LEIDSCH DA GBLAD. N°. 7110. Maandag 23 April. A0. 1883. Eerste Blad. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers.0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER AD VERTESTIEN Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17%. Grootere lettere naar plaatsruimte. Voor het incassee- ren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend. Dit nonimer bestaat uit DRIE BLADEN, Weelde» Gij kent ze, jonge moeder, die uw eersteling, het pand der huwelijksliefde, op den schoot hebt. Hoe glimlacht gij hem toe en hoe blij zjjt ge te moede, als gij zijn eerste lachje aansobouwt. Gij moogt niet tot'de rijken der aarde behoorcn, toch zult gij u rijk achten in zijn bezit. Als uw lieveling eenigBzins onrustig slaapt, hoe zjjt ge dan al bezorgd en als gij aan zijn ziekbedje zit, hoe staan uwe oogen vol tranen en zacht gij en bidt, dat de kleine moge herstellen. Geen zorg zoo groot als die van een goede moeder voor haar kind. Als de geneesheer haar op do vraag: wat hem van haar kindje dunkt, schouderophalend antwoordt, o, hoe is zij dan treurig te moede! Moet zij het rouwkleed dragen, o, dan denkt ze nog aanhoudend aan de weelde, die zij smaikte, toen zij haar kindje nog had. En is baar die droefheid bespaard en groeit baar kind en die zij nog daarna krijgt, voorspoedig op, met welk een vergenoegden blik kan haar moederoog hen allen aanschouwen. De vader ziet dat: en ook hij kan van weelde spreken, Wat rechtgeaarde ouders voor hun kinderen zijn, kunnen deze niet genoeg waar- deeren. Hoe meer zij dat doen, des te meer ver- hoogen zij den levenslust hunner dierbare ouders. Wie zal de weelde, die een ouderenpaar in het bezit van flinke kinderen geniet, niet een kostbaren schat noemen! Weelde is een woord, waaraan door allen dan een liefelijke beteekenis wordt gehecht. Die heeft het woord niet altijd, want het spreekwoord zou er dan niet kunnen zijn: Het zijn sterke beenen, die de weelde kannen dragen. Deze weelde kont hij, die zich boven zijn stand of liever boven zijn vermogen tooit, want Mevrouw de Mode maakt dat aan de kloeding den stand niet meer te herkennen is. Of is het u niet gebeurd, dat gij dacht een voor naam heer voorbij te gaan, terwijl het een per soontje was dat zich als genen kleedt. Kijk, de weelde in dien zin speelt menigeen ongelukkige parteu. Twee menscben, die in eikaars nabijheid wonen en soms hetzelfde bedrijf uitoefenen, zijn door de fortuin ongelijkmatig bedeeld. De eene is een man van middelen en kan, om zoo të zoggen, doen en laten wat hij wil, zonder dat het hem hindert. Zijn huis is rijk gemeubileerd, zijn dochters dragen kostbare stoffen, heur ooren en hals schitteren vanjuweelen en diamanten. Zijn zonen gaan evenzeer smaakvol gekleed. Doch al die tooi veroorzaakt hun vader geen zorg. Hij is een zeer welgesteld man en kan flat alles contant betalen. Hij heeft sterke beeDCD, flie do woelde kunnen dragen. Doch Diet alzoozijn buurman. Hij heeft zijn brood, maar de weelde, waaraan de zijnen offeren, bezorgt hem menig kom mervol oogenblik. Zij willen evenals de kinderen van hun rijken buurman gekleed gaan en moeder voegt zich, helaas! naar hun luimeD, terwijl de vader ook al toegeeft, zonder dat beiden er aan denken, dat zij onmogelijk op dion voot kunnen blijven leven, hoe voorspoedig hun zaak ook moge gaan, omdat hot hun aan voldoende eigen mid delen ontbreekt. Zoo maakt dat zoogenaamd fatsoen, dat op hen het spreekwoordhet zijn sterke beenen, die de weelde kunnen dragen, toepasselijk blijkt. Want nu geen rekenschap wordt gehouden met hun in komsten, verslindt de weelde alle winsten, ja ver rijst eindelijk een berg van schulden. Het einde der historie is, dat zij de weelde, waarin zij hun rijk bemiddelden buurman volgdeD, toch moeten vaarwel zeggen en een eenvoudiger levenswijze leiden, die, hadden zij het van meet af gedaaD, hun zoozeer te stade zoude gekomen zijn en hen voor velerlei verdriet hebben gevrijwaard. Menig ander voorbeeld vau weelde waaraan men o, zoo voorzichtig moet zijn zich over te geven, zou nog bij te brengen zijn, doch wij gelooven, dat deze greep wel volstaan kan. Onze vaderen wisten het, welke schromelijke gevolgen het kan hebben de weelde voet te geven on drukten hun levenswijsheid eigenaardig uit in 't spreekwoord: 't zijn sterke beeDen, die de weelde kunnen drageb. Voor die weelde waren zij ook zoo bevreesd, als hun middelen het hun niet veroor loofden haar to volgen en waarschuwend lieten zij dat spreekwoord de hunnen hooren. Dat was wijze behoedzaamheid. Door hun handelingen en gedra gingen, kortom hun geheele zijo, daarmee in over eenstemming to breDgen, konden zij zich voor schade en schande vrijwaren. "Wie dat niet deed, moest de nadeelige gevolgen eener verkwistende levenswijze ondervinden. Hem trof niet het medelijden, maar het billijk verwijt, dat in hun kernachtig gezegde: 't zijn sterke beenen. die de weelde kunnen dragen, ligt opgesloten. Hot spreekwoord bleef, maar niet altijd en door allen werd aan de waarschuwing gedacht, welke het ontegenzeglijk bevat. Wie zal het dan niet billjjken, dat wij ook aan de weelde in dien zin eenigö woorden hebben gowij i. Er zal toch wel niemand gevonden worden, die niet gaarne erkennen zal dat ook voor onzen tijd de bespreking zijn nut heeft van do waarheid, welke het voorge slacht reeds beaamde, dat weelde tot armoede kan leiden en helaasleidt, indien men niet - gelijk datzelfde voorgeslacht insgelijks in een ander nog gebruikelijk spreekwoord zoo eigenaardig uitdrukt - de tering naar de nering zet. Onze vaderen kenden ook de weelde, waar zij een liofelijk beeld te aanschouwen geeft. Trouwens, schilders van hun tijd, ja ook van later en nog van oDzen tijd, schepten in de voorstelling van oen groepje, dat weelde verkondigt, blijkbaar boh3geD. Moge deze weelde aller ouders deel zijn of wor den! Mocht integendeel ieder bedacht zijn dat, met toepassing op hem, het spreekwoord niet gehoord wordt't zijn sterke beenen, die de weelde kuDnen dragen LEIDEN, 21 April. In hun adres aan den gemeenteraad betref fende de gelegenheid tot verpleging van krankzin nigen alhier, geven de inspecteurs van de gestich ten voor krankzinnigen te kennen dat het hnnne aandacht heeft getrokken dat sedert eenigen tijd in hot Caecilia-gasthuis binnen deze gemeente krank zinnigen tot aan hunne opneming in een genees kundig gesticht bewaard worden. Ten gevolge der overbevolking in de krankzinnigengestichten duurt die tijdelijke bewoning niot zelden zeer lang, het geen tot groot nadeel strekt van hen, die aldus bewaard worden, daar hunne kaDS van genezing ongunstiger wordt, naar mate zij langer van des kundige behandeling in een wèl ingericht gesticht voor krankzinnigen verstoken zijn. Adressanten hebben kennis genomen van de wijze waarop die tijdelijke bewariDg der behoeftige krank zinnigen alhier geschiedt en mogen niet ontveinzen dat zij verre is van te beantwoorden aan het denk beeld, dat men zich van eene doelmatige verpleging van krankzinnigen vormt. Tevens hebben zij de overige lokalen van het Caecilia-gasthuis in oogenschouw genomen en het is hun voorgekomen dat die lokalen zonder grooto kosten zouden kunnen ingericht worden tot een geneeskundig gesticht, waarin 100 tot 120, misschien meer, krankzinnigen behoorlijk verpleegd kunnen worden. Zij raeenen dat uit de bedoelde verbouwing van het Caecilia-gasthuis de volgende voordeelen voor onze gemeente zouden voortvloeien lo. de behooftigen te Leiden, di9 in een staat van krankzinnigheid geraken, kunnen spoedig onder doelmatige behandeling geplaatst worden; 2o. de betrekkingen dergencn, die in de gemeente Leiden tehuis behooren, kunnen gemakkoiijk in de gelegenheid gesleld worden hunne krankzinnigen te bezoeken; 3o. de gemeente wordt, ton aanzien van de plaat sing harer behoeftige krankzionigeD, onafhankelijk van de besturen van gestichten in andere gemeenten 4o. de kosten der verpleging, waartoe ook de rijks- en provinciale subsidion behooren, komen ten bate van Leiden en zijne inwoners, terwijl thans in andere gemeenten het vooordeel daarvan genoten wordt; bovendien zouden ook krankzinnigen nit andere gemeenten kunnen opgenomen worden, waar door bij eene goede administratie de kosten der krankzinnigenverpleging voor deze gemeente aan zienlijk kunnen verminderon; 5o. do mogelijkheid zal geboren worden, om klinisch onderwijs in de psychiatrie aan de univer siteit te geven, wanneer men zich daaromtrent met de Regeering verstaan kan. Do inspecteurs meenden het bovenstaande onder de aandacht van den gemeenteraad te moeten bren gen en spreken tevens den wensch uit dat de Raad het Dagelijksch Bestuur uitnoodige een plan van verbouwing van het Caecilia-gasthuis tot het om schreven doel te doen ontwerpen, waarbij zjj zich gaarne bereid verklaren den bouwkundige de noodige inlichtingen te verschaffen. Do gisteravond in de Stadszaal gehouden meeting over „Zondagsrust" was zeer druk bezocht, althans het bovenlokaal kon niet alle belangstellenden bevatten, zoodat velen zich enkel met een kijkje in de zaal moesten tevreden stellen. Nadat de heer S. Bnytondijk, predikant te IJselstein, het onderwerp breedvoerig had ingeleid, werd gelegenheid tot dis cussie gegeven, waarvan echter alleen maar door den hoer Donner kort kon worden gebruik gemaakt, aangezien men, met het oog op het gevorderde uur, meende, dat, al was het doel dezer samenkomst om de Zondagsrust te bevorderen, de nachtrust er niet onder moest lijden. Er zal dus later een nieuwe vergadering worden uitgeschreven. Allerlei standen van allerlei richting waren vertegenwoordigd. Gedurende deze week zijn dagelijks in het Werkhuis alhier opgenomen van 48—64 volwassen personen en van 812 kinderen. De afdeeling Dordrecht der Maatschappij tot bevordering der Toonkunst heeft met medewerking van mej. Wilhelmina Gips, den heer D. uit Leiden, de zangvereeniging „Amicitia" en ruim 90 verpleegden in hot weeshuis, in de Groote Kerk aldaar een concert gegeven, ten behoeve der nagelaten betrek kingen van de onlaDgs verongelukte visschers. Met begeleiding van orgel en harmonium werden de verschillende nummers uitgevoerd. Meer dan 2200 toehoorders woonden dit concert bij, zoodat de bruto- opbrengst ongeveer 1100 bedraagt. Aan de wees kinderen werd namens eene vriendelijke hand, die onbekend wenscht te blijven, suikerwerk uitgereikt. Tot onderwijzers aan de openbare lagere scholen te Lekkorkerk zjjn benoemd de heeren H. Schenk te Barendrecht en J. Van der Most te Zoetermeer. De Koning en de Koningin worden Woens dag as. op het paleis te Amsterdam verwaoht. Het gevolg zal bestaan uit de heeren graaf Schim- melpenDinck Yan Nijenhuis, Yan Capelle, Taeta Yan Amerongen Yan Natewich, Bentinck, Dumon- ceau en AJewjjn, benevens de hofdames Van de Poll en Yan Ittorsum. Het prinsesje zal op 1 Mei to Amsterdam komen, om den volgenden dag met hare koninklijke ouders naar Luxemburg te vertrokken»

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1883 | | pagina 1