K°. 6553. Donderdag 30 Juni. A". 1881. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Oud of nieuw? LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 8 muntten.1.1 (K Franco per post.1.4(X Afionderlvjke Nommers.OJEV. PRIJS DER ADVERTENTIES: Tm 1B regeta.f 1.0A Iedere regel meer0.17-fc Grootere letten naar plaatsruimte. STADS.BERICHTEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS tan LEIDEN, Gezien het adres van J. MOOTEN, smid, wonende alhier, hon- dende verzoek tot oprichting van eene smederij in het pand aan de Oade Vest n9. 137; Gelet op de artt. 6 en 7 der wret van 2 Jnni 1875 (Staatsblad n®. 95); Geven hij deze kennis aan het pnbliek dat genoemd verzoek, met de bijlagen, op de Secretarie dezer gemeente ter visie gelegd isalsmede dat op Woensdag den 13den Joli a. 'a voormid dag! to elf uren, op het Raadhuis gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen dot verzoek in te brengen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 29 Juni 1881. E. KIST, Secretaris. Sedert het verschijnen van het nader advies der commissie van financiën in zake de voorgestelde uitbreiding der gasfabriek heeft een der raadsleden, de heer J. Scheltema, een voorstel ingediend, waar van de hoofdstrekking overeenkomt met eerstge noemd advies, terwjjl bovendien nog wordt aange drongen op de reeds meermalen besproken afschoi- ding van het beheer der gasfabriek van de gemeente administratie. Het laatste punt, hoe gewichtig ook met het oog op de ingrijpende financiëele gevolgen, die een te nemen besluit in welken zin dan ook, zal na zich sleepen, laten wij buiten bespreking, omdat het niet zoo sterk op den voorgrond treedt als de vraagwat moet er ten opzichte der aanhangige uitbreiding van de fabriek geschieden, een vraag echter die noch in commissoriale, noch in individneele adviezen wordt beantwoord, maar ter wier oplossing, en terecht, wordt aangeraden de voorlichting van deskundigen te baat te nemen. Aangenomen nu, dat die zienswijze door de meer derheid van den Raad wordt gedeeld - een onder stelling, die bij den tegenwoordigen stand der quaestie zeker niet al te gewaagd of een onbescheiden voor- uitloopen op de beslissing van de gemeenteljjke ver tegenwoordiging mag worden genoemd - dan zal nog dienen te worden uitgemaakt, welk mandaat aan de te benoemen deskundigen zal moeten worden opgedragen. Volgens het voorstel van den heer Scheltema dient de commissie van deskundigon te wordonuit- genoodigd om, indien haai- blijkt dat de gasfabriek in een onvoldoenden toestand verkeert - en dat schijnt niet twijfelachtig te zijn - den Raad te dienen van advies omtrent de maatregelen, die ge nomen moeten worden om op de minst kostbare wijze de fabriek in zóodanigen staat te brengen, dat zij in de behoefte aan goed gaslicht binnen Leidon kan voorzien. De commissie van financiën op hare beurt advi seert om bij eventueele uitbreiding en verbetering van sommige deelen dier inrichting in het oog te honden: de waarschijnlijk toekomstige behoefte aan gasproductie bij de zich van lieverlede uitbreidende consumtie, en do meest doelmatige en minst kost bare wijze om daaraan tegemoet te komen. Tot zoover gaan beide voorstellen vrij wel samen, doch waar de commissie van financiën ten slotte ook in het oog wil hebben gehouden de vraag of de toestand der fabriek na de voorgestelde verbetering aan de tegenwoordige eischen van een goed inge richte gasfabriek zal voldoen, - daar openbaart zich een cardinaal verschil. Inderdaad, de laatste vraag verdient ernstige, zeer ernstige overweging. Hier dringt zich onwillekeurig eén andere vraag op, en wel deze: Is do fabriek, zooals zij daar staat, de voorgestelde uitbreiding, die niet minder dan twee tonnen gouds zal moeten kosten, eigenlijk wol waard? Zal men voor die hoogst aanzienlijke som niet altijd nog maar een gebrekkig lapwerk verkrijgen, waarbij telkens en telkens nieuwe leemten en breuken aan het licht zullen komen, wier voorziening ook weder nieuwe en soms vrij groote uitgaven zal vereischen? "Wij gaan verder en wijzen op betgeen wij elders zagen gebeuren in de naburige residentie heeft men de oude gasfabriek, wier capaciteit voor het steeds toenemende verbruik meer en moer onvoldoende bleek te zijn, wier primitieve inrichting de voor- deelen miste, door wetenschap en ervaring aan later opgerichte fabrieken verschaft, zoodat men slechts duur en slecht kon fabriceoren - die oude fabriek heeft men allengs buiten werking gesteld, eindelijk gesloopt en door een geheel nieuwe, volgens de laatste verbetering ingerichte fabriek vervangen. En do gasverbruikers in de residentie varen er wel bij. Wanneer men het plan van uitbreiding der Leid» sche gasfabriek aandachtig naleest, bekomt men onwillekeurig den indruk van hetgeen wij boven met een alledaagsch woord noemdenlapwerk. Ten gevolge van het aanleggen van nieuwe fornuizen zal een wjjziging in de hoogte der stokerij moeten worden gemaakt. Maar daarbij valt tevens in het oog, dat het oudste gedeelte der kap vernieuwing vereischt. Vraag: hoe lang zal het duren, eer het dan volgende oudste gedeelte voor vernieuwing in aanmerking zal moeten komen? Maar we zijn er nog niet; ook de oudste kolenmagazijnen zullen door nieuwe moeten worden vervangen-gelukkig dat de door die afbraak verkregen steenen kunnen gebezigd worden voor het optrekken van de muren der stokerij. Men ziet het: er moeten nienwe zolen onder de laarzen worden gelegd, maar de barsten, die zich daarbij in het bovenleder zullen voordoen, eischen nienw lapwerk, heel onsierlijk lapwerk en, wat erger is, knellend lapwerk. En de kosten, och, een paar gulden meer en ge hadt nieuwe laarzen voor uw geld gehad, die ge u toch eerstdaags moet aanschaffen. Men vergeve ons dat voorbeeld uit het dagelijksch leven om de verdienste der juistheid. Vooral ook het laatste punt verdient overweging; hoe lang zal de voor twee ton opgelapte fabriek nog moe kunnen? Reeds het cijfer van ruim 3000 strekkende meter gasbuizen, die thans door wijdere znllen moeten worden vervangen, zou genoeg te denken geven en getuigen kunnen van den achterlijken toestand. Geen wonder dat sedert 1848 do capaciteit der buizen allengs onvoldoende is geworden. Geen won der, als men onder die omstandigheden uit den mond van mannen van het vak de verzekering verneemt dat de Leidsche gasfabriek haar tijd gehad, haar geld verdiend heeft. Deze bewering, vooral wat het laatste gedeelte betreft, latende voor hetgeen zij is, willen wij ten slotte toch met alle bescheidenheid de vraag hebben gesteld: Zon het geen overweging verdienen aan de eventueele commissie van deskundigen tevens de vraag ter beantwoording voor te leggen: Welke znllen de kosten zjjn, verbonden aan het oprichten van een geheel nieuwe fabriek, ingericht volgens de laatste eischen, door wetenschap en ervaring gesteld, en zal de jaarlijksohe uitgave, benoodigd voor interest en aflossing van het kapitaal, ver eischt tot oprichting eener nieuwe fabriek boven de thans voor uitbreiding gevraagde twee ton gouds, wellicht worden opgewogen door goedkooper fabri cage, lager onderhoudskosten en opbrengst van de aforaak der dan te sloopen oude fabriek? LEIDEN, 29 Juni. Bij de behandeling gisteren in de Tweede Kamer van de inlichtingen op hot adres van den gemeente raad van Leiden omtrent het stichten van een nieuw academiegobouw aldaar - waarbij de commissie had voorgesteld als meening der Kamer uit te spreker, dat de hier bedoelde terreinen in billijkheid, hetzij voorwaardelijk, hetzij onvoorwaardelijk aan de ge- j meente Leiden bchooren te worden teruggegeven, doch waartegen door de heeren Yan der Kaay, Patijn en Donner was voorgesteld geworden om "uit de conclusie de woorden: „hetzij voorwaardelijk, hetzij onvoorwaardelijk", te doen vervallen - onder steunde de heer Yan Eek de gewijzigde conclusie. Hij stelde de vraag, of het met de waardigheid der regeering strookt, in het algemeen belang een aanbod te aanvaarden en het terrein in bezit te houden, doch daarvan geen gebruik te maken. Bij deze gelegenheid besprak hij den bouw dernieuwó academie-inrichtingen. Hij blijft nog altijd de voor keur geven aan uitbreiding en vernieuwing der bestaande academiegebouwen, terwijl hij tevens wee» op de noodzakelijkheid van verandering der tegen woordige musea, die veel te wenschen overlaten.. Ook al mocht bebouwing geld kosten, dan nog behoort de regeeriDg de handen aan het werk te slaan. Spreker ondersteunde de wijziging, voor gesteld door de heeren Donner c. s., omdat het rechtvaardig is, het terrein onvoorwaardelijk terug te geven, wanneer met den bouw geen aanvang wordt gemaakt. Leiden is eigenaar van de zaak on heeft derhalve zijn eigen besluit in te trekken. Zoolang de regeering dus niet aan hare verplichting voldoet, behoort Leiden over de Ruïne te beschikken. - De minister van Binnenlandsche Zaken deelde mede dat in 1873 geene formeele eigendoms-overdracht heeft plaats gehad, doch meende dat de gemeente Leiden nog altijd gebonden is aan haar vroeger besluit tot afstand van den eigendom. Overigen», vleide hij zich dat de tijd niet meer veraf is, waarop eene aanvraag van gelden ten behoeve van den bouw aan de Staten-Generaal zal kunnen worden- ingediend. Hij meende dat de regeeriag niet ver antwoord zou zijn met teruggave der terreinen zoo lang de behoefte daaraan nog bestaat. Ook was de minister tegen gedeeltelijke teruggave, omdat die de uitvoering der plannen zooal niet onmogelijk maakt, dan toch geheel belemmert. De minister mocht dus der Kamer niet adviseeren zich met de conclusie te vereenigen, hoezeer hij het ook be treurde dat Leiden teleurgesteld is. Den wenk van den heer Yan Eek zal hij in ernstige overweging nemen. - De heer Corvcr Hooft zeido dat de eerlijkheid tegenover de gemeente Leiden Torderde dat de ter reinen weder terng werden gegeven, tenzij het Rijk voldoet aan de voorwaarden, waaronder zij zijn toege staan. - De heer Yan der Kaay verdedigde hot amend, uit het oogpunt der billijkheid, na al hetgeen er in deze zaak gebeurd is en de onzekerheid die steeds blijft bestaan omtrent het nieuwe academiegebouw; waarna de minister nog opmerkte dat de gemeen teraad van Leiden wist dat de groote plannen voor bereiding vereischten, en mededeelde, dat de regee ring bereid is zoo spoedig mogelijk uitvoering aan de plannen te geven, waardoor alle verdenking van minder eerlijke of loyale handelwijze wordt uitge sloten. - Het amendement, in stemming gebracht, werd met 33 tegen 20 stemmen aangenomen en daarna de aldus geamendeerde conclusie zonder hoofdelijke stemming. De onderhandsche verkoop en kostelooze afstand van duingrond te Katwijk aan Zee aan de gemeente Katwijk werd met algemeeno stemmen bekrachtigd. De collecte te Oegstgeest, gehouden ten be hoeve van het fonds tot aanmoediging en onder steuning van den gewapenden dienst in de Neder landen, heeft opgebracht f 52 en die te Voorbont 71.744. Generaal Van der Heyden kwam gisterna middag om zes uren over België te Rotterdam aan. Aan het station Delfcsche poort stond de muziek der weerbaarheid aldaar, die bij de aankomst van den trein de volksliederen speelde. Duizenden be langstellenden, waaronder officieren der zeemacht en van de Rotterdamsche weerbaarheid, waren er aanwezig om den generaal te verwelkomen. De

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1881 | | pagina 1