gevonden. Een val heeft vermoedelijk onmiddellijk
een einde aan zijn leven gemaakt.
Uit een aantal plaatsen van ons land
ontvangt men berichten omtrent menschen en kin
deren, die in deze warme dagen om het leven
kwamen ten gevolge van baden of drinken terwijl
zij nog zeer verhit waren.
Te Kapelle (N.-Brabant) is een werkman door
een zonnesteek doodelijk getroffen.
In de gemeente Doornspijk is een maD, door de
drukkende hitte, in het hooiland dood gebleven.
BijdeoefeningenderartillerieteWezel
is eene granaat ontploft, juist op het oogenblik
dat zij in het kanon gebracht werd. Eén man bleef
op de plaats dood en vier anderen werden zwaar
gekwetst. Van de officieren werd, hoewel zij in de
onmiddellijke nabijheid waren, niemand gedeerd.
De luitenant Bolger, die den kolo
nel Schlayer te Weonen in een duel doodde, is
met zijne twee getuigen vrijgesproken. Al de getuigen
verklaarden eenstemmig dat Bolger tot het duel
gedwongen was geworden.
Brand te Dervio. - Omtrent don nood-
lottigen brand te Dervio (Como) wordt nog bericht
dat drie der gewonden sedert overleden zijn, zoodat
het getal dooden op eene bevolking van 750 zielen
reeds 50 of meer bedraagt. Van verschillende ge
zinnen is slechts één lid overgebleven. De brieven
besteller van het dorp verloor bij het onheil vijf
kinderen. Een ander man had drie kinderen naai
de vertooning laten gaan, ging slapen en werd wak
ker gemaakt met de tijding dat zij alle drie ver
brand waren. De vertooner der marionetten sprong
uit een venster, maar werd zoo gekwetst, dat hij
spoedig overleed. Behalve zijoe vrouw is ook zijne
moeder omgekomen, doch zijn dochtertje werd, hoe
weet niemand, gered. - De burgemeester van Dervio
is door den prefect geschorst.
INGEZONDEN.
De Zwem- en Badinrichting „Rfrynzlgt."
Gaarne zag ik, Mijnheer de Redacteur, dat onder
staand schrijven in uw veel gelezen blad werd op
genomen. Zaterdag 30 Juni 11. was 't zooals iedereen
weet warm, zelfs heel warm, zoodat een bad op
„Rhynzigt" tot een van de aangenaamste uitspan
ningen behoorde.
Ondergeteokende maakte er dan ook, als lid
zijnde, gebruik van. De toevloed van leden was,
zooals licht te begrijpen valt, zeer groot, zoodat
welhaast alle beschikbare ruimte bezet was.
Met moeite kon ik een kamertje machtig worden,
en begaf mij toen te water. Een mijner vrienden
vroeg mij of hij mijn kamertje kon gebruiken, iets
waarin ik geen bezwaar had. Doch wie schetst
mijne verbazing, toen hij mij verwittigde dat een
„onbekende" reeds mijn kamertje had ingenomen.
Op de vraag van mijn vriend aan Mijnheer den
Ondernemer van „Rhynzigt," of hij hem't kamertje
van ondergeteekende wilde aanwijzen, had hij ten
antwoord gekregen„U kunt er niet meer bij, ik
heb er reeds een ander in gestopt!" Hieruit blijkt
dus ten volle dat Mijnheer de Ondernemer van
„Rhynzigt" wist dat 't mijn kamortje was. Toen
ik hem do reden van deze willekeurige handel
wijze vroeg, gaf hij mij te kennen dat hij dit
niet wist, en hier handelde als eigenaar. Het zou
mij zeer verwonderen, als een ander in mijn plaats
er zich bij neergelegd had.
Dat in dergelijke omstandigheden meer personen
één kamertje moeten deelen is licht te begrijpen^
maar ik geloof dat mon, door aan de contributie
ad f 6.50 te voldoen, wel 't recht mag hebben een
kamertje alleen te hebben, en dat dus slechts met
toestemming van dien persoon een ander dat ka
mertje mag deelen.
Wie stond er voor in dat de „onbekende" niet
uit een huisgezin kwam waar de eene of andere
besmettelijke ziekte heerscht! Kan de persoon niet
iemand zijn met wien men liefst zoo min mogelijk
iu aanraking komt?
Maar al deze maatregelen waren iu 't algemeen
belang, volgens het zeggen van Mijnheer den Onder
nemer van „Rhynzigt", en hij behoefde mijne toe
stemming niet te vragen.
Dat zijn theorieën goed in den mond van een on
afhankelijk persoon, maar niet in dien van iemand
die indirect afhankelijk is van 't aantal leden zijner
inrichting.
Welnu, er vielen hooge woordeD, en 't eind er
van was dat mij mijn lidmaatschap ontzegd werd.
Wat die maatregelen in het algemeen belang
betreft, hoop ik dat Mijnheer de Ondernemer van
Rhynzigt" voortaan voorzichtiger te werkt gaat, wil
hij geen gevaar loopen meer leden kwijt te raken.
Wanneer Mijnheer de Ondernemer van „Rhynzigt"
volgens eigen inzichten wil handelen, dan is 't re
glement, opgemaakt door den ondernemer in overleg
met commissarissen, slechts een wassen neus.
U dankzeggende voor de verleende plaatsruimte,
hab ik de eer te zijn UEd. dw. Dr.,
G. C. Ban.
Mijnheer de Redacteur
Het verhaal van den beer Biir zal elk uwer lezers
overtuigen dat op Zaterdag 11. bijzondere maatrege
len noodig waren ora den goeden gang van zaken
te verzekeren. Wanneer ruim 200 zwemmers tus-
schen 2 en 5 uren des namiddags een bad willen
genieten, dan moet ieder lid die maatregelen op
prijs stellen. Dat de heer B. zijn kamertje aan
een zijner vrienden had toegedacht is mogelijkdat
die persoon mij echter daarnaar heeft gevraagd is
onwaar, gd hierdoor vervalt vanzelf het antwoord dat
de heer B. mij in den mond gelieft to leggen. Gesteld
dit echter zoo ware, dan had die vriend oven goed
eene plaats gekregen dan ieder ander heeft gehad.
Wanneer ik het kamertje van een der leden, die
hier verpoozing komt zoeken van zijne dagelijksehe
beslommeringen, met een tweeden persoon wil doen
deelen, dan vraag ik, indien zulks eenigszin3 moge
lijk is, steeds zijne toestemming; dit is mij nimmer ge
weigerd en het gebeurt dan ook alléén in urgente
gevallen. Dat ik die toestemming niet altijd vraag
aan leden die de zwemschool voor een speelterrein
gebruiken, hetgeen ik hun echter zoo mogelijk van
harte gun, zal ieder, die met mijn zwaren post ge
durende die uren bekend is, lichtelijk begrijpen.
De vrees van den heer B. voor besmettelijke
ziekte is eenvoudig belachelijk. De kamertjes wor
den in zulke gevallen niet gelijktijdig, doch beurte
lings gebruikt, dus alleen de kleederon komen in
onmiddellijk contact. De persoon, welken ik bij hem
plaatste, was het 14-jarig zoontje van een onzer
geaehtste en welgestelde inwoners. Is het gelijk
tijdig gebruik van hetzelfde kamertje bij kleine
jongens niet te vermijden, dan heerscht hier, ter
wille der zedelijkheid, do strenge bepaling dat nim
mer de deur mag gesloten zijn.
Ten laatste heb ik op hot verhaal van den heer
B. nog dit op te merken, dat ik hem hot lidmaat
schap van „Rhynzigt" niet heb opgezegd als een ge
volg van „hooge woorden", aangezien ik gewend
ben mijn goed recht z o n d e r veel woorden te hand
haven, maar lo. omdat de heer B. den bewusten
jongeling, hoewel bijna ontkleed, uit het kamertje
verwijderde: 2o. omdat, toon ik dien jongeling
weder daarin geplaatst had en hij zich in het water
bevond, de heer B. zijn wraak trachtte te koelen
aan de kleedoren, door die op hot bassin te gooien,
en 3o. omdat de heer B. reeds meermalen een
dissonant heeft trachten te werpen in de harmonie,
die ik met kracht zoek te handhaven.
Dat zijn de redenen, waarom ik den heer B. zijne
contributie heb gerestitueerd en hem voorgoed het
lidmaatschap van „Rhynzigt" heb opgezegd, en de
geachte redactie van het Leidsch Dagblad zal mij
ton hoogste verplichten wanneer zij aan deze regelen
eene plaats wil inruimen, tot welk verzoek de heer
B. mij door zijn schrijven noodzaakt.
Hoogachtend,
Rhynzigt, Uw Dienstw. Dienaar,
3 Juli 1883. H. J. Vak Nouhüys.
CORRESPONDENTIE. - v. 't H.! Voor heden
te laat ontvangen. Dus morgen.
BUITENLAND.
Frankrijk.
Luidens een particulier telegram moet de minister
president, de heer Jules Ferry, voornemens zijn,
voor het geval dat de dood van den graaf van
Chambord door een Orleanistische demonstratie mocht
gevolgd worden, de leden der familie Orleans het
land uit to wijzen.
In de gisteren door de Kamer der Afgevaar
digden gehouden zitting verzocht de heer Challe-
mel-Lacour dat de interpellatie over Tonkin tot
hedeu zou verdaagd worden. Hierin werd toegestemd.
De Kamer heeft de artikelen 11 tot 35 van het
ontwerp-gemeentewet aangenomen.
De commissie voor de spoorweg-aangelegenheden
heeft al de paragrafen der overeenkomst met de
Lyon-Spoorwegmaatschappij, met. eenige geringe
wijzigingen, goedgekeurd.
Er is nog geen nieuwe telegram van Frohs-
dorff aangekomen te Dreux-Brezé, waar alle hoof
den dor legitimistische partij ten huize van den
hertog van Nemours bijeen zijn. Men wachtte den
graaf van Parijs nog gisternamiddag. Men gelooft
dat de graaf terstond naar Frohsdorff zal vertrek
ken. Alle hoofden der partij raden aan vier be
roemde geneesheeren te consulteeroD, en, mochten
dezen hoop geven, dit dadelijk te telographeeren.
Aangezien nog goenerlei tijding was aangekomen,
verkeerde men in groote bezorgdheid.
Men beschouwde hot uitblijven van tijding als
het bewijs van een noodlottigen afloop.
Morel, gérant van de „Latte", een Lyonsch
anarchistisch blad, is in hechtenis genomen, be
schuldigd van aanzetting tot moord en plundering.
Duitschland.
Te Berlijn i6 een bootsmansmaat gearresteerd,
die in het landverraadsproces tegen Kraszewski
betrokken is.
Aangezien in het gebouw, waar de generale
staf gevestigd is, onregelmatigheden zijn voorge
komen, worden bezoekers nog slechts in de audiën
tiezaal en niet meer in de verschillende dienstver
trekken toegelaten.
De „Nordd. Allg. Zeitung" maakt eene offi
cieuze Bucharester nota openbaar, waarin verklaard
wordt dat de regeering van koning Karei het haren
plicht acht, om uitingen als die van den senator
Gradisteanu krachtig en officiëel te veroordeolen.
De bedenkingen van het kabinet te AYeenen kun
nen daardoor als opgeheven beschouwd worden.
Yorst Yon Bismarck is gisternamiddag naar
„Friedrichsruhe" vertrokken.
Groot-Britaimië.
In de zitting, weüco gisteren door het Lagerhuis
werd gehouden, deelde de heer Gladstone het vol
gende mede: De regeering heeft aan Queensland
eene nota gezonden, waarin wordt vorklaard dat
de inly ving van Nieuw-Guinea van het rechtsstand-
punt nietig is, en ook uit een politiek oogpunt niet
kan verdedigd worden. De regeering kau die han
deling dus niet bekrachtigen. In elk geval zou zulk
een stap onder de bestaande omstandigheden van
de Britsche regeering moeten uitgaan. De regeering
is niet beducht voor het plan eener vreemde mo
gendheid om Nieuw-Guinea te bezetten; doch zulk
eene handeling eener vreemde mogendheid zou niet
buiten den kring van Engelands belangen liggen.
De heer Gladstone voegde er bij dat andere
voorstellen betreffende annexatie van die streken
mondeling aan lord Derby zijn gedaan. Laatstge
noemde verzocht daarop schriftelijke voorstellen,
voordat hij antwoordde.
Lord Fitz Maurice deelde mede dat het handels
verdrag met Italië verleden Zaterdag geratificeerd is.
Het Hoogerhuis heeft het wetsontwerp op de
zeevisscherij aangenomen.
De uitslag der verkiezing van een parlementslid
te Monaghan is geweest dat de heer Healy (natio
nalist) met 2226 stemmen is gekozen. Op den con
servatief Monroe waren 2011, en op den liberaal
Pringle 270 stemmen uitgebracht.
Telegrammen.
LONDEN, 2 Juli. Te Alexandrië is de cholera
uitgebarsten; een sterfgeval is reeds voorgekomen.
PARIJS, 2 Juli. De graaf van Parijs, benevens
de hertogen van Nemours en Alencou, zijn heden
naar Frohsdorff vertrokken.
Een telegram uit Frohsdorff, in de couloir
ontvangen, deelt mede dat de graaf van Chambord
den nacht rustiger heeft doorgebracht, maar dat er
weinig verandering is in den algemeenen toestand.
BRUSSEL, 2 Juli. Hedenavond had alhier eene
vrij talrijke volksmanifestatie plaats, door een aantal
progressistische vereenigingen uit Brussel en de
provincie georganiseerd, ten gunste der herziening
van artikel 47 der Grondwet, de uitbreiding van
het stemrecht.
Aan den president der Kamer werd eene petitie^
en aan den afgevaardigde Janson een adres over
handigd. De heer Janson hield tot de menigte eenfe
toespraak, die langdurig toegejuicht werd.
De menigte hief voor verschillende ministeries
eenig geschreeuw aan, roepende om herziening, maar
ging daarna zonder eenige wanordelijkheid uiteen.
BERLIJN, 3 Juli. Yolgens de „Nordd. Allg.
Zeit." zullen de Duitscho rijksregeering en de Prui
sische regeeriDg aan do verontrustende tijdingen
over het uitbreken en zich verspreiden der cholera
in Egypte gemeenschappelijk hunne ernstige aan
dacht wijden.
Onmiddellijk zullen commissiëü uit de betrokken
takken van dienst, onder toevoeging van leden der
rijksgezondheidscommissie, zich vereenigen, om to