Rechtsgeding
den weg naar den tempel ontstond echter tusschen
hem en zijne twee bedienden een woordenwisseling,
waarbij hij zijn revolver uit don gordel nam en do
beide wederspannigen op de plaats doodde. De prins
werd dadelijk in hechtenis genomen. Den 28sten
April had de behandeling van het geding voorden
rechter plaats.
betreffende de zaak van
«JAANTJE CORNELIA STRUIK,
(de zoogenaamde Millioenen juffrouw
Zitting van heden Donderdag.)
Even vóór halftien werden de denren der gerechts
zaal weer geopend voor de reporters der pers, die
steeds het eerst worden toegelaten. Te 9.35 gingen
de deuren voor het publiek open. Met de beklaagden
wordon ook de beide getuigen L. M. en M. L. Woud-
huyzen binnengeleid.
Het eerst komt nu in verhoor de 35ste getuige
P. J. Jansen, meubelmaker te Amsterdam.
Yoorz.: Wat kwam de heer Broman bij u doen
in Augustus 1881? Gh: Meubels bestellen voor
ongeveer 85,000 voor een nieuw huis op de
Heerengracht. V.: Heeft Jaantje de betaling
dier 85,000 zelf geaccepteerd? G.Ja.
Y.Heeft ze ook een schoorsteenmantel aangewezen
van ongeveer 3000? G.Ja mijnheer, ik meen
voor den jongenheer Woudhuyzen. Y.Hebt
ge voor die meubelen moeten reizen, o. a. naar
Arnhem? G.Ja.
Het ondervragen van dezen getuige gaat op die
wijze voort. Gerrit Struik heeft hij nooit bij zich
gehad, wel Hoetink. Jaantje kocht bij hem een
Bchoor8teengarnituur voor 150, dat zij contant
betaalde. Niet zij, maar Broman heeft hem opge
dragen de meubelen vooral weelderig te leveren.
Hoetink zit weer aanhoudend te lachen.
Getuige was voorzichtig genoeg om zicb, toen hij
zooveel over de millioenenjuffrouw hoorde spreken,
voor te nemen niets af te leveren, tenzij tegen
contante betaling.
Jaantjo ontkent het doen dezer bestellingen niet.
M. L. Woudhuyzen heeft nog eens nagerekend
hoeveel hij hebben moet van Jaantje en komt tot
oen bedrag van 238,000; uit een berekening met
den voorzitter blijkt echter dat het 248,000 moet
wezen ongeacht de 33,000, die getuige De Smith
zelf aan Jaantje ter hand heeft gesteld. Daar hij
6- a 7000 terugontvangen heeft is het eindcijfer
van Jaantjes schuld aan eerstgenoemde dus ƒ241,400.
Getuige S. L. De Smith is ziek. Zijne verklaring
voor den rechter van instructie wcrdt voorgelezen.
Er wordt in gemeld dat Jaantje hem heeft verteld
dat zij de eenige erfgenaam was van den schat
rijken Van Veggelen, die als steenhouwer naar Indië
was gegaan, maar zooveel grond bezat dat land
meters naar Indië moesten gezonden worden om
den boel op te meten. Mok is de eenige geweest
die zijn 17,000 terug wist te krijgende anderen
gingen in het blindst vertrouwen met leenen voort.
Jaantje: Ik heb in 3 a 4 keeren 33,000 van
S. L. De Smith ontvangen, maar ook weer terug
gegeven; ik weet niet meer of het aan den ouden
dan wel aan den jongen Smith was.
Woudhuyzen ontkent die terugbetaling. Geen cen
time is van het geld door Smith teruggezien.
Jaantje: Ik wil al mijne schulden betalen.
Yoorz.: Zeg dan maar waar ge het geld vandaan
zoudt halen.
Jaantje: Ik wil het geld aan de Edelachtbare
heeren ter hand stellen, maar ik zeg niet van waar
het komt. Mogelijk stel ik er mijn advocaat mr. Haas
mede in kennis. Als ik in mijne burgerrechten her
steld beu, kan en zal ik alles betalen.
Voorz. tot mr. Haas: Als u het verlaugt, zal ik
u in de gelegenheid stellen om met Jaantje te spre
ken. Tot besch.Aan het eind zal ik u over elk
punt in verhoor nemen.
De 27ste getuige, J. A. Mok, diamantslijper, komt
nu voor. Onderwijl wordt èn van den Minister van
Koloniën èn van den Officier van Justitie te Am
sterdam een stuk voorgelezen dat noch in Indië
noch in Arasterdam een notaris Lekdoorn bestaan
hoeft.
Getuige verklaart aan Woudhuyzen 5400 voor
Jaantjo ter hand gesteld te hebben. Later gaf hij nog
1500. Getuige bevestigt voor zoover hij bij zijn
onduidelijke manier van spreken te verstaan is,
de mededeelingen van Woudhuyzen betreffende zijn
aandeel in de zaak. Hij zelf loopt er nog in voor
7000, met Gerrit en Hoetink heeft hij nooit iets
te doen gehad.
De nu volgende getuige is Simon Aaron Mok.
37 jaren, diamantslijper, die 17,000 geleend heeft^
maar ze weer terug wist te krijgen. Hij kent per
soonlijk notaris van Houten en ofschoon er niet mocht
onderzocht worden, (daar anders de erfenis niet zou
worden uitbetaald, zooals Jaantje had gezegd) was
hij toch maar oven naar den notaris gegaan en had
hij daar geïnformeerd, maar ook vernomen dat er
geen woord van die erfenis waar was. Daarop was
hij naar Woudhuyzen gegaan en vroeg om betaling.
Deze zond hem haar E. L. De Smith, die weer naar
S. L. De Smith, en de laatste zeide er niets van
te weten. Toen ging Mok weer naar Woudhuyzen
on deze sohreef een briefje aan juffrouw Struik die
na een half uur bij Woudhuyzen kwam. Zij was
woedend en opgewonden. „Wat," zei ze, „gij
zyt bij vader Smith geweest en hebt hem een be
roerte op 't lijf gejaagd?"
Mok zei dat hij alleen zijn geld torng wilde heb
ben. Eindelijk zei ze dat ik aan 't Bible-hotel
moest komen, daar kreeg ik 7000 en de andere
10,000 kreeg ik ook. Toen ik mijn geld had,
heb ik mijn familie gewaarschuwd en verteld wat
notaris Van Houten mij had gezegd. Behalve de
onkosten, ben ik er zonder schade afgekomen.
Jaantje maakte de opmerking dat als deze ge
tuige reden meende te hebben om haar te wan
trouwen, hij niet voor haar rekening een jas bij
Sinkel had moeten bestellen.
Gotuige verklaarde beschuldigd9 Consenheim te
kennen als een solied handelaar.
De 29ste getuige, M. W. Seckendorff, oud 65
jaren, zonder beroep, is geparenteerd aan de Smith's
en Woudhuyzens en als zoodanig betrokken in de
zaak, waarin hij overeenstemmende getuigenis aflegt.
Hij heeft herhaaldelijk aan het Biblehotel getracht
Jaantje Struik over terugbetaling van 10,000 te
spreken, maar werd niet toegelaten. Hij kreeg
slechts 300 in het geheel terng.
Jaantje ontkent ooit 10,000 van dezen getuige
gekregen te hebben; evenmin heeft zij hem ooit
300 teruggeven om de eenvoudige reden dat zij
niets schuldig was.
De 30ste getuige W. T. Reket is de portier van
't Biblehotel. Hij verklaart bij elkaar aan fooien
400 ontvangen te hebbeD. Hij heeft meermalen
een notaris en andere personen aangediend, die er
niet waren. Op de vraag van den Voorzitter waarom
hij dat deed, antwoordde hij: „Och, zij liet mij zoo
veel zonderlinge dingen doen."
Yoorz.Ontving ze veel aangeteekende brieven?
G.Ja mijnheer. Y.Zag u wel eens brieven
waarin niets bijzonders stond? G.Zij opende
ze niet in mijDe nabijheid.
Getuige heeft meermalen groote stapels bankpa
pier bij Jaantje gezien. Hoetink liet veel bankpapier
wisselen. Yan Hoetink heeft hij echter slechts drie
maal een fooi gekregen, als: eens 2.50, eens ƒ10
en eens ƒ1. Op haar verjaardag kreeg hij van
Jaantje 40. Volgens hem scheen Hoetink niet
veel te zeggen te hebben. Gerrit Struik zag hij
niet dikwijls. Omtrent hom weet hij weinig of niets.
Jaantje verzekert dat getuige minstens 1000
van haar moet hebben gekregen. Eenmaal gaf zij
hem 200 in eens; later nog 300. Aan Hoetink
mocht bij er niets van zeggen.
Get. verzekert dat dit een leugen is. Ilefe grootste
bedrag dat hij in eens kreeg was 40.
Hoetink staakt zijn eeuwigdurend gegrijns hier
weer voor een oogenblik om de opmerking te maken
dat hij even royaal was als Jaantje en dat hij meer
dan 200 aan getuige heeft gegeven.
Toen de voorzitter hem vroeg waar hij dan dat
geld vandaan haalde, antwoordde hij dat hij geen
idee had om hier te zeggen hoe hij er aan kwam,
waarop eene berisping zijn deel was, ook om niet
weer in de reden te vallen.
Hoetink gaat zitteD, en zegt: „Ikzal. zeggen
wat ik wil."
President: Sta op en wees niet brutaal, anders
er uit. Ik waarschuw je voor de eerste maal; tot
nu toe heb je je fatsoenlijk gedragen.
Hoetink mompelt nog zoo iets van »goed, dan
maar er uit", en van „wat is dat voor draaierij",
maar voldoet toch aan het be vol. Hij beschuldigt
vervolgens den portier nog van hem een oude siga-
renpijp benevens sigaren duur te hebben willen
verkoopen, wat de portier eveneens ontkeDt.
De oude pijp zou een commissionair gehad hebben,
die haar aan Hoetink wou verpatsen. DatHoetinks
geld velen welkom was, blijft dus ontegeDgesproken.
De volgende getuige was D. Kost, stalhouder te
Amsterdam. Hij heeft steeds de klandizie van 't
rijden gehad, ook toen Jaantje in Haarlem woonde.
Voor de nietigste boodschap bestelde ze een rijtuig.
Meestal ging zij langs de Heerengracht. Nooit heeft
hij daar echter moeten stilj houden. Hij ontving een
tientje als fooi per dag en aan vracht 20 a ƒ30.
Zijne knechts waren de juffrouw niet netjes genoeg
gekleed: daarom moest de baas zelf rijden. Royaal
als overal, had Jaantje hem eene nieuwen landauer
beloofd. Getuige is er best afgekomen; hij heeft
nog slechts een postje van 65 op haar naam
openstaan.
Hierna werd de zitting om vijf minuten over half
een voor een half uur geschorst.
Bij de hervatting om tien minuten oyer ééuen
vroeg de voorzitter of Jaantje zich omtrent een en
ander ook had verklaard aan mr. Haas, waarop
deze antwoordde dat juffrouw Struik hem gemach
tigd heeft mede te deelea dat zij behoorlijk zal op
geven welke schulden zij erkent en welke niet. Op
dit oogenblik gevoelt zij zich daartoe echter niet in
staat; doch vandaag of morgen zal zij een lijst der
erkende schulden opmaken en die zal zij geheel
of pondpondsgewijze voldoen. Mr. Haas hoopte dat
zijne cliënt in de gelegenheid zal worden gesteld
om dat \üoniemen ten uitvoer te brengen.
Daarop werd gehoord do heer C. C. A. Yan
Everdingeo, sedert 1860 burgemeester van Yuren
en Dalen, die verklaarde dat hij den vader van
Jaantjo niet heeft gekend, doch alleen weet dat
hij metselaar was. "Wel kendo get. hare moeder. Er
waren 3 kindereD, waarvan er een gestorven is.
Een van die drie kinderen, Jaü, werd als een
wonderkind, dat met den Heiland omgang heette
te hebben, voor geld den volko vertoond. Ten
processe is een deswege verschenen vlugschrift
aanwezig. Gerrit was oppassend, Jaantje mishan
delde, naar gezegd werd, haar moeder en maakte
veel verteringen. Ja, ze schepte er genoegen in om
in Yan Zntphens tapperij jongelui dronken te maken.
Gerrit kocht na Jaantjes vortrek uit Vuren een
huis, dat hij echter wel uit zijn erfdeel en zijne
verdiensten kon betalen.
Des gevraagd, zegt Jaantjo, die een veel aange
namer toon aanslaat, dat de jongelui ook na haar
vertrek uit Yuren wel dronken waren.
J. Zillig, een stukadoor te Gorkum, geeft in
lichtingen omtrent Hoetink, die bij getuige in
woonde. Hij had een goed bestaan, maar betaalde
nooit zijn kostgeld van tien gulden 's weeks sedert
October 1880. Jaantje bleef er borg voor, maar
sedert Hoetink haar kende verliep de winkel en
werd alles verteerd in partijtjes op Hoetinks kamer.
Voorgelezen wordt een brief van Hoetink aan
getuige, waaruit zjjne volkomen wetenschap met de
zaak blijkt en hij zelf van kwade geruchten gewaagt,
die moeten worden tegengesproken en van het ver
trouwen, dat hij door aanschouwing met eigen oogen
in de zaak heeft gekregen. Een rapport van des
kundigen, dat de brief geschreven is door Hoetink,
wordt voorgelezen.
De getuige H. Boogaarts, huisvrouw van Zillig,
bevestigt al diens verklaringen, ook dat Jaantje
Gerrit den brief uit de hand heeft gerukt met een
vloek, omdat hij zoo stotterend las. Jaantje zegt
dat deze getuige veel in beschonken toestand ver
keerde en daarom niet te vertrouwen is.
De getuige S. D. J. H. Krol, predikant to Lith,
heeft 1700 a 1800 aan Jaantje geleend, maar
ook weer teruggekregen. Hij vertrouwde de erfenis
zaak niet recht, maar Hoetink en Gerrit stelden
hem gerust. Bij de terugbetaling was Jaantje zoo
erkentelijk dat ze 1000 beloofde voor de armen.
Jaantje zegt dat zij niet duizend, maar ƒ30,000
belooft heeft. Zij heeft ook nog geld voor de armen
gezonden en daarvoor een bewijs van ontvangst ge
kregen. Getuige heeft ook een gouden ketting van
haar gekregen.
Get.Niet van haar, maar van Papo, haar vroegeren
vrijer.
De getuige J. G. Van Schoonhoven is commissaris
van politie te Gorkum. Hij vertelt dat Van Zutphen
bij hem op het bureau aan Zillig 1630 betaalde.
Yan Zutphen was toen net gekleed, evenals allen
die met Jaantje in aanraking kwamen. Toen hij
heenging liet hij 300 liggen. Getuige liep hem
na en toen zei Yan Zutphen„Och dat had morgen
ook wel terecht gekomen."
Jaantje liep te Gorkum veel langs de straat, eD
deelde dan dikwijls gouden tientjes uit. Ook wierp
zij veel geld door het raam. Getuige heeft dit niet
zelf gozien, maar durft voor de waarheid instaan.
Getuige weet niets ten nadeele van Hoetink.
Jaantjo verzekert geen gouden tientjes, maar
bruidsuikers uitgedeeld te hebben. - De laatste ge
tuige voor heden was E. Andrau, wijnhandelaar te
Utrecht, secretaris eener vrijmetselaarsloge te
Utrecht, doch bood niets belangrijks.
De zitting wordt hierbij geschorst tot morgen
ochtend halftien.
Telegrammen.
STOKHOLM, 13 Juni. De koning heeft heden
het ontslag yan den minister Posse aangenomen en
den voormaligen Staatsraad Thysselius in zijne plaats
benoemd. Do overige ministers behouden hunne por
tefeuilles.
LONDEN, 13 Juni. Bjj de Bank van Engeland
is heden 114,000 pd. st. gestort.
LONDEN, 14 Juni. De heer Jori68en, die gisteren
te Londen is gekomen, bezocht denzelfden dag het
ministerie van buitenlandsche zaken, ten einde van
de regeering eene beslissing te vernemen in zake
de toelating van een speciaal gedelegeerde vanwege
het Transvaalsche driemanschap, die met haar zou
kunnen onderhandelen.
Ten aanzien van de conventie is nog niets vast
gesteld, maar men verzekert dat de heer Jorissen
voldaan is over de verklaringen der ministers, die
tot. nog toe aanduiden dat het vraagstuk volledig
en in zijn geheel zal onderzocht worden.
LONDEN, 14 Juni. Eene depeche aan de „Stan
dard" uit Shanghai van den llden dezer meldt dat
de toestand ernstig wordt. Chineesche troopen zijn
rondom de stad saamgetrokken. In de wijk der in
boorlingen bevindt zich eveneens een groot aantal
troepen.
Be „Times" ontvangt va» den 13dcn uit Phila
delphia telegraphisch het bericht dat Chineesche