DAGBLAD. i\°. 7148. Avond-editie. Vrijdag Juni. A°. 1883. LEIDSCÏÏ PRIJS DEZER COURANT; Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommere0.05. OlSoiëele Kennisgeringoa. Iloogcre Eurserscliool voor Meisjes. Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden brengen ter kennis van belanghebbenden dat de gelegen heid tot inschrijving van leerlingen voor de Hoogere Burgerschool voor Meisjes wordt opengesteld gedurende de maand Juni, eiken Vrijdag van 2 tot -4 uren 's namid dags, in het lokaal aan de Oude Vest, waarin die inrich ting thans is gevestigd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 31 Mei 1883. E. KIST, Secretaris. LESSEN, 7 Juni. Door den minister van binnenlandsche zaken is bepaald dat het eindexamen van het gymnasium te Leiden zal plaats hebben op 4, 5 en 6 Juli, en wel ten overstaan van dr. A. Kuenen en dr. J. J. Cornelissen, hoogleeraren aan de rijks-universiteit te Leiden, en dr. H. J. Rink, hoogleeraar aan de rijks-universiteit te Groningen. Verder zullen zitting hebben in de commissie te Rotterdam en Middelburg dr. D. Bierens De Haan; te Amsterdam en Haarlem dr. P. Van Geer; te Utrecht en Arnhem dr. H. A. LoreDtz, en te Leeuwarden, Assen en Deventer dr. D. De Loos, allen te Leiden. Het plaatsen - met bijbehoorende werken - van het Monument van Leidens ontzet is opgedra gen aan de bekende steenhonwersfirma Wed. J. C. Van Venetie Zoon alhier. Gelijk men weet, be staat het voornemen op den 3den October a. s. tot de onthulling van het gedenkteeken te kannen overgaan. Met een wit paaltje is de plek reeds aangewezen waar het op de Ruïne zal komen te staan. Bij beschikking van den minister van binnen landsche zaken is bepaald dat de examens ter verkrijging van de akte van bekwaamheid als hoofd onderwijzer en hoofdonderwijzeres, voor het jaar 1883, zullen aanvangen op 16 Juli a. 8. en dat de commissiën, met het afnemen dezer examens belast, zitting zullen houden te Breda, Arnhem, 's-Gra- venhage, Utrecht, Zwolle en Groningen; en zijn o. a. benoemd: tot lid en voorzitter der commissie te 's-GravenhagoA. Moens, iDspectenr van het lager onderwijs in de 2de inspectie; tot leden: J. Schippers, hoofd eener lagere school te 's-Gra- vonhage; W. P. Wolters, leeraar aan het gymn. te Leiden; J. Straub, hoofd eener lag. school te 's-Hage; L. Gerhardt, hoofd eener lag. school te Utrecht; P. H. Van der Ley, onderwijzer aan de Rijks kweekschool voor onderwijzers te Haarlem H. Bij- leveld, hoofd eeDer lagere school te Rotterdam; G. Japikse, hoofd eener lagere school te Leiden; J. Rovers, hoofd eener lagere school te Delft; H. L. Wassen, hoofd eener lagere school te Delft; J. M. Schmidt Crans, leeraar in het teekenen te 's-Hage tot plaatsvervangersE. Van Everdingen, hoofd eener lagere school te Delft; D. Laméris, id. te Utrecht. Met het stoomschip „Limburg" wordt 9 Juni a. s., 's morgens te halftwaalf, door het postkan toor Rotterdam eene brievenmaal naar Padang en Batavia gezonden. Tot onderwijzeres aan eene openbare school te 's-Gravenhage is benoemd mej. C. L. Nales, te Zoetermeer. Omtrent de Nederlandsche Noordpool-Expeditie schrijft de heer Volck nit Utrecht dat op de kusten van Nova-Zembla het ijs nog wel niet los is en men ook niet op dit oogenblik de toegangen tot de Kara-Zee zou kunnen bevaren, doch de laatste ijsberichten uit het Noorden luiden zeer bemoedigend. Enkele dagen geleden telegrafeerde hem onze ijverige consul te Hammerfest, de heer Robertson, dat twee schepen, eenigen tijd geleden op de rob benvangst uitgevaren en teruggekeerd om hun bnit Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIES: Van I6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17%. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incassee- ren buiten de stad wordt 0.10 berekend. aan wal te brengen, hadden medegedeeld dat de oostenwinden reeds geruiraen tijd krachtig door stonden, waardoor het ijs spoedig zon zijn opgernimd. Zeven vischschepen zouden hij Nova-Zembla hun bedrijf gaan uitoefenen. In overleg met den heer Robertson zijn duizend kronen nitgoloofd voor het vischschip, dat het eerste bericht der expeditie breDgt, en bovendien vijfhonderd voor assistentie. Het spreekt van zelf, dat men de visscherlioden moet schadeloos stellen voor tijdverlies enz. door die vastgestelde belooning. De uitgeloofde premiën waren echter niet opge nomen in het budgöt, en nog is het eind niet te voorzien van de extra-uitgaven. Doch geen noodl Daar, waar Nederland zooveel belangstelling heeft getoond, zal het waar het er op aan komt, om de laatste doch ook de gewichtigste lootjes met juistheid af te wegen, zeker zijn steun niet ontzeggen. Het eerste wat nu plaats zal hebben is het ver trek van de „Louise", het schip dat verleden jaar de expeditie-schepen zou hebben geloodst naar de Yenissej. Genoemd schip gaat 15 Juni van uit Bre men naar Hammerfest, neemt daar de lading in, die verleden jaar gedeponeerd werd, en heeft order om vervolgens de Kara-Zee door te stoomen naar S-.berië. De heer Yolck raadt dus een ieder om vóór 10 Juni brieven als anderszins voor de expeditie te zenden aan zijn adres te Utrecht of wel onmiddel lijk aan den heer Robertson, consul der Nederlanden te Hammerfest. Met do „Louïse" geeft hij tevons de couranten en tijdschriften mede, die hem door verschillende redacties en anderen zoo welwillend toegezonden werden voor de expeditie. Ook meldt hij nog dat de informaties bij noord- poolvaarders van naam, doch onbekend met de Kara-zee, tot niets hebben g9leid. Allen bewaarden een diep stilzwijgen, erkennende dat men niets kan zeggen van deze zaak als men het gebied niet kent. De order dat wegens hot overlijden van Prinses Marianne geen trom geslagen of muziek gemaakt mocht wordon bij den troep, is door den generaal, gouverneur der residentie, weder ingetrokken. Het Rijkstelegraafkantoor in het Badhuis te ScheveniDgen wordt op 10 dezer voor den duur van don badtijd heropend. De gemeenteraad te Gouda zal binnenkort worden geroepen om te beraadslagen over de quaestie van inkorting der kermis. Verschillende kerkbesturen hebben verzocht dat in hot vervolg althans des Zondags geen kermis zal plaats hebben. Te oordeelen naar vroegere discussiën in deze zaak is het niet te verwachten dat de Raad op dit verzoek een gunstig besluit neme. Het eindverslag der commissie van rapportours uit de Eerste Kamer, over het ontwerp van wet tot wijziging van art. 126 der wet op het hooger onderwijs, Inidt: Terwijl men vrij algemeen verklaarde met de strekking van dit wetsontwerp te zijn ingenomen, gaven enkele leden te kennen dat zij aan een lan goren termijn voor het vervallen der bij de wet van 28 April 1876 (Staatsblad No. 102) gevorderde leerstoelen de voorkeur zouden hebben gegeven. Andere leden achtten zich verplicht de Regeering nit te noodigen om den verlengingstijd, bij dit wets ontwerp voorgedragen, te gebruiken tot eene nauw keurige herziening der geheele wet, die onder ande ren ook in zoover minder golukkig werkt, dat zij, mede ten gevolge van de afschaffing der college gelden, op den ijver en het plichtbesef der hoog leeraren geen onvoorwaardelijk gunstigen invloed schijnt te oefenen. Volgens een derde groep leden ware voorloopig reeds zonder wijziging der wet eene wezenlijke verbetering in het hooger onderwijs bereikt, wanneer aan de hoogleeraren bij hunne aanstelling in bepaalde vakken tevens de verplich ting werd opgelegd om desgevorderd ook in bepaal delijk bij de aanstelling te noemen aanverwante wetenschappen onderwijs te geven. Aldns zou de Rogeering de macht hebben, om bij het aftreden of het overlijden van een hoogleeraar te overwegen, of niet de door hem onderwezen vakken zonder nadeel voor het onderwijs aan een of meer zijner ambtgenooten zonden kunnen worden opgedragen en zou de schromelijke uitbreiding van het perso neel der hoogleeraren, waarvan de laatste jaren ge tuigen geweest zijn, kunnen worden te keer gegaan. Eene deputatie van den Duitschen keizer is gisteren naar de N. R. Crt. meldt op het kasteel Berg, bij don Koning ontvangen en heeft het mid dagmaal gebruikt aan de koninklijke tafel. Zij be stond uit don commandant van het 8ste armeecorps, don generaal der infanterie Von Thiele, diens adju dant en deu regeerings-prosident Nasse uit Trier. De Haagsche correspondent van de Zutf. Crt. meldt dat de heer Reekers, lid der Tweede Kamer, voor den Hoogon Raad zal terecht staan, omdat hij niet gezorgd heeft dat zijn pupil zich tijdig aangaf voor de nationale militie. De minister van binnenlandsche zaken brengt ter kennis van belanghebbenden dat het natuur kundig examen voor aanstaande veeartsen, vermeld in art, 12 der wet van 8 Juli 1874, zal aanvangen op Vrijdag 22 Juni a. s., in de lokalen van 's rijks veeartsenijschool te Utrecht; alsmode dat het examen, bedoeld in art. 12 der wet op het hooger onderwijs, in 1883 zal worden afgenomen te 's-Gravenhago op 16 Juli a. s. en volgende dagen. De president der V. S. van Veneznela heeft de Regeering der Nederlanden officieel doen uït- noodigen, zich bij het aanstaand eeuwfeest van Simon Bolivar te doen vertegenwoordigen, hebbende onderscheiden Nederlanders indertijd met moed en roem voor do bevrijding der republiek van het Spaansche juk gestreden en zijnde de Nederlandsche vloot indertijd aanwezig geweest bij de plechtige overbrenging van de stoffelijke overblijfselen dos bevrijders Daar de Venezolaansche kust. Dat deze uitnoodiging plaats gehad heeft, niet tegenstaande de diplomatieke betrekkingen tus- schen beide landen nog steeds afgebroken blijven, moet, naar men ons verzekert, voornamelijk toege schreven worden aan den aandrang van onzeu land genoot B. Hugo Sassen, consul van Venezuela te Brussel, door wien herhaaldelijk pogingen zijn aan gewend om eene verzoening tot stand te brengen. Naar men op Curasao verwachtte, zon het Neder- landsch Gouvernement do invitatie aannemen en waarschijnlijk den gouverneur der kolonie, den heer Van den Brandhof, tot zijn vertegenwoordiger aanwijzen bij de schitterende eeuwfeesten, welke 24 Juli a. 8. een aanvang nemen. (D. v. Z.-H.) In eene particuliere correspondentie uit Atjeh, dd. Kotta-Radja 3 Mei, aan hot Hbl., leest men het volgende Door den gouverneur van Atjeh is een bataljon infanterie aangevraagd te Batavia, om daarvan een vliegende colonne te maken. Het 10de bataljon, in garnizoen te Batavia, stond daartoe gereed en was reeds gecommandeerd, toen den avond vóór het vertrok alles werd afgelast. Na hoor ik dat dit eerst aan den ministor van koloniën is gevraagd. Een mooie bool. Zouden ze soms denken dat het niet noodig was, als u bedenkt dat alleen in Kotta Radja en voorwerken eiken dag 227 man op wacht trekken en dat die menschen maar twee vrije nachten hebben, en dat in dit moordend klimaat? Gisteren o. a. zat Nja-Hassan te kampong Lam- baroe, mot het kennelijk doel Oleh-le'n aan te vallen (waar men dan ook bepaald bang voor is) en rukte er te halftwee overdag nog een colonne uit sterk

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1883 | | pagina 1