N°. 7040.
Maandag 29 Januari.
A0. 1883.
Derde Blad.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 8 maanden.1.10.
Franco per posu1.40.
Afzonderlijke Nommers... 9 0.05.
Deie Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS HEB ADVERTENTIE!*
Van 16 regels 1.06. Iedere regel meer 0.17|.
Grootere letten naar plaatsruimte. Voor het incassee-
rea buiten de atad wordt 0.10 berekeDd.
Gemengd Nieu*vrs.
Op last van den burgemeester ran
Leiderdorp is gisteren eene koe begraven, die door
den districts-veearts aan miltvuur lijdende was
bevonden.
Een der zwaar gekwetsten bij de te
Muiden plaats gehad hebbende buskruitramp, Jan
Ruyzendaal, is in het Binnengasthuis te Amsterdam
overleden. Hij laat eene vronw en vier kinderen na.
Een jongmensch, die te Delft in be
trekking was, werd ontslagen. Zijn patroon seinde
dit aan de ouders, maar de telegrafist seinde
„ontslapen." De bedroefde vader en moeder begaven
zich op reis met het noodige geld om hun zoon
te doen begraven en vonden hem tot hunne vreugde
levend.
Aan den Yerlaatschen dijk onderAlem
is de schuur van de weduwe J. Kolf met al wat
zich daarin bevond, een prooi der vlammen geworden.
Het pand was voor f 2000 verzekerd bij de Am-
sterdamsche Maatschappij van De Jong Cie. en
het vlas voor f 1600 bij Amsterdamsche beurspolis.
Men schrijft de oorzaak van den brand toe aan
het in aanraking komen van een lantaarnlicht met
vlasvezels aan het hout van de lantaarn.
De nieuwe zegelwet heeftteGroningen
reeds aanleiding gegeven tot het uitvoeren van
eene - „meer gebruikelijke" - wetsverkrachting. Een
zaakwaarnemer nl., die zich voorheen veel inliet
met „de verdediging van het recht in den uitge-
breidsten zin van het woord", kwam eenige dagen
geleden te weten, dat een inwoner van Groningen
quitantie had uitgereikt boven f 10 zonder zegel.
Hij bezocht dien heer en bracht hem de groote straf
baarheid van dit misdrijf onder 't oog; doch hij -
de zaakwaarnemer! - wilde er wel over zwijgen,
maardan moest hij f 50 ontvangenDaar kon
de wetsovertreder maar zoo terstond niet toe be
sluiten. Hij verzocht den zaakwaarnemer 's avonds
eens terug te komen. Daaraan werd voldaan, maar
er was ook gezorgd dat er toen in een aangrenzend
vertrek een viertal getuigen aanwezig waren. De
vragen werden toen nogmaals herhaald; er werd
gedongen en nog eens gedongen, doch ten laatste
zou de zaakwaarnemer dan tooh maar genoegen
nemen met f 30. Hij toekende daarvoor quitantie,
en de getuigen werden binnen geroepen.'-De
rest laat zich denken I
Blijkens nadere berichten omtrent het
onheil op den Zuider-Pacificspoorweg, waren de
remtoe8tellen door roovers onklaar gemaakt, die
vervolgens vruchteloos trachtten den trein op de
helling tot staan te brengen. Twee hunner kwamen
zelf bij de ramp in de vlammen om.
Te Milwaukee (N.-A.) heeft de vrouw
van een daglooner hare drie kinderen aan stukken
gehouwen. Het oudste was zeven jaar, het jongste
18 maanden oud.
Te Garquelle (Pas-de-Calais) heeft
men eene 55-jarige vrouw gearresteerd, beschuldigd
haar 5-jarig kleinkind te hebben omgebracht. Zij
had de kleine ongelukkige met een gloeiend ijzer
op verschillende deelen van het lichaam gebrand,
na ze vooraf eenige dagen zonder voedsel te hebben
gelaten. De dood volgde spoedig.
Een 82-jarige vronw te Beuyardes
(Aisnes) heeft haar 79-jarigen echtgenoot op laag
hartige wijze den hongerdood laten sterven. Zij
plaatste hem ontkleed in een leuningstoel en hoewel
hij aan den eenen kant lam was, bond zij hem
zekerheidshalve toch met een tonw vast. Zoo liet de
ontaarde vrouw den ongelukkige 17 dagen zitten,
zonder hem eten of drinken toe te dienen, met het
gevolg dat hij op den laatsten dag den geest gaf.
Met het stoomschip „Afrikaan'', nit
Banana eergisteren te Rotterdam binnengekomen, is
de tijding ontvangen dat Stanley omstreeks half
December met 300 Zanzibar-negers aan de Congo
is gearriveerd.
Op merkwaardige wijze zijn twee
tusschendekspassagiers van de „Cimbria", man en
vrouw, Pfeifenkopf genaamd, gered. De man lag te
slapen toen de botsing geschiedde, vloog nit zijn
bed, schoot eenige kleederen aan en ging ijlings
zijne vronw zoeken, die wegens een gebrek aan
haar voet juist den vorigen dag naar de zieken-
kajuit was overgebracht. Met groote moeite baande
hij zich een weg daarheen, maar vond haar niet;
zij had in weerwil van haar lijden op het dek
weten te komen. Hier vond haar eindelijk de man,
toen het schip op het punt was van te zinken, en
een golf spoelde beiden over boord. De man wist
zwemmende eene der booten te bereiken en werd
daarin opgenomenhij kon niet anders denken dan
dat zijne vrouw verdronken was. Maar even daarna
bespeurde men in de boot eene vrouw, drijvende
op een wijden pelsmantel, in de onmiddellijke nabij
heid. Het was Pfeifenkopfs vrouw, en zij slaagde
er in zich aan de boot vast te klemmen. Maar hare
kleederen waren zoo zwaar geworden dat men eerst
na twee uren gelegenheid vond, de ongelukkige in
de boot te brengen; al dien tijd bleef zij in het
water, door de boot voortgesleept. Gelukkig duurde
het niet lang meer voordat de boot door de „Theta"
ontdekt werd, waar de verkleumde schipbreukelingen
zoo goed mogelijk verpleegd werden.
Tot de geredde bemanning der „Cimbria" be-
hooren twee matrozen, dieheel niet aan boord
zijn geweest. Zij hadden 's avonds wat te sterk
„gepassagirt" en zich daarop verslapen; toen zij
den volgenden dag aan boord wilden gaan, was het
schip zonder hen vertrokken.
Te Londen is, na de geheimzinnige
verdwijning van den bakker Stanger, eene nieuw
sen8atiemakende akeligheid aan het licht gekomen.
Den llden Dec. jl. werd aan een der kantoren (in
den Cambridge-heath-road) van de expeditie-onder
neming Carter, Patersoon Co. een gewone wit
houten kist ter leDgte van twee voet, ter breedte
van 20 en ter hoogte van 18 duim, bezorgd met
een adreskaart aan Mrs. Green No. 3 Abbey-Road,
St. John's Wood NW., terwijl de afzender een reQu
ontving ten name van „Smith". Toen men den vol
genden dag de kist aan het opgegeven adres wilde
bezorgen, kon de besteller geen mevr. Green ont
dekken en bracht hij dus de kist weer naar het
kantoor terug, waar zij in het departement van
onbestelbare goederen werd neergezet. Voor een
paar dagen echter trok het de aandacht dat er een
verschrikkelijke stank nit de kist te voorschijn
kwam, zoodat besloten werd haar open te maken
en men tot de ontzettende ontdekking kwam dat
zij het stoffelijk overschot inhield van een men-
schelijk wezen, natuurlijk in vergevorderden staat van
ontbinding. Dat hier weder eene verschrikkelijke
misdaad in het spel is, lijdt geen twijfel.
Volgens het voorloopig geneeskundig onderzoek
is het ontdekte lijk dat van een jong meisje, tns-
schen de 12 en 14 jaren oud. Het was geheel naakt
en buitengemeen mager, hetgeen verklaart dat men
het in de kleine kist heeft kunnen persen, zonder
het aan stukken te snijden. Terwijl het lichaam van
een meisje in die jaren, onder gewone omstandig
heden, 50 pond zou moeten wegen, weegt dit slechts
25. Het lijkje toont hoegenaamd geen teeken van
geweldpleging, en het vermoeden bestaat dat men
het ongelukkige kind heeft doodgehongerd, indien
niet gif gebezigd werd om het uit den weg te
ruimen.
Deze akelige ontdekking heeft natuurlijk veel
ontroering teweeggebracht, vooral te West-Ham
waar men haar terstond in verband heeft gebracht
met de plotselinge en raadselachtige verdwijning
van jonge meisjes uit die buurt. De politie heeft
de verwanten van twee dergelijke vermiste meisjes
in de gelegenheid gesteld het lijkje te zien, maar
zij hebben geen der verloren gewaande kinderen
daarin kunnen ontdekken.
De misdadiger heeft zorgvuldig tot het minste
herkenningsteeken verwijderd, zoodat de politie dan
ook nog geenerlei ophelderingen kan vinden voor
het akelige geheim, hoezeer zij niets onbeproefd
laat om het te ontdekken, ook door het zenden
van de meest mogelijke bijzonderheden omtrent het
lijk als anderszins naar de hoofdsteden.
Men is meer en meer van gevoelen dat het lijkje
dat was van een meisje nit den gegoeden stand;
zij zou dan 6f door voorname bloedverwanten öf
zelfs door de ouders kannen zijn omgebracht, zij
het door gif of door stelselmatige uithongering.
Ook is het mogelijk dat het een onecht kind was
van voorname familie. Men komt tot deze treurige
gevolgtrekkingen, dewijl niemand naar het stoffelijk
overschot is komen kyken.
De kantoorhouder der expeditie-onderneming, de
heer E. Smith, bij wien de kist is bezorgd, weet
alleen mede te deelen dat niet één man, die den
naam Smith opgaf, maar twee mannen de kist
kwamen deponeeren. De één bleef buiten staan.
Hij scheen meer een heer en had een hoogen hoed
op; den ander hield de heer E. Smith voor een
schuitenvoerder. Hij scheen eenvoudig de orders van
den „heer" uit te voeren. De politie hoopt den
„schuitenvoerder" te zullen kunnen uitvinden en
heeft 5 pd. st. uitgeloofd op zijne ontdekking.
Door twee dootoren is een onderzoek ingesteld,
ten einde zekerheid te erlangen of het kind ook
door vergif uit den weg werd geruimd, doch de uit
komsten worden voorloopig nog geheim gehouden,
evenals nog eenige meerdere belangwekkende bij
zonderheden, door de politie uitgevischt. Men is
niet zonder hoop dat men er ten slotte in zal
slagen de identiteit der yerslagene vast te stellen,
niet door eene photographie van de trouwens
onkenbaar geworden trekken van het lijk, maar
door vlokjes haai* en een gips-afdruk van het
prachtige gebit. Kennelijk moet vroeger op -het
meisje eene zeldzame operatie geschied zijn, daarin
bestaande dat een man van het vak vier tanden -
twee aan de boven- en twee aan de onderkaak -
heeft moeten verwijderen, om plaats te maken
voor de overige kiezen en tanden. Mocht dergelijke
operatie werkelijk zeldzaam zijn, dan zon wellicht
die tandmeester, die haar heeft uitgevoerd, knnnen
worden opgespoord. Tot de herkenningsmiddelen
behooren ook de kist, waarin het lijk lag, en de
adreskaart aan Miss Green in Abbey-road. Het is
een stijfselkist, gemerkt n°. 11911, en die, zooals
de fabrikanten de heeren Berger Co. hebben
kunnen naslaan, waarschijnlijk in 1881 deel uit
maakte van eene order aan eene firma in het
oostelijk deel van Londen. Hoeveel malen die kist
eerst gevuld, later ledig, van eigenaar verwisseld
is en aan wien ze het laatst verkocht kan zijn!
Dit op te sporen is zeker geen gemakkelijke taak.
Ook heeft de politie eenige duizenden exemplaren
van de adreskaart, welke op de kist bevestigd
was, in fac-simille naar alle oorden van het rijk
gezonden, ten einde daardoor te trachten den
schrijver op te sporen. De bladen zijn mede be
gonnen den autograaf in hunne kolommen op te
nemen. Het schrift gelijkt op de hanepooten van
een ongeoefend scholier, of op de hand vau iemand
die geene opvoeding heeft genoten. Het beweren,
dat de hand verdraaid zou zijn, wordt door een
expert in handschriften Diet gedeeld. Deze vindt,
met de noodige toelichting er bij, het schrift der kaart
natuurlijk, ongedwongen, „vol karakter en fermte."