Eduard Nathan geboren to Mainz en den Daam zijner moeder gebruikte; voorts werd overgelegd een in de stukken gevonden boekje, met voor bekl. bezwarende aanteekeningen. Beklaagde, met behulp van een tolk voor de Engelsche taal ondervraagd, ontkende dat de geboorte-akte hem betrof en gaf op dat hem hot boekje onbekend was. Hij bleef overigens bij vroegere opgaven volhouden. Do ver dediger, mr. Yan Gigch, wees op de goede tronw van bekl., stipte de feiten kortelijk aan en ontwik kelde eenige juridieko gronden om aan te toonen dat het ten laste gelogdo niet was bewezen. Adv.- gen. mr. Gregory, die do bedrieglijke handelingen, ook dio waarvoor beklaagde was vrjjge?proken, ■alleszins bewezen oordeelde, achtte de opgolegde straf voor deD sluwon bedrieger waarmede men hier te doen had, te gering en eischte vernietiging van het vonnis, zoowel wat de qualificatio als de straf betrefc en veroordeoling tot vijf jaren gevange nisstraf en 15 boeten van f 25. Uitspraak Dond. a. s. Uit geloofwaardige bron verneemt do Delftsche Crt. dat de maskerade bij gelegenheid der 1 ae tru m fees ton van het Delftsch studentencorps definitief doorgaat, daar men gisternamiddag in de bezettiDg van de twee hoofdrollen is geslaagd. Yoor de slachtoffers te Muiden is door pastoor J. G. Henkons aldaar, onder meerkloinero de aaDzieulijke gift van duizend gulden ontvangen van „X en zijn vrienden." Bij de begrafenis van do slachtoffers te Muiden sprak de hoer Do Boer aan elk graf eenige woorden ter gedachtenis. Het is mogelijk dat dit, wauneor het zich een keer of vijf herhaalt, zelfs voor een dominee, wion het spreken over een zelfde onderwerp in telkens gewijzigde bewoordingen niet vreemd is, toch op het laatst moeilijk wordt. Dat zwijgen in zoo'n geval beter dan spreken is, schijnt ds. Do Boer van Muiden echter niet in te zien. Althans wat hij zeide aan het graf van Jong kind, waro heel wat beter gezwegenHij herinnerde daar dat doze Jongkind geen lust had gehad om op de fabriek te werken en er eerst, op aansporing zijner vrouw, 's morgens toe was overgegaan. Ziedaar wel de onhandigste lijkrede, die men zich denkon kaü; ze is noch vereerend voor den overledene, noch troostond voor de achtergebleven weduwe; hoogstens kan zo dienen om eenigebijge- loovige oudjes te doen uitroepen: „Och, Hcorelhij had er zeker e9n voorgevoel van!" RN.) Do sigarenfabriek van don heer N. in de voormalige St.-Eloyongasthuissteeg te Utrecht is geheel afgebrand. Hoe gevaarlijk een decoratie kan zijn, bleek dezer dagen bij den Berlijnschen brievenbe steller Böttcher; bij kreeg bericht het ordefeestbij te wonen, daar hem het algemeene eereteeken was toebedacht. De man schrok zóó dat hij 's avonds aan een beroerte overleed. Een v isschersschoener, „Garfield", van Gloucester (Massachusetts) is vergaan. Zes man ver dronken. Yolgens nadere berichten zijn bij de kruitontploffing bij Oakland, in Californië, slechts 2G personen omgekomeö. Volgens een brief uit Manilla heeft zich op do Philippijnsche eilanden eone geheel nieuwe ziekte vertoond, waaraan de aangetaste personen bin nen weinige nren bezweken. Naar hot schijnt is zij echter niet besmettelijk. Nu de gemoederen te Hamburgeenigs- zins bedaard zijn, wordt het oordeel over kapt. Cuttill, van de Engelsche boot „Sultan", minder scherp. Men vindt in de Hamburger bladen thans vermeld dat de „Sultan" zóó beschadigd is door de botsing mot de „Cimbria", dat het bijna onbe grijpelijk is hoe de „Sultan" de reis behouden heeft kunnen voortzettenalleen aan de vlugheid en handigheid der bemanning bij hot stoppen van de bekomen lekken wordt die uitkomst toegeschreven. Kapt. Cuttill verklaart niet geweten te hebben dat de „Cimbria" ten gevolge van de botsing ge zonken was en, terwijl hij vijf uren stil lag, niet alleen geenerlei hulpkreten of jammergeschrei ge hoord te hebben, maar verontwaardigd geweest te zijn over den Duitschen kapitein, die hem aan zijn lot naar hij meende - overliet. Hij meent dat de twee schepen elkander nog ongedeerd voorbijgekomen zouden zijn, indien aan boord van de „Cimbria" geen verkeerd stuurcommando gegeven was. Men weet dat juist omgekeerd de geredde officieren van de „Cimbria" kapt. Cuttill beschuldigen van vor keerde manoeuvres. Wellicht heldert het door de overheden te Hamburg ingestelde onderzoek een en ander op. Bij de worsteling om levensbehoud aan boord van de „Cimbria", toon deze ging zinken en slechts een paar booten beschikbaar waren, baanden zioh twee der Indianen met hunne bijlen een weg door de pas sagiers, allen nodervollonde of in zee werpende, dio hun in den weg stonden. Zij bereikten de reeds ge heel gevulde boot, toen deze onder hevel van don tweeden stuurmau juist hot scbip verliet. Maar de bemanning der boot, begrijpende dat deze zinken zou als do twee Indianen nog opgenomen werden, weerden hen met riemslagen af en de roodhuiden vonden na hun wanhopigen strijd den dood. Omtrent het sneuvelen van kapitein Botter op Atjeh verneemt het Rott. Nbl. het vol gende Hij was eerst onlangs kapitein geworden en nog slechts een paar maanden op Atjeh geweest. Flink en krachtig van gestel, had hij het nog ver kunnen brengen. Op den 24sten November trokken drie patrouilles mede onder zijn bevel op, om don vijand afbreuk te doen en, zoo mogelijk, verster kingen in het gebergte te vernielen. Er werd inder daad een met een aarden wal omringd gebouw, waarop een roode vlag wapperde, gevonden. Uit dat huis en uit het geboomte in den omtrek werd een levendig vuur op onze troepen gericht. Het bleek dat do versterking niet te bestormen was, terwijl de Atjehers zich cok niet vertoonden, maar steeds verscholen bleven. De terugtocht moest geschieden door sawah's, die onder water stonden, zoodat men soms tot halverlijt in het nat zonk, terwijl de on zichtbare vijand voortdurend vuurde. Nu violen er een zevental gewonden. Telkens werd er halt ge houden om het vuur der Atjehers te beantwoorden, maar het hielp niet; integendeel, de colonne ge raakte allengs in een kring van kogels bekoeld, en toen was het dat kapitein Botter, in de linkerborst doodelijk getroffen, nedcrviol. Zijn lijk werd mede gevoerd naar do benting Senelop en den volgenden dag begraven. De gouverneur en de kolonel-com mandant waren van den Kraton gekomen om tegen woordig te zijn bij do laatste eer, aan Botter te lewijzeD. Zijne laatste gedachten waren aan zijne vrouw en kinderen gewijd geweest. Toen zijn lijk in de benting lag, vroegen de fuseliers van zijne compagnie vergunning om den kapitein Dog eens te mogen zien; het was een treffende aanblik, die ruwe kerels, in ootmoedige houding, met de muts in de hand langs den doode te zien gaan. BUITENLAND. Frankrijk. Iu de couloirs der Kamer wordt verzekerd dat do ministers Daclerc, Falliéres, Devès en Billot aan do commissie voor het wetsontwerp op de pre tendenten niouwe inlichtingen hebben verschaft. De minister Falliéres zou verklaard hebben dat de republiek geen gevaar loopt. Bij den geest, welke onder de bevolking heerscht, hebben de oproerige opwellingen, welke op enkele punten worden waar genomen, geen kans van slagen. Hij voegde er bij dat men op zijn geestkracht kon rekenen. Deze verklaring maakte een diepen indruk op de leden der commissie. Do minister-president Duclerc verklaarde de voor stellen der commissie te zullen afwaehteD, voordat hij zich over de staatkundige quaestie uitliet. Ook wordt in de couloirs der Kamer verzekerd dat de commissie, belast met het onderzoek van hot wetsontwerp betreffende de leden der familiën, die vroeger over Frankrijk geregeerd hebben, met 6 tegen 4 stemmen het voorstel heeft aangenomen, waarbij hun hot verblijf in Frankrijk en zijne kolo niën wordt ontzegd; zij worden van alle staatkun dige en kiesrechten en van alle graden bij het Fran- sche leger uitgesloten. In geval van overtrediog dezer bepaling zullon zij naar de correctioneele rechtbanken verwezen en veroordeeld worden tot gevangenisstraf van 1 tot 5 jareD. Na afloop van den straftijd zullen zij naar de grens gevoerd worden. Het gerucht dat de rechter van instructie zou verklaard hebben dat geene termen aanwezig zijn om eene gerechtelijke vervolging tegen prins Jéróme Napoleon in to stellen, wordt tegengesproken. De instructie in deze zaak is nog niet afgeloopen. Krapotkine schreef aan een correspondent, dat hij niet in appèl zal komen tegen zijn vonnis, daar dit toch zoo niet nog zou worden verzwaard, althans worden bevestigd. Hij verwacht in Februari naar eene centrale gevangenis te worden overgebracht om, hoewol slechts een staatkundig misdadiger, met dieven, moordenaars enz. te verkeeren. "Ware het niet om zijne vrouw, dan zou hij echter volkomen gerost zijn. De weduwe van Chanzy zal 12,000 fr. pensioen brijgen; bij haar overlijden zal die som overgaan op hare vier kindoren, totdat de jongste 20 jaar is geworden. üuitsclilancl. Ter gelegenheid van do zilveren bruiloft van heb kroonprinselijk echtpaar, was er gistermorgen óm negen uren dójeuner ten paloize van den kroon prins, waaraan deelgenomen werd door de hertogin van Badon en Edinburg, de prinsen en prinsessen Albrecht en Wilhelm en do erfprinses van Hei ningen. Het zilveren echtpaar ontving te tien uren de golukwenschen van nH. MM., en bracht te elf uren oen tegenbezoek. To twaalf uren werd er receptie gehouden voor do koninklijke familie. „Unter den Linden" en aangrenzende straten zijn feestelijk met vlaggen gotooid. Een dichte menigte verdrong zich tusschen het paleis doa keizers en dat van den kroonprins. HH. MM. werden met geestdrift begroet. Do kroonprins hoeft naar aanleiding van zijn jubilé aan de armen van Borlijn tien duizend mark 6000) geschonken. De commissie van den Rijksdag heeft zich voor de invoering van verplichte werkboekjes vóór de arbeiders verklaard, maar het is niettemin nog zeer onzeker, hoe do Rijksdag bij tweede lozing van het desbetreffende ontwerp beslissen zal. He Regeeringscommissaris verklaarde in do commissie, niets te kunnen zoggen over de meecing van den Bondsraad omtrent de invoering van bedoelde bockjss. Indertijd was de Bondsraad daartegen geweest, maar thans zou hij de tweede lezing in den Rijks dag afwachten. Tusschen de tweede en derde lezing was het nog tijd genoeg voor den Bondsraad om een besluit te nomen. Telegrammen. DURBAN, 24 Januari. HblCetewayo is te Ulundi aangekomen. De dag voor zijDe kroning is nog niet bepaald. Hij heeft aan sir Th. Shepstone in het openbaar verklaard dat bij de voorwaarden van zijn herstel op den troon aanneemt, zooals zij hem in Kaapstad zijn voorgelezen. GAIRO, 25 Januari. De benoeming van Colvin tot raadsheer voor de financiën, die elk oogenblik verwacht werd, heeft nog niet plaats gehad, daar het Engelsche Gouvernement zijoe goedkeuring van het betrekkelijk concept-decreet nog niet heeft be kend gemaakt. GUAYAQUIL, 25 Januari. De opstand duurt voort. Te Guayaquil is het rustig, doch het Gou vernement weigert zich verantwoordelijk te stellen voor de veiligheid van vreemdelingen 02 eigen dommen. LONDEN, 25 Januari. De raad van bestuurder fondsenhouders heeft uit Caracas van 5 dezer be richt ontvangen dat een bedrag van 4258 pd. st. voor den dienst der geconsolideerde schuid is af gezonden. PARIJS, 25 Januari. De ministerraad, welke hedenavond moest plaats hebboD, is tot morgen uitgesteld. - Marcou, die tot rapporteur der commissie tot onderzoek der voorstellen aangaande de preten denten gekozen is, heeft aan Duclerc het besluit der commissie medegedeeld en hem verwittigd dat, indien het Gouvernement met do commissie in overleg wilde treden, deze laatste daartoe morgen te één uur bereid zou zijn. LONDEN, 26 Januari. Volgens eea telegram, gisteren uit Sydney aau de „Standard" verzonden, is aldaar de heer Seaton tot commissaris voor de Amsterdamsche tentoonstelling benoemd. NIEUW-YORK, 26 Jannari. Yolgens bericht uit Cajamarca (eene plaats iu Peru aau de oostelijke helling der Andes) heeft het Peruaansche congres besloten, onderhandelingen met Chili te openen ten einde onmiddellijk vrede te verkrijgen, hetzij Boli via aan die onderhandelingen deelneemt of niet» Pera verlangt slechts zijne onafhankelijkheid te behouden en niet beroofd te worden van alle hulp middelen, die voor het herstel van het land on misbaar zijn. LEIDEN, 36 Januari, De verwachting voor morgen iszuidwesten- of noordwestenwind, buiig stormachtig weder, wellicht afgewisseld door korte tusschenpoozen van opklarend weer. Te Delfzijl en Groningen viel hedenmorgen sneeuw, te Helder regente Amsterdam was de lucht be trokken, te Utrecht zwaar en te Maastricht licht bewolkt, te Vlissingen bewolkt. Ds. Klorcq, pred. te Kondeberk, is beroepen naar Nes en "Wierum (Friesland).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1883 | | pagina 2