LEIDSCH DAGBLAD. N°. 6995. Maandag A December. A0. 1882. PRIJS DEZER COURANT: Yoor Leiden per 8 maanden1.10. Franco per post.1.40. Afzonderlijke Nommers... 0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met mtzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIE»: Van 18 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17* Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incassee- ren builen de stad wordt 0.10 berekend. Dorde U/ad. Internationale Landbouwtentoonstelling 1881 te Amsterdam. De heer mr. C. J. Sickesz, Voorzitter van het Uitvoerend Comité, schreef nog niet lang geleden „Nederlanders! Ook de eer van ons volk is bij het honden dier tentoonstelling betrokken. Ik vraag het U, zou het geen schande wezen als het land bouwende Nederland niet zooveel geld kon bijeen brengen dat althans eindelijk ook eens in ons eigen land gebeure, wat wij telken jare by onze naburen op zoo uitnemende wijze zien tot stand komen Zou het Nederlandsche volk aan het Comité zijne bijdra gen ontbonden?" Dat groote belangstelling in het tot stand komen der internationale tentoonstelling in ons Vaderland bestaat, blijkt het Uitvoerend Comité, dat veler medewerking ontving; waardoor reeds een aanmer kelijk kapitaal is bijeengebracht. Doch zal de tentoonstelling doorgaan, zal de ver wachting van den heer Sickesz niet beschaamd worden, dan moeten nog vele bijdragen inkomen, dan moeten zij die tot heden achterbleven ook hunne bijdragen offeren. Het is toch bekend dat met Januari 1883 het besluit moet worden genomen of de tentoonstelling zal doorgaan. Herhaaldelijk is er reeds op gewezen, dat niet alleeo groote bijdragen worden gevraagd. Het Comité vraagt aller medewerking en zoo de deelname al gemeen is, behoeven de gifteo waarlijk niet groot te zijn. Al zijn de tijden voor den landbouwer niet zoo gunstig, toch zal wel geen enkele beweren, dat hij voor eene onderneming, waarop zoo zij wer kelijk tot stand komt, zooals men zich voorstelt, Nederland trotsch zal mogen zjjn, geen f 2.50 of f 1 kan missen Dat een ieder, wien het waar belang van den Nederlandschen landbouwer en veehouder ter harte gaat, dat vooral hij die bij den bloei van landbouw en veeteelt belang heeft, zich niet langer terng- houde, maar zijne bijdrage aan de bestaande Sub commissie in de gemeente zijner woning ter hand stelle of wel die bijdrage per postwissel aan den secretaris van het Uitvoerend Comité den heer P. F. L. Waldeck te Loosduinen tij 's-Gravenhage overmake. Met aandraDg wijst men er op, dat het zoo prij zenswaardig voornemen alleen uit gebrek aan gel delijke medewerking nog kan schipbreuk lijden! Het niet tot stand komen der eerste internatio nale landbouwtentoonstelling in Nederland, deze reeds zoo lang gewenschte zaak, zoude een schande zijn voor ons Vaderland in het algemeen, doch in het bijzonder voor hen die hunne bijdragen terug hielden. Ten slotte wordt herinnerd dat de Commissie van vertegenwoordiging der Maatschappijen het be sluit heeft genomen, dat wie minstens f 25 geeft, donateur wordt en daardoor het recht van toegaDg erlangt voor den geheelen duur der tentoonstelling, alsmede voor de plechtige opening, en dat na 1 Januari 1883 geen gelegenheid meer zal bestaan om als donateur toe te tréden. Gemengd iX ieuvvs. Donderdag-namiddag om halfvijf is af gebrand het huis van Pieter Brienen, Ringdijk bij Halfweg, Haarlemmermeer; vermoedelijke oorzaak door de kachel. Huis en inboedel waren verzekerd te Oud-Karspel, het huis voor f 300 en dejnboedel, welke mede is verbrand, voor f 4U0. Thans, nu de treurmare van nabij en uit de verte wordt vernomen dat er wederom vele streken door het overtollige water in gevaar verkeereD, kunnen ingelanden van het Hoogheemraadschap van Rijnland niet dankbaar genoeg zijn, daarvan bevrijd te mogen wezen en in zoo een gelukkige streek te mogen wonen. Door het zoo doelmatig plaatsen van een stoom gemaal te Katwijk kuDnen thans de polders ten zuiden van den Rijn met een gunstigen wind voort durend op Rijnlands boezem uitslaan en zich be vrijden van het overtollige water, dank zij de energie en volbardiDg van Rijnlands bestuur. Te Zaandam is er brand uitgebroken io de oliekokerij van den heer Jb. Yis Pz. te Zaan dijk, staande aan den Kalverdijk (gemeente Zaan dam). Het gebouw met pakhuis is eene prooi der vlammen geworden, benevens een groote voorraad olie. Het vernieuwd onderzoek van het huis en den tuin van J. Struik te Apeldoorn heeft drie dagen geduurd, doch, voor zoover bekend is, geen resultaten opgeleverd. Te B r e d a i s t e r h e r i n n e r i n g a an 3 0 Nov. 1832, door eenige bewoners van het Ginneken een groote lauwerkrans nedergelegd bij het monu ment, waaronder het gebeente van de op de Citadel gesneuvelden rust. Een vrouw te Breda, wier man vóór eenigen tijd op een treurige wijze om het leven kwam, heeft, waarschijnlijk door armoede gedreven, de deur harer woning gesloten en daarin vier kinderen onverzorgd achtergelaten. Die kinderen worden thans voorloopig op kosten der gemeente Breda verpleegd. Op het landgoed van een bankier, een parvenu in de financiëele wereld, wordt een drijf jacht gehouden. De gastheer wijst achtereenvolgens den genoodigden het punt aan, dat door elk hun ner moet worden bezet, en voegt daarbij tot een der dilettant jagers„Hier, aan den kant van den weg, hebt ge een uitstekend plekje; daar zult ge een wild zwijn of een reebok, of op zijn minst een haas of een konijn voorbij zien komen; maar in alle geval moet hier straks de brievenbestel ler passeeren, en wees dan zoo goed hem dezen brief ter bezorging ter hand te stellen." Tusschon Luik en Pépinater opende de conducteur van een sneltrein het portier van een coupé, waar hij de kaartjes had geverifiëerd, juist op het oogenblik dat de trein de tunnel van ChaudfontaiDe binnenreed. Het portier werd tegen den tunnelwand verbrijzeld en sleepte den conduc teur mede, wiens vreeselijk verminkt lichaam men later op de baan vond. Op het bekende Parysche kerkhof Père-Lachaise had men sinds ruim 35 jaar op een zuil den naam: „Adelaïde R.en daaronder de woorden„Ik wacht n, 1845." Eindelijk, het vorige jaar, verrees er een tweede zuil met den Daam: „Louis R.en daaronder: „Hier ben ik, 1881." Een spotvogel, die zelfs de kerkhoven niet schijnt te ontzien, schreef dezer dagen op de laatste zuil met rood potlood deze woorden: „Ook geen groote haast, die ventl" Het getnigenverhoor in de zaak der ge broeders Peltzer liep Donderdag voornamelijk over de verhouding tusschen mevrouw Bernays en Ar- mand. Yooral de verklaringen der Zwitsersche gou vernante van het kind der eerste, Marie Pfister, en die harer zuster Amélie trokken de aandacht, waar uit bleek dat ArmaDd verleden jaar meestal drie maal '8 weeks des avonds bij Bernays aan huis kwam, eiken Zaterdag daar at, dikwijls bij afwezig heid van den heer des huizes door mevrouw ont boden werd, eenmaal tot 's nachts twee uren bleef enz. Kortomal deze verklaringen strekten ten bewijze dat er wel degelijk ongeoorloofde betrek kingen tüsschen mevrouw Bernays en Armand be- stonden. Bernays werd ten laatste door Amélie Pfister gewaarschuwd dat zijne vrouw Armand be minde, en daar dit later uitlekte zond mevr. B. haar weg, haar 300 fr. gevende om terstond de grenzen over te trekken. Aan het station gekomen Het zij echter den heer Bernays roepen, en deze gaf haar nog 500 fr. omdat zij hare betrekking verloor. Zij vertelde hem alles wat zij nog verder wist, en dit in overleg met eene andere dienstbode, Julie Rascaert, die hoopte dat, als de heer en mevr. Bernays van elkander scheidden, B. haar zou huwen. Nog verschillende andere getuigen werden gehoord, wier verklaringen eveneens liepen over de verhou ding tusschen Armand en mevr. Bernays en mede deelden dat zij brieven en pakjes van deze laatste aan eerstgenoemden hadden overgebracht. Eene ge tuige had door het sleutelgat gekeken en gezien dat beiden op de sofa naast elkander zaten en mevrouw B. de handen in Armands hoofdhaar stak. De hierboven genoemde Julie Rascaert werd ook verhoord, en deze verklaarde Leon Peltzer in Sep tember te Antwerpen te hebben gezien, waarop de advocaat-generaal er op wees dat dit onmogelijk was, daar Leon zich toen te Nieuw-York bevond. Overigens was deze getuige nog al eens in tegen spraak met zich zelve. Eene andere getuige, de ge wezen dienstbode Sestrade, verklaarde op de haar deswege gedane vraag dat Bernays haar had aange zocht om zijne minnares te worden, hetgeen zij had geweigerd, en dat zij mevr. Bernays voor een fat soenlijke vrouw hield. De laatste getuige in deze zitting was de Hamburgsche advocaat dr. John Israel, dien Henry Vaughan was gaan spreken in verband met de bewuste stoombootlijn die moest worden opgericht. Uitgenoodigd om dengene der beschuldigden aan te wijzen dien hij gezien had, wees hij terstond op Armand Peltzer. Hij zeide echter dat hij zijo cliënt van destijds niet vertrouwde, daar deze geene de minste papieren over die stoom vaart by zich had en hy ook meende te bemerken dat hij eene pruik op liet hoofd had, dus vermomd was. Deze terechtzitting werd o. a. bijgewoond door den Oostenrijkschen en den Nederlandschen gezant. In de volgende rechtzitting bevestigden de dienst boden van Armand Peltzer dat hij op het einde van Januari tehniskwam met een gelen koffer. Een getuige bevestigde de tegenwoordigheid van mevr. Bernays te zijnen huize. Ajina Dietgen zeide dat hij haar verzocht te zeggen dat die koffer aan haar vader behoorde. De oom van mevrouw Bernays bevestigde zijne vroegere verklaringen. De verde diger van Peltzer hield een lange lofspraak op het edelmoedige karakter van mevrouw Beroays. De getuigenissen van twee der dienstboden en van den geneesheer Francius, waren over het ge heel gunstig voor de verdediging; die van Van dor Voorden, commies van Bernays, en van eene dienst bode van Peltzer ongunstig. Andere getuigen, onder welke nog onderscheidene andere vrouwelijke dienst boden, leverden niets nieuws op. De „Précurseur" klaagt er over dat de rechtszaal in de pauzen meer en meer het aanzien van eene gelagkamer verkrijgt. Er worden bier, wijn en broodjes verkocht en men eet, drinkt en praat of het zoo behoorde. Edonard Pecher komt in een brief aan de „Chro- nique" op tegen het bericht dat zijne dochter indertijd met Leon Peltzer zou verloofd zijn geweest. Hij zegt dat dit geheel bezijden de waarheid is. Volgens een depeche uit Madrid aan de „Temps" zijn in de nabijheid van Sevilla tien personen gearresteerd, die, blijkens de bij hen ge vonden papieren, met de Internationale in betrek king staan. Een vreeselijke misdaad heeft te Aulnay- de-Saintonge plaats gehad. Een landbouwer heeft zijn knecht het hoofd afgesneden en het lichaam in den brandenden oven geworpen. Geheel verkoold vond men later den ongelukkige. De justitie is op het spoor van den laaghartigen dader.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1882 | | pagina 1