den, bepaald dat art. 1 van het Kon. besl. van 17
Aug. 1878 (tot «wering der longziekte) op den dag
der tentoonstelling alleen zal worden toegepast in
dat gedeelte der provincie Zuid-Holland, hetwelk
de volgende gemeenten of deelen van gemeenten
omvat: het gedeelte van de gemeente Kethel van
den Kandelaar langs den Kethelwog tot aan het
Spieringbosch, verder de gemeenten Schiedam en
Delfshaven en van de gemeente Rotterdam van do
Bonte Paal langs de oostzijde van het Fark tot
aan de Maas en van de Bonte Paal langs de zuid
zijde van den We6tzeedijk door het water van den
Schiedam8chen Singel en Coolsingel tot de Delftsche
vaart, vervolgens langs de Delftsche vaart, het
Stokvischwater door het water van de Vest tot aan
het Hofplein, verder door de Rotte tot aan het
Hofplein, door het water der Vest, het Stokvisch
water en vervolgens in rechte lijn door do Delft
sche vaart tot tegenover hot gedempte Doel watertje,
verder langs de zuidzijde van die straat in do richting
van den Coolsingel, om aldaar met do bestaande
lijn aan te sluiten.
Het stoomschip „Leerdam", van Amsterdam
naar Nieuw-York, passeerde Maandag-middag Scilly
de „Madura", van Amsterdam naar Batavia, vor-
trok dien dag van Marseille.
De gewone audiëntie van den minister van
binnonlandsche zaken zal Zaterdag a. s. niet plaats
hebben.
Z. M. heeft, met 1 April a. s., B. J. Teuben,
directeur van bet postkantoor te "Warmond, als zoo
danig benoemd te Scheemda;-A. S. Kok te Breda,
met 1 Mei a. s., benoemd tot leeraar aan do R. H.
B.-school te Tilburg; - met 10 Maart a. s., benoemd
tot schoolopziener in het arrond. Amsterdam (ooste
lijk), B. A. H. Arntzenius en tot schoolopz. in het
arr. Kampen K. Th. Koch; - aan H. Van Steel
machtiging verleend om, te gelijk met zijn ambt
van leeraar aan de R. H. B.-school te Gouda, dat
van onderwijzer in het teekenen aan een dor open
bare lagere scholen te 's-Gravenhage te beklecden-
benoemd bij het personeel van den geneeskundigen
dienst der landmacht, tot officier van gezondheid
2de kl. den arts D. P. Van Batenburg, geb. te Op-
heusden, gemeente Kooteren.
Gemengd Nieuws.
De vaart door het Gan getjo w as heden
middag weer gestremd. Om halféén lagen aldaar
en in het Steenschuur niet minder dan twaalf sche
pen te wachten op het vlot komen van een schip,
dat onder de Hoogewoerdsbrng aan den grond vastzat.
Op de kapitale boerenhofstede van Jb.
Duindam, op den Nieuwen Weg, tegenover de Leuve-
brug, te Loosduinon, barstte gisteravond omstreeks
acht uren een geweldige brand uit. Door den hevi-
gen stormwind aangewakkerd, grepen de vlammen
zoo 6nel om zich heen dat het slechts met de uiter
ste krachtsinspanning mocht gelukken, hot grootste
gedeelte van het vee uit don reeds brandenden stal
in do weide te drijven. Zes koeien en evenveel
jonge paarden kwamen in het vuur om. De brand
was waarschijnlijk ontstaan op den dorschzolder
de oorzaak is overigens geheel onbekend.
In de residentie was de vuurgloed zoo hevig dat
de politiepost aan het Lage Westeinde met den
slangenwagen uitrukte, in de vaste meening dat
hot vuur op den Loosduinschen weg binnen de
gren3 der gemeente woedde, terwijl de brandende
woning daarvan toch ongeveer op drie kwartier
afstand gelegen is. Daar geen hulp uit Loosdninen
verzocht was, moest zij natuurlijk onverrichter zake
terugkeeren.
Bij den storm, die gisternachten over
dag woedde, was de zee aan onze kast zoo woest
als zij in jaren niet geweest wasde schuiten wer
den tegen de duinen geslagen en te 11 n. 43 m.
stond met hoog water de zee te Schevenincen aan
den voet van den strandweg. Ernstiger ongelukken
werden echter helaas reeds gisteren door ons ver
meld. Tal van schuiten toch waren in zee, en zij die
Maandag waren uitgezeild, hadden door tegenwind
niet ver in zee kunnen komende meesten kwamen
dan ook reeds gisteren weder terug. Een dier schuiten
bleef echter als het ware in de branding hangen;
haar mast brak; een stortzee sloeg hot vaartuig
op zijde, de equipage werd van boord geworpen
en allen kwamen jammerlijk om, terwijl honderden
ooggetuigen van dit ontzettend drama, aan het strand
vereenigd, geen enkele poging konden doen om de
acht ongelukkigen te redden. Het zoo rampspoedige
vaartuig behoorde aan den reeder J. Tuyt, stuurman
P. De Mos; het dreef bezuiden den vuurtoren aan
land. Do visschers, die aangekomen waren, brachten
ook eene droevige tijding mede. Zij verklaarden op
de terugreis een schuit Tt onderste boven te hebben
gezien, en op den bodem der schuit een man, die
met zijn pet wuifde. Door den storm was het onmo
gelijk geweest hem te naderenmen zag hem door
een stortzee van de schuit slaan en in de diepte
verdwijnen. Dit vaartuig zou behooren aan den
roeder G. Den Duik; do stuurman heet C. Pronk
en voerde negen man.
Nog is gistemamiddag te Scheveningon aange
bracht een wateremmer, gemerkt „Johanna Helena
Kruter", waarschijnlijk afkomstig van een schokker,
die te Scheveningen op de kust zonder bemanning
drijvende is gezien.
Des morgens sloeg de matroos K. Pronk, varende
op do schuit „De drie Gezusters", schipper A. Yan
der Zwan, ïh de branding over boord. Ook voor
hem kon onmogelijk iets tot redding gedaan wordeD.
Ongeveer 100 schuiten kwamen te Scheveningen
aan, de meeste zonder vangstvan Engeland werden
aangevoerd 230 vaten schol en schelvisch voor do
drogerijen.
Een Egmondor schuit is bij den vuurtoren gestrand
met verlies van zwaard en roer en meer averij. Een der
matrozen werd daarbij ernstig aan 't hoofd gewond.
Uit IJrauiden wordt gemeld dat de Noordsche
bark „Yesta", van Santos naar Hamburg, met koffie,
daar op strand zit. De reddingsboot was omgeslagen,
maar het voik gered. De equipage der bark was
nog aan boord en zou waarschijnlijk met laag water
van boord kunnen gehaald worden.
Bij den Hoek van Holland is, volgens de „Zee
post", ook eon visschersvaartuig omgeslagen.
In zekere Geldersche gemeente deed
zich het volgende geval voor. Door het hoofd der
gemeente werd bekend gemaakt dat zij, die reden
van vrijstelling meenden te hebben voor de natio
nale militie, zich op een bepaalden dag aan zijn
kantoor moesten bevinden. Op dien dag verscheen
ook een boerenknecht, die als reden van vrijstelling
aanvoerde dat hij de jongste was van de drie
broeders, waarvan do oudste als milicien reed3 ge-
pasporteerd was. Terwijl do burgemeester zijne
papieren in orde brengt, komt de vader met go-
tuigen binnen stappen, om aangifte te doen van
de geboorte van zijnvierden zoon! De knecht
ging den volgenden avond zjjn vader opzoeken en
overlaadde hem met verwijtingen over de geboorte
van No 4; hij werd echter door papa eenvoudig
de deur uitgezet.
Een stoomboot v an N i o u w-0 r 1 e a n s
naar Tensas varende, is op de Yazoo-rivier gezonken
16 personen kwamen er bij om.
In de Fransche gemeente Ivry heeft
weer eene buskruitontploffiog plaats gehad, 's Mor
gens om een uur of tien hoorden de werklieden in
de patronenfabriek een hevige ontploffing. Zij vlucht
ten naar alle kanteD. Toen ze naar de plaats des
gevaars terugkeerden, zagen ze een tooneel van
groote verwoesting. Het kruitmagazijn was in de
lucht gevlogen. In de nabijheid van den puinhoop
werd het lijk gevonden van een brandmeester, die
juist de plaats geïnspecteerd en daarbij niets ver
dachts ontdekt had. Hij was geheel verkoold. Een
brandweerman, die hem vergezelde, had zich nog
weten te redden door de vlucht.
Eene belangrijke beslissing word on
langs door eene Amerikaansche rechtbank genomeD.
Iemand had zich een kies laten trekker, was bij
die operatie bedwelmd gemaakt en had, in zijn be-
wusteloozen toestand, een afgebroken stak kies
ingeslikt, dat hem een lastigen hoest bezorgde, die
vier weken dunrde, totdat bij eindelijk bet inge-
slokte stuk kies weer uithoestte. Hij diende des
wege eene aanklacht tegen den tandmeester in, en
de rechtbank kende hem eene schadevergoeding van
500 dollars toe, op grond va® de overweging, dat
de geneeskundige verplicht is, zijn patient met de
grootste oplettendheid en zorgvuldigheid te behan
delen, terwijl deze onder den invloed van een ver-
dooving8middel verkeert, en niet in staat is om
zijn lichaam te beheerschen.
BUITENLAND.
Frankrjjk.
In de Kamer is na eene rede van den heer Gra-
net voor onverwijlde behandeling der Grondwets
herziening door den heer Langlais betoogd, dat
men vooraf een votum ten haren gunste van den
Seoaat hebben moeBt. De heer Clémenceau heeft
daarop geantwoord dat nit de electorale cahiers
duidelijk bleek dat de kiezers en gekozenen vóór
grondwetsherziening zijn. Hij geloofde dan ook
dat do Senaat haar zou aannemen, zoo de regee
ring aan den Senaat doet inzien, dat do Kaffler
thans besloten is den Senaat te behouden; maar
dat verzet van den Senaat tegen het algemeen
stemrecht een revolutionairen toestand in het aanzijn
roepen zou. (Kreten; toejuichingen van de uiterste
linkerzijde.) De heer Clémenceau bedreigde de
regcering met een extra parlementaire oplossing.
De verdaging van de quaestie stelde hij geljjk
met eene weigeriDg. (Talrijke bewijzen van pro
test.) Hij voegde er bij dat de Kamer tegen het
einde van den haar gegunden tijd onmachtig zal
zijn tot grondwetsherziening. Men zal haar met de
eene concessie na de andere ophouden tot het oinde
van haar mandaat, zonder de uitspraak van het
algemeen stemrecht te bevredigen. (Toejuichingen).
Yoor hem was de ministeriëelo quaestie van onder
geschikten aard.
De zitting werd daarop geschorst. Bij de hervat
ting er van zette de heer Clémenceau zijne rede
voort. Hij bestreed de verdaging als een gevaarlij
ken maatregel, waardoor de burgerlijke vrede be
dreigd werd.
De heer Jules Ferry (de minister-president) kwam
nu aan het woord. Hij was in zijne verklaringen
zeer duidelijk en beschuldigde de radicale voorstan
ders der grondwetsherziening van den toeleg, den
Seoaat af te schaffen. Do spreker bracht in herinne
ring, hoeveel hervormingen reeds door de overeen
stemming der beide Kamers tot stand waren geko
men. De grondwetsherziening was op ditoogenblik
bepaald onmogelijk. Zij zou door den Senaat niet
aangenomen worden. „Indien gij Diet volkomen aan
onze goede trouw gelooft", zeide de minister ten
slotte, „welnu, werpt ons dan omver. Maar zoo ge
vertrouwen in ons stelt, weigert dan het voorstel
in behandeling te nemoD."
Na een levendig debat over do wijze waarop de
quaestie zou gesteld worden, kwam in stemming
het amendement van den heer Sadi-Camot, luidende:
„De Kamer, vertrouwen stellende in de verklarin
gen der rogeering, verwerpt de in behandolingne-
ming." De stemming over dit amendement werd
in twee deelen gesplitst. Hot eerste gedeelte werd
aangenomen met 340 tegen 139, het tweede met
307 tegen 205 en het geheel met 307 tegen 182
stemmen. De zittiDg werd daarna opgeheven.
Nu de Fransche minister van oorlog, generaal
Thibaudin, bedankt heeft voor de hem toegedachte
eeresabel, znllen de daarvoor bestemde golden aan
de slachtoffers der overstroomingen in Elzas-Lotha-
ringen gegeven worden.
Duïtsclilaiicl.
De „National-Zeitung" meent te weten datgene-
aal Yon Blumenthal reeds tot minister van oorlog
benoemd is.
De keizer heeft den prins van "Wales tot
Pruisisch veldmaarschalk benoemd. De prins ver
trekt hedenavond over Brussel naar LondeD, waar
hij Zaterdag aankomen zal.
Groot-Britannlë.
Door Engeland is san de Yereenigde Staten van
Noord-Amerika de inhechtenisneming van Sheridan
nog niet gevraagd, en dus gelooft men dat van den
uitleveringseisch is afgezioD. Volgens den correspon
dent te Nieuw-York van de „Daily News" zouden
de gronden, waarop deze eisch moest berusten, dan
ook zeer zwak zijn.
Aan de „Times" wordt uit Durban getele-
grapheerd dat Cetewayo drie oorlogskraals laat
bouwen. De strijd tegen het land der Pondo's duurt
voort. Men verneemt dat de Pondo's en de Basuto's
met elkaar slaags geraakt zijn.
Na zijne rede over Parnell en de Landliga
heeft men aan den heer Forster aangeboden hem
door de politie te doen bewaken; doch hij heefter
voor bedankt, weigerende te gelooven, dat hij per
soonlijk in govaar zou verkeeren.
De heer Fawcett is in zoover hersteld, dat
hij Maandog-avond weder in het Lagerhuis kon
verschijnen.
De gezant van Siam te Londen zal eerlang
een reis naar het vasteland doen en bijna alle
Europeesche Staten bezoeken.
Telegrammen.
PARIJS, 6 Maart. Senaat. Waldeck-Rousseau
legde san Dufaure's ontwerp op de Yereenigingen
ten laste, dat het beperkingen zal ten gevolge
hebben voor de burgerlijke vereenigingen en voor
rechten voor de congregaties. Hij voegde er bij
dat men eene wet kan makoD, waaria beide soorten
van vereenigingen zijn begrepen; doch men kan
ze niet samenvatten onder eene verklaring van