Yereenigde Zitting der beide Kamers, op Zaterdag den 17den September 1881, ordeningen op de heffing en invordering der plaat selijke directe belasting noodig maken, waaromtrent mede een voorstel bij den Raad wordt ingediend. De hoogleeraar E. A. Van der Burg alhier levert in het maandschrift voor natuurwetenschap „Isis" eene belangrjjke bijdrage tot de geschiedenis der pharmacie van Leiden, bijeenverzameld uit het archief der gemeente, waarbij hij door jhr. Rammelman Elsevier met de meeste welwillendheid in staat werd gesteld tot het raadplegen der noodige bescheiden. Voor het op den 22sten September te houden admissie-examen tot de universiteit alhier hebben zich aangemeld 80 adspiranten. De heer A. Van Veelo, candidaat alhier, is beroepen tot predikant bij de Ned.-Hervormde ge meente te Bergschenhook. Door den heer D. M. Dibbetz, oud-inspecteur van den waterstaat in Ned.-Indië, en H. G. Van Sillenvoldt, civiel-ingenieur, is een plan ontworpen tot het leggen van een stoomtram, smal spoor, van af Leiden tot Gouda op een der bermen van don Rjjksweg tot aan den gemeeneweg, langs dezen weg naar het dorp Hazerswoude, en oostwaarts op tot aan den weg naar Wadding3veen, en verder naar Gouda, met een zijtak naar Boskoop. Zeker zou dit plan, wanneer het werd uitgevoerd, tot groot nut en gerief dienen van de aanliggende plaatsen, die nu meest buiten eenige onderlinge communicatie gelegen zijn. Op „Rhynzigt" werden deze week 254 baden door heeren en 35 door dames genomen. De tem peratuur van het Rijnwater was 17° a 18° Celsius. Gedurende deze week zijn dagelijks in het Werkhuis alhier opgenomen van 5171 volwassen personen en van 512 kinderen. De therm. Fahr. teekende gisteravond om 5 u. <52°, 8 u. 58®, 10 u. 54°hedenmorgen om 5 u. 52°, 8 u. 56°, 12 u. 66° en 'snam. 4 u. 64°. W.: Z. De afdeeling Waddingsveen en omstreken van „Volksonderwijs" heeft aan de leerlingen der openbare scholen in die gemeente een feest gegeven, waarop de heer Okhuizen uit Rotterdam de kinderen met zijne voorstellingen ten zeerste amuseerde. Opgetogen keerden ze huiswaarts, nadat hun vooraf een klein souvenir aan dat schoolfeest was uitgereikt. Naar men verneemt, wordt de waarde der door het overlijden van prins Frederik aan den Staat vervallen domeingoederen op ongeveer twaalf millioen gulden geschat. Eergisteren was het 25 jaren geleden datdr. J. J. De Gelder, toen te Leiden, bij raadsbesluit tot rector van het Alkmaarsch gymnasium werd benoemd. Deze dag werd door het Alkmaarsch publiek niet vergeten. Van verschillende zijden ontving de grijze jubilaris, aan wien Alkmaar in menig opzicht zooveel is verplicht, talrijke bewijzen van sympathie. In den ouderdom van 71 jaren is te 's-Hage overleden de heer T. W. Van Oudheusden Van Aehttienhoven, dijkgraaf van het Groot-Waterschap van Woerden, oud-lid van de Provinciale Staten van Zuid-Holland. De adjunct-directeur van gemeentewerken te Rotterdam, do heer C. Scholten, heeft tegen 1 Oct. a. s. zijn eervol ontslag aangevraagd, dat hem ook is verleend. Deze ambtenaar genoot eene jaarwedde van f 3300. Bij do begrooting wordt thans voor gesteld den nieuwen titularis aan te stellen op het minimum der jaarwedde, zijnde f 3000, waarvan afgaat f 200 wegens vrije woning. Het stoomschip „Prins van Oranje", van Am sterdam naar Batavia, vertrok Donderdag van Suez de „Prinses Amalia" vertrok hedenochtend van Am sterdam naar Batavia. De vaart door het IJ was zeer voorspoedig. Z. M. heeft aan M. A. F. H. Philipse, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend uit zijne betrekking van ontvanger der directe belastingen en accijnzen te Zeist c. a., behoudens aanspraak op pensioen; jhr. P. C. Yan der Does, ontvanger der directe be lastingen, invoerrechten en accijnzen te Gendringen, benoemd tot ontvanger derzelfde middelen te Hulst c. a.; tot commies ter directie der registratie en domeinen te Leeuwarden benoemd H. H. Dolk, sur numerair der registratie en domeinen te Goes; aan don heer D. H. Andreae, op verzoek, met 3 Oct. e. k., eervol ontslag verleend als notaris te Kollum aan mr. T. Modderman en jhr. mr. P. J. Yan Beyma, referendarissen bij het departement van justitie, verlof verleend tot het aannemen der versierselen van ridder 3de kl. der orde van St.-Anna, hun door den keizer van Rusland geschonken; D. W. C. Veldhorst, ontvanger der dir. belast, en acc. te Gouda (buitengemeenten), benoemd tot ontvanger derzelfde middelen te Woerden c. a.; aan A. G. F. Koltrop, op zjjn verzoek, eervol ontslag verleend uit zijne betrekking van bewaarder van de hypotheken, het kadaster en de scheepsbewijzen te Maastricht, behou dens aanspraak op pensioen. Gemengd Nieuws. Twee treinen, de een van Traloe, de ander van Cork komende, reden tegen elkander aan. Yan de passagiers van den laatsten trein werden 14 zwaar gewond. - Bij Scarborough kwamen twee locomotieven met elkander in botsing; 20 a 30 werk lieden, die daarmede werden vervoerd om een nieuwe lijn te maken, werden gewond, sommigen gevaarlijk. Door een zeer toevallige omstandigheid is eindelijk de stoutmoedige dief ontdekt, die den 27sten Juli jl. uit een waggon van den nachttrein van Parijs naar Keulen voor een kolossale waarde, voornamelijk aan juweelen, van twee voorname rei zigsters, de gravinnen Branicka en Czacka, wegstal. Het is een zekere Baudoin, afkomstig uit Bergen, in België. Sedert eenige weken had deze persoon met zijn echtgenoote Parijs verlaten om zich te St.-Quentin metterwoon te gaan vestigen, waar beiden op grooten voet leefden. Voor zijn vertrek uit Parijs had Baudoin zijn photographisch portret laten maken, en, kort na aankomst in zijn nieuwe woonplaats, verzocht hem de proeven op te zanden. Nu was echter de aandacht van den photograaf gevallen op de menigte briljanten en andere edelgesteenten, som mige van zeldzame grootte en vorm, waarmede Baudoin, die nogal ijdel schijnt te zijn, zich bij het doen vervaardigen van zjjn afbeeldsel had opgesierd, en had daarom tegelijk een proef aan den chef van do Parijsche veiligheidspolitie Macé gezonden. Deze, die onmiddellijk lont rook, stelde een voor zichtig onderzoek in en arresteerde in persoon een dag later Baudoin, juist toen deze weder op het punt stond St.-Quentin te verlaten en zich reeds aan het station bevond. Toen de dief, die eerst hardnekkig ontkende, door het vertoonen der photo graphic, duidelijk zag hoe zijne ijdelheid hem in het verderf had gestort, rukte hij zich eensklaps uit de handen zijner geleiders los, vloog als een pijl uit den boog naar den oever van het kanaal en zwom dit zoo snel mogelijk over. De heer Macé, die echter wel begrepen had dat hij met geen gemakkolijken gast te doen zou hebben, had zijne voorzorgsmaat regelen genomen, en terwijl eenige gendarmes te paard in galop omreden om over een brug in de nabijheid den overkant te bereiken, wierpen zich andere agenten in een boot en roeiden den vluchte ling achterna. „Vele honden is der hazen dood!" Zoo was het ook hier; na eenigen tjjd zoeken werd Baudoin, die zich half onder water in het riet ver borgen had, gevat en naar een veilige plaats achter slot gebracht. Over de wijze waarop hij den diefstal heeft kunnen plegen, hoeft hij zich intusschen nog niet willen uitlaten. Een geneeskundig tijdschrift deelt de waarnemingen van een dokter mede, die met groote nauwkeurigheid de uitwerking van het rooken op jongens heeft gadegeslagen. Hij nam te dien einde acht en dertig jongens van negen tot vijftien jaar en onderzocht hen. Bij zeven en twintig van dat getal ontdekte hij nadeelige gevolgen van de rook gewoonte. Bij twee en twintig waren er verschil lende storingen in den bloedsomloop en de spijsver tering, hartklopping en min of meer smaak in sterken drank. Twaaf hadden dikwijls neusbloedingen, tien sliepen onrustig en twaalf hadden verzwering van het slijmvlies van den mond, die overging toen zij eenige dagen achtereen niet rookten. De dokter be handelde hen allen wegens zwakte, maar met weinig uitwerking, totdat zij het rooken nalieten, en toen kwamen gezondheid en kracht spoedig terug. Door een correspondent van de „Times", die in Ierland vertoeft, wordt een treurig tafereel opgehangen van de geweldenarijen der Landliga in het Iersche graafschap Munster. Zij heeft eene soort van welgeorganiseerde politie en handhaaft het schrikbewind, dat zij voert, met kracht. Yerkoopt een boer melk aan de politie, dan worden zijne koeien verminkt of gedood; koopt er een hooi, dat van „geboycot" land afkomstig is, dan wordt zijn huis geplunderd; werkt een arbeider op een hoeve, waar de pachter wegens wanbetaling uitgezet ge worden is, dan snijdt men hem het oor af. De jury's verklaren misdadigers, die door de politie op heeterdaad betrapt zijn, eenvoudig voor onschul dig. De wet van de Land-League wordt veel meer gevreesd en nagekomen, dan de gewone wet en de dwangwet boezemt, naar de berichtgever meldt, in het geheel geen ontzag in. "Wordt men al gevangen naar Dublin gevoerd, dan wordt men er kostelijk behandeld, als in een hotel eerste klasse, en het gezin ontvangt 20 shillings in de week. Dat jaagt niemand vrees aan. De correspondent is van meening, dat de land wet aan dezen toestand van geweldenarij geen einde zal maken, maar dat de pachters, van oordeel dat zij de concessiën der landwet door hun oproerig gedrag verkregen hebben, daarmede zullen voort gaan, om nog meer te verkrijgen. Men ziet, het oordeel van dezen berichtgever aangaande de wer king der lanwet is geheel anders dan dat van den correspondent van het katholieke weekt ad, waarvan wij dezer dagen melding maakten, die in het graaf schap Connaught vertoefd had. - De „Times" dringt er bij de regeering op aan om van de buitengewone bevoegdheden, die de dwangwet haar geeft, toch vooral niet te beschroomd gebruik te maken en met alle macht het schrikbewind der Land-League te bestrijden. TOT SLUITING VAN DE GEWONE VERGADERING DER STATEN-GENE BAAL. Geopend te 2 uren. De heer Yan Eysinga, Yoorzitter der Eerste Kamer, bekleedt den Yoorzittersstoel. De Voorzitter laat door den Griffier der Eerste Kamer voorlezen een besluit des Konings, van den 4den September 1881 N°. 12, waarbij aan den Minister van Binnenlandsche Zaken wordt opgedra gen de taak, om zich heden, des namiddags te 2 uren, te begeven naar de vergadering der Staten- Generaal, en aldaar uit naam des Konings de tegen woordige zitting der Staten-Generaal te sluiten. De Yoorzitter benoemt eene commiswïo van acht leden der Eerste en Tweede Kamer, om den Minister van Binnenlandsche Zaken in- en uitge leide te doen. Kort daarna wordt de Minister van Binnenlandsche Zaken, die zich op de gewone statelijke wijze naar de vergadering der Staten-Generaal heeft begeven, de zaal binnengeleid. De heer Six, Minister van Binnenlandsche Zaken, plaatst zich voor den troon en houdt de volgende aanspraak: Mijne lieer en, „Het behaagde den Koning mij t heiasten U Zijner Majesteits dank over te brengen voor Uwe onafgebroken behartiging van 's Land; belangen, waarvan deze zitting zoo talrijke bewijzen oplevert. „Onder den smartelijken indruk van het groot verlies, dat den Koning en zijn Huis met het Ne- derlandsche Yolk heeft getroffen, voldoe ik aan deze Koninklijke opdracht. „Na deugdelijke voorbereiding was het U ge geven ons vaderlandsche Strafwetboek tot stand te brengen. „Verbetering der wetgeving op den algemeenen waterstaat is door Uwe raadpleging voeorbreid. „In het belang van de handelsverbindingen der beide voornaamste koopsteden van het Rijk zijn door U gewichtige beslissingen genomen. „Bij de pogingen tot beperking van de volks kwaal, zoo verderfelijk voor de maatschappij en voor het huisgezin, werd op Uwe medewerking niet tevergeefs gerekend. „Het auteursrecht is, naar den eisch des tijds, door U omschreven en gewaarborgd. „Van de andere onderwerpen Uwer beraadslaging mogen noch de voorzieningen in het belang van den bloei onzer zeevisscherijen noch ook de regeling der verzending van postpakketten onvermeld blijven. „In naam des Konings verklaar ik deze zitting van de Staten-Generaal te zijn gesloten." De Minister van Binnenlandsche Zaken wordt, na het uitspreken dezer sluitingsrede, door de commissie uitgeleide gedaan, waarna de Vereenigde Zitting door den Yoorzitter wordt gesloten. De commissie, die den Minister van Binnenlandsche Zaken in- en uitgeleide deed bestond uit de heeren: Insinger, Blussé, Merkes Yan Gendt en De Raadt, leden der Eerste Kamer, en de heeren Goeman Bor- gesius, Heydenrijck, des Amorie Van Der Hoeven en Patijn, leden der Tweede Kamer. Telegrammen. NIEUW-YORK, 16 September. De gouverneur van Michigan heeft een proclamatie uitgevaardigd, waarin hij hulp en bijstand vraagt en o. a. consta teert dat tweehonderd menschen bij de boschbranden het leven hebben verloren en vijftienduizend zonder dak en voedsel zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1881 | | pagina 2