LEIDSCH DAGBLAD. N°. 6874. Zaterdag 15 Juli. A": 1882; Avond-editie. PBIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers.m 0.05. Deze Coniant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PBIJS DEK ADVERTENTIES: j Van 1—G regels 1.0S. Iedere regel meer 0.17J.' .j Grootere letters naar plaatsrairate. Voor het inctssee- l ren baiten de stad wordt ƒ0.10 berekend. Officiëele Kennisgevingen. De Burgemeester, Hoofd van het Gemeentebestuur van Leiden, brengt ter algemeene kennis dat op heden aan den ontvanger der directe belastingen alhier is ter hand gesteld een op den llden Juli jl. invorderbaar verklaard kohier der personeele belasting, dienst 1881/82, Wijk 5, en her innert voorts een ieder aan zijne verplichting om zijn aanslag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen. Leiden, De Burgemeester voornoemd, 13 Juli 1882. DE KANTER. LEIDEN, 14 Juli. Er bestaat gelegenheid tot verzending der cor respondentie naar Ned.-Indië door middel van het stoomschip „Noord-Holland", waarvan de laatste bualichting aan het postkantoor te Rotterdam is be paald op Zaterdag den 15den Juli a. s., des morgens te halftien. Ten postkantore alhier moeten de brieven enz. dus uiterlijk Vrijdag- nacht te twaalf uren be zorgd zijn. Op de te Utrecht gebonden 105de Algemeene Vergadering der Nederlandsche Maatschappij tot bevordering van Nijverheid zijn tot directeuren be noemd: in plaats van den heer A. C. Kramer dr. D. De Loos te Leiden, in plaats van den heer J. H. Schober de heer H. A. L. Hamelberg, in plaats van den heer J. C. Van Marken Jr. (aftreding 1884) de heer A. P. Ledeboer te Tilburg, in plaats van den heer A. C. Kruseman te Haarlem dr. D. De Haan te Haarlem. - Tot president der Maatschappij werd bij acclamatie herbenoemd de heer J. F. W. Conrad. - Tot honoraire leden werden benoemd de heeren J. H. A. W. baron Van Heerdt tot Eversberg, gouverneur van Curasao; dr. M. Treub, directeur van 's Lands Plantentuin te Buitenzorg, en mr. M. J. H. Van Lier, Nederlandsch consul te Parijs. - De volgende algemeene vergadering zal gehouden worden te Rotterdam. Toen de Wetgevende Macht bij art. 70 der wet van 9 April (Staatsblad No. 67), een einde wilde maken aan al de geschillen omtrent het onderhond van toegangswegen tot spoorwegstations, was eene ongelukkige woordenkeus oorzaak, dat dit doe! nog niet volmaakt bereikt werd. Immers, nadat in 1878 de spoorweg LeidenWoerden voor het verkeer geopend was, beriepen de gemeentebesturen van Zwammerdam en Bodegraven er zich op, dat de toe- ganswegen tot de stations van dien naam niet „tijdens het in werking treden" der wet van 1875 waren aan gelegd. Bij koninklijke besluiten van 11 Januari 1880 werd de juistheid dezer bewering erkend. Er had dus geene overdracht aan de gemeenten plaats. Daar dit intusschen streed met de bedoeling van den wetgever, werd de wet van 31 December 1880 (Stbl. No. 258) in het leven geroepen en daarbij de woor den „tijdens het in werking treden dezer wet", voorkomende in art. 70 van die van 1875, ver vallen verklaard. Thans is omtrent de toegangswegen tot de beide genoemde stations door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland de legger dier wegen in hnn gewest in dier voege gewijzigd dat zij alsnog aan de be trokken gemeentebesturen moeten worden overge dragen. Wanneer nu die overdracht zal hebben plaats gevonden, dan zal inderdaad een algemeene regeling in dit opzicht tot stand gebracht en ten uitvoer gelegd zijn. Op Woensdag 16 Augustus a. s. zal, vanwege den minister van waterstaat en onder zijne goed keuring, in een der lokalen van zijn departement te 's-Gravenhage, worden aanbesteed: het maken van den onderbouw van eene brug voor spoorweg en gewoon verkeer over de Donge te Geertrnidenberg en van eenige andere werken. Bedrag der begroo ting f 307,500. De miiister van waterstaat heeft gisteren de tentoonstelling van locaalspoorwegen te Arnhem plechtig geopend. Van de Nederlandsche Pool-expeditie werd het volgende telegram ontvangen: Wij vertrekken Maandag stellig van Drontheim Daar H&mmerfest, alwaar wij den 22sten dezer den ken aan te komen en zullen blijven tot den 25sten. De postgemeen8chap is van dien aard, dat men er op moet rekenen dat de brieven acht dagen onder weg kunnen blijven. Alles wel. De heer Volck te Utrecht, die bovenstaand tele gram ontving, raadt, met het oog daarop aaD, om van nu af tot en met Maandag 17 Juli de brieven te zenden naar Hammerfest met het bekende adres: Dutch arctic expedition (naam van den geadresseerde) to the care of Mrs. Elisabeth Schjetlein, Hotel Nordpolen, Hammersfest-Norway. Na Maandag 17 Juli neemt de beer Volck geheel de zorg op zich van het brievenverkeer. Zoodra bij hem bekend is dat de expeditie ter bestemde plaatse is aangekomen, zal hij de wijze van corres- pondeeren nader in de bladen bekend maken. Het stoomschip „Amsterdam" is Woensdag van Nieuw-York naar Amsterdam vertrokken, aan boord hebbende de mail voor Nederland en 50 passagiers. Z. M. heeft den heer J. W. Blanken, arts, met 21 Juli a. s., benoemd tot off. van gez. 2do kl. bij de zeemacht; met 2 Aug. a. s., bevorderd tot lsten luitenant bij het corps mariniers de 2de luitenants P. J. Van Trooijen en A. J. Pachlig; benoemd tot directeur van het postkantoor te Ame- rongen F. A. De Klerck Jr., thans commies der pos terijen 3de kl.; tot comm. der posterijen 4de kl. P. C. Bondam, thans surnumerair der posterijen; - benoemd: bij het wapen der genie: tot 2den luit. de cadetten jhr. J. Van Heemskerck van Beest, C. C. Petri en H. M. Van Weel, allen herkomstig van de koninklijke militaire academiebij het wapen der inf. tot 2den luitenantbij het 2de rog. de cadet ten J. Burger en R. Dufour; bij het 3de reg. den cadet J. C. L. Oberholzer; bij het 4do reg. de cadetten W. D. A. Ophorst, J. Ph. Weitzel en D. M. E. De Ridder; bij het 5de reg., den cadet W. B. S. Reedebij het 6de reg., den cadet J. A. Fran ken; bij het 7de reg., de cadetten A. F. W. Stroo en jhr. J. H. Rambij het 8ste reg., de cadetten J. P. Michielsen, Chr. D. Schlosser en J. A. J. Smit; allen van de koninklijke militaire academie; bij het wapen der cavalerie: tot 2den luit. bij het lste reg. huzaren, de cadetten W. Witsen Eliasen L. S. Gerard van Sijsen, beiden van de kon. mil. academie; - bij het wapen der art.: tot 2den luit. bij het lste reg. vest.-art., de cadetten J. Chr. Ten Noever De Brauw, G. A. Van Haeften, A. J. Ph. Pfeiffer en M. Q. Buys Ballot; bij het 2de reg. vesting-artillerie, de cadetten K. Chr. Ketner, J. J. Hector en jhr. W. C. Roëll; bij het 3de reg. vest.- art., de cadetten J. C. M. Pompe, J. A. De Bnxyn en jhr. E. H. J. Storm van 's Gravesandebij het 4de reg. vest.-art., de cadetten A. L. Hesta, S. C. Meerdink, A. Van Tooraenburgh en J. P. Smeets, allen van de koninklijke militaire academie. Gemengd Nieuw». Hedenmorgen had een: persoon het ongeluk voorbij de Nekslnis in don Vliet te vallen. Heel lang behoefde hij in zijn beuarden toestand niet te blijven, daar hij door tweo personeD, die met een schuitje hulp verleenden, «op vasten wal werd gebracht. - Om 3 uren is een me vsje, genaamd H. H., 23 jaar oud, terwijl zij aan den' waterkant goed lag te schuren, aan de Botermarkt te water geraakt, doch spoedig zonder bekomen letoel daaruit gehaald door zekeren De H. Bij de Zorgvlietstraat te 's-Hage ging gisteren een met twee paarden bespannen Tyagen op hol. Op de hoogte van de aschtaal verloor de wagen een wiel en een zijplank, een eind verder op den Noordwest-Buitensingel werd een lantaarn middendoor gebroken en twee wagens beschadigd. Bij de volgende lantaarn geraakte de wagen het onderstboven en werd de lantaarnpaal geheel uit zijn stand gerukt. Toen gelukte het eerst het hollend span te grijpen. De wagen was zeer beschadigd, maar persoonlijke ongelnkken hadden gelukkig niet plaats. Door geheel het land zalmenzekermet genoegen vernemen, dat eenige officieren van de marine te Amsterdam zich hebben gevormd tot oen commissie, om een fonds te verzamelen, waaruit aan de nagelaten betrekkingen der bemanning van de „Adder", onderstand zal worden verstrekt en een eenvoudig gedenkteken, ter herinnering aan het treurig feit, op eeu der kustplaatsen zal worden op gericht. De schout-bij-nacht Escher heeft welwillend het voorzitterschap aangenomen, dat hem door de ontwerpers is aangeboden. - Het zal wel onnoodig zijn onze landgenooten tot het offeren van ruime bijdragen aan te sporen. Een ramp, die zoozeer de algemeene belangstelling heeft gewekt, behoort ook door de algemeene liefdadigheid allerwege in den lande te worden gelenigd. Een „ervaren oad-zeeofficier" deelt aan de Arnh. Cour. zijne beschouwingen omtrent de zaak, die thans aller aandacht bezig houdt, mede dat de Nederlandsche monitors zijn gebouwd voor de ver dediging van kusten en stroomen; wel degelijk is er op gerekend dat die vaartuigen dienst moeten doen langs de kust en zich van het eene maritime station naar het andere „buitenom" moeten kun nen begeven; binnendoor laten hun diepgang en afmetingen niet toe. De opmerking in een der nieuwsbladen, dat noch commandant noch officieren vroeger een monitor hadden gecommandeerd, is z. i. uitgesproken zonder oordeel. De eerste monitors kwamen uit Engeland, waar ze gebouwd waren, en werden door officieren, die nooit gepantserd materieel gezien, veel minder er op gediend hadden, naar Nederland gebracht. Wat de oorzaken nu van het ongeluk aangaat, die zal men, helaas, alleen kunnen gissen; doch die zijn zeer velen behalve omslaan, want voor hooge zee deugen ze niet, er zijn toch nog andere redenen. De heer Simon Van der Aa was een zeeofficier die algemeen als zeer bekwaam bekend stond bij zijne collega's; het is dus te denken, dat, zoo het in zee niet uit te houden ware geweest, hij de „Adder" wel op het strand zoude gezet hebben. Uitzetten van sloepen is bij de minste zee op onze moni tors ondoenlijk; zoo weten wij ook van een der beide officieren die indertijd de reis medemaakten met de „Matador", dat toen Zr. Ms. ramschip „Stier" den monitor zocht en vond, het ergste reeds geleden was, doch dat de „Stier" teen nog wegens de vreemde bewegingen van de „Matador" op zulk een eerbiedigen afstand bleef, dat, ware de „Ma tador" toen omgeslagen, er misschien alleen kans had bestaan de beide op de brug zijnde officieren, den daar ook zijnden loods en roergangers te red den. Op het dek was het niet uit te honden en zou ieder daar over boord geslagen zijn; dit alleen nog maar voor het geval dat de „Stier" bij machte ware geweest hare sloepen uit te zetten. Als andere redenen kan nog gedacht worden aan averij aan de machines, waardoor het onhan delbare schip een prooi der dwars overslaande zeeën werd; 't springen van een huid of kielplaat; 't zelfde der pakkingsbussen waar de schroefassen doorgaan, zooals bij de „Koning der Nederlanden" der Maatschappij Nederland; stooton van een gat op een wrak, en last not least: aanvaring; hoewel do monitors zeer sterk gebouwd zijn, zijn deze en nog andere oorzaken mogelijk.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1882 | | pagina 1