LEIDSCH
DAGBLAD.
ft0. 7102.
30 Juli.
A0. 1883.
Tweede Blad.
PRIJS DEZER COURANTS
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers.0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
V
PRIJS DEK ADVERTENTIES;
Tan 16 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17*.
Grootera letten naar plaatsruimte. Voor het incaiaea-
ren buiten da atad wordt 0.10 berekend.
Winter arbeid.
Onder de bonte mengeling van onderwerpen, op
de lOGde te Rotterdam gehouden algeraeeDC ver
gadering der Nederlandsche Maatschappij tot bevor
dering van Nijverheid meer oC mioder uitvoerig be
sproken, trok vooral onze aandacht het eerste punt,
in afdeeling II, Fabriek- en Ilandwerkenijverheid,
aan de orde gesteld en de belangrijke vraag be
helzende, wat de departementen zouden kunnen doen
om ambachtslieden, die de9 winters geen werk
hebben, in staat te stellen hun brood te verdienen
door uitoefening van eenig ander bedrijf.
"Wie ook maar eenigszins met den nij veren am
bachtsstand bekend is, zal beseffen, welk een ge
wichtige quaestie het hier geldt. Nieuw is zij zeker
niet, maar toch verouderd evenmin, want eiken
winter keert zij voor menig nijver huisvader terng
en doet zich voor velen gevoelen op een wijze,
waarvan zij, die een vaste, van geen seizoen afhan
kelijke betrekking bekleeden, zich ternauwernood
een donkbeeld kunnen vormen. Het is maar al te
waar: juist in het barre jaargetijde, waarin de be
hoeften het grootst zijn, mangelt het sommige am
bachtslieden aan arbeid en dientengevolge aan in
komsten om zich en de hunnen van het noodige te
voorzien.
Ware die quaestie op bevredigende wijze op te
lossen, den ambachtsstand in het bijzonder en der
maatschappij in het algemeen ware een onschatbare
weldaad bewezen. Maar die oplossing, zij het ook
slechts gedeeltelijk, zal tal van bezwaren aanbieden.
Op de nij verheidsvergadering bracht men het dan
ook voorshands niet verder dan tot het commisso
riaal maken der zaak na een beraadslaging, waarbij
eenige wenken werden gegeven, die juist niet alle
van even practischen zin getuigden, zooals de raad
van een der afgevaardigden om des winters de van
werk verstoken ambachtslieden op de drukkerijen
te bezigen, alsof voor het daar te verrichten zet-
of drukwerk geen grondige opleiding noodig ware,
terwijl bovendien aan die inrichtingen, althans groo-
tendeels, een vast en geoefend personeel is ver
bonden, zoodat er voor vreemde en dan nog wel
niet of weinig bedreven personen iu den regel geen
plaatsing zou te vinden zijn.
Yan niet meer afdoenden aard was het middel,
aan de hand gedaan door een ander afgevaardigde,
die wees op de wenschelijkheid dat den ambachts
man een betere opvoeding werd gegeven, hetgeen
kon geschieden door den leeftijd voor kiaderarbeid
12 op 15 jaar te brengen en dan die drie
jaren aan eenigszins uitgebreid onderwijs te wijden,
vooral ook aan teekenen. Alles goed en wel,
maar voor het oogenblik, gelijk terecht ook in de
vergadering werd opgemerkt, al heel weinig hatende,
terwijl, voegen wij er bij, die wensch niet de minste
kans op verwezenlijking, aanbiedt op een tijdstip,
waarop de Regeering het door hare voorgangster
ingediende wetsontwerp tot herziening der wet op
den kinderarbeid heeft ingetrokken.
Yan beter gehalte was het advies om den werk
man te helpen in het aanschaffen van gereedschap
en vooral in het van de hand zetten van door hem
gemaakte voorwerpon. Die maatregel zon echter
alleen van toepassing zijn voor die vakken, wier
beoefenaars dergelijk winterwerk kunnen verrichten,
zooals timmerlieden, smedea enz. Een timmerman
kan op speculatie een trap of bank, een smid een
kachel vervaardigen; maar wat zal b. v. een met
selaar in zulk een geval aanvangen? Inderdaad,
voor sommige ambachtslieden zou het dan gewenscht
zijn dat zij nog een tweede, zooveel mogelijk aan
verwant vak verstonden, waarin winterarbeid kan
worden geleverd.
Door dergelijke hulp zou menig werkman in don
winter reeds grootelijks gebaat zijn. Maar ook het
publiek, de werkgever kan door verstandige ver-
deeling van arbeid in het gebrek aan werk in den
winter te gemoet komen. Daar zijn vakken, waarin
de drukte des zomers niet zelden, zooals men dat
noemt, over de hand loopt, terwijl met eenigen goe
den wil bij de belanghebbenden althans een deel
van het werk zeer wel tot den winter kon worden
uitgesteld. Veifwerk b. v., voor zoover dat buiten
werk betreft, dient in den zomer te worden verricht,
maar binnenwerk kan zeer wel des winters worden
uitgevoerd. Toch wil iedereen den verver het liefst
in het voorjaar of den zomer in zijn huis zieö, zonder
er zich om te bekommeren, of de man 's winters
wel wat te verdienen heeft.
"Wie kent niet de aan overspanning grenzende
voorjaarsdrukte in een tapijtmagazijn of behangers-
winkel in den schoonmaak- of verhuistijd? Dan wil
ieder zijn nieuwe kleeden of gordijnen hebben, soms,
ook met den besten wil, ton koste van de degelijk
heid van bet werk. Kom een maand later, en be
dienden en werklieden staan met de armen over
elkaar en de „noodhulpen" zijn verdwenen. Niet
anders is het bij den smid in het najaar. Yeel van
dien arbeid kon met eenige inschikkelijkheid over
heelwat langer tijd worden verdeeld en den werk
man ook in den winter te stade komen.
Wanneer beide middelen worden aangewend, nl.
wanneer lo. de werkman wordt geholpen in het
aanschaffen van gereedschap en het van de hand
zetten van door hen? vervaardigde voorwerpen;
2o. het publiek meewerkt tot verdeeling van den
arbeid vooral met het oog op schaarschte aan werk
in den winter, dan zal het er in het barre jaarge
tijde voor menig werkmansgozin heel wat minder
somber nitzien dan thans, helaas 1 dikwijls het geval
is, vooral wanneer de werkman aan dat alles de
wijze voorzorg paart cm in tijden, waarin de ver
diensten wat ruimer dan gewoonlijk vloeien, een
spaarpenning af te zonderen voor dagen van
schaarschte of zelfs gebrek aan werk, wat hem des
gemakkelijker zal vallen, daar, als ware het een
tegenwicht in de maatschappij, juist in die vakken,
waarin des winters het werk schaarsch 1*9, in het
zachte jaargetijde veelal naar evenredigheid hooge
weekloonen worden verdiend.
Gemengd Nieuws.
In de Egelantierstraat te Amsterdam
heeft een winkelier een zijner vrouwelijke klanten
zulk een geweldigen slag met een koperen gewicht
tegen het hoofd toegebracht, dat de vrouw met
eene bloedende hoofdwonde overgebracht werd naar
het binnen-gasthui8. - In de Wagenaarstraat is een
6-jarig meisje door een wagen overreden. De wielen
gingen over de beide beentjes. Een dezer zal afgezet
moeten werden. - Door de politie is er een decoratie
schilder in hechtenis genomen, die zich op de Lijn
baangracht bij het Leidecho Plein ten nadeele van
een heer, die hetzelfde huis bewoonde, aan diefstal
van f 200 schuldig gemaakt had. Er waren reeds
eenige dagen na den diefstal verloopen voor men
op den schilder achterdocht kreeg. Hij bekende vol
ledig de dief te zijn.
De laatste stortregens hebben op
de Amsterdamsche tentoonstelling heel wat schade
aangericht. Vooral op de terreinen, in de kleine en
grootere, maar uit hun aard niet al te dichte kios
ken, „lekte" het. In het hoofdgebouw waren 't
vooral do Belgische en de Fransche afdeeling, bij
welke de onwelkome gast kwam binnenvallen.
Verscheidene fraaie kleedingstakken 0. a. werden
bedorven.
Yan Den Helder wordt aan de N. R. C.
het volgende geschreven
Aan boord van de „Prins van Oranje" brak den
llden Juli op de reis van Marseille naar Port-Saïd
15 mijl van de kust van Afrika een brand uit. Do
rook sloeg uit het groote luik, en niemand wi6t of
kon zien waar het zat, in de lading of in de kolen.
Alle spuiten en pompen waren in een oogwenk
gereed om water te geven en de krachtige water
stralen hadden dan ook spoedig het meest ge-
wenschte succes. Da lading werd nu gedeeltelijk
opgehaald en de verbrande kisten en balen uit het
ruim verwijderd. De schade, door den brand ver
oorzaakt, was nogal groot, en het bleek vrij spoe
dig dat de oorzaak was: zelfontbranding van een
kist zwavelvunr, onder den naam van „droogvrije"
verzonden. Had dit ongeval in den Indischen Oceaan
en bij nacht plaats gehad, dan zouden de gevolgen
niet te overzien zijn geweest. De groote kalmte en
vlugheid waren bewonderenswaardig, en vele pas
sagiers wisten in 't eerste uur niet eens wat er
gaande was.
De ziekte van den graaf vanChambord
geeft natuurlijk aanleiding tot tal van anekdoten.
Zoo wordt van hem verhaald, dat hij, een knaap
van zes jaar zijnde, er maar niet in kon slagen
draaglijke schrijfletters op het papier te brengen.
Zijn grootvader Karei X en ook zijn leermeester
beknorden hem niet zelden over zijn leelijk, door
tallooze inktvlekken ontsierd gekrabbel. Op zekeren
dag bemerkte de jengdige prins dat de laatste in
een ongewoon treurige stemming verkeerde, en wist
van een der verlrouwste bedienden te weten te
komen, dat zijn mentor voor zijn zoon een schuld
van 1000 franken moest betalen, terwijl hij geen
cent bezat. Nauwelijks was de tijd voor het ontbijt
verschonen, of de knaap vroeg aan zijn grootvader
of hij, wanneer hij een geheele week netjes schreef,
vijftig louis d'or kreeg. „Dat is een groote som",
antwoordde Karei X, „en wat wilt gij er mee doen
„Dat is mijn geheim", luidde het antwoord. In hei
kort, de jonge prins ging aan het werk en liet
zich de geheele week door niets afleiden Grootvader
en leermeester waren even verbaasd over het nette,
vlekkelooze schrift en de knaap ontving de vijftig
louis. Nauwelijks had hij ze in zijn bezit of opge
togen van vreugde spoedde hij zich naar zijn leer
meester en overhandigde hem den schat met de
woorden„Hier, beste meester, is het loon voor
mijn werk; neem het aan. Ik heb alleen zoo mijn
best gedaan om het u te geven."
Twee werklieden te Parijs hadden sa
men e?n vroolijken nacht doorgebracht, maar onder
den invloed van den genoten wijn kregen zij een
hevigen twist, die naar beider meening slechts door
een duel kon worden beslecht. In gemeenschappelijk
overleg kcopen zij ieder een dolkmos, stappen te
zamen in een fiacre, en laten zich buiten de stad
brengen. Maar die tocht scheen den kampioenen
nog te lang, want reeds onderweg vallen zij met
hun wapens op elkander aan, zoodat de koetsier,
door de herhaalde schokken opmerkzaam gemaakt,
eindeljjk stilhoudt en een zijner passagiers door
een messteek ernstig verwondt vindt. De polite zorgde
nu natuurlijk voor het slotbedrijf.
In het zwembassin te Antwerpen had
het volgende treurige voorval plaats. Een bezoeker,
oen 24-jarig jonkman, die pas uit het water was
gekomen, voerde bijwijze van opwekking eenige
gymnastische toeren uit aan een ijzeren leuning
op het plate-form der inrichting. Toen hij met de
geheele zwaarte van zijn lichaam om de ijzeren
staaf heendraaide, bezweek deze onder het gewicht;
de ongelukkige stortte neder en verbrijzelde zich
den schedel, zoodat hij op de plaats dood bleef.
Een gevaarlijk huisgezin. - Ambte
naar: „Hoe 6terk is uwe familie?" Boer: „Als we
allen bij elkaar zijn, kunnen wo het gansche dorp
kort en klein slaan."