Maandag 19 December. N°. 6700. A". 1881. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Tweede Blad. LEIDSCH DAGBLAD. PEIJS DEZER COURANT: Toor Leiden pet 3 maanden1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers.0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN Van 18 regels 1.06. Iedere regel meer 0.17|. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incassee- ren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend. LEIDEN, 17 December. In de jongst gehouden gewone vergadering van de afdeeling Leiden en omstreken der Hollandsche Maatschappij van Landbouw kwam onder de te be handelen punten allereerst in aanmerking het ver slag der algemeene vergadering te Schagen gehou den, dat in handen van al de leden is, en waar mede in verband staat eene circulaire van het hoofdbestuur, waarbij de afdeelingen worden uitge- noodigd om, indien zich onder den kring der afdeeling eene gemeente bevindt, die bereid mocht worden bevonden eene vakschool voor zuivelberei ding op te richten, daarvan het hoofdbestuur in kennis te willen stellen. De heer Rinkes Borger, eerste afgevaardigde naar de bedoelde vergadering, herhaalde in korte woor den het aldaar over deze zaak, ook door hem ge sprokene en bleef als zijne meening volhouden dat hij gaarne medegaat met het plan tot oprichting van vakscholen voor den landbouw, maar dat hij zich niet kan vereenigen met de wijze waarop men de zaak wenscht aan te vatten. Er behoort eerst een vast plan te worden gemaakt en bepaald te worden wie de zaak zal exploiteerenzoolang er geen goede grondslagen zijn gelegd, schjjnt het moeielijk het gemeentebestuur er mede te moeien. Hij meent dat Leiden door zijne ligging, zijne groote vee- en botermarkt, zijne vele hulpbronnen en inrichtingen voor wetenschappelijk onderwijs, als het ware aan gewezen zou zijn zoodanige vakschool met gunstig gevolg op te richten. Een verzoek van de afdeeling Zoeterwoude-Lei- derdorp, ook door de afd. Noord wijk ondersteund, om aan de regeering dezer stad te verzoeken de Beestenmarkt met boomen te doen beplanten, vond weinig bijval. De boomen toch, daar geplant, zouden eerst na eenige jaren aan het beoogde doel kunnen beantwoorden; het marktterrein zou daardoor nog kleiner worden; menschen en dieren zouden ook wellicht van den afdruipenden regen en vocht, ook van vliegen en andere insecten, meer te lijden kun nen hebben dan thans. Algemeen werd echter erkend dat de Beestenmarkt niet aan de eischen van eene goede marktplaats voor vee voldoet en het om meer dan eene reden zeer wenscheljjk is dat deze door eene betere plaats worde vervangen, waartoe het z. g. Schuttersveld, even buiten de gemeente ge legen, wel geschikt zou zijn. Tevens werd het wen- schelijke betoogd dat zoodanige marktplaats over dekt moest zjjn, en het zou misschien mogelijk zijn dat bij een uitbreiding der grenzen van de gemeente, meer dan eene geschikte plaats daarvoor beschik baar zou komen. Op verzoek van den voorzitter deed de heer Steenhauer, als voorzitter der commissie tot vast stelling der boterprijzen van de wekelijksche markt alhier, dienaangaande eenige mededeelingen, waar uit blijkt dat de nieuwe maatregel, hoewel nog in zijne beginselen, geacht kan worden goed te wer ken. Eene zaak evenwel, waarvan men wekelijks verdriet heeft, is het tabak rooken, hetgeen zoo nadeelig is voor verkoopers en gebruikers, terwijl door de politie dit niet kan worden belet bij ont stentenis eener verordening die daartegen straf be dreigt, en zulks niettegenstaande spr. meende dat reeds voor vele weken aan het gemeentebestuur is ver zocht aan dien toestand een eind te maken. De klacht van den heer Steenhauer en het verlangen naar verbetering, werden algemeen gedeeld. De voor zitter zeide dat het hem bekend is, dat spoedig de algemeene politieverordening zal worden gewijzigd en dat daarin ook de verlangde bepalingen tegen het rooken enz. zullen worden opgenomen. Pe heer Rinkes Borger vroeg nogmaals het woord om nader terug te komen op het verslag van het verhandelde in de algemeene vergadering. In die vergadering toch werd door gebrek aan tijd een voornaam punt der agenda niet behandeld, nl. „het bespreken der middelen waardoor het verval- schen van natuurboter door kunstboter kan worden tegengegaan." Spreker betreurde het zeer dat dit punt niet behandeld kon worden, omdat naar zijne overtuiging do zuivelbereiding evenzeer behoefte heeft aan vertrouwen in den handel barer producten en aan middelen om dat vertrouwen te bevestigen, als aan vakscholen. In verband hiermede merkte spreker o. a. op dat de tijd die in de algemeene vergadering beschikbaar is voor een groot gedeelte wordt ingenomen door het lezen van verslagen die evengoed in het Maand blad der Maatschappij gelezen kunnen wprden, waar door voor ernstige zaken allicht tijd te kort komt. De voorzitter was het in deze volkomen met den spreker eens en achtte het wenschelijk deze punten onder ie aandacht van het hoofdbestuur te brengen. De voorzitter bracht ter tafel een verbeterden magarimeter, vervaardigd door prof. A. Mayer te Wageningen en door de afdeeling aangeschaft naar aanleiding van een aan het gemeentehestuur gericht schrijven van de heeren Orobio Castro te Am sterdam, die dit werktuig in den handel brengen. De voorzitter gaf eenige verklaring hoe men dit werktuig moet gebruiken om te onderzoeken of boter ook kunstboter bevat. De heer Rinkes Borger voegde hieraan toe dat hij "Ha genomen proeven meent dat dit werktuig meer geschikt is voor een laboratorium dan wel voor de praktijk. Het bedoelde onderzoek berust op het verschil in het soortelijk gewicht van botervet en andere vetten. Dit verschil is echter zeer gering, zoodat het resultaat van het onderzoek altijd eenigszins twijfelachtig is. Na afloop der werkzaamheden deelde de voor zitter mede dat de heer J. Plemp alhier benoemd is tot secretaris-penningmeester dezer afdeeling, in plaats van den heer A. C. Smit, die als zoodanig zijn ontslag had verzocht. Aan dien heer werd met eene voor hem vereerende toespraak van den voor zitter namens onderscheidene leden, wier namen in een album zijn opgenomen, als aandenken aan zjjne goede diensten aan deze afdeeling bewezen, een sierlijke fauteuil aangeboden. Bij de wet van 30 December 1880 (Staatsblad n°. 254) is, in afwachting eener nadere regeling, bij de herziening der wet van 7 April 1869 (Stbl. n°. 57) de termijn, binnen welken de weegwerktui gen in gebruik op 31 December 1872, en de gas meters,'in gebruik op 31 December 1875 van den ijk vrijgesteld waren, tot 1 Januari 1882 verlengd. Daar het zich laat aanzien dat het bij de Tweede Kamer aanhangige wetsontwerp tot herziening der wet van 1869 op 1 Januari 1882 niet tot wet zal zijn verheven, zal het ter voorkoming van moeie- lijkheden voor de gebruikers van weegwerktnigen noodig zijn den gestelden termijn nog op 1 Juli 1882 te verlengen. Tot dat einde strekt het wets ontwerp dat bij de Tweede Kamer is ingediend. Hoewel de ijk der in gebruik zijnde gasmeters thans bijna overal plaats heeft gehad, schijnt het wen schelijk, met het oog op den op enkele plaatsen nog bestaanden achterstand, het uitstel ook voor deze voorwerpen toe te staan. Gedurende deze week zijn dagelijks in het Werkhuis alhier opgenomen van 4767 volwassen personen en van 711 kinderen. Ten opzichte van de nadere inlichtingen op het adres van L. R. C. De Jong te Paramaribo, ten deze handelende voor L. en F. De Jong, hou dende klachten over handelingen van den gouver neur van Suriname, hebben de heeren Gleichman, Oldenhuis Gratama, Yan der Hoop Yan Slochteren, Rutgers Van Rozenburg en Schaepman als amen dement voorgesteld, om in de conclusie van het verslag der commissie omtrent de nadere inlich tingen op het adres van L. R. C. De Jong te Paramaribo, het slot volgende op de woorden te verklaren, te vervangen door het volgende: „dat de Kamer zich teleurgesteld ziet in de ver wachting dat de minister er in slagen zou door nadere inlichtingen de ongegrondheid der aantij gingen, door de adressanten De Jong en Muller tegen den gouverneur van Suriname ingebracht, in een helder licht te stellen en „dat haar de wei gering van verlenging van de pacht der firma De Jong van het perceel groot 4000 hectaren, in het district Boven-Suriname, door de van regeerings- wege medegedeelde beweegredenen vooralsnog niet gerechtvaardigd voorkomt." Naar men verneemt, bestaat bij den minister van oorlog het plan om in alle militaire hospitalen ontsmettingsovens op te richten. De officier van gezondheid lste kl. bij de zeemacht, L. I. Van Coevorden, uit Oost-Indië in Nederland teruggekeerd, is op non-act. gesteld. Z. M. heeft den luit. ter zee lste kl. R. Wijmans, op zjjn verzoek, met 15 December, eervol uit den zeedienst ontslagen; - aan F. J. Behr eervol ontslag verleend als waterschout te Scheveningen, gemeente 's-Gravenhage; - aan L. L. Lebet, geboren te Neu- chatel (Zwitserland) en aan E. Guthrie, geboren te Gateshead (Engeland), mits zij overigens aan de daartoe bij de wet gevorderde vereischten voldoen, vergunning verleend tot iiet geven van middelbaar onderwijs hier te lande; - met 1 Januari a. s. tot hofjagers aangesteld G. Koldenhoven enVanLeer- sum, zooals er, volgens Duitsch gebruik, een bij nu wijlen prins Frederik in dienst was; - met ingang van 1 Januari a. s. benoemd tot directeur van het postkantoor te Prinsenhage, P. Keg Czn., thans commies der posterijen van de 2de klasse. INGEZONDEN. Geachte Redacteur, Geen wonder is het dat de journalistiek, ten gevolge van den ontzettenden jongsten brand in het Ring- theater te Weenen, eene scherpe afkeuring uit spreekt over de nalatigheid en verregaande onver schilligheid der beambten van de brandweer en politie, en het gebrek aan genoegzame voorzorgsmaatregelen in het algemeen. Trouwens het feit geeft stof te over tot opmer kingen, waarschuwingen en wenken, die niet in den wind mogen geslagen worden. Mijns inziens is het althans wenschelijk, dat ook onze gemeentebesturen in deze treurige ervaring aanleiding mogen vinden, om een opzettelijk onderzoek te doen instellen naar den toestand der schouwburglokalea en alle openbare gebouwen, waar zich in den regel menschenmassa's verzamelen, bepaaldelijk wat de verlichtings- en verwarmings-toestellen, en niet minder wat de uit gangen betreft. Inzonderheid meen ik dat het tot een algemeenen maatregel moest gesteld worden, dat de deuren van de onderwerpelijke uitgangen naar buiten openslaan, ten einde bij het opdringen van menschenmassa's bij eene eventueele paniek te voorkomen, dat de toegang tot de straat als van zelf worde versperd. Het denkbeeld is niet nieuw, maar toch naar ik meen, niet algemeen toegepast. Zelfs inonzeStads- Gehoorzaal slaan de deuren van den hoofdingang naar binnen, en hoewel er nog een uitgang bestaat op de Aalmarkt, twijfel ik er zeer aan of men de straat van dien kant wel gemakkelijk zou kunnen bereiken. Terwijl ik u, geachte Redacteur, dank zeg voor de mij toegestane plaatsruimte, vlei ik mij dat mijne goede bedoelingen in deze door u zoo al niet gedeeld, dan toch erkend zullen worden. Leiden, 16 Deo. 1881, Aequitas,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1881 | | pagina 5