K\ 6527. Maandag 30 Mei. A". 188!. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Dit Nommer bestaat uit TWEE BLADEN. Eerste Blad. Een open vraagstuk. LEIDSOH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Lelden per S maanden.1.10. 1.40. Franco per post. Afzonderlijke Kommer*.0.05. PRIJS DER ADVERTENTIE!! I Van 1—0 regel*.1.08. Ieder* regel meer0.I7J* Grootera latten naar plaatsruimte. 8TADS.BERICHTEN, BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN doeo te weten, ter voldoening aan art. 228 der wet van 29 Jnni 1851 (Staatsblad n°. 85), dat alle pretention over het jaar 1880, ten laate der gemeente, vóór of op den laatateD Juni dezes jaars moeten worden ingeleverd en dat de vorderingen, welke niet binnen den genoemden tijd zijn ingediend, voor verjaard en ver nietigd zullen worden gebondei. Burgemeester en Wethouders voornoemd. Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 27 Mei 1881. E. KIST, Secretaris. II. De werken, overeenkomstig het rapport van den secretaris Jan Van Hont tot stand gebracht, hadden ten doel de wol-industrie binnen een bepaalde grens te beperken, (daartoe werd de Donkere-gracht, van toen af Volmolen-gracht,, verbreed)door middel van verlaten, schotdeurtjes of waterkeeringen de gemeen schap met andere grachten af te breken, - en aan het einde van de pas genoemde gracht, met een paardenmolen, aan den Singel staande, het vnile water uit het afgesloten gedeelte weg te malen. Deze molen heeft dienst gedaan tot 1611een stal houder had zich verbonden des zomers driemalen, en in het voor- en najaar tweemalen per week, het ingesloten water weg te malen - (door een ge- metselden duiker, onder door de Vestgracht en den Singelweg werd het naar buiten gevoerd en op de Slaagsloot geloosd) - en door verseh water te ver vangen. Het nieuwe stelsel voldeed aanvankelijk zoo goed, dat het gaandeweg werd uitgebreid door het aan brengen van meerdere schotdeuren en don bouw van nog één paardenmolen op den hoek van de Voldersgracht en het Rapenburg, tegenover de Groen- hazengracht. Eerstgenoemde gracht is, zooals bekend is, in den aanvang der zeventiende eeuw overwulfd en draagt sedert den naam van Langebrug. Tevens werd ook voor de andere wateren binnen de gemeente gezorgd. De belangen der scheepvaart verboden daar afdammingdoor het aanbrengen van keer- of waterschotten dwong men het buitenwater bij harden wind zijn weg te kiezen door de stad, in plaats van om haar heen. Die schotten kwamen aan de Rijnsburgerpoort, aan de Wittepoort en aan de Hoogewoerdspoort in den Singel. Nu volgt de periode der vierde vergrooting (1611), die nieuwe behoeften in het leven riep. De quaestie der waterverversching gaf aanleiding tot langdurige verwikkelingen met Rijnland. Ten einde geregelder op de Slaagsloot te kunnen uitmalen, moesten de toegangen, uit enge slooten bestaande, worden ver wijd, door het graven van een gracht van den Singel tot aan de Slaagsloot. In 1609 werd daar een wind molen geplaatst ter vervanging van de nu doelloos geworden paardenmolens. Door de vergrooting der stad was de wol-indnstrie in een minder gunstige positie gekomen; om hierin te voorzien deed de regeering in 1615 bij publieke aanbesteding „dertien hand volder jjen en drie paarden- volmolens bouwen, voorzien van de aoodige woon- huisjes, langs het gedeelte van de nieuwe Volmolen- gracht, tu8schen de Langegracht en de Binnenvest gracht, waardoor het vuile water direct buiten de stad geloosd werd. Aanvankelijk werden allen van jaar tot jaar verhuurd, tot in den jare 1631, toen zeven handvolderjjen publiek zijn verkocht voor 1000 a 1200 gulden elk; de overige zes, benevens de drie paardenvolmolens," bleven eigendom van de gemeente. In 1637 waren alle grachten van gemetselde wallen voorzien. Voorts werd het overwulven der vuilste grachten (Pieterskerkgracht en Papegracht) geregeld voortgezet. De droogmaking van de Zoetermeersche meer en de afsluiting van de Groote Heer verminderden de doorstrooming in de stad zeer, en nieuwe klaohten rezen. Haar eenige jaren verliepen, veel last werd geleden, vele plannen werden ontworpen, vele me- moriën werden -ingediend en ter zijde gelegd, eer de handen wederom aan den ploeg zijn geslagen. In 1644 werden belangrijke werken ten uitvoer gebracht: twee groote watermolens, een aan den Ouden Vliet onder Boschhuizen, buiten de Witte poort, één aan.de Roomburgerwateringhet graven van kanalen, slooten en molentochten, om het vuile water af, het versche toe te voeren; vier schotten in de singelgracht, tot wijziging van den waterloop, enz. Tot zuivering van de overwulfde grachten in de wijk der wolnijverheid werd een kleine watermolen geplaatst; terwijl eenige deurtjes, aan sommige grachten, allen ongelegen toevoer van vuil water van buiten beletten. Leiden verkeerde destijds in een staat van bloei groote werken werden ondernomen (o. a. het graven van de trekvaart naar Haarlem), de bevolking nam steeds toe, zoodat in 1659 de laatste vergrooting der stad plaats had. Het stak Levendaal van de Kraaierstraat tot den Vestwal werd door middel van een duiker met den Singel in gemeenschap ge bracht, en in dezen een schutsel geplaatst ten einde het Rijnwater te dwingen tot de verversching van het Levendaal mede te werken. De aangelegde werken voldeden wel - doch de stank was er niet voorgoed mede overwonnen. „In 1669 had weder een groote sterfte onder de ingezetenen plaats gehad, vooral onder de meer gegoede en aanzienlijke lieden. Vermoedelijk is daar aan toe te schrijven de haast, waarmede de nog openliggende nauwe grachten, in een zoo korten tijd, werden dichtgesloten en aangevuld. Men kon echter niet al de grachten dichtmaken, en de stank, uit dezelve oprijzende, was te hinderlijk, om niet alweer andere middelen tot verbetering te beproeven. De bestaande molens c. a. schenen zulks niet te kunnen overwinnen. Weshalve andermaal een com missie zich onledig hield, met nieuwe plannen te maken, doch inmiddels, en om voorshands iets te beproeven, wilde men het onregelmatig baggeren in de stadsgrachten beperken." Zeker is het, dat het niet raadzaam is gedurende de zomermaanden meer dan noodig roering te veroorzaken. Wordt vervolgd.) LEIDEN, 28 Mei. Heden is aan de universiteit alhier de heer J. Wessel Van Groningen, geb. te Deventer, bevorderd tot doctor in de rechtswetenschap, met academisch proefschrift, get.: „Over de wettelijke verplichting van den koopman tot boekhouden." In de eerste helft van Jnni zullen in de om streken van Leiden, door officieren van de verschil lende wapens uit de garnizoenen Leiden, Haarlem, Delft en Gouda, kadermanoeuvres op groote schaal worden uitgevoerd. Met de leiding dezer oefenin gen is belast de luit.-kolonel Hardenberg van het 4de reg. infanterie. Het zal velen ongetwijfeld genoegen doen uit een in deze courant voorkomende advertentie te ver nemen dat bij den ondernemer van „Zomerzorg" het plan bestaat om bij genoegzame deelneming door het muziekcorps der dd. schutterij aldaar vier con certen te doen geven, waarvoor de inteekening inderdaad zoo billijk mogelyk is gesteld: ternau wernood 15 cents per persoon voor elk concert. Buiten inteekening is de prijs natunrljjk hooger. Wij vertrouwen dan ook dat de lijsten, die dezer dagen zullen worden aangeboden, spoedig met een groot aantal handteekeningen zullen prijken. De faculteit der letteren en wijsbegeerte aan de rijks-universiteit te Leiden maakt bekend dat het admissie-examen zal worden afgenomen op Haan dag den 20sten Jnni a. s. Belanghebbenden worden verzocht zich vóór den lOden Juni a. s. met nauw keurige opgave van voor- en toenamen (voluit ge schreven), aan te melden bij den pedel P. J. Oostveen. De examens van hen, die wenschen aan te toonen dat zij tot de beoefening der natnnrknndige wetenschappen genoegzaam voorbereid zijn, zullen worden afgenomen te Leiden, van Maandag 30 Mei tot Zaterdag 18 Juni, dagelijks van 9 tot 12 en van 1 tot 4 uren; de beide eerste dagen in de Stadszaal, de overige dagen in het gebouw der hoogere burgerschool. Ter vervulling der nog steeds bestaande vaca ture van predikant bij de Ned.-Herv. gemeente al hier, ontstaan door het vertrek van ds. Baart De la Faille haar Amstelveen, is gisteravond door het kiescollege, dat thans weder compleet is, het vol gende zestal vastgesteldds. J. Hulsebos te Lemmer, dr. P. G. Datema te Weesp, ds. I. Th. F. U. Lauts te Sprang, dr. E. C. Gravemeyer te Oostheim, ds. J. H. Guldenarm te Vuursche en ds. C. Diehl J.Czn. te Oud-Yossemeer. Tot diaken werd gekozen de heer H. Sasse. Het werkje van prof. Yeth alhier: „Onze Transvaalsche Broeders", waarvan de opbrengst voor de Transvaal bestemd was, heeft eene netto winst van 130 opgeleverd, die in de kas van het hoofdcomité is gestort. Den 17den Juni a. s. wordt te Arnhem de jaarlijksche algemeene vergadering gehouden van de Maatschappij tot bevordering van welstand, voor namelijk onder de landlieden, waarvan voorzitter is prof. Prins te Leiden. Op „Rhynzigt" werden deze week 698 zwem baden genomen, terwijl ook de dames begonnen zijn zich in het zwemmen te oefenen. De temperatuur van het Rjjnwater steeg van 15° tot 21°'Celsius. Gedurende de tweede helft der maand April zjjn aan het postkantoor alhier bezorgd de volgende brieven, welke wegens onbekendheid der geadres seerden niet besteld konden worden': E. Steenhuizen, v. d. Meer, AmsterdamKennen, Boxtel; C. Croes, Breda; Jacomjjntje Reedijk, Brielle; Reimers, 's-Gravenhago; P. Ylasman, Noord- wijk; Op den Dries, Ommerschans; Cornelia v. d. Mei, Osdorp; Carlier (2 st.), H. Labordas, P. De Yries, Rotterdam; mej. M. Meerstadt, Utrecht; H. O. Graaf v. Limburg Stirum, Zwolle. - Briefkaarten mej. M. Boven, wed. Fonteyn, H. Anila, mej. P. v. d. Hulst, Amsterdam; mej. J. Mulder, Heemstede; M. Lagerwerff, Leiden; H. Willems, Maastricht. Per Hollandsche en Fransche mails ontvingen we gisteravond laat de Indische bladen van 16 tot en met 27 April. Gedurende deze week zjjn dagelijks in het Werkhuis alhier opgenomen van 48—63 volwassen personen en van 57 kinderen. De kerkeraad der Ned.-Herv. gemeente te Aarlanderveen is tot de ontdekking gekomen dat er abuizen voorkwamen op de lijst der stemgerech tigde manslidmaten. Hij heeft de vorige verkiezing onwettig verklaard, waarbij, ten gevolge eener trouwe opkomst, bij meerderheid van stemmen be sloten werd, dat er een kiescollege voor de tien volgende jaren zou zijn. Bij de nieuwe verkiezing was thans door eene minder talrijke opkomst de zege aan de zijde van den kerkeraad, zoodat de zaak er bij het oude blijft. Naar het schjjnt, verkeeren de candidaten voor de akte van hoofdonderwijzer en hoofdonder wijzeres in de meening dat zij - circa 300 in getal - om tot het examen, dat met 20 Juni a. s. zal aan vangen, te worden toegelaten, genoeg hebben gedaan door zich aan te melden bij het ministerie van binnenlandsche zaken. Men verzoekt ons mede te deelen dat dit niet -het geval is. Zij moeten, volgens gedane oproeping, aan de heeren voorzitters der

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1881 | | pagina 1