LEIDSCH
DAGBLAD.
DÜZ&aadag 13 Februari.
i'<°. 674/.
PBIJS DEZES COÜBANT:
PBIJS DER ADVERTENTIE»!
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
Van 16 regels 1.08. Iedere regel meer 0.17$h'
Grootere letters naar plaatsrnimte. Voor bot incassee-
ren boiten de stad wordt 0.10 berekend.
Dit QODimer bestaat nit DRIE BLADEN,
Eerste Blad.
Wet.
De moesten onzer hebben weieens de stelling
hooren verkondigen: „Hoe meer wetten, hoe meer
overtredingen." Volkomen waar: en op dien grond
zonden we de oorspronkelijke bewoners van Nieuw-
Holland on andere in beschaving met hem gelijk
staande bevolkingen zeer gelnkkig kunnen prijzen.
Geen politieman controleert hun gangen, geen kan
tonrechter veroordeelt hen tot zooveel boeten, sub
sidiair een zeker aantal dagen brommens. Tegenover
die voorrechten staan misschien eenige kleine in-
conveniënton, - die we thans buiten behandeling
zullen laten.
Bovengenoemde stolling wordt vooral ten berde
gebracht in vereeDigingen en genootschappen van
particulieren aard. De voorzitter stolt voor over to
gaan tot de benoeming eener commissie, belast met
de eamónstelling van een reglement. Natuurlijk -
dat behoort er bij. 't Staat deftig en kost weinig-
Mijnheer de President", vraagt een nit de ver
gadering, „zouden we hot niet zonder reglement
kunnen öoenp Hoe minder voorschriften, des te
minder overtredingen!"
En toch is die stelling zoo onjniBt mogelijk. Ja,
indien men aan do letterlijke beteekenis van dat
woord overtreding wil bbjven hangen, kan het
er mee door; waar geen grens is getrokken tnsschen
mot al of niet geoorloofde, daar is het ook onmo
gelijk die grens te overschrijden. Voeg er nu bij
dat mon vrij algemeen, - terecht of ten onrechte,
in de meeste gevallen bet laatste - aanneemt dat
hetgeen niet bepaald is verboden, geoorloofd is, en
we zijn er dicht aan toe om een staat van wette
loosheid ais den meest idealen toestand ter wereld
te gaan beschouwen.
Maar indien nn eens de meest nadenkende, of,
laat ons zeggen, met gebruikmaking van een tegen
woordig zeer in zwang zijnde qualificatie, de meest
ontwikkelde leden van het genootschap voornoemd
van oordeel zijn, dat het, ten einde uit de samen
werking der leden de meeste voordeelen te trekken
voor elk hunner, noodig is dat ieder een zeker ge
deelte van zijn persoonlijke vrijheid ten offer brengt, -
dat hij zich eenigen dwang laat welgevallen, - dat
hij bopaalde plichten op zich neemt, en, wanneer
hij die mocht nit het oog verliezen, zich vrijwillig
onderwerpt aan de gevolgen van zijn onwillekeurig
of opzettelijk verzuim, - dan vervalt immers alle
reden, om aan den wetteloozen toestand een einde
te maken, en wordt juist het gevaar voor over
tredingen een prikkel om de wet, dat is de maat
staf en de oontróle dier overtredingen in het leven
te roepen des te sterker?
Nu kunnen, om bij ons beeld te blijven, de
„nadenkende11, op wettelijke bepalingen aandrin
gende leden een zeer, zeer kleine minderheid vor
men. De groote massa is van meening, dat alles
wel kan blijven zooals het is: men heeft een orga
nisatie met een president die de vergaderingen leidt
en een penningmeester die de geldzaken beheert, -
doa „vrijheid, blijheid." Van den kant der wetbe-
geerigen wordt opgemerkt, dat juist het gemis van
wetten voor de vrijheid de meeste gevaren oplevert,
daar het de denr openhoudt voer ruw geweld, voor
gezagsmisbruik, enz. De meerderheid blijft echtor
bij haar gevoelen.
Desniettegenstaande is na betrekkelijk korten
tijd de nagenoeg eenparig van de hand gewezen
wettelijke voorziening tot stand gekomen. Hoe was
dat mogelijk? Wel, een getalsmeerderheid is dik
wijls zeer, zeer sterk; maar een zedelijke meerder
heid, al wordt zij slecht6 door enkele personen ver
tegenwoordigd, is oneindig krachtiger. Het goede,
het ware moet den boventoon voeren: 't kan niet
anders. Het bezit in zich zelf znlk een onbereken
baar stnwvarmogon, dat het do ijsdammen van on
verschilligheid, onwetendheid, baatzucht en - kortom
alle denkbare booze eigenschappen en hartstochten
te pletter stoot. Do kleine mmdorheid heeft, door
de macht harer overtuiging, - misschien werd deze
laatste gestennd door het overredingsvermogen en
het talent der verdedigers, - nit de gelederen der
meerderheid aanhangers gelokt, en is op haar benrt
meerderheid geworden, waarmede de overwinning
een voldongen feit werd. Of wel, de eeno of andere
gebeurtenis heeft aan de publieke opinie een schok
gegeven en opeens het bewijs geleverd dat de min
derheid gelijk had, zoodat er op spontane wijze
een geest van hervorming vaardig werd over de
massa, met uitzondering van enkelen, die zich
door de algemeeno beweging niet hebben laten
medeslepen, doch als eenzame wachters hun post
op de verlaten veste blijven handhaven. Hebben zij
misschien gelijk? Is die hooggeroemde overtui
ging niets meer dan een ijdele waan, waardoor de
goé lieden zich hebben laten inpakken Is die alge
meeno en plotseling opgekomene geestdriftvoor
hervorming niets andersvdan een zinsbegoocheling,
die verdwjjnen zal als het nuchter verstand weer
gelegenheid krijgt om zich te doen hooren?
Misschien.
En dan zullen die eenzame achterblijvers, door
allen verlaten en wien men thans met zeker min
achtend medelijden den rug toekeert, ook stellig weer
tot meerderheid aaDgroeieD, - zij of hnnno nakome
lingen on geestverwanten. Met schommelingen breekt
de waarheid zich baan, - maar komen doet zij, en
haar tegenstanders moeten zich eindelijk wel
gewonnen geven. Daar helpt niets aan.
Zoo ongemerkt hebben we ons „beeld" laten
glippen. „Der Mohr hat seine Schuldigkeit gethan."
De „wet" is er. Vastgesteld werd - wat ieder
moet weten - („que nul n'est censé ignorer:"
wanneer zal het eens ophouden fictie te zijn?) en
betrachten. Ook de minderheid, die door alle middelen
het tot stand komen dier voorschriften poogde te
keer te gaan. Zij mag blijven protesteeren, -zij mag
propaganda maken voor haar intrekking, - maar z ij
moet gehoorzamen, zander in het geringste van
haar af te wijken.
Doch nu zorge ook:
Eerstens de overheid, dat die wet gehand
haafd wordt, zonder aanzien des persoons, zonder
zwakheid of door-do-vingers-zienerij, naar de letter
en naar den geest. De wet is - de boven alles
eerbiedwaardige. Volkomen onderwerping aan haar
gezag verhoogt een volk, doch een magistraat die
duldt dat men haar miskenne, is oorzaak dat de
zedelijke kracht der natie verdwijnt.
Tweedons - alle burgers werken mede, om
overtredingen tegen te gaan, of, zoo zij geschied zijn,
onder de aandacht der bevoegde autoriteit te brengen.
Daar, waar de overheid niet kan zien, wordt zij
geholpen en ingelicht; waar zij niet wilde of niet
durfde zien, poge men door gepaste en desnoods
krachtige middelen (die onder zekere omstandigheden
ook gepast zijn) haar tot plichtsbetrachting te
nopen, 't Is zoo, ah gij wetsverkrachting aan de
kaak stelt, dan zal Jan Rap u misschien een
„verklikker" ef zo» iets noemenwe gelooven echter
niet, dat Jan Rap's opinie in deze van veel gewicht
behoeft gerekend te worden.
LEIDEN, 11 Februari.
Heden zijn aan de universiteit alhier bevorderd
de heer B. Van der Feen, geb. te Tholen, tot
doctor in de rechtswetenschap, met academisch
proefschrift, get.: „Eenvoudige diefstal"; - de heer
H. Ten Kate Fennema, geb. te Nijmegen, tot doctor
in de klassieke letteren, met academisoh proefschrift,
get.: „Quaestiones parthicse"; en de heer D. Brains,
geb. te Dieren, mede tot doctor in de klassieke lette
ren, met academisch proefschrift, get.: „Plutarchi
vita Pompeii cum Cioeronis testimoniis oollata."
Door de liberale kiesvereeniging „Het Alge
meen Belang" is tot candidaat voor het lidmaatschap
van den gemeenteraad gesteld mr. N. K. F. Land,
advocaat alhier.
Gisteravond werd de algemeone vergadering
gehouden der Leidsche Vereeniging tot bevordering
van geregeld Schoolbezoek. Uit het verslag, door
den secretaris uitgebracht, blijkt dat door de mede
werkers zooveel mogelijk het hnisbezoek wordt voort
gezet. Enkele kinderen die te vroeg de school had
den verlaten, zijn door hunne tnsschenkomst weder
op de school ternggekeerd. Acht leerlingen bezoeken:
voor rekening der vereeniging do Burgeravondschool.
De Herhalingsschool blijft steeds aan de verwaohting
beantwoorden. Zij wordt nn bezocht door 15 leer
lingen. Opmerkelijk is het dat het aantal meisjes
steeds afneemt; dit is waarschijnlijk hieraan toeta
schrijven dat zjj reeds vroeg tot kleine diensten
worden gebruikt. Het jaarlijksch kinderfeest is we
derom gehouden, tot groots vreugd van de jonge
gasten. Het aantal contribneerende leden neemt
steeds af. Dit is zeer te betreuren; het goede doel
dat men tracht te bereiken, verdient ten volle den
steun der burgerij.
De Kweekschool voor Zeevaart alhier telt
thans de aanzienlijke bevolking van 250 leerlingen.
Hiervan zullen er met 1 April een honderdtal op
elk der opleidingsschepen „Anna Paulowna" en
„Admiraal van Wassenaer" worden overgeplaatst.
De Staatscourant van heden bevat het ver
slag der commissie van 1 Ang. 1881 tot 1 Ang.
1S82 belast met het afnemen der practisch genees
kundige en tandheelkundige examina te Leiden.
Gedurende deze week zijn dagelijks in het
Werkhuis alhier opgenomen van 5675 volwassen
personen en van 912 kinderen.
Tot groot genoegen van vele inwoners vernemen
wij dat bij den Raad der gemeente Koudekerk -
aldus schrijft men ods van daar - is ingekomen een
adres van de heeren Dibbetz en Sillevoldt om binnen
die gemeente een stoomtram te mogen aanleggen.
Do weg, dien deze dan zon nemen, is, naar alle
waarschijnlijkheid, van af Aarlanderveen tot Leider
dorp en vervolgens de brug over en dan door naar
Leiden. Het is te wenschen dat de raad op dit
request gnnstig moge beschikken, te meer daar wij
dan tevens zouden verbonden worden met het tele-
graafnet, hetzij door de telegraaf zelve, hetzij door
een telephoon. Daarbij vernemen wij dat de onder
nemers genegen zijn zeer gunstige contracten te
sluiten met de onderhoudsplichtigen vau den weg.
De bevolking der gemeente Hazerswonde be
stond op 31 December 1881 nit 1617 mannen en
1617 vrouwen. In gemeld jaar werden er geboren
75 m. en 76 vr., hebben er zich gevestigd 78 m.
en 88 vr., zijn er overleden 52 m. en 48 vr. en
zijn er vertrokken 105 m. en 97 vr. Het getal
voltrokken huwelijken bedroeg 33.
Ter vervulling der vacature, welke eerlang
ontstaan zal door het vertrek van den heer Van
der Sluis als hoofdonderwijzer aan de Chr. school
te Alphen, is een drietal gevormd, bestaande nit
de heeren Krnyer, hoofdonderwijzer aan de Chr.
school te Middolharnis, Verhorst, idem te Enkhuizen,
en Van Egmond, hulponderwijzer te Utrecht.
Men schrijft ons nit Zegwaard: Gisteravond
bracht eene commissie nit de ingezetenen, door eono
ontelbare menigte omringd, met fakkels en banieren
eene serenade aan den onlangs benoemden burge
meester den heer C. L. J. Bos, woonachtig in de
aangrenzende gemeente Zoetermeer, voor wien»
woning door het muziekcorps van hot 4de bat. jagers