N°. 6699. Zaterdag 17 December
A\ 1881.
Ten Sale's Nieuwe Gedichten
Deze Gotirant wordt dagelijks, met nitzonderin:
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
LEIDSCÏÏ
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
?o©f Leidea per 8 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afaooderlijke Nommers.0.05.
PRIJS DER ADYERTENTIEN:
Van 18 regel» 1.05. Iedere regel meer 0.(7$»
Grootere letters naar plaatsrnimte. Voer het ineassee-
ren buiten da stad wordt 0.10 berekend.
HET PREMIE-BOEKWERK
is
GEHEEL UITVERKOCHT.
S3'T A. D.BERIOHTE3V.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS tan LEIDEN,
Gezien bet adres van JOHAN ADAM REUTHER, spekslager,
wonende alhier, houdende verzoek tot oprichting van eene slachterij
en roolerij in h^t perceel aan de Hoogesroerd N°. 74;
Gelet op de artt. 6 en 7 der wet van 2 Juni 1875 (Staatsblad
n». 95);
Gaven hij ieze kenais aan het pnbliek dat genoemd verzoek,
met de bijlagen, op de Secretarie dezer gemeente ter visie gelegd
iaalsmede dat op Vrijdag den 30»ttn Dec. a. s., 's voormid
dags te elf uren, op het Raadhuis gelegenheid zal worden gegeven
em boxwaren tegen dat verzoek in te brengen.
Burgemeester eu Wethouder» voornoemd,
Leiden, DE KANTER, Burgemeester.
16 Decen.iw,r 1831. E. KIST, Seeretari».
S£DS-i.\, 16 December.
In oen door de theologische faculteit alhier
gehoudon vergadering, is besloten een adres te
zenden aan de Synode, ten einde haar te verzoeken
aan prof. Acquoy, totdat zijn opvolger is gekomen,
het recht toe te kennen examen af te nemen en
voor te zitten bij proefpreeken, opdat zij, die in
Mei 1882 proponents-examen willen afleggen, geen
vertraging zouden ondervinden. Daarna bracht het
bestnnr ter sprake dat men uit het oogpnnt van
recht en billijkheid zeker algemeen onaangenaam
getroffe n vras door de bij de Synode ingediende
voordracht ter vervanging van prof. Acquoy, omdat
de moderne richting hierbij geheel was voorbijgegaan.
Yan de 6 professoren nu door de Synode benoemd
toch, zon er dan geen enkele behooren tot een
richting dia toch waarlijk niet als dood mag aange
merkt worden. De commissie van voordracht ontkent
hierdoor feitelijk het recht van bestaan der moderne
richting. Daar natuurlijk de benoeming niet kan
worden verhinderd, stolde de praeses voor, aan de
drie predikanten welke werden aanbevolen, eon ge-
lijkluidetiden brief te zenden, waarin (met de be-
scheidenheid die aan studenten tegenover een aan
staandon boogleeraar past) werd uiteengezet, dat
den studenten in de theologie deze voordracht verre
van aangenaam was. Na een levendige discussie
werd het voorstel in stemming gebracht; de stemmen
staakten, zoodat een volgende vergadering hierover
zal mosten beslissen. Het argument er tegen inge
haald waseischt de billijkheid al, dat een modern
hoogleeraar wordt benoemd, die billijkheid verbood
thans hierover hen aan te vallen die bniten eigen
toedoen werden voorgedragen.
Bovenbedoelde nadere vergadering had hedenmid
dag plaats. Daarin werd, op voorstel van den praeses,
de volgende motie aangenomen: „De vergadering,
kennis genomen hebbende van de voordracht voor
de benoeming van een hoogleeraar ter vervanging
van dr. J. G. R. Acquoy, sproekt hare verwondering
en haar leedwezen uit, dat daarin geen reke
ning is gehouden met de moderne richting en gaat
over tot de orde van den dag."
Dat „te" is toch een leelijk woord, zoo klein
als het isoveral doet het kwaadzelfs de beschei
denheid is het in staat geheel en al te bederven
Daar kan minister Six nu van meepraten.
Z.Exo, wenschte nu ook eens te excelleeren in
de bescheidenheid; hjj kon bij geen mogelijkheid
bescheidener wezen; maar de Kamer had alweer
wat aau te merkeu; zij vond den minister thans
te beschoiden.
Minister Six kendo zich zeiven en kende de
Kamerhij schiep zich volstrekt geene illusies om
trent het succes van een post voor een nieuw nni
versiteitsgobouw te Leiden; dat er door te halen,
liet hij gaarne over aan latere torschers van den
miiiisteriëelen last; zijn eerzucht strekte zich min
der ver uit.
Het ging hom niets aan of de zaak op de lange
baan bleef; een kleine voldoening voor latere jaren
had bij zich echter toegedacht. De minister wenschte
later, als hij eens geen minister meer is en er te
Leiden eindelijk eene nieuwe hoogeschool verrijst,
bij zich zelvon te kunnen zeggen„Dat is toch
voor een deel ook mijn werk, wanttoen ik
minister was, hielp ik de plannen „in herinnering"
bljjven." En op zijne bogrooting plaatste hij eon post
„pro memorie."
De Kamer vond dat echter al te bescheiden, het
kwam haar verdacht voor, zij doorzag het fijne
van do zaak on rustte niet vóór dat doodonschul
dige postje, dat niemand kwaad deed, dat maar
een regeltje papier in beslag nam en geen cent
meer kostte, dat er louter als een kleine voldoe
ning voor minister Six op stond - groote mannen
hebben soms hunne kleine zwakheden - vóór dat
nuchtere postje weer geschrapt was. Het mocht er
niet bljjven.
Hard; maar nog meer: wreed! Wreod, omdat
de minister waarlijk toch zoo veel voldoening niet
smaakt, maar vooral omdat de Kamer er nog plaag
ziek bij werd en, nu er een memoriepost was uit
getrokken, beweerde dat zij wel ooren zou gehad
hebben naar een ferme som voor een flink gebouw,
terwijl toch ieder weet dat een flinke ferme som
alle kans had gehad om in een memoriepost ver
anderd te worden.
Dat Leiden zonder nieuwe Universiteit en de
Ruïne een rüïno blijft, zal Leiden, noch de Ruïne,
noch do Kamer, noch den minister, noch iemand
in het land verwonderen; daaraan was men zoo
langzamerhand reeds gewoon geraakt. RottNbl.)
Door de ambachtsvrouw van Heenvliet is uit
het haar aangeboden tweetal tot predikant bij de
Hervormde gemeente aldaar gekozen de heer F. Pijper,
candidaat te Leiden.
De Prins van Oranje heeft een paar prachtige
Boheemsch-kristallen vazen als prijs geschonken voor
de loterij, te houden ton behoeve van de armen te
Middelburg.
Aan de rijks-universiteit te Utrecht is bevorderd
tot doctor in de geneeskunde de heer H. B. Yan Nes,
geboren te Boskoop, na verdediging van het proef
schrift „O ver gevolgen van het sluiten van slagaderen
der hersenen."
De Koning en de Koningin hebben, naar de
N. R. C. verneemt, het voornemen om in Maart o
April a. s. zich naar Engeland te begeven, ten einde
de trouwplechtigheid van de zuster van H. M. met
den jongsten zoon van de koningin van Engeland hij
te wonen.
Men verneemt dat prinses Hendrik de uit
voering der Haagsche Koninklijke Zangvereeniging
„Cecilia", ter nagedachtenis van wijlen PrinsFrederik
op a. 8. Dinsdag te geven, met hare tegenwoordig
heid zal vereeren.
Volgens de „Börsen-Zeitung" vragen de erf
genamen van prins Frederik f 12,000,000 voor de
heerlijkheid „Muskau" in Silezië.
De opbrengst der uitvoering, door den heer
Van Znylen te Rotterdam gegeven ten voordeele
der betrekkingen van de slachtoffers van den brand
te Weenen, bedraagt f 617.58. Dat bedrag is ge
heel aan den Oostenrjjksehen consul uitgekeerd,
zonder aftrek van kosten.
Volgens een gisteren uit Indië bij de regee
ring ontvangen telegram, heeft het stoomschip
„Gouverneur-generaal Van Lansberge", dat uitge
zonden was ter opsporing van do nog vermiste
booten van het verongelukte stoomschip „Koning
der Nederlanden", niets gevonden en keert het
terug van Point-de-Galle naar Batavia.
Door wijlen vrouwe C. Jochems, weduwe van
mr. A. G. Burgerhondt, den 25 November jl. in Den
Haag overleden, is aan de Maatschappij van Wel
(Lidigheid gelegateerd eene som van duizend gulden,
vrij van successierecht.
Gisteren werden in de raadsvergadering te
Voorschoten onderscheidene aanvragen voor den
aanleg van een stoomtram Leiden-'s-Gravenhage
behandeld, waarbij tevens onderscheidene tusschen-
liggende gemeenten zouden worden opgenomen.
Na afdoening der voorstellen betrekkelijk rente-
garantie enz. stelde de voorzitter voor, om eene
commissie van twee leden te benoemen tot onder
handeling mot de andere betrokken gemeenten.
Hoewel in de vergadering ook specialiteiten op
technisch gebied zitting hadden, werd benevens den
voorzitter daartoe gekozen de med. doctor Yan der
Horn Van den Bosch.
Volgens het R. Nbl. heeft Duitschland gewei
gerd om dool te nemen aan de koloniale tentoonstel
ling, in 1883 te Amsterdam te honden.
Het stoomschip „Drente", van Rotterdam naar
Batavia, arriveerde gisterochtend te Port Said; de
„W. A. Scholten" arriveerde gisteren van Nieuw-
York te Brouwershaven; de „Prins Hendrik", van
Amsterdam naar Batavia, arriveerde Woensdag te
Padang; de „Amsterdam", van Rotterdam, is den
zelfden dag te Nieuw-York aangekomen.
Gemengd Nieuws.
Aan den overweg van het Hollandsche
spoor alhier schrikte hedenmiddag een voor een
vigilante gespannen paard van den Haarlemschen
stoomtram, ten gevolge waarvan het dier er van
door ging. Spoedig kwam het echter tot staan, daar
het voertuig tegen een boom slingerde, en wel met
zulk een kracht dat het grootendeels verbrijzeld
werd. De twee daarin zittende en te Voorhout thuis
behoorende personen konden slechts door de raampjes
uit hun benauwde verblijfplaats, zonder letsel be
komen te hehhon, ontzet worden. Paard en rijtuig
behoorden aan zekeren Van Steyn aldaar.
Ten gevolge van rootverzameling ont
stond gisteravond om kwart over zessen een begin
van schoorsteenbrand bij den heer B. d. 1. R., hoek
Langebrug en Rapenburg, welke echter spoedig
door de braad meesters De Zwart en Verhoog, met
aanwending van kardoezen werd gebluscht, zonder
ongelukken te hebben veroorzaakt.
Te Haarlem is een 93-jarige vrouw over
leden, die een nog gezonden man achterlaat van 90
aren. Den 25sten dezer zouden de outjes hun 71-
jarige bruiloft gevierd hebben.
Door een onbekende oorzaak ontstond
te Rotterdam brand in bet Dnitsche barkschip
„Marie", dat op stroom lag, gereed om naar ze»
te gaan. De drijvende stoombrandspnit „Havendienst"
verleende hulp en weldra was men den brand
meester, die groote schade heeft aangericht. Met
behulp van een sleepboot werd de „Marie" in de
nabijheid van de Zwemschool aan den grond gezet,
ten einde het gevaar te voorkomen, dat het schip
in het vaarwater zou zinken.
Een boerenhuis op het Loosdrechtsche
Einde te Hilversum, dat door onderscheidene ge
zinnen bewoond was en overigens tot bergplaats
van rijtuigen diende, is geheel door brand vernield.
Er kon slechts weinig van den inboedel gered worden.
De boerenhuizinge van den landbouwer C. Kalis, in
de gemeente Akersloot, is ook eene prooi der vlam
men geworden. Vier runderen en een paard zjjn
daarbij verbrand.
Ook te Arnhem heeft op uitnoodiging
van den burgemeester een conferentie plaats gehad
van de directie van den schouwburg aldaar met
den burgemeester, den gemeente-architect en den
opperbrandmeester, ter bespreking van maatregelen,
ter voorkoming van brand of ter bevordering van
redding bij brand in den schouwburg te nemen.