Maandag 5 December. N°. 6688. A". 1881. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Tweede Blad. LEIDSCH DAGBLAD. PBIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per post.1.40. Afzonderlijke Nommers.0.05. PRIJS DER ADVERTENTIES: Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer f 0.17$. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incassee- ren bniten de stad wordt 0.10 berekend. Gemengd Nieuws. Yclgens een telegram uit Nieuw-York kan een verstoring van den dampkring heden of morgen op de Britsche en Noordsche knsten verwacht worden, met stormvlagen van het Zuiden tot het Noordwesten. Boven de 40° N. Br. zal het in den Atlantischen Oceaan stormachtig zijn. Eene dame van Yerviers heeft een rijke vondst gedaan in het ouderlijke huis, dat zjj op het punt was te verlaten, om in een andere wijk der stad te gaan wonen. Terwijl zij eenige flesschen ouden wijn uit den kelder haalde, vond zij twee koffertjes, waarvan het eene 26- a 27,000 franken bevatte in goudstukken, en het andere eene groote hoeveelheid juweel en en edelgesteenten, waarvan men de waarde nog niet kent. Het schjjnt dat die rijkdommen afkomstig zjjn van den grootvader der dame. Zij waren opgeschreven in zijn testament, doch men wist niet waar zij verborgen lagen. De „Times" is gemachtigd mede te deelen dat Lefroy, die Dinsdag 11. ter dood gebracht is, vóór zijne terechtstelling eene volledige bekentenis aan den kapelaan van de gevangenis heeft afgelegd. Hij heeft daarin erkend den moord op den spoorweg van Londen naar Brighton gepleegd te hebben en hij heeft zijne verklaring weder ingetrokken, volgens welke hij vroeger luitenant Proper, wiens moordenaar nog altijd onbekend is, zou hebben vermoord. In het album van mevrouw X. - Het huwelijk is als een belegerde stad, waarin zij, die er buiten zijn, zouden willen binnendringen, terwijl zij, die er binnen zijn, er uit zouden willen. In het album eener gehuwde dame is zulk een zin snede niet precies een compliment. Terwijl een luitenant der gendarmerie in politiek voor een winkel te Parijs in de beschou wing der uitgestalde voorwerpen verdiept was, viel er eensklaps een hoed op hem neder en op hetzelfde oogenblik strekte een onbekend persoon de handen over de schouders van den officier uit om onder een vloed van verontschuldigingen den hoed op te vangen. Een gendarme-officier is echter de man niet om zeo iets voor goede munt op te nemen. Hij pakte de vlugge handen beet en ontdekte tevens dat hem zjjn juweelen doekspeld ontstolen was. In den eigenaar van den hoed vond de politie een be kend pick-pocket terug. Aan boord van een schip op de reede van Havre heeft een zeventienjarige scheepsjongen, die eerst sinds vier weken als zoodanig in dienst was, een matroos, die op het dek stond, bij de beenen opgetild en zoo over boord in zee doen storten. Slechts met groote moeite gelukte het der equipage den drenkeling te redden. De jeugdige booswicht werd door de bemanning aan den mast gebonden, totdat de politie hem in verzekerde be waring nam. Woensdag is te Londen eene internatio nale tentoonstelling van toestellen om rook te voor komen geopend. INGEZONDEN. Mijnheer de Redacteur, Ik kom u uitnoodigen eens een wandeling met mij te doen. Ha, ik zie het, ge hebt juist uw laatste kopij naar de zetterij gestuurd. Al zegt Ye- ritas nu ook dat ge de schaar gebruikt en ons verschrikkelijke voorvallen opdischt, ik vind ze dan nog beter als zooveel water-en-melk-artikelen op staatkundig of kerkelijk gebied, die wij dagelijks te slikken krijgen; die voorvallen zullen beter be grepen worden dan hoofdartikelen, waarvan, voor het meerendeel der lezers, de ironie zóó fijn is, dat er nog een tweede artikel bij moet om ze 't eerste >an het verstand te brengen; ik vind ze beter, omdat ze ten minste nog waar zijn, terwjjl gij he den een sierlijk betoog levert dat wit wit is, en morgen een ander blad even sierlijk betoogt dat uw wit zwart is. Maar kom, ga mee. Als ge straks verkwikt van de wandeling terugkomt, ligt de proef klaar en kunt ge met nieuwen moed de correctie beginnen. Maar 't regent! 't Hindert niet, kom maar mee. We zijn tegen woordig als in den regentijd en zullen 't thans maar niet zoo nauw nemen. Kijk de Ruïne, ze levert thanB een schoon ge zicht op. Och ja, gij ziet er dageljjks op en voor u is 't geen nieuws meer dat binnen korten tijd een Haarlemmermeer in miniatuur de ruïne ver vangen zal. We zullen de westzijde van het Rapenburg (waarvan het begin thans in Steenschuur herdoopt is) opgaan. Een hooge brug, die brug over den Yliet, hè? Maar praktisch! Want let eens op, het water •n straatvuil loopt er af en baant zich een weg naar beneden, waar het in de riolen en in de gracht vloeit. En die brug is toch al een paar jaren oud, dunkt u niet? We gaan voort. Een mooie straat, de Kaiserstraat. Als die jonge boompjes eenmaal grooter zijn ge worden kunt ge er staat op maken dat deze straat - echter na de demping wel wat laag gelegen - met de Hooigracht gaat wedijveren, niet wat de huizen, maar wat de straat op zich zelf betreft. Een schoon eind Rapenburg ligt vóór ons, in den zomer prachtig beschaduwd door hoogopgaand geboomte, vol historische herinneringen; wel wat stil, alsof de geesten der beroemdste geleerden er vergadering houden zelfs op den middag, en alleen op de vlucht gedreven worden door de iö vivats van de muzenzonen, wanneer zij een hunner vrienden af halen, die cum laude het oude nonnenklooster verlaat. We komen thans op het kostbaar plaveisel dat zulk een noodzakelijke vernieuwing behoefde, 't Kost geld, dit kan niet ontkend worden, maar 't is het Rapenburg en dat mag wel een streepje voorhebben. Verder op - Kort Rapenburg - scbijnt een vernieuwing van het plaveisel niet noodig te wezen. De bewoners er van schrobben hun straat en kunnen dan tevens de overtollige water- en moddermassa de gracht in vegen. Konden ze het de kleine paaltjes tusschen de boomen ook maar doen; er wordt somtijds duchtig kennis gemaakt als men uit wil wijken voor den tram. Op het midden van de straat vormen zich somtijds plassen, die vooral aan de dames den angst op het lijf jagen en bij een drukke passage dan ook heel onge- wenscht zijn. Zoo zijn we dan op de Borstelbrug gekomen. Ziet ge dat? Het scheelde niet veel of die kar had het heele paaltje meegenomen dat daar aan dien jjzeren stang hangt op den hoek van de Schapensteeg. 't Is maar gelukkig dat de hooiwagens als er een voer opgeladen is, de Paardensteeg doorgaan; ze mochten anders het bovenste gedeelte van het hoek huis eens medenemen. Dunkt u ook niet, dat 't blok huizen aan den waterkant van de Paardensteeg weg moest! O, welk een heerlijk stnk grond om er Van der Werff's beeltenis te plaatsen! Wil u naar 't station? Dien weg gaan we eens later op. Laten wij thans de Morschstraat in gaan. Let eens op de verbetering die er heeft plaats ge grepen. Een slachter en een ijzerwinkel zijn geko men in huizen waar de zedelijkheid met voeten getreden werd onder 't gebruik en misbruik van j sterken drank. Die opruiming is een stap vooruit op don weg der zedelijkheid! Men is pas aan 't begin. We willen hopen dat langzamerhand de Morschstraat - die met de poort op den achtergrond zoo'n oud-Holland8ch tintje heeft - een fatsoenlijk pad zal aanbieden naar buiten. En dan zal het pla veisel, dat ook hier te wenschen overlaat, wel verbeterd worden. Ziedaar de Morschpoort gedenkstuk van ruim een eeuw. Ziet ge die verschillende hoekjes? Ge merkt 't toch ook op dat ze voor minder passende doeleinden gebruikt worden, schoon een gelegenheid op zjj van de poort van gemeentewege is geplaatst. We staan voor de brug waarop het jaar 1876 met zichtbare letters is te lezen. Die brug, welk een onuitputtelijke bron van onaangename gewaar wordingen aan de voeten, een bron van kleine verdrietelijkheden, van smerige rokken, bemodderde laarzen en dito broeken. Hoe dit komt? Luister eens. Deze brug is volgens mjjne meening naar de nieuwste methode gebouwd om het hout niet te laten krimpen. Onze vaderen bouwden brug gen die in 't midden rond waren en in onze ge meente kan men er nog enkele vinden. We hebben 't praktische opgemerkt aan de brug over den Vliet. Deze in 1876 gebouwde klapbrug mist die eigenschappen, loopt hol, bijna 0.75 M. - als 't niet meer is - van den buitensten rand gemeten, en moet dns het water als in een kom opgesloten honden. Nu, dat gebeurt dan ook, terwijl de onderzoekende wandelaar getuige kan zijn hoe in merkwaardig korten tijd die watermassa - niet verdwenen, maar veranderd is in modder. Dan begint een ongeluk kig tijdperk voor de vele voetgangers, die de brug passeeren, en waarlijk geeft het enkele malen aan leiding tot lachverwekkende tooneeltjes; dan worden de oogen van het sterke geslacht wel eens naar de laagte gericht als het zwakkere de brug passeert. Het is en blijft een treurig feit dat deze brug, waar zulk een druk verkeer is, in dezen toestand wordt gevonden. Gaten O ja, daar heb ik ook weieens iets van vernomen dat ze in de brug geboord zijn om het water of beter gezegd de modder te loozen, maar wij zullen ze niet vinden, evenmin de stadsjantjes, die de brug schoon znllen houdenEen weinigje meer politietoezicht in dit gedeelte zal misschien een einde maken aan de gymnastische toeren, die verricht worden aan den ketting der brug en, op Zondag, voornameljjk aan het dobbelen, dat in den laatsten tjjd achter en in de poort met groote onbeschaamdheid gedaan wordt. - Maar we zjjn ongemerkt een zeer slecht geplaveid eindje straat weg overgeloopen en bevinden ons in Oegstgeest. Deze gemeente zorgt toch ook niet uitstekend voor de openbare wegen. Laat uw blik maar eens gaan over den weg. Modder bij vochtig, stof bij droog weer; maar behalve door deze eigenaardigheden, kenmerkt zich deze weg ook door hellingen die te groot zijn en het gevaar doen ontstaan om bij duisternis kennis te maken met Neerlands groot- sten vijand. Laten wij hopen, nu er meer huizen lange den weg gebouwd worden en er voortdurend meer men- schen komen wonen, dat ook het gemeentebestuur van Oegstgeest niet achterwege zal blijven om te toonen dat het met den tjjd meegaat en de weg èf bestraat èf met grint bestrooid, in dit vochtig sei zoen geen modderpoel wordt. Onze wandeling is ten einde. Ik begrijp uw haast om terug te gaan, want ge wilt den drukker niet laten wachten. Ik ga naar Rhynzigt nog een oogen blikje in den koepel zitten, want mijn kaart geeft my toegang tot 1 Januari 1882. 't Is daar, vooral des zomers, genoegljjk aan den Rijn en ik kan 't u wel recommandeeren alp, ge eens iets genieten wilt van het heerljjke uitzicht dat daar ook nu nog is, al begint het er wat winterachtig uit te zien. Ik beloof u op een anderen tjjd u weder eens van uw werk te halen. GegroetJacob Hohoer.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1881 | | pagina 1