fi°. 6680.
A*. 1S81.
ijd&g 2*5 Movembe
Dit Nommer bestaat uit TWEE BLADEN.
Eerste Blad.
Morgenochtend wordt voor de inteeke-
naren daarop verzonden N°. 245 der Inge
komen Stukken van den Gemeenteraad.
BTAD9-BBRICHTEN.
Yoormaals en au.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven-
t?,-
V 1
a
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Frcoeo per post1 40_
Afzonderlijke Nommers6.05.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gekrente
LEIDEN brengen bij deze den ingezetenen in herinnering de
voorschriften der Algemeene Politieverordening, vastgesteld den
<5den November 1879, betreffende de verhuizing binnen de
gemeente, waarbij wordt bepaald dat van iedere verhuizing
binnen deze gemeente, dns ook van die van de dienstboden, binnen
veertien dagen na de verhuizing, aangifte moet worden gedaan
op het Bureau van den Burgerlijken Stand en dat overtreding dier
bepaling wordt gestraft met eene boete van ééo gulden.
Burgemeester eo Wethouders voornoemd.
Leiden, DE KANTER, Burgemeester.
24 November 1881. E. KIST, Secretaris.
Eon der deugden van ons voorgeslacht en waarvan
het nakroost niet ontaard is, was zijn liefdadig
heidszin. Heerlijk blonk deze steeds uit, waar Neer-
Iands geduchte erfvijand verwoestend optrad en
schoone vruchtbare landouwen overweldigde en in
eene onafzienbare watermassa herschiep. Heerlijk
openbaarde deze zich ook, toen, in 't begin dezer
eeuw, een gedeelte van Leiden, door 't springen
van een kruitschip, vernield werd en de ledige plek -
de Ruïne - ontstond. Nooit werd teverp-apf'»
haip ou ouaeioiouumg migez.en, waar of door het
golfgeklots, öf door andere oorzaken jammer on
ellende verspreid werden. Dat kan het Land van
Altena nog getuigen, hoe bereid elk Nederlander
was, om de hand ter redding aan te bieden en den
ongèlukkigon, van have en goed beroofd, ter hulp
te komen. Maar niet tot de eigen landgenooten alleen
bepaalde zich die hulpvaardige liefde, ook in den
vreemde ondervond men menigkeer de Nederlandsche
liefdadigheid. Zoolang deze zich niet verloochent,
toont liet volk een edelen karaktertrek; waarom
wij ons verblijden, dat, evenals voormaals, ook nn nog
het nakroost der Vaderen zich op zoo loffelijke wijze
onderscheidt.
In een ander opzicht vinden wij ook reden tot
blijdschap. Aanzienlijke, door de fortuin rijk goze-
gonde, lieden vermaken - en de dagbladen vermeldden
zulks in de laatste dagen nog - belangrijke legaten
aau weeshuizen, diaconieën en andere gestichten.
Ze toonèn hunne goede zorg voor onderlooze kinderen
en allen die waarlijk hulp behoeven. Zij doen bij hun
verscheiden dat niet alleen, o neen, dezulken waren
in hun leven voor menig bekommerde een reddonde
Engel. Zij deden in hun leven niet wel, om den naam
van goedgeefschheid te hebben, neen, zij behoorden
tot de „onbekende" gevers of geefsters. Velen van
de zoedanigen hebben de gewoonte, niet aan do deur
te gevea. Komt er een bij hen zich aanmelden, dan
zien zij de noodige informaties in te winnen, ten
©inde zekerheid te hebben dat zo hunne giften goed
bestedenwant zij weten het, dat niet allen die
komen vragen, werkelijk behoeftigen zijn. Geen
behoeftige» Neen: onder die lieden zijn vele bede
laars, menschen die van 't bedelen hun beroep
maken. Zij verkiezen zelf niet te werken; want die
rappe handen hebben en gezond zijn, kunnen bun
brood wel verdienenmaar zij leven liever ten koste
van de maatschappij en schamen zich niet gebedeld
brood te eten. Hunne kinderen voeden ze voor dat
zelfde onedele bedelaarsberoep op. Of hebt ge ze niet
ontmoet, die in stede van hunne kinderen naar de
school en de catechisatie te zenden, ze liever mee
nemen om te gaan bedelen, of ze uitzenden met
bedreiging niet thuis te mogen komen vóór ze een
zeker getal centen hebben? Ongelukkige kindoren,
gij zijt diep, ju zeer diep te beklagen, dat uwe
ouders ook in u alle gevoel van schaamte uitdooven.
Aan welke verleidingen staat gjj veelal bloot, als
een ontaarde vader of moeder u met die bedreiging
uitzendt en go geen centen genoeg hebt gebedeld!
Wie kan modelijden hebben met zulke wezens, die
zoo ontaard handelen! Daar hadden ODze Vaderen
hoeveel zij ook deden om het lot dor armen te
verzachten, geen medelijden meer. Zij waren er, die
bedelaars, ook in de dagen, toen in de Republiek
de welvaart allcrwege groot was en ieder, die wilde
werken, in zijn onderhond kon voorzien. Bredero
schotst in zijn Moortje die bedelaarsfamiliën. In
zijne vaderstad woonden ze op den Haarlemmer
dijk. t V.' aren niet allen Amsterdammersvan „wijd
en zijd stroomde dat geboefte er hoenomdat ze
op menige andere plaats geen huisvesting konden
^rjjgen, zon stonden ze ter kwader name bekend.
Zij maakten de wegen onveilig en waren voor den
buitenman een schrik. Te Amstordam, op den Haar
lemmerdijk, konden zo zich zelfs niet rustig bon
den. „Daer is nauwlycx een dagh datmer niet vecht
en smijt." Des Vrijdags kwam er nog eene menigte
van dat bedelvolk ter poorte indringen. „Bij hiele
vaendels doch mot een stille trom." Hunne wijven
hoe gezond ook, wonden zich een doek om't hoofd,
ten einde zich 't voorkomen te geven van ziek te
zijn en alzoo het medelijden op te wekken. Zij to
gen den Nieawendijk langs en verspreidden zich in
allo straten. Zij wisten het, dat het volk goedgeefsch
was. Het bleek uit de stichfïno«m
die waarlijk hulp en ondersteuning verdienden,
misten de gaven, welke dat bedelvolk toegeworpen
werden. Aan hen waren ze slecht besteed, zoodat
mea kon rekenen dat ze „weggeworpen" waren.
Iedereen kon zich daarvan overtuigen, die des Zon
dags voor de poort of daar in don omtrek een
kijkje kwam nemen. Daar kon men die bedelaars
de aalmoezen zien „verkaetsen met den bal," of
„verdobbelen," of „ver-evon-honten," of „hutselen
met elkaor", of „in 't kuiltje," of „opschieten," of
.lecbseme daer." Wat voordeel doet. hun het geld?
71
vraagt Bredero terecht.
In de 17do, ja nog in de 18de eeuw moesten soms
nog jachten op dat bedelvolk gehouden worden,
zoo maakten zij het de goede ingezetenen lastig
en gaven zij zich aan allerlei dieverijen en dood
slagen over.
Zóó erg is het toch nü niet meer. Neen, maar
de politie is ook veel actiever dan in die dagen,
waarvan Bredero getuigt: „'t recht dat wort dooc
't geit geblint-doeckt en verdreyt (verdraaid)."
Bedelen wordt heden ten dage door de wet ver
boden. Of 't daarom is opgehoudenHet mocht wat,
want die lui loopen nu met een mandje aan den arm,
dat altijd even gevuld is, of met een taschje het
platteland af en niet woinigon onder hen zijn nog
een volkje, „dat haer op den dronck verstaet."
Staaltjes zouden hiervan kunnen opgedischt worden,
die bij elkeen, hoe medelijdend van aard ook, alle
medegevoel zouden uitdooven, zoo ze algemeen be
kend waren. Velen hunner loopen met eene veld-
flesch in don zak, waaruit zij op hunne zwerftochten
een teug nemen, en.is die leeg, ze weer in een of
ander kroegje-laten vullen, terwijl zij dan nog een
glaasje toedrinken, en zelfs nog een en nog een
verlangen, indien de kroeghouder hun niet weigort
meer drank te geven. Spreekt deze of gene er over,
dat ze bij hem wel werk kunnen krijgen, indien ze
zeggen geen werk te hebben, dan antwoorden zo met
bedelen meer te kunnen verdienen, waarna zij hun
weg vervolgen. Zij die zich niet aan misbruik van
drank schuldig maken, loopen met bedelen meer op
dan menige ijverige werkman kan verdienen. Ja,
het behoort wezenlijk niet tot de fabelen, dat er van
dat slag bedelaars zijn, die meer geld bezitten
dan menigeen, die hun eene aalmoes geeft.
Er zijn er, die een aardig kapitaaltje hebben
PRIJS DER ADVERTENTIES:
Van 1—6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17$.
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incassee-
ren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend.
itstaan, waarvan zij de rente genieten en die toch
hun oude beroep voortzetten, weshalve het wel te
begrijpen is dat er geweest zijn, die bij hun dood
een sommetje nalieten, gelijk niemand van een be
delaar zou verwacht hebben. Zij zijn de parasieten,
die ten koste van allen die helpen voortbrengen,'
leven. Dat geslacht raakt nooit uitgestorven, zoo
lang men voortgaat hnn eene aalmoes uit te reiken.
Houdt dat op, ja dan zullen zij ook de handen nit
de mouw moeten steken en gaarne opgenomen
wordeD, zoo zo op andere eerlijke wijze niet in hnn
onderhoud kunnen voorzien, ia eene werkinrichting,
waar zij hun kost kunnen winnen en aan een ge
regeld leven gewond worden en dns ophouden on
nutte leden der maatschappij te zijn.
Voor de ouden van dagen onder hen, die niet
meer kunnen werkeD, zou ieder weldenkende in
stad en ten plattenlando gaarne willen bjjdragen
om in hun onderhoud te voorzien. Zóó, maar zó<S
alleen kan de wet tot wering van bedelarij nage
leefd worden en hare heilzame strekking ten bate
van de maatschappij komeD.
LEIBEN, 24 Yovember.
Wegens eene plotselinge ongesteldheid Tan
Carlotta Patti - men zeide dat ze gevallen was -
kon het concert gistoravond hier geen doorgang-
hebben. Do_eigenlijke reden, daarvan. zaLaahintmg
aanwezigen personen, die tot over halfacht het opgaan
van het scherm zaten te verbeiden, werd toen opeens
bekend gemaakt dat ze hun geld aan het bureel
konden terughalen. Een voor Carlotta Patti bestemde
bouquet werd haar nog denzelfden avond in het
Hotel Levedag door een commissie aangeboden.
Door het Amsterdamsche tooneelgezelschap
van do hoeren De Groot en C°. zal Zondag-avond
in onzen Schouwburg weder een volksvoorstelling
worden gegeven. Omtrent het alsdan op te voeren
stuk schreef prof. Alberdingk Thijm in het weekblad
De Amsterdammer" van 16 Oct. 11. o. a. het volgende:
In „De Prinses van Bagdad" heeft men waarlijk
kunnen genieten - ik erken, dat dit aan de merk
waardige persoonlijkheid van mevrouw Frenkel-
Bouwmeester te danken is, ens,,,,., in dón woord, ik
herhaal het, waarom ZQflfo» do heeren Do Groot
@n Comp. niet voortgaan nti êfi dan hëè publiek
wat to verheffen door ze fraai geschreven stukketf
voor te zetten, en ik dank ze zeer voor het kunstgenot
in „De Prinses van Bagdad" aangeboden - en
waarvoor ik twintig „Inkwartieringen", al worden
ze ook nog zoo vlot gespeeld, mot groot genoegen
prosent doe.
De heer J. B. Van der Wortf te Zoeterwoude
is, na vergelijkend examen, van do vijf candidaten
benoemd tot leerling-stenograaf bij de Tweedo
Kamer der Staten-Generaal.
Men schrijft ons uit Koudekerk: Dezangver-
eeniging „Oefening kweekt kennis" alhier gaf weder
eene uitvoering, waarop een tal van zangstukken
werden ten gehoore gebracht, begeleid door piano-spel.
Ofschoon alle stokken vrijgoed werden ten uitvoer
gebracht, zoo kunnen wij toch niet ontveinzen dat
een weinig meer vrijheid, vooral van de dames, bij
het uiten van hun talent, er veel toe zou bijbrengen
om het oor van de talrijke toeschouwers nog meer
te streelen.
Door den Raad der gemeente Stompwijk
(Leidschendam) is voorloopig concessie verleend
aan de IJsel-Stoomtramweg-Maatschappij voor het
leggen van een stoomtramweg van 's-Hage over
Leidschendam naar Gouda, met een zijtak van
Leidschendam naar Leiden.
Do heer W. Gerritsen, candidaat bij den hei
ligen dienst to Oosterbeek, heeft voor de toezegging
van beroep naar Benthuizen bedankt.