N". 6654.
Woensdag 2@ October.
A0. 1881.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 8 maandenf 1.10.
Franco per post.a *.40.
Afzonderlijke Nommers.a 0-05.
PRIJS DER ADfERTENTIEN:
Van 16 regels f 1.06. levlere regel meer f 0,17J.
Grootere letters naar piaatsroimfte. Voor het incasse
ren buiten de stad wordt 0.10 berekend.
LEIHEN, 25 October.
Heden is aan de universiteit alhier de heer A. A.
Yan Doorn, geb. te Nieuw- en St.-Joostland, be
vorderd tot doctor in de rechtswetenschap met
academisch proefschrift, get.„De hoofdelijke omslag.
Beschouwingen over art. 243 der Gemeentewet."
De heer P. H. Ritter, theol. doctor en propo
nent alhier, heeft het beroep naar de Remonstrant-
sche gemeente te Utrecht aangenomen.
In de Staatscourant van heden komen voor
een uittreksel nit het verslag omtrent 's Rijks
Museum van Oudheden en een uit dat omtrent het
Rijks-Ethnographisch Museum, beide alhier. Aan
gaande het laatste wordt aan het slot gezegd dat
het noodzakelijk is dat het zoo veel en zoo spoedig
mogelijk worde uitgebreid. Er is periculum in mora.
Met het vooruitdringen van den Islam in Afrika en
in onze Oost-Indische bezittingen, worden de afgods
beelden hoe langer hoe zeldzamer. De handel maakt
de herkomstopgaren der voorwerpen onzeker, door
ze te verspreiden. Overal vervangen de Europeesche
geweren en de producten der groote weverijen, de
wapens en de kleeding van den inboorling. In de
eerste plaats moeten alle ethnographies die aan het
rijk behooren, in het Rijks-Ethnographisch Museum
worden bijeengebracht, vooral de voorwerpen van
het Koninklijk Kabinet van zeldzaamheden te 's-Hage,
voor zoover die voor de volkenkunde van belang
zijn te achten. Ook wordt het dringend noodig ge
acht dat door de aanstelling van een directeur aan
den voorloopigen toestand, waarin het Museum te
dien opzichte verkeert, een einde worde gemaakt,
en dat die directeur in zijne veelvuldige werkzaam
heden worde bijgestaan door een conservator. De
gang van zaken lijdt schade, doordien alles op de
schouders van één enkel persoon rust.
Door de leerlingen der H. B.-school alhier
werd op den 21sten dezer aan dr. C. A. X. G. F.
Sicherer, hunnen oud-leeraar, bij gelegenheid van
zjjn 75-jarigen geboortedag, een prachtige fauteuil
en voetbank tot aandenken aangeboden.
Ons wordt verzocht het volgende op te nemen:
Aanstaanden Woensdag begint het departement
Leiden van de N. M. t. B. v. Nijverheid weder
hare vergaderingen. Mr. S. C. J. W. Yan Mus-
schenbroek zal alsdan inleiden de vraag of de
octrooien weder in Nederland zullen ingevoerd moe
ten worden. Wij vertrouwen dat deze vraag de
belangstelling van velen zal verwerven. Yerderzal
dr. D. De Loos een voordracht houden over indigo
tine (kunstmatige indigo), een verfstof die een ge
dachte concurrent dreigt te worden voor de indigo,
uit Engelsch Indië en onze Oost aangevoerd. Onzen
indnstriëelen zal het zeker aangenaam zijn te ver
nemen dat èn de indigetine zelf en de daarmede
geverfde stoffen ter bezichtiging zullen gesteld wor
den. De beide punten die aan de orde zullen ge
steld worden: de octrooien en de indigotine, waar
borgen, naar wij met grond verwachten, een goede
opkomst van leden en introduced.
Dinsdag a. s., 1 November, vergaderen de
Provinciale Staten van Zuid-Holland. Tot honne
werkzaamheden zal behooren eeno verkiezing tot
lid van de Eerste Kamer, in de plaats van mr
A. J. Duymaer Yan Twist, die zijn ontslag heeft
genomen. Er zal over worden behandeld om vanwege
de provincie de ondiepten te doen opruimen, die
zich bevinden in den Leidschen Yliet tusschen de
Sluis te Leidschendam en de Naakte Sluis. Gedep.
Staten stellen voor, voor dit uitdiepen aan te wjjzen
eene som van f 2800, waarvan door Rijnland
f 700 zal worden bijgedragen. Ook zal worden
behandeld een voorstel, tot wijziging van het bij
zonder reglement van den Oosteinder-polder (ge
meente Hillegom). Yoorts zal er inkomen eene
missive van Gedep. Staten, betreffende het besluit
der Staten van 20 Juli 1880, waarbij eene bijdrage tut
do provinciale fondsen is toegezegd in de kosten
van verbetering en van verder onderhoud van den
waterweg tusschen het IJ en de Zuid-Hollandsche
rivieren en stroomen.
Op het drietal voor predikant te Leiderdorp
staandd. Lazonder te Zegveld, Oorthuyzen te
Woudrichem en Pikaar te Harmeien.
De heer R. Ten Raa, van Noordwijk, heeft
met gunstigen uitslag examen afgelegd in de Engel-
sche taal, middelbaar onderwijs.
Do ritmeester dor cavalerie jhr. L. C. Qnarles
Yan Ufford is in activiteit hersteld en wederom
ingedeeld bij het 3de regiment huzaren.
Dezer dagen heeft de opneming der verzwaring
van den Lokdijk-Bovendams door het hoogheem
raadschap van den Lekdijk-Bovendams te Utrecht
en van Rijnland te Leiden plaats gehad, daar de
onderhoudstermijn 20 Oct. 11. afliep. De djjk werd
zorgvuldig geïnspecteerd en geheel goedgekeurd,
zoodat dit belangrijke werk nu als geheel geëindigd
kan besehouwd worden; het is volkomen geslaagd.
De dijk verkeert in prachtigen toestand. Men is nu
nog bezig met den aanleg vam bermen aan den
binnenteen des dijks, om hem nog meer kraeht en
weerstandsvermogen te geven. De colleges gingen
smorgenB per eersten trein naar Maarsbergen en
van daar in zes rijtuigen, die den vorigen dag daar
heen gegaan waren, naar Amerongen en van daar
langs den dijk over Wijk bij Duurstede, Schalkwijk
en Vreeswijk tot aan het Klaphek, van daar terug
naar Yreeswijk en vervolgens naar Utrecht, waar
men tegen halfzes 's avonds aankwam. Aldaar werd
door de leden en ambtenaren van het college van
den Lekdijk-Bovendams een diner bij den heer
Ookhuizen aan de leden en ambtenaren van het
college van Rijnland aangeboden.
De feestelijke herdenking der instelling van
het Metalen Krnis kon wegens het overigden van
Prins Frederik niet worden gevierd op den dag
zei ven (12 September), waarop Koning Willem I
in 1831 het besluit toekende: „de veroverde kanon
nen zullen worden versmolten tot een eereteeken,
dat prijken zal op de borst van ieder, die voor de
onafhankelijkheid en de eer van het vaderland de
wapenen heeft opgevat."
Uithoofde van den algemeenen rouw kon toen
niet aan feestvieren worden gedacht, maar nu de
eerste weken van dien rouw ten einde zijn, kwamen
met 'sKonings vergunning de gerechtigden tot het
dragen van het eereteeken naar de hoofdstad op om
gezamenlijk de „dagen van '30 en '31" te herdenken
Yelen waren sedert die dagen door den dood
weggenomen van de aarde, een groot aantal waren
door verschillende omstandigheden verhinderd aan
de oproeping gehoor te geven, maar ruim 500
versohenen gisternamiddag in de Koningszaal van
„Artis" op het appèl, waar een hunner voormalige
wapenbroeders, ds. J. C. Van Marken, hen met
eene hartelijke toespraak welkom heette. Hij be
sloot met de bede: „Bescherm, o God, bewaar den
grondDaarop viel een onzichtbaar orkest in met de
melodie van het Volkslied. Staande werd deze bede
door allen zingende herhaald en met aandoening
werden de slotwoorden van den weisprekenden rede
naar aangehoord: „Dat lied blijve van geslachte
tot geslachte de bede van het volk van Nederland!
En als de kinderen onzer kinderen het aanheffen,
mogen zij voor de wereld getuigen: De geest der
vaderen is nog niet geweken; het is ook bij ons
nog de oude leusMet GodTrouw aan Vaderland
en Koning."
Daarna hield de luitenant-generaal N. Mac-Leod
een toespraak, waarin hij de leden uit naam des
Konings een hartelijk woord van welkom toeriep.
Hij herdacht verder o. a. Prins Frederik, en hoe
men gehoopt had dat hij nog deze feestviering zoude
bijwonen.
Beide deze reden maakten groot en indruk op de
oud-gediendon. Onder daverende toejuiching werd
besloten, om namens het hoofdbestuur het volgende
telegram aan Z. M. don Koning te zenden:
„Sire! Zijn de oudstrjjders van 18301831 ver-
eenigd ter herinnering aan den dag, waarop vóór
50 jaar door nw koninklijken grootvader het Metalen
Kruis werd ingesteld, zij herdenken daarbjj, hoe zij
onder uw heldhaftigen vader streden voor uw vader
land en het onze, en bij de vernieuwing van
hunne trouw aan Vaderland en Koning brengen zij
Uwer Majesteit eene eerbiedige groete met den
wensch, dat God U en uw Huis zegene en Neder
land en Oranje hoede.
Te vier uren kwam eene andere categorie van
Metalen Kruisridders in de „Koningskroon" bijeen
en terwijl de in liefdadige gestichten verpleegden
daar aan den gezelligen disch waren gezeten, werd
in „Artis" het gastmaal gehouden van hen, die als
leden der Yereeniging het herinneringsfeest mee
vierden.
De groote concertzaal en de vestibule van Artis,
waar de oud-strijders werden ontvangen, zijn feestelijk
getooid. Vooral de decoratie, aangebracht aan de
zijde van het orkest, is prachtig. Te midden van
groen is een opgezette leeuw - een pracht-exemplaar
uit het Museum van Artis - geplaatst, geflankeerd
door twee volledige ridder-wapenrustingen, waarvan
de eene een standaard omklemd houdt, waarvan de
bekende Prinsenvlag wappert, en de andere een oude
Brielsche banier. Tegen den wand prjjken te midden
van Nederlandsche vlaggen een aantal oude vendels
en banieren, alsmede de vlag, die eertijds hing boven
het graf van Piet Hein te Delft. In de vestibule is
op een piëdestal de buste van prins Frederik geplaatst
en daarachter de koninklijke standaard, die den
veldtocht medemaakte.
In het „Grand Theatre" werd des avonds door
het Nederlandsch Tooneel als feestvoorstelling voor
do Metalen Kruisridders een gelegenheidsstukje van
de heeren Justus Yan Maurik Jr. on F. A. Buis
gegeven, getiteld „Gewichtige dagen (183031)."
De zaal was stampvol en de opgewondenheid door
de voorstelling teweeggebracht, algemeen.
Het aantal oud-strijders, uit alle oorden des lands
te Amsterdam saamgekomen, bedraagt 541, waarvan
nit Leiden 30. Evenals dezen, werden ook de anderen
in de plaats hunner inwoning bij het vertrek naar
de hoofdstad, op meer of minder feestelijke wijze
uitgeleide gedaan.
Volgens het Hbl. vonden velen hunner zich - ver
moedelijk door misverstand - bitter teleurgesteld,
daar hun de toegang tot de verschillende inrichtin
gen, die gratis voor de oud-strijders ter bezichti
ging zouden zijn, geweigerd werd.
Door eene aan het N. r. d. D. toegezonden
inlichting wordt de twijfel opgelost omtrent een
der te Aden aangebrachte passagiers van de „Koning
der Nederlanden." Het is namelijk de heer H. C.
W. Kogenschot, kapitein-kwartiermeester van het
Indische leger, die met verlof naar Nederland keert.
De naam Verschuur is vrij algemeen. Onder de
namen der geredde passagiers komt hij ook voor,
zonder eenige teevoeging. Naar wij vernemen, is
het de zeeofficier baron Van Verschuur, die door de
„Wyberton" is opgenomen.
Nog vernemen wij dat van de 175 nog vermisten
het meerendeel kolonialen zijn en dat de mail van
Batavia verloren is.
Men begint zich ongerust te maken over de
„"Willem Barendsz." Het scheepje werd reeds 15
dezer in het vaderland terugverwacht, en er is tot
heden nog niets van vernomen.
Aan de universiteit van Amsterdam is tot
doctor in de rechtswetenschap bevorderd de heer
N. A. Calisch, na publieke verdediging van een
academisch proefschrift, get.; „HetHandelsregister.''