Voor de rechtbank te Rotterdam werd gisteren de zaak behandeld tegen Eduard Nathan Ganz, zich ook wel noemende Bernhardt Wyprecht, oud volgens opgaaf 26 jaar, geboren te Boston en laatst wonende te Londen, journalist van beroep. Hij is beschuldigd van in den loop van 1881, te Rotterdam verblijf hoadende, van daar in onder scheiden Duitsche bladen advertentiën te hebben geplaatst, waarin hij, opgevende te handelen als Bernhardt Wyprecht Co. te Rotterdam, aanbie dingen deed van verschillende waren tegen zoo lage prijzen, dat hij beweerde dat, als men van hem kocht, vele honderden marken per jaar konden worden bespaard, zonder dat hij echter het voor nomen had zijne aanbiedingen gestand te doen. Door deze advertenties zou hij verscheiden perso nen bewogen hebben hem gelden te zenden als vooruitbetaling, zonder ooit de bestelde waren te zenden, van welke gelden hij zich alzoo tot een gezamenlyk bedrag van ruim 700 mark bedrieglijk heeft meestergemaakt. De door hem opgelichte personen ten getale van 22 waren allen als getui gen gedagvaard, benevens nog de heer Burkels, commies der posterijen, terwijl door de verdediging ook nog een gotuige was opgeroepen. Het getuigen verhoor bracht weinig belangrijks aan het licht; allen bevestigden de oplichterijen, waarvan zij het slachtoffer waren geworden. Een beambte van den Rijnspoorweg verklaarde dat nooit goederen voor Wyprecht waren verzonden. Getuige Drij ver, vroe ger bediende bij de firma Wyprecht, verklaarde dat het kantoor gehouden werd Wijnstraat 98 op een achterkamertje. Hot meubilair was zeer armoe dig. Geld heeft hij er nooit gezien en ook zelden postwissels. Er was geen expediteur of knecht bij de firma werkzaam. De werkzaamheden bestonden hoofdzakelijk in het zendon van monsters koffie. Te halfvijf werd de zitting geschorst om te 7 uren te worden voortgezet. Er heerschte in het debat tusschen rechters, ge tuigen, beschuldigde en volk somwijlen eenige ver warring door het plotseling uitvallen door den be schuldigde in het Engelsch. De tolk had voortdu rend te worstelen met het verkeerd onderscheiden tusschen een „Postschein" en een „Postanweisung." Na het hooren der onderscheidene voor hem be zwarende verklaringen werd besch. zeer opgewonden en barstte in tranen uit, zoodat hij niet kon sproken. Tot zich zelf gekomen, verklaarde hij op de heftig ste wijs dat een brief, door hem aan zijn advocaat geschreven, door de justitie is onderschept; bij noemde dit laag. IntusschoD, hij bezwoer o. a. dat de handteekeningen en briefkaart van Engels niet door hem geschreven waren. Besch. verklaarde aan God te gelooven en op Hem beriep hij zich. Do deskundigen verklaarden nogmaals dat hun nauw keurig onderzoek tot geen ander resultaat kon leiden, dan dat alle aanwezige stukken geschreven en geteekend zijn door beschuldigde. Deze daagde hen voor Gods rechterstoel. Ton slotte werden nog een paar getuigen gehoord a décharge, dejuffrouw die hem kamers, de man die hem een kantoor heeft verhuurd. Uit de verklaringen van eerstgenoemde bleek, dat de beschuldigde onder verschillende na men, als Steinmctz, Weyprecht en Neumann leefde. Het openbaar ministerie eischte 5 jaar tuchthuis straf en 15 boeten, elk van f 25. Aan het einde der avondzitting kreeg beschuldigde eon zenuwtoeval. De postbode van Winsum op Gro- ningen is op klaarlichten dag door drie personen aangerand, die hem beroofden van f 400 in con tanten, die in zijn postzak geborgen waren. De brievenpakketten lieten de tot heden onbokende personen ongeschonden. Samuel Raphael, die in de vorige week voor de arrondissements-rechtbank te Amster dam terecht stond ter zake van bedreiging van den burgemeester van Ouderamstel, is gisteren wegens gebrek aan bewijs vrijgesproken. Ook de „Kölnische Zeitung" maakt thans melding van het déraillement nabij Ede, tus schen Utrecht en Zevenaar, op den Rijnspoorweg. Een ooggetuige deelde aan dat blad gelijkluidende bijzonderheden mede, omtrent do verrotte dwars liggers, als dr. SchuUetus Aenece in het N. v. d. D. Zoo wordt nu ook in het buitenland bekend aan welke gevaren do Nederlandsche Rijnspoorwegmaat schappij de reizigers op hare lijn blootstelt. De oog getuige toch herhaalt in genoemd Duitsch blad dat enkele dwarsliggors zóó waren vergaan dat men op sommige plaatsen er als koek door kon stooten en dat men op een andere plek, waar de rails niet geleden hadden, de bouten met de vingers kon uit trekken. Intusschen heeft gisteren in de Tweede Kamer de heer Yan Nispen over dezen toestand een inter pellatie tot den minister van waterstaat aangekon digd en geeft het Rott. Nbl. als hare overtuiging te kennen dat het de plicht der regeering is, om (zoowel in het belang van het publiek, als van het bestuur van den Ned. Rijnspoorweg) zoo spoedig mogelijk door deskundigen een grondig onderzoek te doen instellen, wat er van die beschuldigingen al dan niet waar is. Nu ook bij de Volksvertegenwoordiging deze zaak de aandacht heeft getrokken, zal de uitslagvan zulk een onderzoek zeker niet lang onbekend blijven. Iemand stond verleden Maandag-ochtend bij het hek van het Boulogner bosch te Parijs, boven de brug van Neuilly, te hengelen, toen hij iets zwaars aan den haak gevoelde. Op eene buitenge wone vaDgst hopende, haalde hij langzaam en voor zichtig op en bracht het lijkje boven van een acht- of tieDjarigen jongen, wiens kleeding zeer net moest geweest zijn en die omstreeks eene week in het water 6cheen gelegen te hebben. Men herinnert zich, dat eenigen tijd geleden melding is gemaakt van hot plotseling ver dwijnen van zekeren Stanger, een bakker te Londen. Thans zijn er boven den bakkers-oven een aantal beendeien gevonden, welke ontdekking niet weinig opzien gebaard heeft. Dat het echter geene menschen- beenderen zijn, wordt thans gemeld. Het gerechtelijk onderzoek, dat reeds aan den gang was, wordt in tusschen ijverig voortgezet. Nader blijkt dat 39 personen vermist worden ten gevolge van de ontploffing in de steen kolenmijn van Clay Cross en men denkt dat allen zijn omgekomen. Aan de westkust van Afrika is een ko ning gestorven, Omorn geheeton, die meer dan 700 vrouwen had. Hij had 95 kinderen, waarvan 77 in leven zijn. Zijn oudste zoon hoeft 400 vrouwen. Te Antwerpen is het schip „Ready" gereed om naar de Congo te vertrekken. Het zal niet Stanley, zooals de „Figaro" had bericht, maar alleen diens negerbediende Daoula, een dokter, een ingenieur en 9 werklieden aan boord nemen en een groot aantal geschenken van Stanley aan zijne neger- vrienden overbrengen. BUITENLAND. Frankrijk. In ce verklaring, waarmede de rogeering gisteren in de Kamer is opgetreden, wordt het volgende gezegd: „Waar gij buitenslands don vrede wildet, is die bewaard gel Ij ven en wij kunnen zonder ver metelheid zeggen, dat niots hem schijnt te zullen storen. Ooze betrekkingen met de groote mogend heden worden bevestigd door het te goeder trouw vervullen der wederkeerigo plichten. De gelijktijdige benoeming der ambassadeurs te Parijs en te Rome is een blijk van de vriendschappelijke gezindheid, welke de Italiaansche en do Fransche natie en hare regeeringen bezielt. Do verwikkelingen, in Egypte vóór ons aanvaarden van het bewind ont staan, hebbon sedert tot een gewapend bezetten van dat land door Engeland geleid. Dit in de Euro- peesche politiek zoo nieuwe feit doet quaestiën te berde komen, welke ons in hot bijzonder raken. Vóór eenige dagen zijn zij uit eigen beweging door het Kabinet te Londen ter sprake gebracht en wij overwegen de voorstellen, welke het ons gedaan heeft. Zoodra de onderhandelingen, welke met vriend schappelijke heuschheid worden gevoerd, zijn afge- loopen, zullen wij den uitslag doen kennen. Welke die zijn moge, de bron van onzen invloed buiten slands, ontveinst het u niet, is in u zeiven gelegen. Naar gelang van den geest, dien gij aan het staats beleid binnenslands geven zult, zal Frankrjjks op treden buitenslands vruchtbaar of ijdel zijn. „Het ministerie zal zich zooveel mogelijk beijve ren de gemoederen tot bedaren te brengen, denk beelden van verzoening te verspreiden en tevens den eerbied voor orde en rust te verzekeren. Gij wilt, evenals wij, elke verdachte verbintenis verwer pen, en niet gedoogen dat men de vrijheid, welke do wet aan de hand geeft, misbruike om misdaden te plegen. Onbekende personen, die als de ware schuldigen moeten beschouwd worden, stoken overal hot oproer aan, jagen de rustige bevolking angst aan, verlammen den arbeid en brengen de republiek in discrediet, om haar te groBde te richten. „Het Parlement is van geene toevallige onzekere meerderheden gediend. Wij gelooven dat er eene vastberaden meerderheid bestaat, welke aan de repu bliek eene duurzame en sterke regeering wil geven 1 en de wetten wil doen eerbiedigen. Onder die voor waarden zijn de ministers bereid hunne taak voort te zetten en zoo zij uw vertrouwen verwerven, geen poging te verzuimen, om dat vertrouwen te recht vaardigen.' De verklaring geeft het vaste voornemen te ken nen, om de openbare orde te handhaven en met kalmte, doch zonder zwakheid, iedere poging tot ongeregeldheid te onderdrukken; zij verzoekt het Parlement, om voor het oogenblik alle quaesties ter zyde te stellen, die de eensgezindheid en het vormen eener regeeringsmeerderheid zouden kunnen belemmeren; zij vraagt vóór alles de behandeling der begrooting en een wet tegen de recidivisten; zij erkent de noodzakelijkheid, om boosdoeners van den Franschen bodem te verwijderen en hen naar de koloniën te verbannenzij wijst verder op an dore wetsontwerpen, en inzonderheid op de rech terlijke reorganisatie, het ontwerp regelende de uit voering der openbare werken, het ontwerp tor aan vulling van de militaire macht, het ontwerp ter regeling van de administratieve, rechterlijke en financiëele organisatie in Tunis, en dat op de uit breiding der kolonisatie van Algiers. Te Croix-Piou8se, een station aan den spoor weg van Lyon naar de Middellandscho Zee, is eene kist met ontplofbare stoffen in beslag genomen. Te Souillac, in het departement der Lot, zijn van eene werkplaats, behoorende bij den spoorweg, die aldaar wordt aangelegd, elf kistjes met dynamiet, elk ter zwaarte van twintig kilogram, gestolen. Men is noch het gestolene, noch de dieven tot nu toe op het spoor kunnen komen. Groot-Britannië. Iu het Lagerhuis verklaarde de heer Arnold gis teren dat hij het voorstel-Northcote over de Egyp tische aangelegenheden bestrijden zal met het vol gende amendement: Hot Huis is van meening dat de aanwezigheid van Engelscho troepen in Egypte noodig is tot behoud van den vrede en de orde aldaar en om Egyptes zelfbestuur te verzekeren. De heer Bourke zal weldra het volgende voor stel doen: Het Huis betreurt het dat, nadat Arabi zich onvoorwaardelijk heeft overgegeven, hij uit geleverd werd om voor eene Egyptische rechtbank terecht te staan. De heer Gladstone verklaarde dat het doel van lord Dufferins vertrek naar Egypte was om in ver- eeniging met sir E. Malet zich in verbinding te stel len met den khedive betreffende de toekomstige schikkingen voor de veiligheid in Egypte. Spreker kent geen middel waardoor het mogelijk zou zijn om den volkswil in Egypte te raadplegen. De heer Lawson vroeg of het bericht dat de twee ledige controle opgeheven is, juist is. De heer Gladstone antwoordde dat hij voor het desbetreffende telegram niet verantwoordelijk is. Hij kan niet zeggen of het van geautoriseerde zijde kwam. Sir Ch. Dilke verklaarde verder dat de recht spraak der internationale rechtbanken in Egypte verlengd is tot 1 Februari. Eene verdere verlenging is waarschijnlijk. De heer Childors deelde mede dat het Egyptische leger uit 2 regimenten cavalerie, 6 batterijen en ll1/, bataljons infanterie zal bestaan. Telegrammen. LUXEMBURG, 9 November. In de Kamerzitting van gisteren heeft do minister De Blochausen do leden uitgenoodigd eene geheime mededeeling te komen hooren, waarover de regoering het oordee) der Kamer wenschto te kennen. Na afloop der openbare zitting onthaalde de heer De Blochausen, volgens gewoonte - het gebruik werd door prins Hendrik ingevoerd - de leden der Kamer aan den disch; doch de oppositie verscheen daar niet. In een heildronk op den Koning-Groot hertog en op de Koningin-Groothertogin, zeide de minister, dat Z. M., bij de verdeeling der nalaten schap van wijlen prins Hendrik, het koninklijk domein in het Groothertogdom weder in bezit zon nemen en dat het vorstelijk echtpaar zich verheugde in het vooruitzicht zich op Luxemburgschen grond te bevinden. Elk jaar zullen HH. MM. gedu rende eene maand op het kasteel „Berg" d oorbrengen. De minister voegde er bij dat HH. MM. diep getroffen waren door het besluit om een standbeeld voor wijlen Koning "Willem II op te richten, en zeer tevreden zoowel met de samenstelling der commissie van beoordeeling van de ingezonden ont werpen, als met de onlangs door haar genomen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1882 | | pagina 2