DAGBLAD. N°. 7031. Donderdag 18 Januari. A0. 1883. Tweede Blad. LEIDSCH PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 8 maanden.,11 11 1.10. Franco per post.1.40. Afzonderlijke Nommers.9 0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS WEB ADVERTENTIES Ven 1—6 regels 1.06. Iedere regel meer 0.17$, Grootere lettert naar plaatsruimte. Voor het incassee- ren buiten da stad wordt 0.10 berekend. G e m e li g- d Niou w Mon verzoekt ons temoldendathet ge deeltelijk - niet geheel - instorten van de in aanbouw zijnde woning aan den Marendijk is toe te schrijven aan de verleden week tijdens de werkzaamheden invallende vorst en den gisteren weder ingetreden dooi. De vorige week zijn te Leiden twee ge vallen van pokkeu voorgekomente Rotterdam zeven, te Katwijk twee en te Delfshaven drie. Dank zij de goede leiding der werk zaamheden bij de spoorwegbrug te Yoorburg is het gelukt reeds gisteren in den vooravond de locomotief geheel vrij te maken en op vasten grond te brengen. Dientengevolge is de stremming voor de scheepvaart naar Leiden geheel opgeheven en zal heden de weg weer voor de treinen bereidbaar kunnen zijn. De locomotief was wel tusschen de bruggehoofden omlaaggestort, maar tusschen de hoofden blijven hangen, zoodat de machine ni^ in het water kwam. De machinist, die door den schok in 't water was geworpen, doch zich zeiven redde, heet Geurts. De stoker viel achterover op de kolen en bezeerde zich aan hoofd en arm, gelukkig niet ernstig. De zeven passagiers kwamen met den schrik vrij. De bagage wagen, die op den tender volgde, werd geheel ver nield. Ook twee coupés van een passagierswaggon, die leeg waren, werden zwaar beschadigd. Het sein stond op onveilig, maar door den zwaren mist was dit volgens het eene bericht door den machinist niet opgemerkt geworden en volgens het andere wèl. Zelfs zou hij, toen de trein voor het station stond, den stationschef daarop opmerkzaam hebben gemaakt. De stationschef, die door de mist do brug niet zien kon, zou echter toch het sein tot afluiden hebben laten geven. Een onderzoek is door de justitie reeds ingesteld. Door de directie der IJs el s to om tram maatschappij is aan commissarissen van den straat weg van Rijswijk naar do Yink de vergunning ge vraagd tot het leggen van rails op het gedeelte van dien weg van Yeur bij den Leidschendam tot de Geestbrug. Naar men uit goede bron verneemt, zal die vergunning ook worden verleend. Bij het Centraal-Station te Amsterdam is eene in aanbouw zijnde heistelling omgevallen. Een jongen, die er langs kwam en er naar stond to kijken, geraakte er onder en is voor dood naar het gasthuis gebracht. Uit de Maas te Maeseyck zijn in 6 woken tijds niet minder dan 5 lijken, waarvan 4 onbekend bleven, opgehaald; 3 dezer lijken droegen sporen van verwonding. De justitie te Tongeren heeft een onderzoek ingesteld. De ontvanger der directe belastingen to Colijnsplaat heeft, naar de N. R. Crt. meldt, do gemeente verlaten zonder orde op zijn zaken te stellen. Zijne tegenwoordige verblijfplaats is on bekend. In den nacht van Zondag op Maandag is te Uffelte (Drente) zekere Jan Moones, een jeugdige boerenknecht, op gruwelijke wijze vermoord. De vermoedelijke dader, Klaas HavemaD, timmer man aldaar, is Maandag-avond naar Assen vervoerd. Bijzonderheden ontbreken. Op het postkantoor te Limerick, in Ier land, werd Donderdag-avond een pakje zonder adres of postzegel gevonden. Het werd ter zijde gelegd en den volgenden dag bespeurde men dat het een dynamietpatroon bevatte, voorzien van een slag hoedje. Als een beambte het had gestempeld, zou hij stellig door de ontploffing zijn gedood on zou den ook de omstanders zijn getroffen. Op de lijn Como-Milaan, bij Camorlata heeft een spoorwegongeluk plaats gehad, waarbij een aantal personen het loven verloren. Dezer dagen heeft te Rome een jonge tje van drie jaar, Natale Meloni, een speelkameraad van denzelfden leeftijd, die hem aarde in hot ge zicht geworpen had, een messteek toegebraoht, van dien aard, dat men voor het loven van 't kind vreesde. Een vreesolijk onheil had den 5don de zer bij Laesó (Denemarken) plaats. Vrijdag-morgen geraakte de brik „Flora van Laurvik" aan de Noord zijde van het eiland aan den grond. De reddingsman- non van Laesó gingen aan boord; er werd om de reddingsstoomboot getelegrapheerd, die Zaterdag middag een sleeptros op de brik wist te krijgen. Tegen don avond brak do sleeptros door aaolan- digen storm en hooge zeeën. De brik dreef weer op land; raketten werden afgeschoten on troffen het schip. Een jol ging met behulp van trosver- binding mede uit; in vijfmalen werd de aanwezige bemanning, ongeveer 35 personen, aan land gebracht, maar zeven redders waren doodgevroren. In „l'Indépendanco de l'Est" wordt een geval medegedeeld "van een jonkman die bij een ziek kind waakte. De kleine wilde zijn drankje niet in nemen. De jonge man nam een revolver die op een kast lag, en zeide: „Als je Diet zoet inneemt, schiet ik je doodl" Om zijne bedreiging kracht bij te zetten, plaatste hij een slaghoedje op hot pistool en trok den haan over. Het pistool was geladen geweest. Het kind had de lading vlak in het gezicht- gekregen. Men weet nog niet den afloopde dader is in handen der justitie gesteld. Eene Parijsche bank, de „Société fran- caise du Crédit", mot een kapitaal van 25 inillioen fr., is failliet. Der RiDg tier Nibelungen. Die Walkiire. H. Hunding, de ontrouw van Sieglinde kennende, heeft do hulp van Fricka, Wotans vrouw, de godin van het huwelijk, ingeroepen, die hem beloofde dat de schanddaad van Siegmund mot zijne vrouw niet ongestraft zal blijven. Wotan, bekend geworden met de vereeniging van Sieglinde en Siegmund, voor welke laatste hij het zwaard heeft bestemd, verheugt zich in het voortbestaan der Walsungen, van wier hulp in het verkrijgen van den ring hij verzekerd is, en zal Siegmund in den strijd tegen Hunding bijstaan. Hij beveelt daarom de goliefdste zijner Walküren, Brünnhilde, om Siegmund bij te staan; doch op eenmaal verschijnt Fricka, die aan Wotan op het ongeoorloofde dezer echt vereeniging van broederen zuster wijst en verlangt van hom dat hij van be sluit zal veranderen. Op het oogenblik dat Brünn hilde te paard zal stijgen om Siegmund te bescher men, roept Wotan haar tot zich en zegt haar, hoewel met leedwezen, dat een andere keus moet gedaan en een andere held naar Walhalla moet geleid worden: de overwinning moet van Siegmund wor den gekeerd. Siegmund en Sieglinde zijn vluchtende voor de woede van Hunding gekomea op de rots die Wotan en Brünnhilde zooeven hebben verlaten, als eens klaps het geluid der hoorns de komst van Hunding aankondigt. Alvorens deze even wol verschijnt komt Brünnhilde en deelt aan Siegmnnd mede dat hij bestemd is om in den strijd te vallen en naar Wal-, halla te worden gevoerd. Indien hij Sieglinde niet met zich kan voeren, biedt Walhalla met Wotan, Walküren en helden hem geen aantrekkelijkheid en geeft hij zijn verlangen te kennen, vertrouwende op zijn zwaard, met Hunding don strijd to aan vaarden hij kan dan als overwinnaar mot Sieglinde leven. Brünhhilde verklaart voor haar te zullen zorgen, doch het antwoord luidt: „Kein and'ros als ich soli die Reine lebend beriihrenverfiel ich dem Tod, die belaubte tödt' ich zuvor!" Getroffen door die bewijzen van liefde en gehecht heid verklaart Brünnhilde het bevel van Wotan to zullen trotseeren en hem in den strijd te zullen bijstaan. Middelerwijl is Hunding verschonendonkere wolken hangen over het toonoel; beide strijders treffen elkander; Brünnhilde verschijnt tc midden van een lichtstraal en juist als Hunding een for- schen aanval waagt, beschut zij Siegmund met haar schild; doch op hetzelfde oogenblik hoort men een donderslag en Wotan slaat met zijn speer het zwaard van Siegmund in twee stukkendeze valt machteloos neder, waarna Hunding hem een doodelijken steek toebrengt. Brünnhilde ijlt naar Sieglinde, beurt deze op haar paard en vlucht door de rotsen. Fricka's wensch is tegenover Siegmund volbracht, maar ook Wotan wil gewroken zijn en verklaart Brünnhildo voor hare ongehoorzaamheid te zullen straffen. Het volgende bedrijf voert den toeschouwer naar een rotsachtige streek, Brünnhildenstein genaamd: en hier heeft de zoogenaamde Walkürenritt plaats. Enkele Walküren zijn reeds van hunne paarden gestegen en begroeten elkander met hunne bekende aanroepen Hojotoho! Heiaha! Nu eens verschijnt gHelmwige die den held Sintolt, dan weder Siegrune die Wittig den Irming in den zadel heeft en hen naar Walhalla voeren. Eensklaps ontwaren zij Brünnhilde, die in woeste vaart komt aanhollon, en verwonderen zich dat zij geen held, maar eono vrouw in den zadel draagt. Nadat deze Sieglinde bij de overige Walküren heeft gebracht, verhaalt zij het voorgevallene en dat Wotan haar vervolgt. Aan hare zusters vraagt zij of zij dezen ook zien naderen; zij smeekt om een harer paarden te mogen hebben om verder te vluchten, daar hot hare to vermoeid is, om zoodoende Sieglinde te kunnen redden; deze ver langt echter liever te willen sterven, doch Brünn hilde herinnert haar aan den toekomstigen Wiil- sung; ter wille van haar kind wil zij blijven leven en smeekt do Walküren om bijstand. Nadat een harer een paard heeft afgestaan, wijst Brünnhilde haar den weg naar het woud waar de Nibelun- genhort wordt bewaard en waar zij veilig kan zijn over rotsen en door struiken moet zij, honger on dorst trotseerend, vluchten. Yan Brünnhilde ontvangt zij de beide stukken van Siegmund's zwaard en beveelt haar aan, die aan haar zoon, welken zij Siegfried zal noemen, te geven, die beide stukken aan elkander zal smeden, waardoor het zijne vroegere kracht zal terug erlangen. Eindelijk verschijnt Wotan om Brünnhilde voor haro ongehoorzaamheid te straffen. Hjj verbant haar uit Walhalla en zal haar in diepen slaap doen ver vallen, waaruit zij slechts door eon held zal gewekt worden, die haar tevens als vrouw zal ontvangen. Zij smeekt hem evenwel om de rots, waarop zij moet slapen, in een voortdurenden vuurgloed te stellen, om zeker te zijn dat alleen een dappere held haar uit den slaap zal wekken. Het drama die Walkure eindigt nadat Wotan haar in slaap gemaakt en aan haar wensch voldaan heeft. Brünnhilde wordt in het volgende drama, „Sieg- friedgenaamd, door dezen, welke ,'Sieglin do ter wereld heeft gebracht, en die van Mime, den broe der van Alberich, heeft geleerd het zwaard aan elkander te smeden, uit don elaap gewekt, nadat hij het monster, dat den Nibeluugenhort bewaakte, had verslagen en den ring bemachtigd had. In het derde drama die Götterdammerung wordt Siegfried door Hagon, een der Gibichungen, die den Nibelun- genhort wederom vermeestert, wegens meineed doo- delijk getroffen. Deze stervensscène en do wegvoo- ring van Siegfrieds lijk worden mede op het aan staande concert uitgevoerd. A. C.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1883 | | pagina 1