N". 6672. Woensdag 16 November. A0. 1881. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Premie LEIDSCH DAGBLAD. In dit nommer bevindt zich - om uit te knippen - de bon waarmede het nieuwe premieboekwerk morgen, Woensdag, tus schen 10 en 6 uren tegen 50 cents aan ons Bureel kan worden afgehaald. Tegen inzending van den bon en 70 cents aan postzegels wordt het den A-bonné's buiten de stad franco toegezonden. Voor de Inteekenaren daarop behooren bij dit nummer van het Leidsch Dagblad de Nos. 235 tot 238 der Ingekomen Stukken van den Gemeenteraad. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Afzonderlijke Nomroers.6.65. PRIJS DER ADYERTEXTIEN: Van 18 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17}. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het ineassee- ren buiten de stad wordt 0.10 berekend. LEIBE9I, 15 November. Heden geschiedt afkondiging van de Verorde ning houdende wijziging der verordening van den llden November 1880, bepalende het getal der scholen voor openbaar lager onderwijs te Leiden, den omvang van het onderwijs op elke school, den bjjstand aan de hoofden der scholen te verleenen en de bezoldiging van het onderwijzend personeel, alsmede van de Verordening houdende wjjziging der verordening van denzelfden datnm, regelende de inwendige inrichting der scholen, de toelating en het ontslag der leerlingen. Daarbij wordt be paald dat op de scholen der 1ste en 2de klasse nieawe leerlingen worden aangenomen in het begin van de maand Jnli. Buitendien worden in de eerste week van de maand Januari diegenen toegelaten, waarvan bij onderzoek blijkt dat zij het onderwijs op eene der reeds bestaande klassen kunnen volgen. Naar men verneemt, zal in de vergadering met dames van het departement Leiden der Maat schappij tot Nut van 't Algemeen, op Donderdag 17 November a. s., de plechtige uitreiking plaats hebben van vier medailles aan de navolgende per sonen D. Klinkenberg te "Warmond, J. A. Kettenis, J. Turnhout en A. J. Le Cler alhier. Genoemde personen zijn allen meer dan vijftig achtereenvol gende jaren in dezelfde betrekking werkzaam geweest De tooneelvereeniging „Harmonie", die vroeger reeds voor nuttige doeleinden voorstellingen gaf en daarin steeds naar wensch mocht slagen, is voornemens in de eerste helft der volgende maand in den Stadsschouwburg alhier eene voorstelling te geven, om de netto opbrengst daarvan af te dragen aan de „Vereeniging tot voortdurende ondersteuning der nagelaten betrekkingen van verongelukte vis- echers der reederijen te Katwijk en Noordwijk a/Zee." Het beroep op de christelijke liefdadigheid in de vorige week per advertentie in dit blad gedaan, waarbij de ramp tevens door genoemde vereeniging «enigszins is geschetst, heeft haar tot dit reeds be staande voornemen doen besluiten. Waar „Harmonie" het aangename aan het nuttige weet te verbinden, hare krachten wil wijden tot offering op het altaar van liefdadigheid en daarin meermalen den steun harer stadgenooten mocht onder vinden, valt er niet te twijfelen of het edele doel zal ook nu door veler ondersteuning bereikt worden. Inteekefilijsten zullen daarvoor binnen eenige dagen circuleer en. Door den heer Yiruly, op den huize „Bloemen- daal," gemeente Loosduinen, overleden, is aan de Nederl. Gustaaf-Adolf-Vereeniging gelegateerd een som van drie duizend gulden, vrij van successierechten. De nieuwbenoemde burgemeester van Zoeter- woude, mr. H. Hemmingson, werd gisteren in den raad aldaar geïnstalleerd. Nadat hij door den wet houder, waarnemend voorzitter, was welkom ge- heefen in de vergadering, daarbij ook den wensch uitsprekende dat hij de welvaart der gemeente mocht bevorderen en in zijne pogingon daartoe op de medewerking van den Raad kon rekenen, nam de nieuwe burgervader het voorzitterschap in den raad over en gaf hij te kennen, dat hij niet zonder schroom de betrekking van burgemeester der gemeente Zoeterwonde had aanvaard, omdat bij wist dat men zjjn waardigen voorganger niet dan noode zag vertrekkenhij hoopte zijne voetstappen te zullen drukken en daardoor eveneens het ver trouwen van de vergadering en de ingezetenen te zullen winnen; hij riep vooral de medewerking en voorlichting in van de wethouders, den Raad en den secretaris bij het behandelen der gemeentebelangen en sprak ten slotte den wensch uit dat, zoo men bij het behandelen der zaken wel eens van meening kon verschillen, dit toch nimmer tot eenige ver andering in de goede verstandhouding die er thans heerschte, mocht aanleiding geven. Daarna was het woord aan den afgetreden burge meester, mr. A. H. Brandt, die den nieuwbenoem- den burgemeester dank zeide voor den lof hem in zjjn rede toegekend, verder verklarende dat, door den Koning geroepen elders zijne diensten te be wijzen, het hem zeer ter harte ging deze gemeente te [moeten verlaten, en voorts den wensch uitspre kende dat Zoeterwoude steeds in bloei en welvaart moge toenemen. Ten slotte werd door den tweeden wethouder namens de vergadering, onder opsomming van al de goede daden door den afgetreden burgemeester aan de gemeente bewezen, dezen daarvoor een welge meende dank betuigd, waarna de vergadering werd gesloten. De officiëele bescheiden betreffende het ont staan van den oorlog tegen Atjeh in 1873 zijn ver schenen. Het is een vrjj lijvige bundel van 129 folio bladzijden, in de eerste plaats bevattende de stukken welke in 1874, voor eea deel onder voorwaarde van geheimhouding, aan de Staten-Generaal zijn mede gedeeld. Vooraf gaat echter een herdruk van de nota OTer de betrekkingen tusschen Nederland en Atjeh van 1824 tot 1873, welke den 22sten April 1873 door den toenmaligen minister van koloniën aan de Staten-Generaal werd aangeboden. Immers tot recht verstand der stukken van 1873, is het noodig dat men voor den geest hebbe wat vroeger is voorge vallen. Aan bedoeld stuk zijn toegevoegd de instruc tion die door de Indische regeering aan den resident van Riouw gegeven werden, nadat hij in December 1872 een bezoek had ontvangen van een gezantschap uit Atjeh. Dit is geschied omdat naar die instruction' bij Indisch mailrapport van 9 Januari 1873 aan het departement van koloniën medegedeeld, ver wezen wordt in de telegraphische en schriftelijke correspondentie van den minister van koloniën met den gouverneur-generaal. Dan volgen de telegram men, die tusschen den consul-generaal der Neder landen te Singapore en den gouverneur-generaal en tusschen dezen en den minister van koloniën gewisseld zijn, tot den dag van het vertrek der eerste expeditie naar Atjeh. Daarna worden in verschil lende afdeelingen achtereenvolgens medegedeeldde brieven van den minister van koloniën aan den minister van buitenlandsche zaken en aan den gouver neur-generaal de brieven van den gouverneur- generaal aan den minister van koloniën, met bjj- lagendiplomatieke stukkende stukken betreffende de oorlogsverklaring aan Atjeh en de staking der eerste expeditie. De thans gepubliceerd wordende verzameling kan als een volledig geheel worden aangemerkt, al ont breken daaraan sommige der aan de Staten-Gene raal overgelegde bescheiden. Er zijn geen andere stukken teruggehouden, dan die noodeloos den om vang van den bundel zouden hebben uitgebreid: de zoodanige namelijk, die niet rechtstreeks op het ontstaan van den oorlog betrekking hebben, of die onderwerpen betreffen waaromtrent reed» het noodigo blijkt, hetzij uit eene historische Nota, hetzij uit andere bescheiden die eveneens worden gepubliceerd. Ten overvloede volgt eene korte aanwijzing der teruggehouden stukken. Er heeft zich weder een molen-quaestie voor gedaan bjj de toepassing der patentwet, en nu bij de tabaksfabrieken. In sommige provinciën is de administratie namelijk van oordeel, dat een kerf bank, als zij door stoom wordt bewogen, als een „molen" eene extra-belasting heeft op te bren gen. Eenige belanghebbenden hebben nu anderen opgeroepen, om door samenwerking aan deze wets- uitlegging een einde te maken. Naar 't Vad. verneemt, zjjn de onderhandelingen van ons gouvernement met dat van Frankrijk over een te sluiten handelstractaat bijna afgeloopen. De heer Verkerk Pisterius is uit Parijs in de residentie teruggekeerd om de laatste instructiën te ontvan gen en zou heden weder vertrekken om de onder handelingen ten einde te brengen. Het is te hopen dat door het optreden van een nienw ministerie in Frankrijk de zaak niet al te zeer zal vertraagd worden. - Het uitlevorings-tractaat tusschen ons land en Brazilië moet vóór eenige dagen tot stand gekomen zjjn. De minister van financiën verklaart, in zjjn antwoord op het afdeelingsverslag over het hoofd stuk Nationale Schuld, zijn aandacht gevestigd te hebben op eene eventueele conversie der 4 pets. nationale schuld in eene schuld van lagere rente, welke conversie in zoo verre vrijwillig zal moeten zjjn, dat den houders de keuze wordt gelaten die aan te nemen of de aflossing van hun kapitaal te bekomen» Bljjkens een bjj het departement van koloniën ontvangen telegram van den gouverneur-generaal van Ned.-Indië, neemt de cholera af te Soerabaia, Samarang en Batavia, doch heerscht zij hevig te Demak, Sidajoe, Grissee, Malang, Soerakarta en Bandong. De gewone audiënties van de ministers van koloniën en marine zullen Vrjjdag a. s. niet plaats hebben. Z. M. heeft met ingang van 15 Nov. a. s. benoemd tot hoofdingenieur voor het stoomwezen S. L, Kempen, thans ingenieur lste kl.- aanmr. E. G. Lagemans, mot 1 Jan. 1882, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend uit zjjn betrekking van referendaris, hoofdredacteur van de Nederlandsche Staatscourant, met dankbetuiging voor de vele en goede diensten door hem gedurende meer den 50 jaren aan den lande bewezen. Het reeds vóór eenige dagen door onzen uitgever aangekondigd premie-boekwerk van George Kepper: „Licht en Schaduw", heeft thans de pers verlaten en ligt ter verzending gereed, zoodat het morgen voor onze abonnós zal worden verkrijgbaar gesteld. Wjj waren in de gelegenheid er vooraf kennis van te nemen, en wjj moeten verklaren dat de lectuur ons eenige werkeljjk aangename uren heeft verschaft. Het eerste verhaal is getiteld: „Zonder getuigen" en bevat een geschiedenis die de aandacht van het begin tot het einde in spanning houdt, hetgeen in de eerste plaats natuurljjk moet werden toegeschre ven aan de wjjze waarop de schrjjver zjjn onder werp heeft behandeld. Evenals in zijne elders verspreide verhalen, toont hjj ook hier een wel versneden pen te bezitten. De inleiding van het verhaal herinnert onwille keurig aan den jongsten storm, die bjj zoo velen zulke treurige gedachten zal blijven opwekken. In zulk een nacht liep een man, wiens kleeding dui delijk den boer aangaf, welgemoed over don weg. Toen hij) zjjn woonplaats een goed eind achter zich had, kwam een ferme regenbui den rukwinden te hulp, om den newiondeo boer uit zijn humeur te brengen; doch het gelukte niet.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1881 | | pagina 1