Het tijdstip, waarop de Adder is Tergaan, kan thans, zoo schrijft men nader nit Niouwediep, met veel grond op Woensdag-avond tusschen kwart over negenen en halftien worden gesteld. De opmerkingen in het vorig schrijven daartoe leidende, werden aangevuld door het feit dat werkelijk Woensdag de scheepskost voor Donderdag bepaald, door de be manning werd gebruikt. Het vermoeden dat dit zou geschied zijn, werd reeds in een vorig schry ven geopperd. Het bericht, in de Staatscourant voor komende, dat de „Adder" het laatst gezien was in den namiddag van Donderdag, wat reeds op andere gronden moest worden betwijfeld, krijgt hierdoor nog meer het aanzien van een vergissing. Het latere uur door het horloge van den loods aangegeven, is niet met het bovenaangevoerde in strijd; het ge beurt toch volgens de ondervinding meermalen, dat een goed sluitend horloge in de kleeding van een drenkeling nog geruimen tijd voortloopt. - Ook het vinden van het lijk van den luit. ter zee 2de kl. Jonckheer, als machthebbende officier, stemt met de bepaling van dien tijd overeen. De dienst wis selde op de „Adder" niet tusschen twee, maar tus schen drie officierenJonckheer heeft dus de wacht gehad Woensdag-morgen van 8 tot 12 uren en op dezelfde uren des avonds. De aanteekening van zes uren moet door hem ge maakt zijn, terwijl hij als officier van piket tijdelijk den dienst van zijn voorganger waarnam, die op dat uur het middagmaal gebruikte. De waarschijnlijkheid dat het schip Woensdag avond is gebleven, wordt ook hierdoor steeds grooter, omdat bijna alle aanwijzingen van personen, die het schip zeker gezien hebben, tot het tijdstip van Woensdag-avond gaan. De schipper Kuit uit Sche- veningen heeft de „Adder" nog 's avonds halfacht ten zuiden van Scheveningen gezien en haar toen uit het oog verloren; de stuurman Willem Haas noot van Katwijk aan Zee heeft het schip tusschen halfacht en acht uren ongeveer tusschen Katwijk en Scheveningen gezien, niet zooals elders gemeld is, des nachts en met seinlichten; voor het laatst heeft hij nog den rook van het schip gezien 's avonds bij halftien. Het is noodig zooveel mogelijk bijzonderheden omtrent de ramp en de gevonden overblijfselen te verzamelen, om tot een besluit omtrent het gebeurde te kunnen geraken. Afkeuring verdient waar de verbeelding wordt te hulp geroepen om het lijden der ongelukkigen to schetsen; dit kan de geslagen wonden slechts vergrooten. Maar vooral moet men met nadruk opkomen tegen het streven van som mige zijden om hen, die vermoedelijk schuld heb ben aan deze ramp, door onware voorstellingen te dekken. Door den loodsschipper Teunis Bakker is op de Yliereede gevonden en te Harlingen aangebracht het lijk van een jong man, ouderdom circa 20 jaren, drijvende op een kurken scaphander, zonder eenig merk. De kleeding bestond alleen uit een zwarte oliejekkert en wit linnen broek, waarvan de heup band met het nummer 19751 voorzien was. Later is 't gebleken het lijk te zijn van den matroos 3de kl. K. Patijn. Ook is gevonden het lijk van den 2den stuurman F. G. Schultze. Het lijk van den luitenant ter zee 2de klasse M. Smits was op Vlieland aangespoeld. Het stoffelijk overschot is per „Schorpioen" met het lijk van den luitenant ter zee E. Voorthuysen gisteravond te Nieuwediep aangebracht. De commissaris van den Hoek van Holland is met schipper Den Duik naar de „Frans Naerebout" en „de Schelde" vertrokken. Van gistermorgen elf uren en verder den geheelen dag waren te Scheveningen twee marineschepen te zien, die aan de Zuid verkenningen deden en waar schijnlijk naar de „Adder" zochten. Betreffende het in zijn nommer van jl. Dinsdag geschrevene over den overtocht van monitors van Engeland naar Nederland wordt aan het Vad. van welwillende zijde de opmerking gemaakt dat de door eenige zeeofficieren gedane mededeeling van het onverzeld oversteken van rammonitors niet juist was. De „Tijger" en de „Heiligerlee" zijn toch geen rammonitors, maar monitorsde ram nu heeft veel invloed op de werking van het roer. De „Tij ger" is ook destijds van Glasgow geconvoyeerd door de „Prins Hendrik." De „Tijger" was toen verplicht door hooge zeeën te Plymouth binnen te loopen. De „Tijger" seinde„ik ben bang dat de zee door den schoorsteen zal slaan op de vuren." Com mandant van de „Prins Hendrik" was toen de kapt. ter zee Van Rees; van de „Tijger" do luit. lste klasse Frucht. Ruim f 500 heeft de tooneelvoorstelling opge bracht door de heeren Van Ollefen, Moor en Veltman te Helder ten voordeele van de nagelaten betrek kingen der omgekomenen van de „Adder" gegeven. Te Nieuwediep had gisteren de begrafenis plaats van den bootsmaat Van Balkum, Scholts, konsta bel, Hirs, timmerman, Van Breederode, botteliers- maat, Seeger, hofmeester, Van den Hust, koks maat, Meyer, schoenmaker, Kremer, matroos 2de klasse, Reisiger, Jutte, Theeuwis, Van Driel, matro zen 3de klasse, Buyser, lichtmatroos, Ham, Wage naar, milicien vuurstokers, Smeding, Merk, Schie- mann, mariniers. De stoet vertrok te 11 uren van uit het Marine- hospitaal in de volgende orde: lste een vuurpelo ton; 2de tamboers en pijpers; 3de het stafmuziek corps 4de negen lijkwagens, gevolgd door dragers 5de volgrijtnigen met bloedverwanten; 6de de com mandant van het wachtschip met de officieren der schepen, adelborsten, onderofficieren en schepelingen; 7de de vereeniging Het Metalen Kruis en ond- strijders; 8ste detachementen van de verschillende schepen. De lijkkisten waren bedekt met prachtige kran sen van de bloedverwanten, van den vice-admiraal De Haes, van het Koninkl. Instituut en de ver schillende schepen. De vlaggen van alle in de haven liggende schepen, van het paleis en van alle openbare gebouwen hingen halfstok. Langs den weg dien de stoet volgde, waren alle ramen gesloten en van vele huizon hingen eveneens de vlaggen halfstok. Eene groote menigte was in diepen eer bied langs den weg geschaard. De kerkklok van Den Helder luidde. Bij bet raadhuis sloot het dage lij ksch bestuur zich bij den stoet aan. Op het kerkhof stond langs de paden de infan terie gerangeerd, die de geweren presenteerde. Alle officieren van de zee- en landmacht waren op het kerkhof aanwezig. De vice-admiraal hield eene korte, aandoenlijke rede bij de groeve, waarin 18 bravo menschen waren neergelaten. De plechtige militaire honneurs werden verricht en het stafmu ziekcorps voerde roerende koralen en trenrmarschen uit. De geheele plechtigheid was zeer indrukwek kend en veler oogon waren nat van tranen. Te Egmond aan Zee zijn reeds meer dan twintig zwemgordels aangespoeld, alle afkomstig van den verongelukten monitor, en te Terschelling is een lijk aangevoerd met een scaphander om, vermoedelijk een stoker, door schipper Luit. Het vergaan der „Adder" besprekende, zegt het „Berliner Tageblatt"De Nederlandsche marine heeft een smartelijk verlies geleden. Duitschland, dat het vergaan der „Grosser Kurfürst" nog niet heeft ver geten, weet bij ondervinding wat een verlies zeggen wil als thans onzen bevrienden nabuur treft. Onbegrij pelijk echter is dat zoolang met het opsporen van den monitor getalmd is. Gaarne geven we hier, op verzoek, ook aan het volgende eene plaats: De ondergeteekenden, allen leden der Rijks-Com missie tot het afoemen van examens voor stuur lieden ter koopvaardij, verklaren zich bereid giften in ontvangst te nemen voor de behoeftige achter gelaten betrekkingen der omgekomen opvarenden. J. H. P. E. Kniphorst, Balistraat, 's-Gravenhage. J. C. Van de Poll, Brouwersgracht, Amsterdam. L. Janse B.Zn., Kromme Waal 16, Amsterdam. P. A. De Boer, Prins Hendrikkade 160, Amsterdam. J. P. J. Lucardie, Scheepstimmermanslaan, Rotterd. J. V. Wierdsma, Stieltjesstraat, Rotterdam. Mr. C. C. Dutilh, Wijnhaven 13, Rotterdam. C. F. Zeeman, Kralingen, bij Rotterdam. Mr. J. P. Moltzer, huize Akkerzicht, Velp bij Arnhem.) J. C. Graue, Zandvoort. J. J. H. Stolte, Apeldoorn. W. Van Hasselt, Molenpad, Hilversum." Gistermorgen vertrok van IJmuiden het Engelsche barkschip „Linden", kapt. James Crowe, gesleept door de sleepboot naar zee. In de buitenhaven sprong een man der equipage over boord, zwom naar den wal en vluchtte in de duinen. Het schip voer door, maar door de nasporing der politie werd gemelde persoon later gevat en in be waring gesteld. Te Valence (dep. Dröme) is brand i uitgebroken in het patronenmagazijn van het reg. artillerie. Er waren ongeveer 6000 geladen bommen. I Alles is vernield, maar gelukkig verloor niemand het I leven; een luit.-kol. kreeg een stuk van een bom tegen liet been. - De celluloïd-fabriek te Stains is j insgelijks oen prooi der vlammen geworden. De I schade bedraagt ongeveer 800,000 fr. BUITENLAND. FrankrJjk. Parijs was gisteren zeer opgewonden tegen het feest van heden. Bij het gastmaal op het stadhuis dronk de president van den gemeenteraad op den heer Grëvyhij begroette de doorluchtige gasten en zeide dat het feest door de denkbeelden van vrede en arbeid wordt bozield. De heer Floquet dronk op Frankrijk en Grévy op de stad Parijs; hij sprak zijne voldoening uit dat hij terzelfder tijd aan de zelfde tafel gezeten is met de uitnemendste vertegen woordigers van Frankrijk en de gezanten, allen vereenigd in een gemeenschappelijk gevoel van sym pathie voor de stad Parijs; hij noemde Parijs de bakermat van wetenschappen, letteren en schoone kunsten. Groot-Britauniê. De heer Chamberlain verklaarde gisteravond in het Lagerhuis dat het departement van buitenlandscho zaken aan de Nederlandsche regeering de klachten van de suikerbakkers-vereeniging heeft overgebracht over den invoer van kunstmatig geverfde suikeren de daaruit ontstaande verhooging der suikerpremie, doch dat de Nederlandsche regeering nog niet heeft geantwoord. De heer Campbell-Bannerman, secretaris der ad miraliteit, deelde mede dat gisteren de volgende instructies aan Seymour waren getelegrapheerdDaar de tegenstand ophield en de forten en kanonnen vernield en vernageld zijn, moet gij pogen vriend schappelijke betrekkingen met den khedive aan te knoopen, en zjjn autoriteit inroepen tot herstel der orde in Alexandrië; voorts met Derwisch in over leg te treden, zoo dit doelmatig blijkt, hetzij op uitnoodiging van den khedive, hetzij in overeen stemming met hem, of in zijne afwezigheid met elke andere Egyptische autoriteit. Te Alexandrië eindelijk kunt gij matrozen en mariniers aan land zetten om als potitie ter bewaring der orde dienst te doen, waarvan gij de Europeesche schepen, die tegen woordig zijn, in kennis moet stellen, met uitnoodi ging om mede te werken. Egypte- Het Turksohe adviesjacht „Izzeddin" is gisteren de haven van Alexandrië binnengegaan. Het En gelsche schip „Bittern" was voor het Ramloh-paleis gestationneerd, maar de toestand van den khedive aldaar was hachelijk, daar het paleis omringd was van soldaten, die hem beletten het te verlaten. De brand breidde zich uit naar de haven. Admiraal Seymour zette gisteren 450 mariniers en 150 ma trozen aan land. Het gerucht zeide dat Egyptische troepen buiten de stad zijn samengetrokken. Men vermoedt dat de stad en de forten ondermijnd zijn. De verliezen in de forten gedurende het bombar dement waren enorm. Het getal der eergisteravond verwonde Europeanen was zeer groot. De brand nam steeds toe en de stad was ver laten. Volgens een gerucht was Arabi-pacha met zijne troepen naar Cairo vertrokken. Een ander gerucht zeide dat admiraal Seymour troepen uit Cyprus ontboden heeft. Het eergisteren van de parlementaire vlag ge maakt gebruik wordt schandelijk geacht. Om trent den onderkoning is niets bekend, maar men houdt het er voor, dat hij zich nog steeds in het paleis Ramleh bevindt. Telegrammen. TER REEDE VAN ALEXANDRIE, 13 Juli. (8.45 '8 avonds). Sedert de ontscheping van de mariniers hoort men geweerschoten in de stad. Tewfik en Derwisch zijn gezond en wel aan boord van een der schepen. KONSTANTINOPEL, 13 Juli (4.30 's namiddags). Een groote raad, alle oud-ministers omvattende, is op het paleis vergaderd en beraadslaagt over het zenden van troepen. LONDEN, 13 Juli NR. C.), Volgens de hier aangekomen berichten is de khedive zoogoed als ge vangen gehouden op het Ramleh-paleis, en zou hij afgezet zijn, zoo hij nog in leven is, waaraan wordt getwijfeld. Troepen van Cyprus worden te Alexac* drië gewacht. Een deel der Britsche vloot is naar Port-Saïd vertrokken. Volgens getuigenissen van Arabieren richtte het Britsche vuur overal geweldigde verwoestingen onder de huizen van Alexandrië aan, vooral in het Arabische kwartier. Vele honderden, waar onder eene menigte vrouwen en kinderen, werden ge dood en duizenden gewond. Men raamt het verlie* der Egyptenaars aan dooden op 2000.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1882 | | pagina 2