N°. 6943.
Woensdag 4- October.
A0. 18S2.
Avond-editie.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per S maanden1.10.
Franco per post.w 1.40.
Afzonderlijke Hommers.0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER AD VERTESTIEN:
Van 16 regels 1.0B. Iedere regel meer 0.17$»
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het ineas«e-
ren buiten de stad wordt 0.10 berekend.
LEIDEN, 3 October.
De 308ste gedenkdag van Leidens ontzet werd
of wordt heden op de sedert lang gebruikelijke
wijze gevierd, d. w. z. door het bonden van gods
dienstoefeningen in eenige kerkgebouwen, het ge
sloten zijn der scholen, het bespelen van het caril
lon, het meer dan anders bezoeken van het Stedelijk
Museum van Oudheden in de Lakenhal, het aanbieden
van haring en wittebrood in de cafó's, het gebruik
van don hutspot in velo huisgezinnen, door muziek
uitvoeringen op de Korenbeurs en de Beestenmarkt
en het allerwegen uitsteken van de vaderlandsche
driekleur, behalve juist op het „feestterrein" langs
Rijn, Boter- en Yischmarkt, waar men slechts een
enkele vlag kon zien wapperen, doch waar integen
deel, evenals andore jaren, zich tal van wandelaars
bewogen, uitgelokt door de infanterie-kapel en het
weder, dat tegen den middag opnieuw was opge
klaard, maar dos morgens het weinige, dat er zou
worden gegeven, door den regen nog dreigde te
doen mislukken.
"Velen is tegen 1 Januari a. s. do schrik ora
het hart geslagen. Met dien datum toch treedt in
werking de nieuwe zegel wet waarvan het eerste
artikel bepaalt „dat aan een vast zegelrecht van
vijf centen onderworpen zijn alle zonder tus-
schenkomst van eon openbaar ambtenaar opgemaakte
of niet uitdrukkelijk van zegelrecht vrijgestelde
ijuitantiën en andere eenzijdige akten of geschrif
ten, bevattende de erkenning door of namens den
schnldeischer van het geheel of gedeeltelijk to niet
gaan eener schuld, onverschillig in welken vorm
die stukken overigens zijn opgemaakt, al ware het
in dien van berichten of brieven."
Er zou dus zegelrecht verschuldigd zjjn van alle
quitantiën, hoe gering ook. Bij nader onderzoek is
ons evenwel gebleken dat de vrijstelling van het
zegelrecht der quitantiën en akten van ontheffing
tusschen particulieren en niet meer dan tien
guldon bedragende, bij art. 27 No. 51 der wet
van 3 October 1813 toegekend, bij de wet van 11
Juli 1882 (den lsten Januari a. s. in werking tre
dende) gehandhaafd is.
Voor die particuliere quitantiën wordt door hot
Rijk uitgegeven gezegold papier ter hoogte en breedte
bij art. 20 der wet van 3 October 1843 vastgesteld,
klein formaat, d. i. der oppervlakte van de bostaande
wisselzegels.
Degenen die zich willen bedienen van ander papier
dan dat door het Rijk uitgegeven, kunnen dit vóór
het gebruik doen stempelon of vóór de onderteeke-
ning een plakzegel bezigeD.
Bij art. 1 n°. 2 dor wet van 11 Juli 1882 is be
paald dat het recht ten laste van den schuldenaar
komt, zoo het tegendeel niet is bedongen; terwijl
bij niet-naleving van dat artikel door den schuld-
eischer eone boete van f 25 is verbeurd.
"Wat het handelspapier betreft, zijn allo wissels,
orderbriefjes, assignatiën, bank- en ander papier
aan toonder en ander handelspapier binnen het Rjjk
betaalbaar, alsmede do duplicaten of kopieën dier
stukken, onderhevig aan een recht van iedere
honderd gulden, tot een bedrag van f 500.
Het daarvoor te bezigen gezegeld pap'er zal
voortaan bestaan uit strookeu van
5 c. voor eeno som tot f 100.
10 c. voor eene som boven f 100 tot f 200.
15 c. 200 300.
20 C. n n 300 n n 400.
25 c.
400
500.
"Verder wordt het recht berekend boveu de ƒ5.00
over ronde sommon van f 500 tot een bedrag van
f 10,000 en boven de f 10,000 over ronde sommen
van f 1000.
Gemelde rechten kunnen mede door opplakken
van een plakzegel worden voldaan.
Bij overtreding van bovenstaande bepalingen is
eene boete verbeurd van honderdmaal het niet
betaalde recht, doch minstens vijf en twintig
gulden.
Op alle rechten van zegels worden vijftig op
centen geheven; de rechten van vijf centen voor
particuliere quitantiën zijn daarvan vrijgesteld.
De 76-jarige hoogleeraar D. Grothe, te Delft,
herdacht Zondag den dag, waarop hij vóór 50 jaren
zich aan de belangen van het technologisch onder
wijs begon te wijden. Grothe heeft zijne opleiding
genoten aan de Gewerb-Schule te Hagen, terwijl
hjj later den Cursus der Gewerb-Academio te Ber
lijn volgde. Spoedig na zijne bevordering tot inge
nieur werd hij leeraar der Gewerb-Schule te Hagen,
aan welke inrichting hij in 1839 als directeur optrad.
Ia Maart 1850 zag hij zich benoemd tot directeur
der Technische School te Utrecht, terwijl hij in
1864 bij de oprichting der Polytechnische School te
Delft aan deze instelling het hoogleoraarsambt aan
vaardde. Grothe is de eerste geweest, die de be
oefening der „mechanische technologie" in Neder
land inheemsch heeft gemaakt. Yan zijne hand is
dan ook een werk over technologie, dat tot op dit
oogenblik de vraagbaak voor velen is. Yerschillende
opstellen van zijne hand verschenen in do „Econo
mist", terwijl hij zoo wol te Utrecht als te Delft
tal van populaire voordrachten over wetenschappe
lijke onderworpen heeft gehouden.
Het behoeft wel goen betoog, dat dezo dag voor
Dolft's ingezetenen in het algemeen en voor de
ambtgenooten en leerlingen van den grijzen hoog
leeraar in het bijzonder niet onopgemerkt mocht
voorbijgaan. Uitgoöoodigd door vrienden en vereor
ders werd do jubilaris te twee uren in de prinsen-
kamer der Polytechnische School ontvangen door
een commissie, gevormd uit de hoogleeraren en
leeraren dr. J. Bosscha Jr., directeur, E. Gagel en
mr. P. H. Pekelharing. De zaal was keurig ver
sierd met groon en bloemen. Professor Bosscha
nam het woord en schetste het leven en werken
van den jubilaris, de vole en gewichtige diensten,
door hom in Nederland aan de mechanische tech
nologie in verschillende tijdvakken bewezen. Bij het
einde zijner rede bood hij hem een fraai tafelmid
delstuk aaD, met opdracht in schoonschrift.
Daarop volgde eene deputatie uit oud-Duitsche
leerlingen der Gewerb-Schule te Hagen, bestaande
uit de heoren Ewald Hilger, Werder n/R., Boven-
siepon, Kupfer-Dreh, en W. Sodhans Aplerbeck,
aanbiedende een huldo-adres zijner oud-Duitsche leer
lingen en een prachtig zilveren bokaal, vervaardigd
door den oud-leerling A. Küane te Altena.
Yervolgens een deputatie van oud-leerlingen der
technische sohool te Utrecht en polyt. school te
Delft, die bij monde van jhr. J. Hartsen, ingenieur
te Baarn, hunne hulde kwamen aanbieden meteen
prachtig album, bevattende de namen zijner oud-
Noderl. leerlingen.
Ten slotte het bestuur der verceniging „Alge-
meene Kennis", waarvan de jubilaris de vader en
mede-oprichter was, d:o bij monde van den voor
zitter dr. A. Brester Jz., van hare belangstelling
kwamen getuigen door een treffende toespraak en
het aanbieden van een prachtige pondnlo met twee
coupes en een album met de namen yan al de leden.
Na de offieiëele plechtigheid kwamen de senaat
van het Delftsehe studentencorps benevens tal van
dames en heeren don grijzen jubilaris hunne hulde
aanbieden. (Vort.)
Aan het Museum van Natuurlijke Historie
der Rijks-universiteit te Utrecht zijn benoemd tot
adsistent dr. J. F. Yan Bemmolen en tot conservator
de heer A. C. Oudemans Jr., candidaat in de planten
en dierkunde.
Het Hbl. verneemt dat een aanzienlijk Am-
8terdamsche firma voornemens is eerstdaags de
aandeelhouders der Rotterdamsche Handelsvereeni-
giDg uit te noodigen tot eene bijeenkomst, ten einde
hen in staat te stellen over hunne gezameulijke
belangen van gedachten te wisselen en dus ge-
wenscht een comité te kiezen ter voortdurende be
hartiging dier belangen.
Bij het departement van marine is van den-
commandant der zeemacht in Oost-Indië een tele
gram ontvangen, houdende bericht dat op 25 Sept.
jl. bij het visiteeren van inlandsche prauwen op de
Indragiri-rivior door do stoombarkas van Zr. Ms.
schroefstoomschip „Watergeus", deze is aangevallen^
met het treurig gevolg dat de luit. ter zee 2de kl.
N. J. Gips en de matroos 2de kl. M. H. Yan Es
sen gedood en do machinist 3do kl. H. Kremer ge
wond zijn; terwijl de machinist leerling lste kl. C-
H. Kammeyer is verdronken.
Blijkens C8n bericht van de Indische regeering,
overgeseind ten behoeve van den Iaternationalen
Gezondheidsraad te Konstantinopel, heerscht de
cholera epidemisch te Kotta-Radja (Atjeh). (St.-Crt.)
Blijkens modedeoling van den waarnemenden
consul der Nederlanden te Malta zullen de van de
Philippijn8che eilanden, Java en Sumatra komende
schepen, bij aankomst aldaar, na ontsmetting, onder
worpen worden aan eene quarantaine van 21 volle
dagen.
De audiëntie van den minister van waterstaat
zal a. s. Donderdag niet plaats hebben.
Z, M. heeft de volgende pensioenen verleend
aan dr. P. Harting, hoogleeraar aan de Rijks
universiteit te Utrecht, f 4000; H. W. F. Beindorff,.
adj.-commies 2de kl. ter provinciale griffie van Gel
derland, f 453; G. Buitondijck Kuyk, leeraar aan
de burger-avondschool te Arnhem, 107; J. G. J*.
Van Roosmalen, leeraar aan de burger-avondschool
te Zwolle, f 800; D. Yan Sijll, hoofd eener openbare
lagere school te Zwartewaal, f 781L. Kluit, hoofd
der tweede openbare lagero school te Maasdam,,
f 634; en A. Buyterse, hcofd eener openbare lagere-
school te Oosterland (Zeeland), f 650.
De Gemeenfebegrooflng In dc Sectiën.
Inkomsten.
Huur van huizen. - Met het oog op het vervallen
van het contract waarbij hot gebouw op de Lam
mermarkt, ingericht tot armekerk, gratis in gebruik
was gegeven aan den kerkeraad der Hervormde
gemeente, met 15 September 1883, werd de wensch
geuit dat tijdig aan den Raad een voorstel zeu
worden ingediend, ten einde te beslissen welke be
stemming in het vervolg aan dat gebouw zal wor
den gegeven.
Renten van kapitalen. - Bij dit artikel werd de
aandacht gevestigd op het gering bedrag dat de
gemeente genoot van het door haar aan de Bank
van Leening verstrekt kapitaal ad f 90,000. Het
bedroeg toch nauwelijks 3 pet. De vraag word ge
opperd of het niet wenschelijk ware zoo de ge
meente zich aan deze zaak kon onttrekken en het
op beleening geven geheel aan particulieren kon
overlaten. Door de toenemende concurrentie zon
alsdan het publiek vermoedelijk worden gewaar
borgd tegen misbruiken en te hooge interostborekening.
Hieromtrent werd vorwezon naar het doorderaads-
commissie, benoemd bij raadsbesluit van 2 Nov.
1871, uitgebracht rapport, waarop eene reorgani
satie der Bank is gevolgd, alsmedo naar het door
commissarissen over 1881 uitgebracht verslag. Alge
meen was men in eene sectie van oordeel dat eene
wijziging van do bestaande wetgeving in deze wen
schelijk was en, zooals uit eene mededeeling namens
het Dagelijksch Bestuur bleek, had dat college zich
dan ook reeds, onder overlegging van laatstbedoeld
verslag, ter zake tot de Regeering gewend.