LEIDSCH DAGBLAD. iV. ööSC. Donderdag £3 November. A0. 1882. Tweede Blad. Bericlit. HISTORIE EN FANTASIE, GERARD J. SPOOR, PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 8 maanden1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers.0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven- PBIJS DEE ADVEUTENTIEN: Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer O.I7|» Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incassee- ren bniten de stad wordt 0.10 berekend. Wij kunnen aan onze Abonnés mede- deelen dat het aangekondigde Premiewerk NOVELLEN EN GEDICHTEN VAN in het begin der volgende week zal gereed zijn en tegen voldoening van 50 Cents aan ons Bureel kan worden afgehaald. Aan onze lezers buiten de stad wordt het Boekwerk franco tegen betaling van 70 Cents toegezonden. Deze Premie wordt uitsluitend afgeleverd aan de geabonneerden op ons blad entegen afgifte van den bon, die daartoe in ons blad zal worden geplaatst. Nieuw bijkomende Abonnés hebben mede recht op deze premie. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. LEIBEN, 22 November. „De Tijd" komt in het laatste van drie arti kelen, met het opschrift „Universitair onderwijs", tot de slotsom dat men in Nederland één aniver- siteit moest hebben met vijf faculteiten, van welke de faculteiten der geneeskunde en rechtsgeleerd heid beiden twee parallel-cursussen zullen bezitten in verschillende steden. Het blad geeft verder in korte trekken eene oplossing aan, zonder nochtans op eenigerlei wijze te beweren dat het de eenig mogelijke of zelfs de beste is. Er zouden twee medische faculteiten - of wil men liever, twee pa rallel-cursussen van éénzelfde medische faculteit blijven bestaan; hiervoor kunnen onmogelijk andere plaatsen worden aangewezen dan Leiden, met zijn prachtig Academisch ziekenhuis en verdere inrich tingen voor geneeskundig onderwijs, en Amsterdam - helaas! niet wegens zijne prachtige ziekenhuizen - maar wegens de ervaring, die er voor aspirant medici valt op te doen. Ook eeno inrichting voor pharmaceuten, later ook eene klinische school voor geneeskundigen ten platten lande, behooren eigen aardig tehuis in de hoofdstad. Bij de studie der medicijnen sluit zich zeer nauw aan die der na tuurwetenschappen. Leiden bezit een welingelicht Astronomisch Observatorium, een Museum van Natuurlijke Historie, dat wellicht het tweede, zeker het derde is in Europa, een rijken Plantentuin en Herbarium, uitstekende Laboratoriën, enz. Er kan dus geen twijfel oprijzen, of de eenige faculteit voor natuurwetenschappen, die wij wenschen behouden te zien, moet in Leiden gevestigd worden. Ook de Byte-inrichting voor Indische ambtenaren, voor zoover deze door de gemeentelijke inrichting te Delft niet geheel wordt doodgedrukt, moet wegens het Ethnologisch Museum en andere instellingen te Leiden gevestigd blijven. Gemakkelijker gaat het met de verplaatsing der overige faculteiten. Te Gro ningen zou men bijv. kunnen bijeenbrengen alle theologanten en een deel der juristen; te Utrecht de tweede helft der juristen en de litteratoren. Zou men meenen dat Groningen met een driehonderdtal theologanten en een kleiner getal juristen voldoende schadeloos zou gesteld worden, dan kon men wel licht, om verschillende „susceptibiliteiten" te ver mijden, iets meer geven dan precies noodig en ook te Leiden de gelegenheid tot het aankweeken van juristen openstellen. Het was de bedoeling van „De Tijd", in hoofdzaak het onderwerp aan de orde te stellen, nu binnenkort, bij de behandeling der staats- begrooting, Hoofdstuk V, weder meer dan anderhalf millioen voor onze Staats-Universiteiten zal gevraagd worden. Tot onderwijzer aan de school voor m. u. 1. o. te Bodegraven is benoemd de heer De Haan, onder wijzer te Rotterdam. Onder do weinige overgeblevenen van de be zetting der citadel van Antwerpen bekleedt eene eerste plaats generaal graaf M. D. Van Limburg Stirnm, de bekeDde strijder tegen de dienstvervan- ging bij onze militie. Hij werd op den 6den Decem ber, toen een magazijn van levensmiddelen in brand geschoten was, bij een poging tot blnssching daar van door een granaat aan den voet zoo ernstig ge kwetst, dat het been afgezet moest worden. Des tijds luitenant-ingenieur, bleef hij als zoodanig in dienst, klom op tot generaal-majoor en was van 6 Juli 1872 tot II September 1873 minister van oorlog. Bovendien was hij lid der commissie, die zorg droeg dat het stoffelijk overschot der ge sneuvelden op de Citadel in Aug. 1871, voor het sloopen van die sterkte, door België aan ons toe vertrouwd, naar het kerkhof te Ginniken overge bracht en aldaar vereerd werd door een gedenk- teeken, op 30 Nov. 1871 onthuld. Naar men verneemt, ontving de commissie voor de oprichting der Practische Ambachtsschool te Dordrecht, behalve een belangrijke gift van den Prins van Oranje, een gift van f 100 van den gou verneur-generaal van Neerland8ch-Indië, den heer F. 's Jacob, en een gelijke som van de Dordtsche afdeeling van de Maatsch. tot Nnt van 't Algemeen, terwijl de Yereeniging tot bespreking van Algemeene Belangen f 50 schonk. Dr. Gramberg, die lang in Indië heeft ge woond en thans te 's-Gravenhage is gevestigd, zal in den vorm der „Haagsche Penkrassen" van den heer De Bergb, een reeks vlugschriftjes doen ver schijnen, den titel voerende: „Indische schetsen met zwart krijt". No. 1 handelt over Atjeh. Dezer dagen is namens den minister van justitie do villa „Alpha" in de nabijheid van het spoorwegstation te "Woerden aangekocht, met het doel dit gebouw dienstig te maken tot het houden der zittingen van het kantongerecht. Door de Provinciale Staten van Limburg is besloten een adres tot de Hooge Regeering te rich ten, met verzoek jaarlijks een som van f 200,000 op de Staatsbegrooting te willen breDgen tot ver betering van den waterafvoer op de Maas. De gemeenteraad van Ridderkerk heeft den heer M. Sijmons te Rotterdam concessie verleend tot het loggen en exploiteeren van een stoomtram weg langs den straatweg in die gemeente. Op 27 dezer zal te Breda een samenkomst gehouden worden van tramwegdirecteuren, ten einde te beraadslagen over de oprichting van een onder ling fonds ter verzekering tegen ziekte, ouderdom en invaliditeit van het personeel. Yolgens het Hbl. heeft de minister van water staat bij een brief aan de directie der Rijn-Spoor wegmaatschappij te kennen gegeven dat hij zich bij nauwkeurig onderzoek, door deskundigen van rijkswege ingesteld, mede had overtuigd dat de beschuldigingen wegens verwaarloozing van het onderhoud van den weg eiken redelijken grond mis sen. Dit zou, volgens den brief, door den minister in de Kamer zijn medegedeeld, bijaldien de inter pellatie niet ware ingetrokken en daarmede de aan leiding vervalleD. Het stoomschip „Schiedam" is eergisteren van Amsterdam te Nienw-York aangekomen; de „Zaandam", van Amsterdam naar Nienw-York, pas seerde gisternamiddag Lizard; de „Zuid-Holland", van Rotterdam naar Java, arriveerde 20 Nov. te Port-Saïd. Gemengd Nieuws. Berichtten sommige nieuwsbladen, nog kortelings, van eene trouwplechtigheid met hinder nissen, waarbij de trouwring in de laars van den bruidegom was geraakt, hetgeen door een aantal personen als een verdichtsel werd beschouwd, ook de Kwakel kan zich op een dergelijk voorval be roemen. Onlangs zou aldaar het huwelijk worden voltrokken tusschen een weduwnaar van Uithoorn en een jong meisje van de Kwakel. Nadat de brui degom en bruid zich naar de kerk begeven hadden, en het oogenblik gekomen was om den ring aan den priester te overhandigen, was die zoek. Na broek-, vest- en jaszakken in de grootste ontstel tenis doorzocht te hebben, was de bruidegom ten slotte genoodzaakt het kerkgebouw te verlaten om een anderen ring te halen, waardoor zich reeds het gerucht onder de buurtbewoners verspreidde, dat de bruidegom „er van door ging." Ten huize ge komen zijnde van den vader der bruid, schrikte deze niet weinig toen de bruidegom met ontsteld gelaat het huis binnenstormde, en sprak: „Ik bon mijn ring kwijt." - „Wat zeg ie!" sprak de vador, en in groote haast werd het gansche huis doorzocht, de matten werden van den vloer genomen, doch vruchteloos en ten slotte werd voorzien in een ando ren ring, waarbij den bruidegom nog de vermaning werd toegevoegd, om met zulke dingen toch voor zichtiger te zijn. Na de trouwplechtigheid werd de verloren ring in de laars van den bruidegom go- vonden, hetgeen niet weinig stof tot lachen gaf. De vorige week is te Mijdrecht in hot Blokland, eene buurt onder die gemeente, de daar voor bestemde brandspuit beproefd. De verkregen resultaten waren zeer treurig; het bleek nl. dat men niet verder kon spuiten dan - 7 meters. Het bericht hetwelk in de dagbla- den was geplaatst, als zou de brievengaarder van Oudenhoorn 9'/a cent hebben genoten voor buiten gewone diensten in zake de postspaarbank, is on juist; tot dusverre heeft de brievengaarder niets ontvangeD. Men is te Scheveningen begonnen met de lading van de gestrande „Marx" te lossen, ook om zoodoende te beproeven het vaartuig weer in zee te brengen. Maandag-avond omstreeks kwartier voor twaalven begaf zich de Delftsche brievenbe steller v. d. E. op weg naar zijn woning toen hem, nabij de Rotterdamsche poort gekomen, het hulp geroep van een vrouw, die in het water lag, in de ooren klonk. Inmiddels kwamen de stalknecht E. en de heer H. mede op het geluid af en weldra was men er in geslaagd de drenkelingen op het droge te brengen. Door tusschenkomst der politie naar het gasthuis gebracht, vernam men van haar dat zij Anna Maria Piët was geheeten en te's Gra- venhage woonachtig. Op de vraag op welke wijze zij in het water was geraakt, deed zij het vreemd klinkend verhaal dat zij van het station te Delft- door twee personen was achtervolgd, die haar nabij de Rotterdamsche poort in de gracht hadden ge drongen. Gisternamiddag was haar toestand vrij wel. De krankzinnige, die uit het krank zinnigengesticht te Utrecht ontsnapte, is weer te Scheveningen teruggevonden; hij werd onmiddellijk onder geleide van een paar politie-agenten opnieaw naar Utrecht vervoerd. Een werkman, die gisteren op het dak van het postkantoor te Utrecht bezig was, is daar afgevallen en bleef op de plaats dood. Bij denjongsten sneeuwstorm is de bollooper (broodverkooper) W. Heins, van Wolsum, in Friesland, niet ver van het dorp Nyland, op den weg bezwekeD. Toen men hem vond, was hij reeds dood.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1882 | | pagina 1