N\ 66S8. Maandag S IJecGmtoer. A°. 1881. Dit Nomraer bestaat uit TWEE BLADEN. Eerste Blad. Donderdag is een aanvang gemaakt met het innen der abonnementsgelden over het kwartaal Sept.Nov. Met het oog op het groote aantal abonné's zal het den uitgever aangenaam zijn, indien de quitanties op vertoon worden voldaan. "Voor de Inteekenaren daarop behooren bij dit nummer van het Leidsch Dagblad de Nos. 255 tot 258 der Ingekomen Stukken van den Gemeenteraad. Een feestpraatje. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden.1.19. Fnnoo per post.1.49. Afeonderlyke Nommers0.05. BTADS-BBRIOHTEN. BURGEMEESTER en "WETHOUDERS van LEIDEN brengen bij deze ter kennis van de kiesgerechtigden, dat krachtens de artt. 8 en 15 der wet van den 2 9a ten Juni 1851 (Staatsblad n'. 85), de verkiezing van een lid van den Gemeenteraad, ten gevolge van het door den heer Mr. P. A. VAN DER LITH genomen ontslag, die in 1885 moeet aftreden, zal plaats hebben op Dinsdag den SOsten December aanstaande. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DB KANTER, Burgemeester. 3 December 1881. X. KIST, Secretaris. Vergadering van den Raad der gemeente Leiden, op Donderdag den 8sten December 1S81. 't Gebeurt niet alle jaren dat de maan haar gan- Bche volheid op den Sinterklaasavond ten bests geeft, - en dan nog door den nijdigen schaduw- kegel van haar meesteresse de aarde als het ware achter slot gezet te worden, - het is meer dan erg! Voor haar, de vriendelijke gezellin onzer lange nachten, is dan jaist zooveel te zien watgernsthet licht kan velen.Gelukkig, ze zal niet den gan- schen avond van de feestvreugdo worden uitge sloten. Eigenlijk moest dat met niemand het geval zijn. Wij, die ons met zooveel ophef soms „broeders en zusters" noemen, maar in dagen van vreugd dat broederschap weieens om een hoekje schuiven, we moesten niet kunnen dulden dat er eenig landgenoot ware, die niet deelt in de pret. Nu, al hebben we ook in dit opzicht het volmaakte nog niet bereikt, - erkend dient het te worden dat inzonderheid het feest van den goeden Sint de sluizen der mildda digheid meer en meer openzet, zoodat de kring der jubelenden telken jare wijder wordt en dichter be volkt. 't Zon ook wat zijn indien het anders ware! Was niet de „goed-heiligman" inzonderheid de be schermer der behoeftigen, al ging zijn milddadig heid minder ver dan die van Sint-Crispijn, die leer stal om voor barrevoetgangers tegen wil en dank gratis schoenen te maken? 't Is welaardig. Hoogstwaarschijnlijk heeft de vermaarde bisschop van Myra zelfs niet geweten dat er een Nederland of - zooals we met meer juistheid zonden moeten zeggen, een „land der Friezen" bestond: b|j zijn leven althans begonnen pas de eerste stralen van het licht des Christen- doms hier door te dringen. En toch is er geen land ter wereld, waar zijne nagedachtenis meer in eere wordt gehouden dan bij ons. In het oog onzer school knapen en meisjes overtreft zijne beroemdheid elke andere. Vraag den eerste den beste, die op zijn laatste maandbriefje een mooi cijfer voor „geschie denis" heeft gehad, wie grooter man is geweest, Sinterklaas of Michiel De Ruyter of Willem de Zwijger, - we zouden haast durven wedden dat zij aan eerstgenoemde de voorkeur geven, ofschoon zij van hem nagenoeg niets, van beide laatste zeer veel weten. Maar wat hun bekend is, dat is ruim- schoots voldoende: de Sint is de man, in wiens naam hun de allervroolijkste dag van het heele jaar wordt bereid. Wilt ge soms meer? En - wat al herinneringen uit onze eigen kin derjaren rijzen bij ons op, wanneer we het oog ves tigen op het vroolijk troepje om ons heon! Vooral zjj, wier haren reeds meer dan één kleur beginnen te vertoonen, weten er nog best van, dat in de dagen hunner jeugd de winkels niet dat schitte rend voorkomen hadden waardoor zij zich thans onderscheiden: toch waren het, dank zij de voor die gelegenheid wat ruimer aangebrachte verlichting met patent-olielampen en vetkaarsen, echte toover- paleizen, voor welker ruiten we reeds een paar dagen van te voren onze neuzen platdrukten om op de hoogte te komen van de dingen die aan staande waren. Reeds vroeger waren we begonnen met eenige wijziging te brengen in ons levenspro gramma: moeder kostte het minder moeite, ons op een betamelijk unr naar bed te krijgen, en - over het algemeen konden we verscheiden minuten langer rustig bij elkander zitten dan gewoonlijk. Ook het lijstje onzer liederen onderging een kleine aanvulling, en een der geliefkoosde nummers wae het „Sinterklaas, gooi wat, - strooi wat, geef den kiemen kindren wat, en den grooten" ja, wat die eigenlijk naar eisch van rijmen traditie hebben moesten, mochten we niet overluid zeggen. Op den avond zelf hadden we in den regel gelegenheid, met den held van het feest in persoon kennis te maken: soms bleef hij heel bescheiden achter de denr en wierp zjjne gaven met een uiterst geheim zinnig gebrom naar binnen, terwijl wij vergaten te schrikken en in zenuwachtige haast de moppen en appels bijeengrabbelden, - of wel, hij trad majes tueus de kamer binnen en begon naar zekere din gen te vragen die we - liever met den sluier der vergetelheid bedekt zagen, want precies en volko men zuiver was ons geweten nooit. Maar toch 't liep alles best af: nooit werd vollediger amnestie afgekondigd en in minder kwetsenden vorm, dan door dien braven goeden Sintl Kijkt eens, men doet dat nu zoo niet meer. Andere tijden, andere zeden. De jeugd, zegt men, gaat vooruit in zake de intelligentie, en driejarige kruimels zjjn reeds zulke verklaarde sceptici geworden, dat zij den man die het waagde voor Sinterklaas te spelen, recht hartelijk zonden uitlachen. Ons is het wel: mits men maar pret hebbetoch belet dit ons niet, om den naam van de dierbaren, die ons eenmaal per jaar beet hadden, in dankbare nagedachtenis te honden. Ja, maan, tracht maar gauw achter dien sehadnw- kogel vandaan te komen, want wat gjj te zien zult krijgen, is wezenlijk de moeite waard. Of is er iets heerlijkers, dan die duizenden kinder gezichten, stralende van opgewekt of reeds bevredigd verlangen? Is er prachtiger schouwspel dan al die ouders, die op de gelukkigste wijze het raadsel hebben opgelost, hoe zij hnn kroost naar de mate hunner middelen het meeste genot zullen schenken? Straks, als gij door de reten der gordijnen gluurt, zult gij daar een krullebol op zijn ledikantje zien liggen, met het aangezicht in de richting van het mandje waarin een snede roggebrood op het paard van den Sint ligt te wachtenkannen uwe grillige stralen op den wand wel lachender tooneeltje schil deren, dan de droomgod doet verrijzen voor de verbeelding van den kleinen slaper? Och, hij had zich zoo stellig voorgenomen, vannacht eens wakker te blijven, om te zien hoe alles in zijn werk gaat, - maar die drommelsche Klaas Yaak, die de mysterieuze plannen van den Sint begunstigt! Yerberg uw gelaat niet te lang, zilveren maaD, - en moogt gij op den feestavond zoo weinig mogelijk tranen zien vlieten over teleurgestelde verwachtingen PRIJS DEB ADYERTENTIEN: Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17J. Groote re letters naar plaatsruimte. Voor het ineasseo- ren buiten de stad wordt 0.10 berekend. LEIDEN, 3 December. Overtuigd van de noodzakelijkheid dat zoo spoe dig mogelijk de neodige verbeteringen in eenige lokalen der Hoogere Burgerschool, ook in gebruik bij het genootschap „Mathesis", worden aangebracht ter verkrijging van eene gewenschte luchtvorver- schïng, geven B. en Ws. den gemeenteraad in overweging daarvoor een som van 1300 beschik baar te stellen, zooals ook door de commissie van fabricage wordt voorgesteld. Tegen de inwilliging van het verzoek van A. L. Hondius om ontslag als derde onderwjjzer aan de openbare school voor voorbereidend onderwijs der 2de klasse voor jongens en meisjes bestaat bij hen geen bezwaar. De commissie van fabricage en B. en Ws. hebben geen bedenking tegen het verleenen der gevraagde vergunningen: van P. J. De Jong, om een brug te leggen over de sloot langs den Heerensingel vóór zijn nieuwgebouwde woningen onder de gemeente Leiderdorp gelegen; van C. H. Backer, om een filtreerbak te maken en te plaatsen aan den wal kant van de Turfmarkt, in gemeenschap mot den duiker, waartoe bij raadsbesluit bereids vergunning - tot het leggen is gegeven; en van W. Laman, om een duiker te leggen door het Utrechtsche Jaagpad voor den afvoer van rogenwater voor zijn woning, onder de gemeente Zoeterwoude gelegen. Ter aanvulling der vacature, te ontstaan door het aan A. Zwanenberg eventueel te verleenen eer vol ontslag uit zijne betrekking van tweeden onder wijzer aan de openbare school der 3de klasse n®. 2, is de velgende voordracht opgemaakt, op eene jaarwedde van f 700, als: mej. J. Drinhuyzen, thans derde onderwijzeres, de heer H. A. Kornzhof, derde onderwijzer, en mej. J. K. Jansen, derde onderwij zeres, allen werkzaam aan bovengenoemde school. Wij vestigen de aandacht op de in deze courant voorkomende advertentie van den heer Gustav Wich- trich, die ons attesten liet zien o. a. van den directeur der hoogere burgerschool met 3-jarigen cursus en van den directeur der rijksnormaalschool te Utrecht, van den rector van het gymnasium te Haarlem, van de directrice en den directeur der beide kweek scholen voor onderwijzeressen en onderwijzers en van het hoofd eener bjjzonderé school aldaar, die allen, in verschillende bewoordingen te kennen geven dat de heer Wichtrich door zijne verklaringen van de bergwerken te Bad-Ems en de voorstelling daarvan, alsmede door een rijke verzameling ertsen te vertoonen en te bespreken een aangename en nattige voordracht voor hnnne kweekelingen heeft gehouden. Aan de matrozen der lste kl. O. Johansson en B. Abman, gedetacheerd bij de Kweekschool voor Zeevaart alhier, zijn uitgereikt de gespen van Samalangan met daarbjj behoorende brevetten. Gedurende deze week zijn dagelijks in het Werkhuis alhier opgenomen van 42—70 volwassen personen en van 411 kinderen. De advocaat mr. H. J. H. Modderman heeft in de gisteren gehouden zitting van den hoogen raad den eed als procureur afgelegd. De heer J. L. Nierstrasz, secretaris der ge meente Rotterdam, is door eene slijmberoerte ge troffen en overleden. De uitslag van de eind-examens derkweeke- lingen-machinist, die in Augustus 1880 de Kweek school voor maehinisten hebben verlaten en hek laatste jaar in de praktijk werkzaam zijn geweest, is als volgt: aan het examen namen 16jongelieden deel; aan A. J. J. Yan den Andel, F. M. W. Van Bloemen Waanders, N. R. De Boer, F. M. Delfos, A. Yan Engelen, J. Yan Heemstede Obelt, J. A. Kuyper, A. Maandag, H. Meyer, H. Peelen, L F. Petri, F. A. Petri, L. F. Yan Steyn Yan Hensbroek en A. Yan Smeden is het getuigschrift afgegey^D

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1881 | | pagina 1