LEIDSCH
DAGBLAD.
Bi0. 6759.
Ivlaandag 3 April.
A°. 1882.
PRIJS DEZEB COURANT:
7oc: Leiden per 8 maanden1.10.
Freaco peT post.1.40.
AIzunderLtjke Nomiaera.0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
Tan Zon- en Feestdagen, uitgegeven-
PEIJS DEE ADVERTENTIES s
Van 16 regels 1.08. Iedere regel meer 0.17)»
Grootere lettere naar plaatsruimte. Voor het i
ren buiten de stad wordt/ 0.10 berekend.
Dit nommer bestaat nit DKIE BLADEN,
Eerste Blad.
STADS-BEBXCHTEN.
burgemeester en wethouders van leiden
Brengen bij deze ter kennis van belanghebbenden dat de
passage over de Alkemadebrug. gelegen over de Mare
bij den Ondon Singel, van Maandag 3 April a. s. tot
nadere aankondiging, wegens vernieuwing, voor rij- en
voertuigen, paarden en vee, zal zijn afgesloten.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, DE KANTER, Burgemeester.
1 April 1832. E. KIST, Secretaris.
De Internationale Koloniale Tentoonstelling.
Het jaar 1883 belooft in do annalen van Neder
land een merkwaardig jaar te worden. Dan zal in
de hoofdstad de internationale koloniale en uitvoer
handel-tentoonstelling worden gehouden, die thans,
gelijk de dagbladpers het allerwege verkondigde,
„het moeiolijke papieren tijdperk, soms niet zonder
zwarigheden, heeft doorgeworsteld en waarvan het
plan nu gereed is, het programma entworpen", zoo
dat het tijdperk der uitvoering nu is gekomen.
Waar machtige natiën zich driewerf bedenken,
alvorens tot het houden van internationale tentoon
stellingen over te gaan; waar het plan tot het
organiseeren van een dergelijke expositie van alge-
nieenen aard, b. v. in het hereenigd Italië, nog altijd
niet tot rijpheid kon komen, raag het mot volle
recht een merkwaardig verschijnsel worden genoemd,
dat een klein volk als het onze in het vreedzaam
internationaal strjjdperk vooruittreedt.
Het is waar, het geldt hier een expositie van
partiëelen aard, in de eerste plaats een koloniale
expositie, maar door opnemiDg ook van het element
„uitvoerhandel" is daaraan een uitbreiding gegeven,
waarvan de grenzen naar onze meening niet zoo
heel gemakkelijk zijn aan te wijzen en wol eens
een buiten alle berekening vallenden omvang zouden
kunnen aannemen. Indien 'de medewerkende natiën
zich beijveren al die producten in te zenden, welke
van elk land in het bijzonder voor uitvoer ia aan
merking komen, zal or op eon kolossale bergruimte
of liever, wat nog heel iets anders is, uitstallings-
ruimte moeten worden gerekend. Door opneming
van den uitvoerhandel in het programma is het
gebied 7an inzending voor de koloniale mogend
heden aanzienlijk uitgebreid en tevens do gelegen
heid tot toetreding ook voor niet-koloniale mogend
heden geopend.
Met het oog ep die wijde strekking ware het
wellicht verkieselijk geweest het derde onderdeel
van het programma, aan kunsten en kunstindustrie
gewijd, achterwege te laten. Indien het waar is
dat „de vergelijking tusschen het verleden en het
heden van Nederland op dit gebied nogal bescha
mend is" ea dat „de vergelijking van onzen tegen-
woordigen toestand met de reeds vergevorderde
ontwikkeling van het buitenland op dit gebied mis
schien niet streelend zal zijn voor onze eigenliefde",
had men zeer zeker beter gedaan deze derde afdee-
ling niet aan het programma toe te voegen. Of wie
daagt zonder noodzaak een overmachtige tegenpartij
in het krijt, ook al geldt het een vrodelievenden
wedstrijd? Kunst- en kunstindnstrio zijn er, zooals
men dat in het dagelijksch leven noemt, hier wel
ietwat met de haren bijgesleept; zij passen zoo niet
in hot kader eener tentoonstelling, waarbij het kolo
niaal element van den aanvang af op den voor
grond werd geplaatst en nog de hoofdzaak uit
maakt. Intu9schen, nu eenmaal de kunst in het
programma is opgenomen, vestigen wij onze hoop
op Neerlaads verdienstelijke schildersbent om ook
in de derde afdeeling de eer van ons vaderland op
waardige wijze op te houden. En als eigenaardig
heid op eene koloniale tentoonstelling - wij merken
dit ter loops op - zouden een of meer doeken van
den overleden Indischen schilder Radhen Saleh daar
zeker op hun plaats zijn.
Uit hetgeen wij hoven zeiden omtrent de uit
breiding, die do tentoonstelling allicht kan erlangen,
vloeit vanzelf voort dat wij een krachtige mede
werking verwachten, natuurlijk in de eerste plaats
van eigen laad- en stadgenooten. Inderdaad, we
hopen van harte, dat, nu de zaak eenmaal op het
getouw is gezet, de uitslag ook de hoogst gespan
nen verwachtingen moge overtreffen niet alleen,
maar dat de expositie ook in hare gevolgen rijke
vruchten voor ons land moge afwerpen.
Of dat laatste het geval zal zijn, zal grootendeels
afhangen van de wijze, waarop de hoofdzaak, waarop
onze koloniën zullen vertegenwoordigd zijn. In dat
opzicht hebben wij een bedenking vernomen, waar
van wij melding willen maken, omdat zij, hoewel
wij haar niet onvoorwaardelijk deelen, toch niet
allen grond mist. Als koloniale mogendheid is
Nederland benijdenswaardig, duidelijker gesproken,
heeft het benijders. Is het nu verstandig, zoo vra
gen sommigen, met datgene, wat eens anders be-
geerigheid kan gaande maken, zoo onverholen te
koop te loopen Het leeuwhondje, dat een lekker
kluifje wist machtig te worden, doet er zich in
een hoekje aan te goed en zal wel oppassen dat
zijn grootere rasgenooten uit de buurt het noode-
loos in het oog krijgen.
Zij, die zoo redeneeren, vergeten wel eenigszins I
dat hij, die prijs stelt op zijn bestaan, moet be-
ginnen met zijn recht van bestaan to bewijzen, j
Daartoe zal de tentoonstelling van 1883 kunnen
bijdragen, indien zij een volledig overzicht geeft
niet slechts van alles, wat onze koloniën aan het
moederland hebben geschonken, maar ook van het
geen het moederland voor de koloniën heeft ge
daan. Uit do expositie van het volgend jaar zal
moeten blijken, of Nederland zijn schoone roeping als
koloniale mogendheid begrijpt niet alleen, maar ook
vervult. Daarvan zullen de bewijzen aanwezig moe
ten zijn, do bewijzen niet slechts van don bloei der
hoofdplaatsen, maar ook van de welvaart der af-
deolingen zonder onderscheid. Zal de tentoonstelling
„met den meesten aandrang de plichten duidelijk
moeten maken, welke een beschaafd volk door do
voogdij ovor onmondige volken aanvaardt", zij zal
tevens van de vervulling dier plichten door Neder
land moeten getuigen. Daarin ligt de beste waar
borg voor het voortdurend ongestoord bezit, en
alleen bij gebreke daarvan zou de tegen de ten
toonstelling aangevoerde bedenking reden van be
staan beginnen te erlangen.
Maar ook voor de opluistering der tentoonstelling
dient iets gedaan, en dat zal niet moeielijk vallen.
Een reeks afbeeldingen van allen, voorzaat en tijd
genoot, van Jan Pietersz. Coen tot generaal Yan
der Heyden, op wier daden ia Oost of West het
vaderland roem draagt; daarboven in gulden let
teren Het dankbare Nederland en daarnaast:
aan de eene zijde een album met de namen van
hen, die bjjdroogen tet het tastbare huldeblijk aan
den schrijver van „Max Havelaar", aan de andere
zijde het album met de namen van hen, die bijdroe
gen tot het nationaal geschenk aan generaal Yan
der Heyden - wat dunkt u, lezer? Maar één be
ding: laat ons ter wille van het dankbare Neder
land zwijgen van de miskenning van Multatuli en
ook van de kleingeestige pogingen van hen, die
knaagden aan den roem van den held van Sa-
malangan.
IaEIöKNT, 1 April.
Hedenmorgen werden 192 jongens van de
Kweekschool voor Zeevaart alhier overgeplaatst naar
de opleidingsschepen en wol 96 naar Zr. Ms. op
leidingsschip „Admiraal van Wassenaer" te Am
sterdam en 96 naar de„ AnnaPaulowna"te Rotterdam.
Daar er in de laatste dagen meer dan driehonderd
jongens op de Kweekschool gedetacheerd waren,
vangt de nieuwe cursus weer met ruim honderd
jongens aan.
Dr. J. Offerhaus, benoemd tot kerkelijk hcog-
leeraar in do godgeleerdheid te Leiden, zal den
26ston April des namiddags te 2 uren zijne betrek
king aanvaarden door het houden eener redevoering.
De April-aflevering van het „Leeskabinet"
bevat een goed gelijkend portret van wijlen prof.
Goud8mit met een levensschets.
Op de jongst gehouden algemeene vergadering
der Algemeene Yereeniging voor Bloembollen-cultuur
kwam eok aan de orde een voorstel van de afdeeling
Hillegom, om met heeren notarissen en directeuren
van publieke verkoopingeu van te veld staande
bolgewassen in correspondentie te treden, opdat de
noodige maatregelen zouden kunnen worden genomen,
ten einde zooveel mogelijk te voorkomen dat de
bloemen van de openbare veilingen in den handel
komen, waarvoor vereisoht werd dat ze het eigendom
bleven van den verkooper, die de verplichting op zich
moest nomen ze te vernietigen. Over dit punt had
eoae uitvoerige samenspreking plaats: volgens som
migen voorzagen de veilingsconditiën reeds in het
geopperde bezwaar, in sommige gemeenten word er
daarbij bpzonder op gewezen, elders scheen het
twijfelachtig of do kooper het recht had zich de
bloemen der door hom gekochte bollen toe te eigenen;
in allen gevalle achtte de vergadering het nuttig,
dat het hoofdbostuur de aandacht van heeren nota
rissen en directeuren van openbare veilingen van
bloembollen op deze discussie vestigde, om het daar
heen te leiden dat in de veilingsconditiën worde
opgenomen, dat de bloemen het eigendom blijven
van den verkooper en door dezes worden vernietigd.
Er werd mede verslag gedaan van de maatrege
len, die genomen zijn tot uitvoering van het be
sluit der vorige algemeene vergadering ton opzichte
van den handel in afgesneden bloemen. Yan negen
afdeelingen waren de lijsten dergenen, die zich ver
bonden hadden geen bloemen te verzenden, reeds
ingekomen; de afgevaardigden der drie overige
afdeelingen deelden mede dat de circulatie der
lijsten binnen hunnen kring nog niet was afgeloopen.
De nieuw© afdeeling Oegstgeest heeft bericht dat
zij in dezen zal medewerken en zooveel mogelijk
het verkoopen van bloemen binnen haren kring zal
tegengaan.
De voorzitter deelde mede dat door hem is ge
zorgd dat de te dezer zake hier genomen besluiten
in de verschillende buitenlandsche vaktijdschriften
en weekbladen worden medegedeeld.
De afdeelingen Sassenheim-Yoorhout en Noord-
wijk hebben er op gewezen, dat het wenschelijk
ware dat vanwege het hoofdbestuur lijsten tor circu
latie in die gemeenten werden gezosden, waar geene
afdeelingen bestaan, om ook daar handteekeningen
te verkrijgen. De voorzitter zeide dat er plan is om
daartoe over te gaan zoodra alle lijsten der afdee
lingen zijn ingekomen en men zien kan, van waar
nog handteekeningen ontbreken, daar nu reeds de
afdeelingen elk in hare nabijheid in naburige ge
meenten en Haarlem zelfs elders in dien geest
werkzaam zijn, en men eerst dient af te wachten
welke de uitkomst zal zijn van hare pogingdn. Da
aandacht werd in het bijzonder gevestigd op enkele
plaatsen, waar geene afdeeling is en toch vele bloem-
bollenteelders woneD, zooals Voorschoten, Rijnsburg
en Katwijk. Men meende dat de naburige afdeelin
gen daar best zullen kunnen werkzaam zijn. De
afgevaardigde van Wassenaar verklaarde zich
namens zijne afdeeling bereid, de bemoeiingen ook
tot Voorschoten uit te strekken. Hetzelfde zal voor
Rijnsburg en Katwijk aan de afdeeling Oegstgeest
worden verzocht.
De afdeeling Noordwijk gaf in overweging, dat