dikwijls ver van rooskleurig is. Uw goed harte is medelijdend jegens armen gestemd, die hoe 2!) ook tobben en zwoegen voor het dagelijksch brood, niet in do bohoeften van hnn gezin kannen voorzien. Gij geeft, niet om van hen geprezen te worden en uwe deugden luid verkondigd te zien, fflaar omdat gij zelve dankbaar zijt dat u zooveel 18 gegeven en het uw lust is wederkeerig van het owe aan hen te geven, die uw hulp behoeven en deze waardig blijken te zijn. Aan hen te geven, die den tijd in luiheid door brengen, doet gij niet en dat is goed ook, want zoo zoudt gij een geslacht van bedelaars aankweeken en dezen leven geheel ten koste der bezittende en voortbrengende klasse en verminderen zoodoende de volkswelvaart. Yan uwe meerdere kunde i6 het k begrijpen dat gij niet enkel klinkende munt Seoftj maar ook lessen om de armen, die gij onder kant, in het belaDg van hun kroost te raden. Gij er op gesteld dat zij in hnn jeugd vooral trouw de school bezoeken. En gelukkig Nederland, waar zoovelen zijn, wier Jjrte medelijdend klopt voor arme natnnrgenooteD. rampen, hetzij van bijzonderen of algemeenen ontstaan, wordt nooit tevergeefs om hulp ge- Jed00- En wie rijk zijn, maar niet goedgeefsch - en ie zijn er, helaas! ook - worden spoedig bekend "©gens hun gierigheid, en de mindere achting, die z9 van het publiek genieten, is hun eigen schuld e° bewijst dat weldadigheid een karaktertrek is den rijkdom der Nederlandsche natie. Zoozeer IQkt het soms uit dat als zij pachtboeren op hunne °even hebben en deze door misgewas als anders- 21118 ©en nadeelig jaar hebben, hun een aanzienlijk eel der pachtpenningen geschonken wordt. Daar door ontstaat er een goede geest tusschen landheer en pachtboer. Deze begrijpt hoe edelmoedig gene is en houdt zulks in dankbare herinnering. Wear de zeden zoo zijn, zijn ook nooit Iersche toestanden te verwachten en zijn geen wetten noodig om de verhouding tusschen beiden te regelen. Want gelijk de ouders van den landheer handelen, doen ook later zijne zonen en daardoor blijft de band, die hen wederkeerig verbindt, van den meest ge- wenschten aard. Vandaar ook dat zoo menige pacht boer, wien het heeft mogen gebeuren zijn landheer of landvrouw te ontmoeten, diens minzaamheid niet genoeg kan roemeD. In waarheid, de vermogende sticht zich door zijn edelmoedig gedrag een eere zuil in de harten zijner ondergeschikten. Daarom, gelukkig het land, waar de maatschappelijke ver houding zoo innig blijkt te zijn. Gij overdrijft, hoor 'k een prachtboer uitroepen ik ontving nooit een weldaad van mijn landheer, integendeel, als de huurtijd verstreken is, kan ik telkens meer huur opbrengen. Doch vergeet gij niet, dat de zuivelproducten werkelijk zooveel meer opbrengen dan vroeger? En indien u de pachtsom zoo hoog is, dat gij ze niet kunt betalen, waarom dan niet de vroegero eenvoudigheid betracht? Moet uw landheer uit uw geheele doen niet vermoeden dat de pacht niet te hoog is? Hebt gij zelf wel berekend, hoeveel een weelderige leefwijze u meer kost, zoodat hetgeen gij meer van uw boter en kaas en andere landbouwproducten maakt, grooten- deels daaraan besteed wordt? Zijt gij eenvoudig, zooals vroeger de boerenstand in 't algemeen was, dan zal uw landheer ook wel met een matiger pachtsom tevreden zijn. Want waarom 't verbloemd een heer gunt gaarne zijn boer een goed bestaan, maar wil niet dat h';j leeft alsof bij eigenaar was. Zie, d&t is de fout: wat een grondeigenaar kan doen, wil een pachtboer zich ook veroorloven, en dat gaat niet. Maar uw landheer wil, evengoed als ieder ander, dat het u welgaat en zal, als hij geen verkeerden dunk van uw welstand ontvangt, uook niet te veel laten opbreDgen. Onthoud slechts den wenk, die u gegeven is, en wat gij door eenvon- diger leefwijze bezuinigt, maakt door verloop van jaren nog een aardig kapitaaltje uit. Het is een appeltje voor den dorst, gelijk uwe voorouders ook plachten te zeggen, die veel dingen ontbeerden, welke u onmisbaar toeschijnen. Zij ondervonden ook wel weldaden van hnu landheeren in slechte jaren. Zoo blijkt weer ontegenzeglijk dat weldadigheid te oefenen lust en loven is van de meer bevoorrechten. Krachtig blijkt dat, waar algemeene volksrampen velen verarmden. Daar trad en treedt nog de lief dadigheid schitterend te voorschijn. Het is niet noodig op bijzondere gevallen te wijzen; ieder kent ze. En nu We9telijk-Java door de uitbarsting van den krater op Krakatau zoo verwoest is en zoovele menschenlevens zijn te betreuren en weer anderen van alles zijn beroofd, of bracht ieder gaarne zijne offers, zelfs de minbedeelde weduwe haar pen ningske, om in dien nood te voorzien. Weldadig heidsfeesten werden georganiseerd om te doen wat mogelijk is, ten einde de inboorlingen van Iosulinde te toonen dat het moederland ook hun lijden weet te verzachten. Zoo wordt de band weer vaster dan ooit vernieuwd, die Javaan en Nederlander samen- strengelt. Gene ondervindt dat het voor hem een voorrecht is onder 't Nederlandsch gezag te staan, want het blijkt hem door de weldaden die hij ont- vaDgt, nu hij in nood is, dat hier te lande mee gevoel voor hem gekoesterd wordt. En Atjeh, hoe vijandig sommige elementen nog daar zijn tegen 't Nederlandsche gezag, zal even zeer een goeden dunk moeten ontvangen van zijn nieuwe beheerders, die door wel te doen, waar de bevolking in nood is, toonen van goede inborst te zijn. Waar zij krachtig tegen hen moeten optreden, geschiedt zulks om eene goede ordo van zaken tot stand te brengen en onze krijgsmacht te be schermen tegen verraderlijke aanvallen. Door dat niet in te zien, hebben zij zei ven gemaakt dat het noodig is aan allen tegenstand een einde te maken, opdat zij onze opperheerschappij erkennen, die voor de inlanders zal blijken veel verkieselijker te zijn dan onder hoofden te staan, die niet zoo goed of wel in het geheel niet hun belang behartigen on die dat meegevoel niet hebben, hetwelk den Neder lander kenmerkt, die in weldoen zijn lust vindt, waar rampen of armoede worden geleden. LEIOEX, 3 November. Heden zijn aan de universiteit alhier tot doctor in de rechtswetenschap bevorderd de heer C. A. Phaff, geb. te Gorkum, met academisch proefschrift get.: „Art. 470 Burgerlijk Wetboek", en de heer R. J. De Wal, geb. te Batavia, met academisch proefschrift get.; „Een vermeende en een werke lijke toepassing van Art. 1307 Burg. Wetboek. (AanteekeniDg op de artikelen 155 Ict0 178 en 778 Wetb. van Koophandel.)1' De vereeniging „Harmonie" alhier geeft mor genavond in de Stadszaal eene tooneeluitvoering met introductie. Gedurende deze week zijn dagelijks in het Werkhuis alhier opgenomen van 48—73 volwassen personen en van 912 kinderen. Te Zevenhoven is tot hoofd dor openbare school benoemd de heer A. Franken van Amster dam, N°. 1 van de voordracht. De prins en de prinses van Bentheim-Bent- heim. van wie onlang6 gemeld werd dat zij eea bezoek zouden brengen aan ons Hof, worden tegen 15 Nov. op hot lusthof Het Loo verwacht. De prins zal aan de genoegens der jacht op Zr. Ms.. domeinen deelnemen. De begrooting van de gemeente Haarlem is vastgesteld tot een bedrag van l,034,645.20'/a.. Naar de Amst. verneemt, is de „tweede ver beterde druk" van de „Officiëele lijst van bekro ningen op de tentoonstelling" ter perse. 't 19 een boekdeel, ongeveer een half vel grooter «.'an het eerst verschenene en zal met dit zeer weinig gelijkenis hebben, zoodat eene lijst van errata op te maken een bijDa onmogelijk werk zou zijn. De hoogleeraren Moltzer en Gallée aan de Rijksuniversiteit te Utrecht hebben het voornemen, lassen te openen over de historische spraakkunst, het Middelnederlandsch en het Gothisch voor onder wijzers en belangstellenden. Het eerste college zal gehouden worden op 10 dezer, des namiddags van 2 tot 4 aren. De heer Richard Hol heeft als president van de „Utrechtsche Mannenzangvereeniging" be dankt, naar gemeld wordt ten gevolge van het gebrek aan belangstelling der leden en van hnnne slechte opkomst. Zij die voor het jaar 1884 bij de Rijksuni versiteit te Utrecht wenschen te worden benoemd tot adsistent bij de pbysiologie, pathologie, verlos kunde, verloskundige polikliniek, medische kliniek, medische polikliniek, heelkunde, natuurlijke historie, botanie, scheikunde (laboratorium de Hoogt), na- tunrkunde, en tot conservator bij het museum van natuurlijke historie, worden uitgenoodigd daarvan te doen blijken bij een op zegel geschreven adres aan den minister van binnenlandsche zaken, dat vóór 1 December e.k. bij den secretaris van cura toren (mr. Baert) moet worden iugezonden. De Amsterdammer meldde dat de onderhan- delingen tusschen den raad van administratie der Hollandsche IJzeren-Spoorwegmaatschappij on den Nederlandschen Centraal-Spoorweg afgebroken wa ren. Het „Utr. Dbl." verneemt van goederhand dat dit bericht geheel onjuist is.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1883 | | pagina 1