Gemeurd Nieuws.
Tegen Joh. Yan Bun ren, voormalig boek
houder van den heer L. J. P. Herckenrath te Am
sterdam en beschuldigd van diefstal in loontrek-
kenden dienst en misbruik van vertrouwen, waar
door gemelde heer voor een waarde van f 200,000
zou zijn benadeeld, is geëischt een veroordeeling
tot het maximum der door de wet bedreigde straf,
namelijk een correctioneele gevangenisstraf van vijf
jaren en betaling van een geldboete van 500,
subsidiair een maand gevangenisstraf. De substi
tuut-officier van justitie jhr. mr. H. F. De Koek
vond geen enkele verzachtende omstandigheid voor
den beklaagde die het in hem gestelde blinde ver
trouwen door huichelarij en valsche vriendschap
heeft gevoed en zelfs het heiligst wat er isde gods
dienst, daartoe misbruikt. Yolgens den verdediger
mr. Katz was hier geen misbruik van vertrouwen,
omdat beklaagde salaris genoot alleen als boekhou
der en niet als gevolmachtigde. Lastgeving nu is
om niet, tenzij hot tegendeel blijkt. Er was dus
hier geen travail salarié in den zin der strafwet.
Beklaagde had ceuig eigen vermogen; het product
van vroegere eigen gelukkige speculatiën is nader
hand met het vermogen van H. verloren gegaan.
Hij leefde overigens heel bedaard. Zijn eenige uit
spattingen waren de aankoop van een paar schuitjes
en enkele buitenlandsche reizen. Hij durfde de ver
liezen niet te bekennen uit vrees voor den indruk,
dien dat op den heer H. zon maken. Hij giög op
den ingeslagen weg voort en werkte er zich steeds
dieper in. Moge al het gebeurde aanleiding geven
tot civiele schadevergoeding aan dien heer, het valt
niet in de termen van den Code Pénal. Pleiter con
cludeerde dus tot vrijspraak. De straf voor het ge
beurde is voor beklaagde groot door materieel ver
lies en moreel nadeel in goeden naam.
De substituut-officier bleef volhouden dat in de
volmacht geen Sprake is van vervreemden, alleen
van beheer. Beklaagde had do effecten niet het huis
mogen uitdragen. Indien oen keukenmeid in het
bezit is van de sleutels van de provisiekamer, heeft
zij wel de bevoegdheid den voorraad te gebruiken,
maar niet om dien het huis uit te dragen. De moester
blijft in het bezit daarvan. Beklaagde ontving zijn
loon niet slechts als boekhouder, maar voor alle
werkzaamheden te zamen, die hij voor den heer
H. verrichtte.
Mr. Katz zette zijn standpunt nader uiteen.
Beklaagde had èn de volmacht èn de sleutels en
was dus wel degelijk in het bezit. Het subtiëelo
onderscheid tusschen een volmacht van beheer en
een van beheer en eigendom kan door beklaagde
niet precies gekeud zijn. In prolongatie geven staat
niet gelijk met vervreemden. Daartoe was bekl. be
voegd krachtens de algemeeene volmacht. Yan een
heimelijke wegneming kan nooit sprake zijn, waar
ook de heer H. een stel sleutels had. Ten slotte
drong pleiter, voor het geval do rechtbank zich
niet met zijn argumenten mocht vereenigen, op de
toepassing aan van celstraf.
Uitspraak Donderdag 30 November a. s.
In een steenkolenmijn nabij Chatelet
hadden vier werklieden plaats genomen in don bak
om naar boven te worden gehoschen, toen plotse
ling een zware steenklomp van den wand der schacht
losliet en op hen noderstortte. Drie-mijnwerkers
werden verpletterd; de vierde kwam er met een
kneuzing aan het hoofd af.
Dat zelfmoord meer en meer een tame
lijk alledaagsch nommer van het levensprogramma
begint uit te maken kan het volgende bewijzen.
Te Brussel deed een passagier een tram op een
der buitcnboulevards ophouden, stapte uit, liep op
een draf naar de nabijgelegen gracht en sproDg in
het water. Den volgenden dag werd zijn lijk op-
gebaald.
Te Parijs heeft het volgende voorval
ia hooge kringen niet weinig opschudding gewekt.
Een jonkman van aanzienlijken huize, die op het
punt stond in het huwelijk te treden met een rijke
jonge dame, ontving ongeveer een maand geleden
verscheiden ongeteekende brieven, waarin op vrij
dubbelzinnige wijze over zijne verloofde gesproken
werd. De heer X. bemerkte weldra dat de beschul
digingen valsch waren en deed nu al zijn best den
lasteraar te ontdekken, toen hij op een avondbe
zoek bij een intiem vriend op den schoorsteen een
briefje zag liggen van dezelfde hand als de laster-
brievenhet bleek de band te zijn van de kamo-
nïor van de vrouw des huizes. De vriend van X,
beweerde dat zijne jeugdige vrouw ouschuldig was
aan het bedrijf der kamenier, en een duel was op
handen, toen de meesteres der kamenier eindelijk
aan haar echtgenoot bekende dat de brieven op
haar last waren geschreven, men begrijpt met welk
onedel doel. Het duel bleef nu achterwege, de intri-
geerende jeugdige echtgenoot© werd voorgoed „uit
logeeren" gezonden bij hare moeder ten plattenlande
en het huwelijk der jongelui zal nu spoedig volgen.
Yan Mignet, die dezer dagen wegens
hoogen leeftijd zijn ontslag nam als secretaris van
de Académie des sciences morales et politiques te
Parijs, verbaalt men dat hij in een gesprek over
een candidaat voor de Académie het volgende zeide:
„Och, wat mij betreft, ik geef hem mijn stem, om
dat hij onbetwistbare verdiensten bezit. Yooreerst
is hij gedecoreerd, dan zeer beleefd, doet zich goed
voor en vertegenwoordigt geen enkele zienswijze.
Gij zult zeggen dat hij ook werken heeft geschre
ven; maar wat zal ik u zeggen: wie heeft niet zijn
gebreken
In een Algiersch dagblad leest men het
volgende: „Elke wegens moord ter dood veroor
deelde Arabier moet zonder genade aan den beul
worden overgeleverd. Hij moot worden onthoofd,
want door den kogel te sterven is voor den Arabier
een betrekkelijk aangename dood." Zeer betrekke
lijk, zou men zoo zeggen.
Yerval8chou van wijn, koffie, suiker en
wat niet al is tegenwoordig de moeite niet meer.
Men vervalscht tegenwoordig ook dieren; zoo maakt
men van gewone musschen kwartels door de vogel
tjes door middel van een rietje kalfsvet in het
lichaam te blazen langs een zeer ongewonen weg,
en levende vlasvinken beschildert men zoo netjes,
dat men ze kan verkoopen voor vogels uit de
keerkringen met de prachtigste vederen. Of de ge
lukkige kooper, wanneer het „klimaat" de kleuren
heeft doen verdwijnen, de diertjes dan weer bij den
vogelkoopman brengt om ze te laten genezen, dat
wil zeggen opschilderen, wordt er niet bijgevoegd.
Een gestolen buitenplaats. - Een paar
jaar geleden liet zekere De Kapper, koopman te
Parijs, te Gennevilliers een lief optrekje van hout
bonwen, waar hij het schoone seizoen met zijn ge
zin doorbracht. Zoo had hij ook don afgoloopen
zomer gedaan en was in het begin van October te
Parijs teruggekeerd. Het mooie weer met Aller
heiligen lokte hem echter uit nogmaals zijn buiten
verblijfje te gaan bezoeken, maar hoe verbaasd was
hij, toen hij bij aankomst er geen spoor meer van
ontdekte. De buren deelden hem mede dat voor
omstreeks acht dagen eenige werklieden het ge
bouwtje hadden afgebroken en vervoerd, verklarende
op last van den eigenaar te handelen.
De zonnevlekken nemen toe. Volgens
een telegram, door don heer Camille Flammarion
te Parijs ontvangen en gepubliceerd, is er thans
een viervoudige vlek, en bij gevolg grooter dan
onze aarde, voor het bloote oog zichtbaar.
Een Engelsche meneer en mevrouw
maakten van den zomer een roeitochtje op den Nijl.
Hunne dochter was er ook bij. Plotseling sloeg de
boot om. Graaf Carl Esterhazy uit Presburg kwam
er juist met zijn jacht langs en kwam hun te hulp.
Eergisteren had te Londen het huwelijk tusschen
don graaf en de Engelsche juffer plaats!
Te Crozon in Finistère (Frankrijk) zijn
het schoolgebouw cn het postkantoor afgebrand,
waarbij een hulponderwijzer en acht kinderen in de
vlammen zijn omgekomen. De hoofdonderwijzer is
zwaar gekwetst.
Naar aanleiding van het rechtsgeding
dat met het doodvonnis van Patrick Joyce als den
hoofdschuldige aan den zesdubbelen moord te Maam-
trasna geëindigd is, merkt de „Globe" aan dat in
den loop daarvan gebleken is, hoe ontzaglijk de
opvoeding in dat deel van Ierlaüd verwaarloosd
wordt. Een knaapje van tien jaar, de eenige uit
het gezin dat den moord ontkomen is, bleek nooit
op school en nooit in de kerk geweest te zijn. Die
geheele streek bleek voorts bewoond te zijn door
lieden, die, in bestendige veeten verdeeld, bijna
in oorlogstoestand met elkander leven.
De Amerikaanse he bladen deolenmede
dat zekere familie Benton, te Sarburgh, in Californië,
een soort van onafhankelijk staatje op eigen hand
heeft gesticht; de negen leden van dit gezin heb
ben hun vader tot onafhankelijk hoofd geprocla
meerd, een eigen vaandel op han huis geheschen
en openlijk verklaard dat hunne honderd acres land
voortaan geen deel meer uitmaken van de Yereenigde
Staten. Dientengevolge weigeren zij ook belasting
te betalen, waarschijnlyk wol het eenige doel van
die zelfs voor Amerika wel wat al te groote zucht
naar onafhankelijkheid. De sheriff der plaats zou
afSS^SBSS^BSSBSBBSÊSBi B
reeds stappen hebben gedaan om zich tegen hot
laatste gedeelte der proclamatie te verzetten. Men
is benieuwd of het tot een belegering zal komen.
In het nommer van 9 September vande
„Echo du Japon" van Yokohama leest men de
volgende bijzonderheden omtrent den dood van den
heer C. W. Reynders, Nederlandsch consul aldaar
„Gistermorgen vond zijn bediende hem voor zijn
toilettafel op den grond uitgestrekt; naast hem
lag eene revolver en een kistje met wapens stond
geopend op de tafel. De bediende ging onmiddellijk
de andore bewoners van het huis waarschuwen en
men zond om geneesheeren. Dezen, de doctoren Beu-
kema en Trippler, konden slechts den dood consta-
teeron. De heer Reynders had aan den rechterslaap
een wond, veroorzaakt door de revolver, die naast
hem werd gevondende kogel was in de hersenen
doorgedrongen. De bedienden in huis verklaarden,
dat zij omstreeks één uur in den morgen een ge
luid hadden vernomen, als word er een fle9ch met
sodawater ontkurkt; zij hadden daarin volstrekt
niets vreemds gezien. Heeft er een misdaad, een
ongeluk of een zelfmoord plaats gehad? Dat zal
alleen een gerechtelijk onderzoek kunnen uitma
ken. Volgens de verklaring zijnor meest vertrouwde
vrienden bestond er niet de minste reden om te
vermoeden, dat de heer Reynders voornemens was
een einde aan zijn leven te maken. Zelfs den dag
te voren nog was hij zeer opgeruimd en had den
avond doorgebracht in de club GermaDia, van waar
hij eerst te middernacht huiswaarts keerde. De heer
Reynders was nog slechts 29 jaar oud. Naar aan
leiding van dit treurig voorval makeu de Belgische
bladen de opmerking, dat den 26sfen September
1579 de toenmalige Belgische consul, de heer De
Narijer, onder geheel dezelfde omstandigheden den
dood vond.
In de kerk. - Uit Nieuw -York be-
richt een correspondent dat twee personen, die elkaar
een doodelijken haat toedroegen, Cox en Bryson
genaamd, elkander in een kerk ontmoetten. Onmid
dellijk worden de revolvers voor den dag gehaald
en er worden verscheiden kogels gewisseld, waar
van eindelijk een Bryson in de borst treft. Deze
stort nodor, doch mot de grootste krachtsinspanning
heft hij zich nog eenmaal op en treft Cox in het
hart. Beiden gaven schier op hetzelfde oogenblik
den geest. De geestelijke had inmiddels bedaard
zijn preek vervolgd en de aanwezigen hadden niets
gedaan dan zich zelf buiten het bereik der kogels
stellen.
Een 45-jarig werkman te Parijs, verla
ten door de vrouw, met welke hij jaren lang had
samengewoond, trok zich dat zoozeer aan, dat hij
besloot een einde aan zijn leven te maken. Daartoe
trof hij zich driemaal met een revolver in de borst.
Toen de baron het vertrek, waarin hij de daad be
dreef, hadden opengebroken, vonden zij hem, ba
dende in zijn bloed, op den grond liggen. Yermoe-
dende dat zij hem in het leven zouden trachten te
houden, sprong de man met ongehoorde geestkracht
weder op, opende het raam en stortte zich van de
derde verdieping naar beneden.
Yoor het kantongerecht te Molenbeek-
Saint-Jean verscheen een persoon onder beschuldi
ging van dierenmishandeling. De man had zjjn post
duiven aan verschillende wedvluchten doen deel
nemen, doch nooit hadden zij een prijs behaald.
Om zich daarover op de diertjes te wreken, had
hij ze in de duiventil opgesloten en van honger
laten omkomen. De wreedaard werd tot het maxi
mum der straf veroordeeld.
Bij het bouwen van een hnis te Char
leroi had men ter diepte van ongeveer drie meter
onder den grond eene gang gegraven, doch verzuimd
die van de noodige stutten te voorzien. Toen dan
ook de bouwondernemer zich mat twee werklieden
in do diepte bevond, stortte de grond plotseling in.
Een der laatsten, die zich dichtej bij den uitgang
bevond, wist het gevaar nog te ontkomen en snelde
om hulp naar de in de onmiddellijke nabijheid ge
legen kazerne. In een oogwenk was een compagnie
soldaten aan het graven, en na een uur van onaf
gebroken arbeid bereikten zij de plek, waar de onder-
nemor laghij was reeds een lijk. Ook de werkman
had den geest gegeven; zijn lichaam was geheel
bebloed en letterlijk verpletterd onder het gewicht
der instortende aarde.
Hechter: „Hoe komt gij er toe om dezen
heer te beschuldigen? Hij heeft alleen maar ge
zegd - Ik verzeker u."
Beschuldiger: „Ja jnist, dat is eene beleediging!
Die heer is agent van een „Varkens-verzekoring-
Maatechappij."