K°. 6561.
Zaterdag 9 Juli.
A0. 1881.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
LEIDSCÏÏ
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 8 maanden......f 1.1®.
franco per posts 1.4®.
Afzonderlijke NommersOlOS.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 10 regels1.05.
Iedere regel meer...0.17$,
Grootere letters naar plaatsruimte.
IjEIBEW, 8 Juli.
Heden zijn aan do universiteit alhier tot doctor
in do geneeskunde bevorderd: de heer K. Lodder,
geb. te Goedereede, met academisch proefschrift,
get.: „Iets over de Zweetsecretie"; - de heer H.
Heller, arts, geb. te Klundert, mot academisch
proefschrift, get.: „Over hygroma colli cysticum
-coDgenitum", - en de heer P. A. Ingon-Housz, geb.
te Breda, met academisch proefschrift, get.: „De
adenoïdo vegetatiën der neuskeelholte."
De mail van Nederlandsch-Indië, per stoom
vaartmaatschappij „Nederland" (st. „Madura"), kan
morgen alhier verwacht worden.
I Blijkens de opgaven betreffende de sterfte in
eenige groote gemeenten in de maand Mei 11., was
do verhouding dor overledenen tot 1000 inwoners:
te Amsterdam 20.7; te Arnhem 20.2te Dordrecht
31.2; te Den Haag 25.8; te Groningen 28.5; te
Haarlem 21; te Den Bosch 26.5; te Leeuwarden
24.6; te Leiden 27.1; te Maastricht 22.8te Rotter
dam 22.7; te Utrecht 23.6.
De minister van binnenlandsche zaken heeft
benoemd tot gecommitteerden ten wier overstaan
de eind-examens bij de gymnasia te 's-Gravenhage,
Rotterdam en Middelburg zullen worden afgenomen
a. bij liet gymnasium te 's-Gravenhage: dr. C. M.
Francken en dr. J. J. Cornelissen, hoogleeraren in
de letteren en wijsbegeerte te Utrecht en te Leiden
dr. D. G. Cramer, directeur der H. B.-School te
Zutfenb. voor het aindexamen bij het gymnasium
te Rotterdam: dr. W. J. A. Jonckbloet en dr. T.
J. Halbertsma, hoogleeraron in de letteren en wijs
begeerte te Leiden en te Groningen; dr. D. De
Loos, directeur der gemeentelijke Hoogere Burger-
echool te Leiden; c. voor het eindexamen bij het
gymnasium te Middelburg: dr. S. A. Naber, hoog
leeraar in de letteren en wijsbegeerte te Araster
dam; C. A. Engelbregt, directeur der H. B.-Schoei
te Utrecht, en jhr. mr. D. G. Van Teylingen, voorzit
ter van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschap
pen te Middelburg.
Opnieuw vergaderde de commissie, uit de inge-
zetenen van Den Haag benoemd ter beoordeeliug
an het door Ged. Staten dezer provincie opgemaakt
ratwerp van wet tot verandering der grens tusschen
,io gemeente en Wassenaar, wederom tot definitieve
vaststelling van haar advies. In den geest van het
voorstel van den heer De Wit, dat in de vorige
vergadering was aangenomen, verklaart het advies
het wetsontwerp, zooals het daar ligt, voor do go-
Imeente 's-Gravenhage onvoldoende en dringt op
sene groote uitbreiding van Den Haag tusschen en
[langs den Wassenaarschen weg aan. - Na eenige
iscussie over een paar zinsneden in het advies
voorkomende werd het ten slotte met op 1 na alge-
Imecne stemmen goedgekeurd.
Aan de te Waddiogsveen gehouden harddra
verijen werd des morgens door 17 paarden deel-
Igenomon. De prijs werd behaald door het paard
Ivan J. v. d. Mast te Bleiswijk, pikeur A. Bos, en
jde premie door dat van G. Koot to Berkel, pikeur
lezelfde. Aan de namiddag-harddraverij namen 15
Ipaarden deel. Do prijs werd behaald door de blauwe
Imerrie „Prinses", van P. Smit Jr. te Rotterdam,
hpikeur P. Yan Santen, de eerste premie door de
bruine merrie „Snijboon", van A. Bos te Zevephuizen,
ereden door den eigenaar, en de tweede premie
door den zwarten ruin „Barton", van Doon te 's-Hage,
pikenr A. Bos.
L Dr. J. Roorda Smit te Utrecht is door do
Argentijnsche regeering benoemd tot professor der
chirurgie aan de nationale universiteit te Cordova,
en prof. dr. E. H. Yon Baumhauer te Haarlem tot
«orrespondeerend lid der nationale academie van
wetenschappen.
De Hollandsche Maagd, het monument te
kmsterdam, zal tegen den herinnorin^dag van do
instelling van het Metalen Kruis eenige herstellingen
ondergaan.
Den 18dcn dezer vertrekken de onderofficieren
van den hoofdcursus te Kampen naar het kamp te
Oldebroek, om gedurende eenige dagen aldaar de
artillerie-oefeningen bij te wonen.
Omtrent het op Ampsen bij Lochom gehouden
18de Zendingsfeest deelt de „Zutf. Crt." de volgende
bijzonderheden mede. Tot 12 uren was het weer goed,
na dien tijd joegen krachtige rukwinden het stof in
dichte wolken op, zoodat er in de groote laan soms
bijna stof gegeten werd. Tegen 3 uren bÖgon het te
druppelen, maar bleef de gevreesde, door den land
man gewenschte regen toch nog uit. Het getal
feestvierenden zal ruim 3500 bedragen hebben. De
Staatsspoorweg voerde het grootste getal hiervan
aan, een kleine 3000, de overigen waren per rijtuig
gekomen. Dit getal is betrekkelijk klein bij dat der
feestvierenden van vroegere jaren; de verdeeling der
Zendingsfeesten over verschillende oorden des lands
zal daartoe wel bijdragen.
Z. M. heeft P. Yan Duyvendijk benoemd tot
burgemeester der gemeenten Stompwijk en Yeur,
met toekenning van eervol ontslag als burgemeester
van Sommelsdijk; den scheepsklerk W. G. L. Bru-
nings bevorderd tot officier van adm. 3de kl.; -
1°. den kapt. ter zee J. Tromp, op verzoek, ter
zake van in en door den dienst ontstane lichaams
gebreken, op pensioen gesteld, ondor toekenning van
een jaarlijksch pensioen van 2100 en van een
verhooging van dat pensioen van f 1050 'sjaars
voor werkelijk verblijf in militairen dienst in 's Rijks
overzeesche bezittingen en koloniën en tusschen de
keerkringen; 2°. bevorderd: tot kapitein ter zee,
den kapt.-luit. ter zee J. P. Van Rossum; tot kapt.-
luit. ter zee, den luit. ter zee 1ste kl. J. M. A.
Van Muiken, en tot luit. ter zee 1ste kl., den luit.
ter zee 2de kl. J. J. Kraakman- aan de volgende
officieren op de gronden en met toepassing van de
wetsartikelen, daarbij voor ieder hunner in het bijzon
der aangewezen, pensioen toegekend tot het bedrag als
achter ieders naam is vermeld: M. B. Erdtsieck, kapt.
der inf. op non-act., f 1560; K. W. Rueck, idem,
1539; W. G. Gelinck, idem, f 1300, en D. W.
Yan Walchren, kapt. der artill. op non-act., f 1096
benoemd tot notaris binnen het arrondissement
Leeuwarden, standplaats Warga, gem. Idaardera-
deel, U. Bottinga, cand.-notaris te Leeuwarden;
den kapt. jhr. A. D. J. Calkoen, van het 2de rog.
veld-artillerie, op zijn aanvrage, een pensioen van
f 956 'sjaars verleend; - de volgende cadetten be
noemd tot 2den luit. bij het wapen der infanterie:
bij het 1ste reg., Y. H. Klijnsma; bij het 2do rcg.,
A. J. C. De Bruyn; bij het 3de reg., N. E. E.
Grubé; bij het 4de reg., A. A. Yan Schilfgaarde;
bij het 5do reg., D. Makkink; bij het 6de reg.,
A. A. Heisterkamp; bij het 7de reg., H. J. Inde-
wey; bij het 8ste reg., E. H. Boele; bij het wapen
der cavalerie: bij het 1ste reg. huzaren, H. L. A.
Mathon; bij het 2de reg. huzaren, D. Enschedé;
bij het wapen der artillerie bij het 1ste reg. ves
ting-artillerie, P. L. Bergansius, M. C. Yan der Hoog
en G. R. D. Yan Doesburgh; bij het 2de reg., C. G.
Preuyt, F. W. A. Neeteson, C. J. M. Collette en
J. K. Yan Hoogstraten; bij het 3de reg., F. Dell,
C. Bosch, M. A. Elout en G. A. Brünings; bij het
4de reg., L. Nijhoff, E. A. F. Blokhuis en J. F.
Schenk; bij het wapen der genie: G. W. C'. "Wes
tenberg, J. J. Schuil, A. D. J. Berkhout en E. M,
S. Visser; allen herkomstig van de koninklijke
militaire academie.
In een nader adres door mr. P. F. Hubrecht aan
de leden der Provinciale Staten van Noord- en Zuid-
Holland ingezonden ter zake van do door adressant
en andere ingelanden van Rijnland gevraagde wijzi
ging van het reglement van dat hoogheemraadschap,
worden de hoofdargumenten, op grond waarvan
Ged. Staten van beide provinciën tot afwijzing van
het gedaan verzoek hebben geadviseerd, uitvoerig
bestreden. Adressant betoogt dat geen andere drijf
veer tot het verzoek om wijziging van Rijnlands
reglement heeft geleid dan dat aan Rijnlands inge
landen niet onthouden worde de administratieve
rechter, bevoegd tot uitspraak over administratieve
geschillen, die in den boezem van het waterschap
te eeniger tijd kunnen oprijzen. Waar do eindbe
slissing bij hot koninklijk gezag als hoogste adminis
tratieve rechter berust, wenschten adressant en zijne
medestanders dat aan hen, die hunne zaak Yoor
zijne vierschaar willen brengen, de toegang tot
dien rechterstoel niet ontnomen, onthouden, gesloten
worde.
Dat dit verzoek een groven greep in het stelsel
van zeltbeheer der waterschappen zou doen - gelijk
Ged. Staten beweerden - ontkent adressant ten
sterkste. Dat zelfbeheer blijft ongedeerd, overan-
derd en ongemoeid. Niet echter, wanneer door zelf
beheer verstaan wordt eigenmachtig beheer, dat alleen
heerschappij uitoefent en tegen welks decreten, ten
behoeve van ingelanden genomen, geenerlei beden
king mag toegestaan wordenniet, wanneer inge
landen, gelijk oudtijds, ook heden nog dienaron zijn
van het waterschapsbestuur, die slechts hebben te
gehoorzamen en op wier meest rechtmatige grieven
zóó weinig acht behoort geslagen te worden dat
hu» zelfs de gelegenheid tot onderzoek hunner grie
ven, tot het zoeken en verkrijgen van hun recht,
voortdurend moet onthouden worden. Jnist het om
gekeerde is waar. Want dat nuttige zelf beheer blijft
wel degelijk in stand, en wordt bevestigd, voor
dwaling behoed en voor onjuiste maatregelen ge
vrijwaard, zoodra de bij de Grondwet aangewezen
hoogste administratieve rechtsmacht voor ingelanden
toegankelijk wordt gesteld. Dit alleen verlangt en
bedoelt het adres.
Wat adressanten verlangen, is trouwens in art.
178 van Rijnlands Reglement voor enkele daarbij
bedoelde gevallen verordend. Waar hot reglement
dus zelf de juistheid van het beginsel, dat ingelanden
aanspraak hebben op een rechter, erkent, kan een
gemotiveerd verzoek om datzelfde beginsel ook op
andere gevallen toe te passen, geen grove en ruwe
greep in de regelen van Rijnlands bestuur genoemd
worden. Wat de quaestie der openbaarheid van de
zittingen der vereenigdo vergadering van Rijnland
betreft, betoogt adressant nader dat thans die open
baarheid niet bij het Reglement van Rijnland en
dus wettelijk is geregeld, al bestaat zij feitelijk en
dan nog onvolledig en gebrekkig, daar een bepaling
ontbreekt over welke onderwerpen in eene besloten
vergadering nooit een besluit mag genomen worden.
Wat adressanten vragen bestaat niet. Hetgeen
bestaat, is niet in het reglement opgenomen en ia
onvoldoende en gebrekkig.
Ten slotte betoogt adressant de ongegrondheid
van de voorstelling van Dijkgraaf en Hoogheemra
den alsof adressanten zouden zijn„eenige ingelan
den die met terzijdestelling van het wettig be
stuur eene nieuwe regeling van zaken wenschen
te zien ingevoerd." Ondanks de beleefde uitnoodi-
ging van adressanten toch tot overleg, tot samen
komst en voorlichting hebben Dijkgraaf en Hoog
heemraden geweigerd daaraan te voldoen. En ondoor
dacht kan die nieuwe regeling van zaken zeker niet
heeten, daar die bestuurders zelf erkennen dat het
verzoek van adressanten vooreen deel niet nieuw
is, terwijl, gelijk adressant nu nader heeft betoogd,
ook het andere deel geen nieuw beginsel is. Zij die
voor handhaving der rechten van ingelanden opkomen,
plegen - zoo besluit het adres - ten allen tijde be
groet te worden met het weinig eervol verwijt dat
zij ondoordacht het wettig bestuur ter zijde stellen
en een nieuwe regeling van zaken verlaDgen.