a-3MBüt)i9i3iHniiA'niyfrnni'wf i"~'11 'i1 .éi. rïg»nr-nrr- overeenkomst»g met dat, hetwelk op de plaats waar de misdaad is gepleegd, verspreid lag. Niettegen staande deze en andere aanwijzingen bleef hij, een verhoor ondergaande, ontkennen. Hij is evenwel gevankelijk naar Arnhem overgebracht. Na onder zoek is gebleken dat de dood hoofdzakelijk door verwnrging is veroorzaakt. In een logement te Arnhem zijn Sche- veningsche vischhandelaren door een anderen gast van hun geld beroofd. De dader, een vader van tien kinderen, bevindt zich in hechtenis. Het 8chip „Mere hant", van Schiedam, dat vóór eenige dagen wegens smokkelen te Berwick in boslag is genomen, is, zooals men weet, later ■weer vrijgelaten, omdat het niet bewezen was, dat het schip werkelijk binnen de drie mijlen van de kust was geweest. De Engelsche wetten bepalen namelijk, dat een schip, met aan rechten onderhe vige goederen in verboden verpakking aan boord, indien het binnen drie mijlen van de kust komt, verbeurd verklaard kan worden. Aan boord van de „Merchant'' werd tabak, sigaren, (jenever?) enz. gevonden in allerlei kleine pakjes, klaarblijkelijk tot verkoop gereedgemaakt. - De „Merchant" schijnt dus een van die drijvende kroegen te zijn, die aan vreemde visschers op zee sterken drank en jenever verkoopen en waarover zoo dikwijls geklaagd wordt. Volgens de „Mouse'' is te Blanken- berghe in het hotel „do l'ünivers" een wed- Btrijd gehouden tusschen een Belg en een Hollander in het eten en het drinken van champagne. Op een tafel waren neergezet 600 oesters (50 dozijn) en 15 flesschen champagne. De Belg, een heer uit Brussel, v. R., gaf het op, nadat hij 7 flesschen leeggedronken en 22 dozijn oesters opgegeten had terwijl zijn tegenstander, de kapitein "W. uit 's-Hage, niet ophield voor de laatste oester en het laatste glas uit de laatste flesch verdwenen was. Te Parijs hebben twee personen terecht gestaan, die voor een half jaar bij een juwelier ster aldaar diamanten ter waarde van 236,000 fr. hebben gestolen. De zaak had zich aldus toegedra gen. Een zeer deftig gekleed heer kwam het maga zijn binnen en zocht eon aantal juweelen uit. Hij wilde die betalen met een wissel op een buiten- landsch huis, maar toen daarmede geen genoegen werd genomen, liet hij een zakje, waarin do juwee len waren gestoken, achter, om den wissel tegen bankbiljetten te verruilen. Kort daarna trad een even deftig uitziende dame binnen en kocht een ring. De heer kwam echter niet terug, en toen de juwe lierster 's avonds het zakje opende vond zij er eenige stukjes ijzer in. Blijkbaar had de dame, toen men ringen voor haar uitzocht, het zakje met juweelen, dat op de toonbank was blijven liggen, weggenomen en er een zakje met ijzer, dat ze onder haar man tel verborgen had, voor in de plaats gelegd. De politie werd gewaarschuwd en het gelukte haar in België twee personen op te sporen, die in het bezit werden gevonden van een deel der verdwenen dia manten. De bekende deskundige, de heer Van der Heim, hielp de justitie bij het herkennen der edel gesteenten, die - gelijk zeker niet algemeen bekend is - zoodra zij een groote waarde hebben, zijn be schreven in registers, ovenals ieder burger in die van den burgerlijken stand. Ongelukkig is slechts voor een bedrag van 10,000 fr. van de gestolen 236,000 fr. teruggevonden, en de dieven weigerden halstarrig op te geven waar de rest is gebleven. Do „dame" is ook niet te vinden geweest. De def tige heer en zijn medeplichtige, die opgaven "Wat son en Fulton te heeten, welke namen men voor verdicht houdt, zijn tot 5 en 4 jaar gevangenisstraf veroordeeld. Maar de meeste der ontvreemde juwee len zijn nog zoek. Bij een wedren met hindernissen te Weymouth (Engeland) is de prijs gewonnen door de „Miss May" van baron Van Tuyll. De kleine negotiant. - Leerling: „Meneer, wanneer u me in 'n hoogere klasse plaatst, krijgt u vijf en twintig stuivers van me." Onderwijzer: „Hoe kom je op dat denkbeeld, kwajongen?" - Leerling: „Wel, papa heeft me een rijksdaalder in mijn spaarpot beloofd, als 'k verhoogd word; we kunnen de winst dan deelen." KOLONIËN. BATAVIA, 22 Juli. Van den gouverneur van Atjeh en Onderhoorig- heden is het volgend telegram ontvangen, gedag- teekead Penang, 21 dezer: Door bevriende hoofden gewaarschuwd, dat maraudeursbenden vivrestrans- port AnagaloëngTjot Basetoel op den 13den zouden aanvallen; bijtijds militaire maatregelen kunnen nemen, waardoor kwaadwilligen gevoelige les kregen; zij verloren aan gesneuvelden 30 man, wij kregen 7 gewonden. - Radja Passangan heeft hassil betaald en wordt hier verwacht 18 Juli. In een particuliere correspondentie van de „Java-Bode" uit Kotta-Radja, dd. 12 Juni, lezen we het volgende: Hedennacht braken uit de gevan genis alhier los tien civiele gevangenen, men zegt Atjehers van de gevaarlijkste soort; men staat ver baasd als men de ijzeren stangen ziet die zij doorgebroken hebben. Nu rijst allicht de vraag of die gevangenis onbewaakt is, en dan mag men gerust antwoorden: ja, tenzij men een soldaat als goed wakenden schildwacht gelieft aan te merken, die om don andoren nacht in 6torm en regenbuien als wolkbreuken, op wacht moet trekken, na in den vorigen nacht bijwijze van versnapering van 10 tot 4 uren in hinderlaag te hebben mogen waken, ten prooi van muskieten en ander onge dierte, wat men hier te Atjeh in bijna alle gedaanten ontmoet, zoowel met als zonder breede banden om de slaapmutsen, of hoe men de hoofddeksels ook gelieft te noemen, die men als men lang onder Oostersche volken verkeerd heeft, tot walgens toe heeft moeten aanschouwen. Niet dat ongedierte a 11 ij d een welvaren vernietigt. O, neendoch waar het dit doet, daar haaste men zich het uit te roeien. "Wellicht is het reeds te laat; toch probeeren! Met plannen van hernieuwde aanvallen per prauw van Oleh-leh of aanvallen van onze transporten tusschen Oleh-leh en Boekit Seboen gaat 't voort (toen Pakan Badak nog als post bestond hoorde men daar nooit van in die buurt, ook heeft den marodeur door de opheffing van die post bij aan vallen op onze hoofdplaats een schoongevoegden terugtochtsweg, doch dat is hoogere politiek), aan vallen van onze posten waarbij onze achter de borstwering geplaatste schildwachten sneuvelen, aanvallen van dekkingen tot wegaanlegging, waarbij o. a. 2 officieren, waarvan een doodelijk, gewond werden; schildwachten die bij den Kraton (kruit magazijn) worden afgemaakt en meer van die alle- daagsche voorvallen. Thans gaan naar Lambaroe en Toengkoep, 2 officieren op transport, met onze dien dag vrij van wachtdienst zijnde soldaten, en is de klooftochtkoorts niet meer heerschende. Wat men in kloof Gli Taroem zocht heb ik nog niet mogen vernemen, goud is er evenwel niet gevon den, wellicht gezond verstand! Welnu, dat men zich haaste het uit te reiken aan hen die in de laatste 15 maanden blijken gaven het niet te be zitten of verloren te hebben. Verbeeld u 6 dezer een Earopeesche trouwplech tigheid in den Kraton, waarvan, wegens aanval- berichten op hetzelfde oogenblik, de artillerie bij de geladen stukken slaat en de hekken gesloten zijn. Na verbuiging der stangen door de ontvluchte gevangenen mogen Panteh Peraks bewoners ook wel wat minder bluffen over hun veiligheid achter hun hekjes, doch het is waarzij worden tot nu toe beschermd door één comp. inf. heel heel sterk, (onlangs één soldaat op het appèl brengende). Als het waar is wat men zoo om zich hoort, dan zou de gouverneur weer een oorlogsverklaring heb ben ontvangen. Gezondheidstoestand gelukkig goed, anders zag het er voor de bewoners van Nesoeh treurig uit, die 's nachts bij plotselinge ongesteld heid hulp behoeven en hun garnizoensdoctor moeten halen aan een uithoek van het garnizoen, waar hij juist totaal misbaar is. Verstand of onzin wat gaat hier te Atjeh bovenal??! Van een anderen correspondent ontvingen wij bericht dat het transport naar Tjot (Basetoel) den 3den dezer, des middags om kwart over vijven door een sterke macht hevig beschoten is. De Atjehers kregen evenwel 5 dooden en 11 gekwetsten, terwijl het transport slechts één sol daat verloor. Te Oleh-leh heeft een nachtelijke aanval op den passar plaats gehad, waardoor met recht paniek onder de bewoners ontstond en zelfs eenige per sonen hun heil op de ter reede liggende schepen zochten. Het geweervuur was zoo hevig, dat men dit in den Kraton duidelijk vernam, en het geraden vond onmiddellijk een paar compagnieën derwaarts te zenden. Hoewel zeer vlug ter plaatse aanwezig, konden wij toch niet voorkomen dat de Atjehers een massa gewonden maakten en voor een aan zienlijke som roofden. - De gouverneur, die door de verbouwing zijner woning tijdelijk te Oleh-leh verblijf houdt, achtte het geraden een wacht van ruim 30 mariniers van de „Soerabaia" te ontbieden, om zijne woning te beschermen. Een transport van Pajaoe naar Senelop, sterk 1 off. en 70 man, werd overvallen met dat gevolg dat wjj 1 doode en 4 gewonden hadden, en zoo haastig werd teruggetrokken dat Dr. d. R., die bij dat transport was, zijn goed in don steek moest laten en daardoor een zeer groot geldelijk nadeel leed. Den volgenden nacht werd de bentiug Lepong-ara aangevallen. Door het artillerievuur en de van Anagaboeëng toegezonden troepen, werden de Atjehers verdreven.. Wij hadden één gewonde. Gelukkiger was de luit M., commandant van een transport tusschen Pakan- Badak en Boekit Seboen, die door de Atjehers werd overvallen, doch hen met een verlies van 12 dooden en eenige gewonden op de vlucht dreef. Een treurige tegenhanger van juist genoemd feit is de overvalling van de wegdekking Toengkoep- Senelop. Deze wegdekkiDg, sterk 2 off. en 70 man, werd op den morgen van den 28sten Juni door een 400-tal Atjehers overvallen. Na een voorafgaand salvo zaten de Atjehers dadelijk met de klewang tusschen de troepen en werden beide officieren onmiddellijk buiten gevecht gesteld. Alhoowel onze soldaten kranig vochten, konden zij niet beletten dat de gewonde luit. L. een oogenblik in handen der Atjehers viel en overdekt werd met klewang- houwen. (Beide officieren, doch de eene met weinig hoop, worden in het hospitaal verpleegd.) Behalve de officieren hadden wij 12 gewonden, waarvan dienzelfden dag reeds 3 werden begraven. De At jehers trokken terug met achterlating van 17 ge vangenen, die naar ons aller oordeel wel door het civiel bestuur uit gebrek aan bewijzen op vrije voeten zullen worden gesteld. Yolgens telegram van den resident van Palem- bang heeft de cholera ook ter hoofdplaats van dat gewest een epidemisch karakter aangenomen. Door den gouverneur-generaal van Ned.-Indië zijn de vol gende beschikkingen genomen Civiel Departement. B e d o e m dTot predikant bij de protes- tantschc gemeente te Djokdjokarta F. W. G. Kemmann; tot ven dumeester, tevens kaasier, bij het vendakantoor te Padang (Su matra's Westkust), F. C. Willcmaz. Machtiging verleend: Tot uitreiking aan B. J. H. Greve, A. H. Rademaker en J. Walraven van Winkoop van eene akte van toelating tot uitoefening van de artsenij-bereidkunst als apothekersbediende in Ncd.-Jndiè. Verleend: Een 2-jarig verlof naar Europa, w. ziekte, aau den met rang en titel van assistent-resident, tijdelijk aan den resident van lilcnado toegevoegden ambtenaar A. C. Uljee. Belast: Met de waarneming der betrekking van opzichter 3do kl. bij den waterstaat en 'a lands burg. op. werken, J. J. Van Poel voorde. O n 191 a g e n:, Eervol uit zijne betrekking, w. ziekte, de 2de commies op het residentiekantoor te Batavia, ft. E. Martens. Benoemd: Tot 2den commies op het residentiekantoor te Batavia, C. H. E. Borger; tot boekhouder bij den dienst der werken tot behoud van het vaarwater in den noordelijken ingang van Straat Madura (Westgat Soerabaia), C. J. Brouwer; tot lid vaD den geneeskundigen raad te Samarang A. C. O. Alesncstads, apotheker aldaar. Departement van Oorlog. Benoemd: Tot commandant van het garnizoen9-bataljon van Sumatra's Westkust, de luit.-kol. L. G. Diepenheim; tot adjudant van het corps de 1ste luit. der inf. G. H. Slot; tot plaats, commandant te Padang de luit.-kol. E. Perné; tot adjudant bij het plaats, commando te Padang, de lste luit. C. J. Laceulle; tot adjudant van den commaudant van het reg. cavalerie en van den plaats, cavalerie-commandant te Salntiga, de lste luits. der inf. L. J. De Villeneuve en J. A. W. Oxenaar; tot commandant der inf. te Willem I, de kolonel J. H. Rom&winckel; tot adjudant van den commandant der lste milit afdeeling op Java de lste luit.-adjudant J. A. W. Veustmann. Overgeplaatst: De lste luit. der inf. Jhr. A. E. J. Van Grootenhuis van Onstein en AI. C. Sitsen bij het corps pupillen te Gombong; de majoor der inf. M. N. Reater bij het gsrnizoens-bataljon van de Z.- en O.-afJeeling van Borneo; de 2de luit. der inf. Reimers van PadaDg naar Solok; de milit. apoths. 2de kl. W. Pontier naar Soerabaia, J A. AI. Bressier naar Amboina en D. Van BenDingen van Helsdingen naar Sama rang; de lste luit.-adjud. J. H. N. Kroll naar Batavia ter na dere indecling; de lste luit. der inf. H. O. Stufken9 als batal jons-adjudant naar Soerakarta. Verleend: Een 2-jarig verlof naar Europa w. 12 jaren onafgebroken dienst in Ned.-Indié aan den laten luit.-kwartierm. bij de mil. adm. A. D. Cheriex; wegens ziekte, aan den l9ten luit.-kwartierm. bij de mil. adm. J. L. Kroeze. Bevorderd: Tot laten luit. bij het wapen der art. de2de luit. W. Wethmar. Ontslagen: In verband met zijne detacheeriug bij de Ilde afJeeling der krijgsschool in Nederland, op verzoek, eervol ale adjudant van den gouv.-gen de lste luit. der inf. E. P. C. Sol. Herateld in activiteit: De majoor der inf. R. H. Clarkson en geplaatst hij het lste bataljon inf. tijdelijk te Bandjermasin. Geplaatst: Bij het corps genietroepen te Willem I, de lste luit. der genie H. J. Bijlevcldbij de troepenmacht ter Suma tra's Oostkust de lste luit. der inf. H. P. M. W. Van der Wedden, Departement van Marine. Gedetacheerd: Bij het dep. van marine in Ned.-Indië ten einde werkzaam te worden gesteld bij de ls'e afdeeling van dat dep. de luit. ter zee late kl. bij de Kon. Ned. Marine J. A. Vening, thans commandant van Zr. M6. stoomschip „Makassar." Overgeplaatst: Van Zr. Ms. ramtoreaschip „Koning der Nederlanden" op Zr. Ms. wachtschip te Batavia de luit. ter zee 2de kl. A. C. A. Eschanzier. Van Zr. Ms. wachtschip te Batavia op Zr. Als. ramtorenschip „Koning der Nederlanden" de luitenant ter zee 2de kl. P. Van den Broeke. Van Zr. Als wachtschip te Batavia op Zr. Als. st. „Watergeus de luit. ter zee 2de kl. G. D. Sangster. Van Zr. Als. st. „Sumatra" op Zr. Ms. st. „Cnragao" de luit. ter zee lste kl. J. P- Bubbe Bakker. Van Zr. Als. wachtschip tc Batavia op Zr. Als. stoomschip „Sumatra" als lste officier, de luitenant ter zee lste klasse D. Hordijk.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1882 | | pagina 2