LEIDSCH DAGBLAD. N\ 7259. Dinsdag 16 October. A0. 1883. Avondeditie. PRIJS DEZER COUR AST: Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franc per post1.40. Afzonderlijke Nommers.0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. FBIJS DEB ADVERTESTIEJf: Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17$. Grootere letten naar plaatsruimte. Voor het incassM- ren bniten de stad wordt 0.10 berekend. Voor de lnteekenaren daarop behooren bij dit nummer van het Leidsch Dagblad de Nos. 190 tot 209 der Ingekomen Stukken van den Gemeenteraad. Otlloiëele Kennisjferinffeo. Vergadering van den Raad der gemeente Leiden, op Donderdag IS October 1883, des namid dags te twee aren. LEI DEIN, 15 October. Voor den heer J. W. Scbaap, die gisteren het tijdvak herdacht waarop hij gedurende vijftig jaren alB leeraar aan het genootschap „Mathesis Scientiarum Genitrix" geheel belangeloos zijne medewerking verleende, was die Zondag een drukke, maar tevens aangename dag. Het bestunr van „M, S. G." maakte omstreeks twee uren zijne opwachting bij den jubilaris. Bij monde van den president, prof. Van Bemmelen, bracht het hem zijne gelukwenschen, die er tevens aan herinnerde dat na den heer Van den Broeck niemand zoo lang aan de school had gearbeid. Hij herinnerde den heer Schaap den 14den Oct. 1833, den dag waarop de toenmalige stadsbouw meester Van der Paauw, voorzitter van het bestuur, met den secretaris Van der Post hem van zijne benoeming tot hulponderwijzer in de bouwkunde kennis gaf, in de school binnenleidde en aan de leerlingen voorstelde; hoe tusschen 1837 en 1840 allengs meor vakken aan hem werden toevertrouwd als werktuigkunde en doorzichtkunde; later nog bouwkundig rekenen en natuurkunde; hoe het bestunr, zijne gaven waardeerende, hem in 1837 tot onderwijzer, in 1838 tot hoofdonderwijzer, in 1843 tot hoofd der bouwkundige school en in 1848 tot lid van verdiensten benoemde; hoe hij in 1859 een leergang in de theorie der bouwkunde opende en die tot heden had voortgezet, ook nadat hij in 1864 lid van het bestunr wa9 geworden. Door die taak op geheel belangelooze wijze te vervullen, was hij in het voetspoor dier oude bestuurders gebleven, welke tevens onderwijzers waren. De spreker achtte den jubilaris gelukkig, dat hij ▼rij ouderwijs gegeven had aan vrije leerlingen, leerliögen, die niet verplicht waren te komen, maar alleen uit belangstelling en leerlust zijne leasen volgden. De voorzitter bood hem daarop namens het Ge nootschap een gouden gedenkpenning aan met de eenvoudige woorden„Het Genootschap M. S. G. aan zijn onderwijzer in de bouwkunde 1833—1883", en sprak daarna de verwachting uit dat, moest men den heer Schaap Da de neerlegging zijner taak ook als onderwijzer verliezen, hij ten minste als raads man bij on beoonleelaar van het werk en de vorde ringen der leerlingen nog vele jaren hun medewerker mocht blijven. Vervolgens kwam eene deputatie der leeraren met een lauwerkrans, terwijl de afdeeling Leiden der Maatschappij tot bevordering van Bouwkunst mede vertegenwoordigd was om haren voorzitter geluk to wenschen. Eene commissie uit oud-leerlingen en leerlingen, bestaande uit de hceren W. C. Mulder, voorzitter, G. Lancel, secretaris, "W. F. Van der Heyden, penningmeester, G. Van Driel, W. Kok en W. A. Van Lith, bood den heer Schaap een even kostbaar artistiek uitgevoerd bewijs hunner hulde aaD. He voorzitter dezer commissie wees er daarbij hoeveel door den heer Schaap in die vijftig jaar, ln dien zeldzaam langen tijd, was verricht, zelfs te veel om 't nu alles te vermelden. De heer Schaap was het die de bouwkunst hier uit haar verval had opgericht, waarin zij in de eerste helft dezer eeuw verkeerde. Tal van mannen, die zijn onderwijs hadden genoten, bekleeden thans eene eervolle plaats in de maatschappij. Verder wees de woordvoerder er op hoe een door de heeren Van Loghem en Schaap vervaar digd beek over bouwkundig rekenen een standaard werk is voor het onderwijs, en hoe een weldoor dacht work over perspectief, van de hand des heeren Schaap, tot hoden niet is overtroffen. Niet alleen in het hoden of verleden zijn dus de vruchten van zijd arbeid te vindeD, ook voor de toekomst heeft hij gewerkt. Met bewondering, zoo vervolgde de heer Mulder, zien w$ tot n op, als wo bedenken met welke ge brekkige hulpmiddelen gij er in geslaagd zjjt te worden wat ge nu zijt, te doen hetgeen gij hebt gedaan, en met dankbaarheid erkennen wij dat gij onder de ongunstigste omstandigheden ons den weg hebt gebaand. Wij trachten slechts voort te zetten hetgeen gij hebt begonnen. Van harte wenschte spreker hem ten laatste nog tal van jaren toe om daarvan te kunnen getuige zijn. Het bovenbedoelde geschenk bestaat uit een mas sief zilveren, op een Grieksche kolom rustend vrou wenbeeld, met de rechterhand den jubilaris met een gouden lauwerkrans kronende en in de linkerhand een schild met zijne naam-initialen houdende. Het geheel rust op een zwart-marmeren piëdestal in Griekschen stijl, mot zilveren opdraohtplaat aan de voor- en den naam van bet Genootschap aan de achterzijde. Het is ontworpen door de gevers zei ven en ver vaardigd in de fabriek der heeren Van Kempen te Voorschoten. Het mag inderdaad een sieraad heeten en ging vergezeld van een album, dat eveneens in architectonischen vorm is uitgevoerd, met gouden plaat vermeldende de jaren 1833 en 1883 óp da olijfhouten buitenzijde. De titel is een proefstuk van teekenkunst des heeren Mulder zelf en bevat behalve de opdracht in een nis, eene afbeelding van het cadeau, zoomede een fries en relief verschillende kunsten voorstel lende. Verder vindt men in het album - door den heer B. Blankenberg, boekhandelaar alhier, ge leverd - de oorspronkelijk nagebootste handteeke- ningen der gevers, waarvan er enkele haar boven dien van fraaie teekeningen deden vergezeld gaan. Natuurlijk kwamen ook tal van vrienden en be kenden hunne gelukwenschen brengen, terwijl ook de opzichters van de gemeentewerken van hnnne belangstelling deden blijken. Dr. Ph. S. Van Ronkel, die gistermorgen in de Pieterskerk alhier door ds. E. Cesar Segers bevestigd werd, hield gisteravond in dezelfde kerk zijne intreerede, en wel naar aanleiding van 1 Tim. 1 vers 19a. Aan het einde van de godsdienstoefening werd door de zeer talrijke schare, welke tegenwoordig was, den nieuwen leeraar het derde vers van Psalm 134 toegezongen. Op Maandag 29 October a. s. zal aan het gebouw van het Provinciaal Bestuur te VGraven- hage worden aanbesteed het oprichten van een ge bouw voor pathologische anatomie te Leiden. (Raming f 109,500). Bij de heden gehouden openbare verkooping van cokes in partijen van 100, 50, 10 en 5 hectoli ters, waron de hoogste prijzen f 44, f 21, f 4.50 en f 2.20; de laagste f 41, f 20 50, f 4 en f2.10. Gedurende de eerste helft der maand Sept. zijn aan het postkantoor alhier bezorgd de volgende brieven, welke wegens onbekendheid der geadres seerden niet besteld konden worden: H. J. Teuwen, D. Harmerdam, P. C. Rnys, Johan Koppelman, Bertha De Groot, Daken, Amsterdam; K. E. N. Maier, K. E. N. Maier, Bnssem; Wigens, F. Bateke, VGravenhage; Van der Laan, Haarlem' wed. H. Roozen, Nienwveen; mej. D. Becht, Rot terdam Alida Yan Beek, Briefkaarten Bertha De Groot, Amsterdam; H. Frits, A. Val, Leiden. Nu er voorshands gesn uitzicht kan worden geopend op het stichten van leerstoelen voor de Kunstgeschiedenis aan de drie Rijksuniversiteiten, heeft de raad vAn het Museum van Kunstnijverheid te Haarlem van de Ned. Maatsch. tot bevordering van Nijverheid den minister van binnenlandsche zakeD, onder dankbetuiging voor de verzekering zijner gnnstige gezindheid, zijn leedwezen betuigd over het besluit dor Wetgevende Macht, en tevens de vraag tot hem gericht of niet langs een anderen weg in de behoefte aan hooger onderwijs in de kunstgeschiedenis zou kunnen voorzien worden, door de benoeming van een leeraar of lector, die van de rijke verzamelingen der Leische Musea tot dit doel partij trok. De Staatscourant van heden bevat het Kon. besluit van 18 Sept. jl. (Stbl. No. 137) behelzende den tekst der tusschen Nederland en België op 16 Sept. jl. te VGravenhage gesloten overeenkomst betreffende de samenwerking van de Nederlandsche Rijkspostspaarbank en de Belgische algemeene spaar en pensioenkas, in het belang der ingezetenon van beide landen; zoomede het rapport der Staatscom missie die belast is geweest met het afnemen van het notarieel examen. Het heden verschenen nummer van de „Revue des Arts décoiatifs7' (1883 Sept. No. 3) is geheel gewijd aan de Amsterdamsche tentoonstelling en het Paviljoen der Fransche commissie. Dit nummer, voorzien van talrijke afbeeldingen van het Fransche paviljoen, is a fr. 2.50 afzonderlijk verkrijgbaar. Bij de centrale commissie tot het inzamelen van giften ter leniging der ramp in Nederlandsch- Indië, is het telegraphisch bericht ingekomen dat het comité te Batavia, samengesteld uit de heeren Levy8sohn Norman, Pfeiffer, Yan Alphen, Cameron, Lohr, Huber Noodt, Steinbrugge, Stibbe, Snermondt, Van den Berg en Beers, secretaris, een som van f 800,000 (waarondor f 315,000 uit Nederland) ontvangen heeft, dat de geheele omvang der be hoeften nog niet bekend is, dat de giften waar schijnlijk voldoende zullen zijn om in den grootsten nood te voorzien, maar niet om geleden verliezen te vergoeden, en dat het comité voortgaat met het inzamelen van gelden. Niettegenstaande het aanzienlijke bedrag der aldus ter beschikking van het comité to Batavia staande middelen, nog vermeerderd met een som van f 45,000, hem, den 9den dezer; door de centrale commissie overgemaakt, is deze, met het oog op den inhoud van bovengenoemd telegram en de verder ingekomen berichten betreffende den omvang en de gevolgen der ramp, van oordeel dat zij hare taak niet als gedaan mag beschouwen, maar dat zij moet voortgaan met het inzamelen van giften en het overmaken daarvan aan het ccmité te Ba tavia, waarvan de samenstelling een waarborg is, dat de hem toevertrouwde gelden goed zullen worden besteed. (Sf.- Crt.) Naar de Amst. mededeelt, zullen alle be kroonde io zenders op de Amsterdamsche Tentoon stelling waarschijnlijk tegen het eind dezer maand een bronzen medaille ontvan0en. Mot gond of zilver bekroonden kunnen zich die daarnaar in het var- langde metaal aanschaffen. De voorzijde van de medaille zou de baste des Konings mot het opschrift „Internationale Tentoonstelling Amsterdam 1883" dragen, terwijl aan de achterzijde gelegenheid is, de gewensohte inscriptie te doen aanbrengen. Indertijd werd gemeld, dat er een prijsvraag voor de medaille was uitgeschreven. Zou dit het bekroonde ontwerp soms zijn?!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1883 | | pagina 1