LEIDSCH DAGBLAD. N\ 7157. Dinsdag 19 Juni. A0. 1883. Tweede Blad. PRIJS DEZER COURANT: ▼eor Leiden per 8 maandenf 1.10. Franco per post1.40. Alzooderlijke Nommers0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIES: Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17$. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incassee- ren buiten de stad wordt f 0.10 berekend. Offloiëel© Hennisgeyingeit SCHUTTERIJ. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN doen te weten, dat de alphabetische naamlijst van alle perso nen, die, overeenkomstig de wet van den llden April 1827, aan de loting voor de Schutterij moeten deelnemen, ter inzage van de belanghebbenden zal liggen ter secretarie dezer gemeente, van den 19den tot en met den 28sten Juni aanstaande (den Zondag uitgezonderd), des voormiddags van 9 tot 12 uren, en dat de loting zal plaats hebben in een der lokalen van het Raadhuis, en wel: op Vrijdag den 29sten Juni 1883, 's voormiddags te negen uren. Wordende zij, welke na de laalstvoorgaande in schrijving zich binnen deze gemeente metter woon hebben gevestigd, tot eene naloting opge roepen, mede op Vrijdag den 29sten Juni 1883, 's namiddags te één uur. Zullende ieder ingeschrevene bij een biljet worden op geroepen, om tot de loting ter voorschreven plaatse op te komen, op den dag en het uur in deze kennisgeving uit gedrukt, terwijl zij, die verhinderd mochten worden zeiven tot de loting op te komen, zich door een gemachtigde kunnen doen vertegenwoordigen, of geen gemachtigde ver schijnende, zal de loting geschieden door een der leden van de Commissie uit het Gemeentebestuur. Tevens worden de belanghebbenden verwittigd, dat bij de genoemde loting aanteekening zal worden gehouden van de redenen tot vrijstelling, die de ingeschrevenen vermee- nen, krachtens het 3de art. der Wet, te kunnen aanvoe ren; waarom het voor hen, die zoodanige redenen tot vrij stelling ineenen te hebben, van belang is, door personeele opkomst of, bij volstrekte beletselen, door het zenden van een met hunne omstandigheden wel bekenden gemachtigde, de loting niet te verzuimen. En wordt eindelijk den belanghebbenden kennelijk ge maakt, dat aan de navolgenden bij de wet recht op vrij stelling is toegekend, als: 1°. die met ziekte of gebreken zijn behebt, welke hen tot den wapenhandel, voor het tegenwoordig oogen- blik of wel geheel, ongeschikt maken; 2°. die kleiner zijn dan een Nederlandsche el (meter) en vijf honderd zeventig strepen (millimeters); 3°. de geestelijken van alle gezindten, zoolang zij niet van stand veranderen; 4°. de professoren en lectoren aan de hoogescholen (rijks universiteit), aan de athenaea en de seminariên; 5°. de studenten in de godgeleerdheid; 6°. die den rang van officier in dienst van den Staat, te lande of ter zee hebben bekleed, en door eervol ont slag den dienst verlaten hebben of gepensioneerd zijn, zoolang zij niet in een gelijken of een hoogeren rang bij de Schutterijen kunnen worden aangesteld 7°. die, wegens verandering van woonplaats, eervol uit de Schutterij zijn ontslagen in den rang van offi cier, voor zooverre zij in hunnen vorigen of in een hoogeren rang niet weder kunnen worden aangesteld; 8°. die in militairen dienst ter zee of te lande zijn, waardoor alleen worden bedoeld zij, die na de inschrijving in militairen dienst zijn getreden, als rustende op militairen, zoo lang zij in dienst zijn en dus niet voor ingezetenen eener bepaalde ge meente kunnen gehouden worden, de verplichting niet om zich te doen inschrijven; 9°. den broeder van hem, die in persoon voor zich zei ven bij de Schutterij dient, met dien verstande, dat van een gelijk getal broeders altijd de helft, en van een ongelijk getal slechts de kleinste helft, tot den dienst zal worden opgeroepen; strekkende deze be palingen zich echter niet uit tot zoodanige broeders, die, om welke reden ook, niet meer bij hunne ouders inwonen; terwijl voorts, in tijd van vrede, van den actieven dienst tevens worden vrijgesteld (met de bepaling nochtans, dat zij tot den werkelyken dienst dadelijk kunnen worden opgeroepen, indien de redenen van vrijstelling ophouden, waarom zij op de algemeene en bijzondere rollen tevens geplaatst, doch bij de reserve zoolang in dienst gesteld worden) 10°. zij, die tot den dienst der nacht- of brandwachten, en tot dien der brandspuiten, zijn aangesteld, zoo lang zij met die werkzaamheden zijn belast; 11°. lijf- en huisbedienden, voor welke als dienstboden de personeele belasting wordt betaald, waaronder echter niet zullen worden verstaan werkboden of zoodanige bedienden, die ter uitoefening van iemands beroep of bedrijf zijn benoodigden 12°. zij, die voortdurend uit armen-kassen bedeeld, of in de armen-gestichten opgevoed en onderhouden worden. En zullen dientengevolge degenen, welke mochten ver- meenen, uithoofde van een der bovengemelde redenen, aan spraak op vrijstelling te kunnen maken, zoowel als zij, die zich in den dienst willen doen vervangen, de bewijzen daartoe vereischt, moeten overleggen en, in het laatste geval, de personen, met welke zij van nommer willen verwisselen, kenbaar maken aan de Commissie, op Vrydag den 6den Juli aanstaande, des voormiddags tusschen 9 en 12 uren, op het Raadhuis, ten einde daarvan de noodige aantee kening te doen, voor zooveel zulks by de loting niet mocht zijn geschied; zullende op de reclames, zoowel als over de goed- of afkeuring der personen, door welke men verlangt zich te doen vervangen, nader door de Commissie van onderzoek uitspraak worden gedaan. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 18 Juni 1883. E. KIST, Secretaris. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN, Gezien de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 102) tot herziening van de artt. 264, 265 en 266 der Gemeentewet Doen te weten dat het kohier der plaatselijke directe belasting, dienst 18S3, in afschrift gedurende vijf maanden op de Secretarie der Gemeente (financiëele afdeeling) voor een ieder ter lezing is nedergelegd en dat elke aange slagene binnen drie maanden na de uitreiking van het aanslagbiljet tegen zijnen aanslag bezwaren bij verzoekschrift, op ongezegeld papier, aan den Gemeenteraad kan inbren gen, terwijl de belanghebbende binnen dertig dagen na de mededeeling van 'sRaads beslissing bij de Gedeputeerde Staten dezer provjpcie in beroep kan komen, wordende tevens de verplichting lot het betalen van den aanslag door het indienen van bezwaren en het instellen van beroep niet opgeschort. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 14 Juni 1883. E. KIST, Secretaris. Gemengd Nieuws. In de afgeloopen week is binnen deze gemeente 1 persoon door pokken aangetast en 1 lijder aan die ziekte overleden. Met de kostelooze vaccinatie wordt van gemeentewege geregeld voort gegaan. In de afgeloopen week werd teKatwijk aan Zee de kantvisscherij nog door 30 schuiten uitgeoefend, welke besomden van 36 tot f 110 in 6 dagen. Er werd besteed voor tarbot /"3 a ƒ6, tong 0.20 a f 0.50, kabeljauw ƒ1.25 a 2, schel- visch 0.15 a 0.25 en bunschol f 0.40 a 0.70 per stuk; binnenlekschol 5 a 6, groote braad f 4 a 5 en droogscharren 6 a 9 per mand. Nog zullen een 20-tal schuiten de kantvisscherij uitoefenen. De eerste twee bommen van dereeders H. Yan der Marei en W. Dubbeldam zijn op de haringvisscherij uitgegaan. Een korporaal van het regiment grenadiers en jagers heeft zich op de trap in de kazerne voor het hoofd geschoten. Zijn lijk werd naar het hospitaal overgebracht. Op dit oogenblik b e v i n d e n z i c h t e Scheveningen 337 badgasten en 82 dienstboden. In het geheel hebben er reeds 487 badgasten en 103 dienstboden gelogeerd, zoowel in hotels en villa's als bij particulieren. Naar het Haagsche Dagblad verneemt, is de leiding van de instructie in de treurige zaak van de door Utrechtsche studenten gepleegde mis handeling opgedragen aan den heer mr. R. Melvil baron Yan Lynden. In de week van 10totl6Junizijn te Rotterdam 34 personen door pokken aangetast en 14 overleden. Het Utr. Dbl. verklaart de reden, waarom de jongelieden, die mejuffrouw D. R. zoo mishandelden, nog op vrije voeten loopen. Een bevel tot arrestatie mag volgens art. 88 van het wetboek van strafvordering alleen worden afgegeven wegens crimineele feiten en voorts wegeDs diefstal, misbruik van vertrouwen, verwonding, bedelarij en landlooperij. Daar de dood der ongelukkige vrouw volgens de deskundigen niet het gevolg der mishandeling is geweest en aan het lichaam slechts eenige ombe- dnidende ontvellingen zijn waar te nemen, wordt het feit gereduceerd tot eene eenvoudige mishandeling, ter zake waarvan geen voorloopige inhechtenisneming geoorloofd is. Nabij het station Zwolle is een trein- smid door eene rangeerende locomotief overreden en zoo deerlijk verminkt, dat men voor zijn leven vreest. Te Parrega (Friesland) heeft in een twist over een gulden tusschen twee grasmaaiers, zoo men zegt vader en zoon, de een den ander met een mes zoo toegetakeld, dat hij aan de gevolgen is bezweken. Yolgens bericht uit Astrakan is de passagiersboot „Kasan*' op de Wolga, nabij het dorp Petropawlowski, in brand geraakt en op strand gezet. De passagiers zijn gered, maar de boot met de scheepsgoederen en de postpakket, zjjn een prooi der vlammen geworden. In hetbosch van Yincennes werd zekere P. in hechtenis genomen als verdacht van landloo perij. De man verklaarde echter een domicilie te hebben, maar wilde dat niet opgeven. Door strik vragen in het nauw gebracht, bekende hij zijne verloofde vitriool in het gelaat te hebben geworpen, waarna hij uit vrees voor een aanklacht het hazen pad had gekozen. Werkelijk bleek bij onderzoek het bedoelde meisje door vitriool verwond te zijn, gelukkig slechts in lichten graad, en zij verklaarde uit liefde voor P. de zaak te hebben verzwegen. Die edelmoedige handelwijze was aan geen ondank bare besteed. P., die terstond werd ontslagen, is thans in ondertrouw opgenomen met zijn vergevens gezinde Dulcinea, die echter als huwelijksvoorwaarde heeft gesteld, dat er nooit een flesch metvitriool in huis mag komen. Een achttienjarig werkman te Parijs had, hoe jong ook nog, de gewoonte na het ontvan gen van zijn weekgeld zich eens flink te gaan be drinken. In zulk een toestand bereikte hij des avonds laat niet zonder veel moeite zijne zesde verdieping. Het scheen hem daar wat warm te zjjn om te gaan slapen, althans hij gaf de voorkeur aan een uit stapje door een zoldervenster, maar tuimelde in zijn benevelden toestand van het dak neder. Morsdood, zou men denken. Neen, hij kwam juist in een put op een binnenplaats terecht en werd daar ongedeerd uitgehaald, behondens eenige onbeduidende kneu zingen. De weerstand van het water scheen den val gebroken te hebben. De man was intusschen door dat bad geheel nuchter geworden en beklaagde zich alleen dat hij zooveel water bij zijn wijn had gekregen. Op Corsica heersohen nog steeds de aloude vendetta's of familieveeten. In een en dezelfde week werd een jonkman van achttien jaar door de Orsinis, vader en zoon, doodgeschoten en een ander op dezelfde wijze van het leven beroofd door twee broeders, omdat hij de aan hun zuster gegeven trouwbelofte niet wilde gestand doen. Beide broeders namen de vlucht, vervolgd door gendarmes. De aanvoerder dezer laatsten kwam bij dien wedloop een wild zwijn tegen, dat hij met de kolf van zijn geweer wilde afmaken. Toen hij daartoe het vuur wapen omkeerde, ging het af en de lading trof den man doodelijk in de borst. Geen wonder dat de misdaad welig tiert, waar de gerechtsdienaars zich zelf doodschieten. Op de Placode la Républicaine te Parijs heeft des avonds een formeel duel plaats gehad tusschen een gehuwde vrouw en haar onge huwde mededingster. Het wapen was het dolkmes, waarmee de laatste een zoo gevaarlijke wonde ontving dat zij door eenigen der talrijke omstan ders in bewusteloozen toestand werd opgenomen. De andere, die op de vlucht was gegaan, werd spoedig gearresteerd. De man, de onschuldige oorzaak van dat alles, moet zeer tevreden zijn dat hij het nu zoo rustig heeft. Ui t M ol e n b e e k - Saint-Jean wordt het volgende zonderlinge voorval gemeldEene 58-jarige weduwe werd aangevallen door een hondneen door een schaap, dat rustig langs den weg liep te grazen. De vrouw viel van den hoogen weg eq ontwrichtte een dijbeen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1883 | | pagina 1