IDSCH DAGBLAD. N°. 6817. A0. 1882. PRIJS DEZER COURANT i Yoor Leiden per 8 maagden1.10. Fraaco per post.s 1.40. AfzoniterDjko Nomraers.0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven- PRIJS DER ADVERTENTIE»! Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17). Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseo- ren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend. Dit Nommer bestaat uit TWEE BLADEN. Eerste Bind. ï)e peiisioenfonds-meetiiig. Yan de 'ceeting in zake het Algemeen Neder- landech Pensioenfonds yoor Werklieden gewagende, spraken wij van een „eersten stap" tot verwezen lijking van het plan. Inderdaad, wij hadden onis dan ook allerminst voorgesteld dat op die bijeenkomst de zoo omvangrijke instelling als met eon too ver slag zou wordon tot stand gebracht. Maar hoe be scheiden onze verwachtingen ook waren, wij kunnen niet ontveinzen dat wij daarin toch nog eenigermate werden teloargesteld. De reden daarvan is niet ver te zoeken; zij is golegeu in de schromelijke ver warring, die de beraadslagingen kenmerkte. Yan een geregelde behandeling der aeht punten van het programma was geen sprake, en toch die punten waren belangrijk genoeg. Wa3 het dan een onmogelijkheid, na toelich ting en, zoo daartoe aanleiding bestond, na verde diging en bestrijding, de vergadering door stemming te doen uitmaken of zij zich al of niet kon vereenigen met het beginsel, in elk puut vervat? Reeds bij de bespreking van het punt dat den inleg der werk lieden als grondslag van het fonds aanneemt, begon de Babylonische spraakverwarring. En geen wonder Daar wareu op de meeting in de eerste plaats man nen aanwezig, die verklaarden zich niet to kunnen vereenigon met het tweeslachtig karakter van self- help en philanthropic, aan punt 2 en 3 gegeven. Hier gold het zeker wel een principieel verschil, dat, zoodra het was opgeworpen, door de vergadering had moeten worden uitgemaakt. Hoedanig do beslissing geweest ware, had niet twijfelachtig kunnen zijn. Of is het niet duidelijk, dat, zoodra het philacthropisch element uit de zaak is verwijderd, deze alle reden van bestaan of, in dit geval, van ontstaan mist? Immers, er bestaan reeds maatschappijen, waarbij ook de werkman zich door middel van eigen con tributie een pensioen kan verzekeren, en dat wel op voordeeliger voorwaarden dan hem volgens de berekeningen van prof. Yan Geer wordeu aangebo den - althans zulke maatschappijen werden op do meeting genoemd. Alleen bij 'de oprichting van een fonds, dat hom, dank zij don steun van workgevers, bijzondere personen en misschien ook van deu staat, voordeeliger voorwaarden kan aanbieden, kan de werkman dus gebaat zijn. Maar wanneer mon eenmaal het beginsel van phi lanthropic bij dat van self help aanneemt, met andere woorden naast do contributie van den werkman ook een reserve: en aanvullingsfonds wil, vervalt teveD.9 de voornaamste reden tot bestrijding - en dat was een tweede belangrijk bezwaar op de meeting - der berekeningen van prof. Yan Geer. Dat fonds toch - punt 3 wordt het met zoovele woorden gezegd - ruoet dionen om het in uitzicht gestolde pensioen zoo dat onverhoopt niet mocht kunnen worden toegekend uit de contributie, tot het beloofde cijfer a;;n te vullen niet alleen, maar ook tot een minimum van f 3 per week op te voeren. Al moge dan ook de hoogleeraar zelf zijne berekeningen, vooral mot het oog op do onzekerheid of de ge volgde statistische opgaven omtrent do algemeeno sterfte wel als basis ook voor den werkman kunüen worden aangenomen, slechts voorloopig noemen, met het reservefonds aan boord zal men n et hot tarief van den hoogleeraar gerust in zee kunnen stekeD. Het verwijt, door sommigen tegen de berekenin gen van prof. Van Geer ingebracht, als zouden zij minder aan den deelnemer beloven dan wel moge lijk is, zou veeleer als een loftuiting kunnen gelden, daar het in allo geval pleit voor degelijkheid en een streven naar de soliditeit. En bovendien, gelijk wij reeds zeiden, het reservefonds is immers altijd daar om de schaal, waar die mocht afwijken, zoo wel ten voor- als ten nadeele van den werkmaD, weer in evenwicht te brengen. Zoo beschouwd, zou do aanneming van punt 2 j en 3, gecombineerd in stemming gebracht, want zij vormen inderdaad een onafscheidelijk geheel, voor de meeting waarschijnlijk heel wat minder bezwaarlijk zijn geworden dan thans het geval was, vooral wanneer zij, die buiten de orde gingen, daaraan waren herinnerd geworden en dus in de onmogelijkheid gebracht do geregelde beraadslaging punt voor punt te belemmeren. Punt 4, de bronnen aanwijzende tot vorming en voeding van het reserve- en aanvullingsfonds, daar onder de staat niet te vergeten, kon geen bezwaar opleveren, wanneer eenmaal het beginsel van toe passing der philanthropie was aangenomen. Dat punt 5 bestrijding, ja krachtige bestrijding ondervond, verwondert ons in geonen deele. De eerste zinsnede daarin voorkomende, wordt door de tweede dan ook volkomen krachteloos gemaakt. „Alleen mannen (gelukkiger redactie ware geweest „alleen zij", immors ook vrouwen worden bedoeld), die van hun 20ste tot hun GOste jaar onafge broken minstens 10 cents, per week zullen hebben ingelegd, kunnen vermeerdering van het pensioen uit het reservefonds verwachten", zoo luidt de tweede zinsnede, maar daardoor wordt de bo- teekenis der eerste regels: „toetreding op eiken leeftijd en verzekering voor eiken leeftijd staan iedereen vrij", geheel illusoir. Zij, die weteü, dat zij nimmer de voordeelen van het reserve- en aanvul lingsfonds zullen kunnen genieten, zouden wel dwaas handelen, indien zij toetraden, daar zij dan bij reeds bestaande maatschappijen zich op voordeeliger voor waarden oen pensioen kunnen verzekeren. Ja, het is zeer do vraag of het tot de bevoegdheid van het evontueele Pensioenfonds zou mogen worden ge rekend, een bepaalde rubriek, ja voor het oogen- blik de overgroote meerderheid der deelnemers uit te sluiten van do baten van een reserve- en aan vullingsfonds, door allo belanghebbenden en belang stellenden met medewerking ook van den Staat bijeengebracht. Neen, de billijkheid brengt mee dat alle deelnemers van de voordeelen van het reserve- en aanvullingsfonds genieten, zij echter, die op later leeftijd toetredeD, natuurlijk percentsgewijze zooveel minder. Handhaving van het beginsel in punt 5 neergelegd, zou naar onze meening voor alleD, op wier financiëelen steun men een beroep deed, een reden kunnen zijn zich van medewerking te ont houden. Daarom betreuren wij het in dnbbelomate dat op do meeting dit punt, dat, en terecht, een zoo ernstige bestrijding voDd, dank zij de verwarde discussie, niet tot klaarheid werd gebl-acht. Yoorts zou bij de uitdrukking: „die van hun 20ste tot hun GOste jaar onafgebroken minstens 10 cents per week zullen hebben ingelegd", een uit zondering moeten worden opgenomen voor hen, die door ziekte of gebrek aan werk tijdelijk in de onmogelijkheid verkeeren het inleggeld te voldoen. Intusschen, door de commissie, welke in over eenstemming met punt 6 door het comité op de meeting werd benoemd, zal bij de vaststelling der grondslagen van het Pensioenfonds nog veel kunnen worden gewijzigd, dewijl de meetiDg te Amsterdam toch geen ander resultaat had dan de benoeming dier commissie, wolke naar onze bescheiden meening wèl zal doen zich niet onvoorwaardelijk door den inhoud der acht punten gebonden te achten, waartoe trouwens niet de minste reden zou bestaan, daar de voorzitter der meeting bij het sluiten der bijeen komst uitdrukkelijk verkkarde dat het doel der vergadering uitsluitend was geweest het uitlokken van publiciteit en voorlichting. Yoor die commissie zal nog heel wat te verrichten zijn, eer zij zal kunnen overgaan tot maatregelen ter vorming van een reserve- en aanvullingsfonds. Zooals de zaak thans staat, zou een beroep op den financiëelen steun van belanghebbenden en belang stellenden al heel weinig baten. Wat dat fonds zelf betreft, ware een vermelding althans van het approxi matief bedrag, dat noodig wordt geacht om het beoogde doel, vooral de verhooging van het toe te kennen pensioen, te bereiken, hoogst wenschelijk geweest. Dat bedrag zal zeer aanzienlijk moeten zijn, wanneer men, wat wij oen levensquaestie voor het Pensioenfonds achten, alle deelnemers, onverschillig van welken leeftijd, een percentsgewijze verhooging uit het reserve- en aanvullingsfonds zal willen toekennen. Zij, die thans met zoo belangolooze bereidwillig heid de taak hebben aanvaard de grondslagen van het Pensioenfonds vast te stellen, mogon bedenken dat zij daarmee een groote verantwoordelijkheid op zich hebben genomen. Indien zij er in slagen een pensioenfonds in het loven te roepen, waardoor de werkman, die zijn belang goed begrijpt, in staat wordt gesteld zich geheel of althans voor een groot deel - zoo mogelijk grooter dan thans voorloopig in de bedoel'mg schijnt te liggen - tegorj gebrek op den ouden dag te vrijwaren, zullen zij zich in waar heid verdienstelijk hebben gemaakt jegens het vader land. Zoo daarentegen de instelling, wier grondslagen zij zullen leggen, of wat het aantal deelnemers, of wat de voordeelen betreft, van al te beperkten aard mocht blijken te zijn, ware het beter dat zij in het geheel niet tot stand kwam; want aan velen, die toch feitelijk niet hadden knnnen deelnemen, zou dan allicht op hoogen leeftijd de hier thans direct of indirect verleende hulp worden onthouden op grond van het bestaan der, zij hot dan ook onvol doende, inrichting. LEIDER O Mei. Tot do Evangeliebediening is door het provin ciaal kerkbestuur van Noord-Holland toegelaten de heer Yan Kleeff, cand. te Leiden. Op 1 Mei werden in de provincie Zuid-Hol land de loden der coramissiën benoemd voor de herziening van do belastbare opbrengst der onge bouwde eigendommen. De provincie Znid-Holland is verdeeld in deze afdeelingen: 's-Gravenhage, Leiden, Delft, Rotter dam, Zoetormeer, Gouda, Woubrugge, Gorkum, Schoonhoven, Yianen, Brielle, IJselmonde, Oud- Beierland en Sommelsdijk. Tot leden van die afdeelingen werd door den Commissaris des Konings o. a. benoemdJ. A. Charbon, grondeigenaar te Sassenheim, en B. Erkelens, grond eigenaar te Alphen aan den Rijn. Door Gedeputeerde Staten werden in die afdeelin gen o. a. benoemd eerstgenoemde tot lidG. De Wit, landbouwer te Noordwijk; P. C. Van Vrij- berghe De Coningh, bloem bollen k woeker te Lisse, en D. Van Konijnenburg, landbouwer to Noordwijk (plaatBverv.); Ph. Van der Breggen, landbouwer te Waddingsveen; A. H. Spruyt, landbouwer te Hazorswoude, en H. J. Augustijn, landbouwer te Zoetermeer (pl.)H. Van Wijk, secretaris-rent meester van het grootwatorschap Woerden te Woor den; G. Spruyt Az., landbouwer te Waddingsveen, en P. Hooftman Jz., boomkweeker en veenman te Gouda (pl.); W. B03, landbouwer te Leiderdorp; J. H. L. Spruyt, administrateur van landerijen te Koudekerk, en D. P. Ramp, landbouwer te Wou- brugge (pl.) Gedurende deze week zijn dagelijks in het Werkhuis alhier opgenomen van 45—62 volwassen personen en van 510 kinderen. De afdeeling „Volksonderwijs" te Waddings veen heeft tot afgevaardigde naar de algemeene ver gadering te Amsterdam benoemd den heer C. C. Regt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1882 | | pagina 1