DAGBLAD.
K°. 7098.
Maandag 9 April.
A0. 1883.
Derde Blad.
LEIDSCH
PRIJS DEZER COURANT:
▼oor Leiden per 8 maanden..1.10.
Franco per post.1.40.
Atzondcrltjke Hommers... B 0.05b
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIESJ
Tin 1—8 regels 1.01. Ieder» regel meer O.IT|l i
Grootere letters p*** plaatsruimte. Voor het incassM*
ran buiten de stad wordt/0.10 berekend.
Gomeugd Nieuw».
Een ongehoord schandaal had ver
leden week te Oldenhoven plaats tijdens een boel
dag. Omstreeks negen uren '6 avonds ontdekte men
namelijk dat aan vier der op stal staande paarden
de staarten tot op „bet loven'* waren afgesneden.
De politie zit niet stil, maar tot nog toe zonder gevolg.
Bij het weder heerschen van moDd-
en klauwzeer onder het rundvee, wordt er in ver
schillende gemeenten weder op gewezen om geene
versche koemelk te drinken, alvorens die gekookt is.
Terwijl men te Harlingen bezig was
een schuit vol ier te pompeD, zijn twee kinderen
van den schipper, die zich in het vooronder be
vonden, door de nit de ier opstijgende gassen be
dwelmd geworden. Door een derde kind op den
grond liggende gevonden, werden zij door den vader
ijlings in do open lucht gebracht. Het gelukte hem
een der kinderen bij te brengenhet oudste echter,
een jongetje van acht jareD, was reeds bezweken.
Te Bergen-op-Zoom loopt het g e-
rncht dat het schip, waarop men meeüt dat do
voortvluchtige kassier Bredius zich te Hamburg
inscheepte naar Zuid-A \rika, met man en muis
zou zjjn vergaan. Na het vertrek uit Hamburg is
althans niets meer van dien bodem vernomen.
Marie Koster, die wegens hetvermoor-
den barer moeder tot de doodstraf was veroordeeld,
heeft van den Bremer Senaat gratie verkregen. Haar
straf is in levenslange tuchthnisstraf veranderd.
De slotenmaker Woyke, verdacht ?an
op 22 Jan. jl. Angelika Kichter te hebben ver
moord, is Woensdag door 't gerechtshof te Brom
berg ter dood veroordeeld. Hij ontkende zijne schuld
en herriep zijne vroegere bekentenis.
De vice-president van de Brusselsche
rechtbank, Drogman, heeft zich onbevoegd verklaard
om eene beslissing te nemen in het proces van
mevrouw Peltzer tegen de schrijvers van „Le Drame
de la roe de la Loi", op grond dat alleen het
gemeentebestuur het stuk verbieden kon, en haar
in de kosten veroordeeld.
Uit Dantzig wordt gemeld dat de
Weichsel boven zijne uitmonding van Neufahr a
gisteren zijne dammen en dijken aan beide zijden
heeft overstroomd. De dorpen Bohnsack en Neufahr
staan onder water. De bewoners vluchtten naar
Dantzig. Yeel vee is verdronken. Infanteristen en
artilleristen zijn met zakken zand en ander mate
riaal uitgerukt. De overheid begaf zich terstond
derwaarts.
Bij eene te Parijs in het hotel Drouot
gehouden sohilderijen-verkooping bracht „De vlucht
in Egypte", van Rembrandt, de belangrijke som
van 19,000 fr. op.
INGEZONDEN.
Aan Mevroaw Ellse Tan Calcar.
Mevrouw, gij hebt ia de Middelburgsche Courant
een artikel geplaatst, dat daarna op uw verzoek in
het LeidscJi Dagblad is overgenomen, om de on
schuld van de drie te Middelburg veroordeelden te
betoogen,met name van mej.Gontere, de somnambule.
Gij voelt u gedrongen, zegt gij, om in naam der
waarheid en der rechtvaardigheid, een onschuldig
slachtoffer van de onkunde der officiëele wetenschap
te verdedigen. Gij zegt door uwe studiën gedurende
meer dan vijf en twintig jaren met het geheim
zinnig gebied van het somnambulisme vertrouwd te
zijn geworden en in het bijzonder metmej. Gunters
geëxperimenteerd te hebben. Gij legt de verklaring
af dat deze somnambule, in een meer verlicht land
als het oDze, niet alleen niet als een misdadige zon
vervolgd, maar door geleerde onderzoekers van de
verborgen krachten des menschen ten hoogste zou
gewaardeerd worden. Gij schaamt u over uw vader
land, dat iD 1833 nog zoo achterlijk is.
Mevrouw, waar eene onschuldige te verdedigen
is, daar scharen wij ons, zij het met minder talent,
gaarne aan uwe zijde. Maar laten wij voorzichtig
zijn. Verdedigen wij niet, wat niet aüders dan tot
nadeel van ons reeds door allerlei ziekten zoo zwaar
geplaagd volk kan leiden.
Wij willen niet in discussie treden over de raad
selachtige verschijnselen van magnetisme, somnam
bulisme, spiritisme enz. Laten we aannemen dat
zich bij sommige personen, in sommige toestanden,
iets kan vertoonen wat met een dezer namen moet
aangeduid worden. Laten we verder aannemen dat
bij mej. Gunters zich iets dergelijks bij uwe proef
nemingen inderdaad heeft voorgedaan. Gaeft dat
u het recht diezelfde mej. Gunters vrij te pleiten van
schuld en haar als een martelares tot voorwerp van
medelijden aan het Nederlandsche volk voor te stellen
Hobfc gij nooit, mevrouw, gehoord dat het edel
ste metaal door vuile handen bezoedeld kan worden
Weet gij niet dat alle talenton en bekwaamheden
van den mensch tot bedrog kunnen worden aange
wend? Gij kent toch immers die zoogenaamde me
diums, die personen in wier tegenwoordigheid zich
verschijnselen van het spiritisme voordeden, en
die, na misschien vroeger of elders zich op de sean
ces van bedrog te hebben onthouden, op latere
seances als lage bedriegers met valsche baarden en
gazen sluiers de dour zijn uitgeworpen. Moeten wij
u herinneren aan het laatste geval van dien aard,
aan de lotgevallen van de mediums Rita en Wil
liams in September 1878 te Amsterdam Die waren
ook door u en uw gelijkgezinden hemelhoog ver
heven als merkwaardige personen, door wier be
middeling wij met iets hoogers in botrekking konden
komen.
Welnu, mevrouw, wie zegt u dat mej. Gunters,
al vertoonde zij ten uwen huize werkelijke ver
schijnselen van somnambulisme, deze altijd kan
vertoonen, onder alle omstandigheden, altijd wanneer
door haar twee helpers eene seance op een vast
gesteld uur, tegea f 5 per persoon wordt geadver
teerd? Wie zegt u dat zij niet het voorbeeld van
Williams en Rita volgt en door bedrog aanvult
wat haar aan gaven ontbreekt?
Maar neen, wij willen edelmoedig zijn; stel dat
mej. Gunters altijd op commando van den magne
tiseur ten behoeve van allerlei patiënten in iets als
hetgeen gp den magnetischen slaap noemt, kan ge
bracht worJen en dan den zieke kan onderzoeken
en recepten voor hem dicteeren. Dan vragen wij u*
is dit iets uiterst raadselachtigs, waarover voortge
zet onderzoek voortdurend noodig is, of iets waar
over reeds voldoende zekerheid bestaat en waaraan
men ons volk, zoo gretig geneigd aan al wat ge
heimzinnig klinkt het oor te leenen, gerust mag
wagen
Gij zelve, mevrouw, geeft het antwoord. Gij zegt
dat allerlei storende invloeden het gezichtsveld der
somnambules kunnen benevelen en „dat het daarom
wenschelijk is dat hetgeen zij door haar verhoogd
instinct waarnemen, door het toezicht van een ge
neeskundige kan geverifiëerd worden." Bovendien
wijst het toezicht van andere geneeskundigen uit,
dat het in 't bijzonder te Middelburg door dö som
nambule medegedeelde, over de ziekte van een
volkomen gezonden mensch, kant nog wal raakt;
dat de daar en elders gedicteerde recepten een
samenraapsel van allerlei medicamenten bevatten,
waarvan geen geneeskundige eenig goeds verwacht.
AJs gij nu een geneeskundige wel in staat acht
om hetgeen door „hooger instinct'* is verkregen
zoo noodig te verbetoren, acht gij de geneeskundi
gen dan buiten staat om, als dit hun overtuiging
is, volgens bun geweten te verklaren dot de mede-
deolingen van de somnambule onjuist zijn en haar
recepten geen waarde bezitten P
En dan, mevrouw, dan zijn die geneeskundigen
verplicht die verklaring af te leggen. Op gevaar
af van - zooals ook door u - van kleingeestigen
broodnijd te worden beschuldigd, moeten zij het
welzijn van de menschen bevorderen, ook door hun
toe te roepeDwacht u voor dergelijke somnambules,
zij kunnen u niet helpen^ wel schaden.
Dat do geneeskundigen zelf niet onfeilbaar zijn,,
dat de geneeskunde zoo min als eenige andere we
tenschap volmaakt is, dit doet tot de zaak niets af.
Voor u echter, mevrouw, schijnt de redeneeriüg te
gelden: omdat de dokters iemand toch niet altijd
genezen, kunnen we gerust ons eigen dokter zijn,
ëf somnambules raadplegen, ëf middeltjes nit de
kranten probeoren. Welnn, mevrouw, de persoon
lijke vrijheid daartoe bezit gijwanneer gij of iemand
dio n dierbaar is op 't ziekbed ligt uitgestrekt, znlfc
gij elk geneeskundige van de sponde mogen weren.
Maar aan den Nederlandschen Staat, mevrouw, is het
welzijn van duizenden toevertrouwd, waaronder vele
eenvoudige zielen, door sluwe bedriegers gemakke
lijk te verleiden. De Staat eischt kennis en bekwaam
heid van do personen die er hun beroep van maken
zieken hulp te bieden, en veroorlooft dit niet aan
den eerste den beste die met een kistje mot potjes
en fle8cbje8 het land doorreist of een ander die ver
zekert dat zij in het bezit is van „hooger instinct"
en de zieke in den slaap kan onderzoeken en genezen.
„Goede geneesheeren hebbon geene protectie van
do wet noodig" zegt ge. Zeker niet, en Nederland
bezit geen wet die daarvoor moet dienen. Maar de
gezondheidsbelangen van een geheel volk ver-
eischen dikwijls wel protectie, en daarvoor trachten
onze geneeskundige wetten te zorgen.
Bedenk wel, mevrouw, wat gij doet, door op
minachtenden toon van de jaloersche „geneeskonde"
te spreken en ons volk toe te roepen „dat het meer
dan tijd is dat wij onze eigene doktors worden."
Niet dat dit de geneeskundigen zal schadenzij
zijn gewoon aan de geringschatting van hun arbeid
door allen die gezond zjjn, of die zij, met aanwending
van hun beste krachten, toch niet konden genezen.
Maar bedenk, mevrouw, wat dit moet uitwerken
voor het volk, dat van alle zijden beloerd wordt
door bedriegers; hoe gij mee helpt om de zieken
zich te doen afwenden van de personen, die naar
hun vermogen de voor den mensch beschikbare
kennis tot genezing toepassen, en hen in de armen
van kwakzalvers te werpen, wier eenig doel geld
is. Als gij, mevrouw, zonder eenige grondige studie
van de geneeskunde gemaakt te hebben, hot volk
durft toeroepen: wend u af van hen, die als ge
neeskundigen aan den Staat bewijzen van kennis
en bekwaamheid hebben gegeven, ga naar het ge
heimzinnige somnambulisme of naar de uitlokkende
middeltjes uit de kranten, dan moge gij voor u
de zware verantwoordelijkheid daarvan beseffen;
op uw hoofd kome do vele genezingen die gij daar
door verhinderd, do ellende die gij daardoor ver
oorzaakt hebt.
"Wij gelooven, mevrouw, dat gjj aan ons volk
moeielijk een slechter dienst kunt bewijzen dan
het zijn vertrouwen te ontnemen in een stand van
personen die, hoe onvolmaakt al alles en ieder, hun
roeping oven getrouw en mot even veel liefde
volgen als gij de uwe. Waarhoen uwe spiritistische
studiën u ook mogen voeren, bedenk n tweemalen
voor gij er weer toe overgaat dat geheimzinnige
nit uw studeervertrek in het openbare leven te
brengen en iets geheel raadselachtigs en onbekends
aan het Nederlandsche volk voor te stellen als
geschikt om er bij ziekte en gebreken zijn toevlucht
toe te nemen.
(Op verzoek overgenomen uit liet Maandblad van
de Vereeniging {egen de Kwakzalverij")