N°. 6516. Maandag 16 Mei. A°. 1881. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Dit Nominei* bestaat uit TWEE BLADEN. Eerste Bind. Yoormaals eu nu. DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandenf 1.16. Franco per post.1.40. Afzonderlijke Nommers.s 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIES Van 16 regel*.1.05. Iedere regel meer0.17J. Crootere letten naar plaatsruimte. STADS-BEBICHTEN. BURGEMEESTER bn WETHOUDERS us LEIDEN, Gezien het adres van J. W. BOEHMER, wonende alhier, houdende verzoek tot oprichting van cene smederij in het pand in de Raamsteeg n°. 43; Gelet op de artt. 6 en 7 der wet van 2 JunilS75 (Staatsblad n®. 95); Geven hij deze kennis aan het publiek dat genoemd verzoek, met de bijlagen, op de Secretarie dozen gemeente ter visie gelegd isalsmede dat op Zaterdag den 2Ssten Mei a. s., 's voormid dags te elf uren, op het Raadhuis, gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen dat verzoek in te brengen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 14 Mei 1881. E. KIST, Secretaris. Al wat jong is, speelt gaarne. Zie eens, hoe de kleine katjes, als ze kunnen loopen, met de oude spelen. Deze schijnt weder jeugdig te worden, zoo prettig kan ze zich met hare jongen vermaken. De lammertjes in de weide loopen dartelend rondom hunne moeders; de kalvertjes maken allerlei spron gen en buitelen nu en dan neer op het zachte tapeit. Voor kinderen inzonderheid is het een prettig gezicht die jonge dieren zoo blijde te zien. Zij zijn 't van nature ook. Spelen is ook voor hen eene behoefte. Dat was 't al in de dagen van ouds. Zij maakten geen onderscheid, of hunne speelmak kertjes allen van hun stand waren. Wat wist ook een kind van stand! Zij beschouwden allen, die met hen spoelden, als hun geljjken. De ouders zagen daar ook geen bezwaar in. Die gemeenzame ver keering van ,rijk on arm had voor beidon ook een gunstig gevolg. De ruwheid, den haveloozen knaap eigen, werd verminderd door den omgang met den zoon des rijken, en do laatste werd behoed voor eene te weokelijke opvoeding en zag met geen onver- draaglijken trots neer op zijn armen speelkameraad. Hoe blijde weergalmde weleer plein en straat van het blijde kindergewoelEiken Woensdag- en Zater dag-middag kon men er de jeugd bijeenvinden en hare blijde spelen gadeslaan. Deze wisselden, evenals nu nog, naar de jaar-getijden af. Het soldaatjespelen viel inzonderheid in den smaak van het jonge volkje. Dat getuigt niet alleen do lCde en 17de eeuw, maar nog het jaar '30, toen de kleinen manoeuvreerden, alsof ook zij, op de roepstem des Konings, wilden voorwaartsrukken. Het gemeenschappelijk spel van het kleine volkje vervroolijkte menig oudere in jaren, zoodat hij er met genoegen naar keek en heimelijk den tijd terugwenschte, waarin hij ook zoo veel genoegen met zijne makkers had genoten. Hoe prettig zelfs vorstenkinderen het gemeen schappelijk spel vonden, bleek te Amsterdam, waar de zoons van koning Lodowijk Napoleon het prach tigste speelgoëd in den steek lieten en door de ruiten van het koninklijk paleis naar de blijde spelen der Amsterdamsche jeugd op den Dam keken. Zij ver zochten zelfs er aan te mogen deelnemen, maar neen, dat mocht niet. Toch verbeelden we ons, zoo hun dat vergund ware, dat zij meer pret zouden gehad hebben, dan nu zij Yan uit de verte er een kijkje van mochten nemen en zich overigens den tijd kon den korten met het uitgezochtsto speelgoed, in den vreemde voor hen gekocht. Aan het Hof scheen men te meenen dat de prinsen zich zouden „encanailleeren", als zij met de Amsterdamsche jeugd meespeelden. Zulke gedachten koesterde echter in die dagen geen enkel Nederlander. De prinsen uit het geliefde Oranjehuis deden dat ook niet. Het is bekend dat zij als kind met graagte meespeelden. Ze vermaakten zich ook wel met boeier en schuit. Eens had prins Frederik Hendrik, toen hij aan de Leidsche hooge- school studeerde, oen schuit losgemaakt en dobberde er mee op het water in de gracht, toen de eigenares aankwam en hem duchtig de les las, maar zich verontschuldigde, toen zij te weten kwam dat zijne Hoogheid het was. Niemand keurde het af dat kinderen, van welken stand ook, met elkaar lustig op plein en straat speelden. Voorheen had ieder, die nu de jongelings jaren had bereikt, het ook gedaan. Zij, die tot aan zienlijke betrekkingen in de maatschappij geroepen waren, werden door hen, mot wie zij weleer als kind hadden gespeeld, met geen mindere achting bejegend; integendeel, dat vroeger genoeglijk ver keer gaf een band tusschen de verschillende stan den der maatschappij. Ontegenzeglijk heeft hot veel goeds gewrocht. Wie toch zal het kunnen weer spreken, dat het van veel belang was, dat zij, dio de hoogste regeeringsposten bekleedden, het volks leven zoo veelzijdig kenden! Zij waren te midden van het volk opgegroeid en in zekeren zin, hoe hoog ook geplaatst, kinderen des volks. Hoe nuttig was het dus voor hen, dat zij van de jeugd, die daar blijde woelde en krioelde op straat en plein, niet waren verwijderd gehouden! De benaming straat jeugd" had nog niet dat verachtelijke, dat men er heden aan toekent, nu velen, evenals weleer aan het hof van koning Lodewijk Napoleon geschiedde, den neus ophalen voor dat gemeenschappelijk spel hun ner lievelingen met die van minder of niet door de fortuin bedeelde ouders. Genen zouden er uit zich zeiven minder bezwaar in zien; want welke flinke jongen zal eerst redeneeren: de vader van dien jongen heeft zoo en zooveel mille, en dan beslui ten: daarom mag ik met hem wel spelen. Neen en nogmaals neen, zulke redeneeringon komen niet voort uit het brein van een echten jon gen en hij zou om dergelijke gevolgtrekking har telijk lachen. Dat „encanailleeren", waarvoor men nu zoo bang is, is evenals het woord vreemd aan ons verleden. En dat roemvol verleden staat er ons weder borg voor, dat het gemeenschappelijk spel niet die gevolgen heeft, waarvoor men nu zoo schijnt te vreezen. Of wij dan den toestand van weleer zouden terug- wenschen, toen rijk en arm zich gemeenschappelijk vermaakten? Och', waarom niet? Wij willen echter gaarne erkennen dat de drukte van trams en andere rijtuigen op plein en straat het gemeenschappelijk spel tegenwoordig in den weg staat, ja hot daar zelfs onmogelijk maakt ter oorzake van ongelukken, die zoo lichtelijk zouden voorkomen. Toch juichen wij de oprichting van openbare speeltuinen, waai de kindoren zich naar hartelust kunnen vermaken, toe en besluiten met den wensch, dat bet goede voorbeeld, hierin door enkele steden gegeven, wel haast in alle andere onzes Vaderlands navolgiog moge vinden. Zou de Leidsche jeugd niet juichen, als bijv. op do Ruïne een dergelijke speeltuin werd opgericht en dan niet mede blijde zijn, dat „'s lands beschre ven vadoren" - gelijk wjj mogen verwachten - die plek aan de Sleutelstad teruggeven? LEIBEN, IA Mei. Het aantal kiezers voor leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal in het hoofdkiesdistrict Leiden met zijne 22 onderkiesdistricten bedraagt 3000, waarvan uit Leiden 1233. Door het prov. kerkbestuur van Overijsel is na afgelegd examen als cancidaat tot den heiligen dienst toegelaten de heer H. Pop van de Leidsche universiteit. Met de Ilollandsche mail ontvingen we gister avond laat de Indische bladen van 5 tot en met 11 April. Hedenavond of morgenochtend kan do Fransche mail hier verwacht worden. Bij de door den schout-bij-nacht, directeuren commandant der marine te Amsterdam, onder nadere goedkeuring van don minister van marine, in het openbaar gehouden aanbesteding, ter levering bij de directio der marine te Hellevoetsluis, waren de heeron Van Hartrop Zoon alhier voor f 897 voorvlag- gedoek de minste inschrijvers. Gedurende deze week zijn dadelijks in het Werkhuis alhier opgenomen van 46—65 volwassen personen en van 5—9 kinderen. Ds. J. G. Blaauw te Noordwijk-binnen heeft een beroep naar de Ned.-IIorv. gemeente te Warns c. a. ontvangen. Aan de eerstdaags op te richten Christelijke bewaarschool te Nieuwveen is benoemd tot hoofd mejuffrouw P. J. H. Siedenburg, die tevens belast is met het onderwijs in nuttige en fraaie handwerken. De voorjaarsvergadering van de algemeene Synodale Commissie der Nederlandsch-Hervormde Kerk zal geopend worden op den 18den Mei a. s. Blijkens het voorloopig verslag over de weder- indiening van het wetsontwerp houdende bepalingen omtrent do uitgifte van schatkistpromessen, zou men van den minister gaarne nadere inlichtingen ontvangen omtrent de vraag, of men hier te doen heeft met eene bepaalde verbintenis door de Bank ten behoeve van den Staat aangegaan, dan wel met een eenvoudig besluit, dat elk oogenblik voor herroeping vatbaar is. In de tweedo plaats konden- zeer vele leden, met het oog op de M. v. T., de vrees niet onderdrukken dat, mocht dit ontwerjy tot wet verheven worden, de voornaamste reden, waarom de uitgifte van schatkistpromessen naast schatkistbiljetten wenschelijk werd geacht, zou wor den miskend. Men vreesde dat niet vooraf eene welgemeende poging zou worden gedaan om de stukken op de open markt te plaatsen, waar ze wellicht tot nog voordeeliger voorwaarden nemers zouden vinden. In meer dan ééne afdeeling werd bezwaar gemaakt tegen de uit art. 4 voortvloeiende bevoegdheid, om zeer groote schatkistpromessen, ten bedrage van kapitale sommen, zonder eenige beperking uit te geven. Tot bestuursleden van de Ned.-Zuid-Afrikaan- sGhe Yereeniging zijn gekozen de heeren D. Cordes, mr. W. Heineken, prof. A. Kuyper, M. A. Perk, prof. N. G. Pierson, mr. Jac. Wertheim, mr. W. H. De Beaufort, A. J. Blijdensteyn, prof. J. T. Buys, prof. C. TI. D. Buys Ballot, Hendrik Muller, mr. A. Yan Naamen Van Eemnes en mr. W. J. baron Van Weideren Rengers. Het eerste hnlppostkantoor te Rotterdam zal in den loop dezer maand geopend worden, en wel op den Goudschen Singel, een paar huizen van do Jonkerfransstraat. De Nederlandsche Tramwegmaatschappij keert over het jaar 1880 f 11.90 per aandeel uit. Bij prof. Harting zijn voor de Transvaal in het geheel ingekomen f 48,514. Mr. IT. J. Smit, die niet meer voorkomt op de lijst der hoogstaangeslagenen in N.-Holland, heeft overeenkomstig art. 95 der kieswet zijn ont slag als lid van de Eerste Kamer ingediend. Do Belgische „Précursour" meldt dat mot den 15dcn Mei het tweede spoor tusschen Antwer pen en Esschen voor het verkeer zal worden open gesteld. Dit nieuwe spoor, zegt het blad, is verleden Woensdag met uitmuntend gevolg beproefd en het za1 voor het verkeer met Nederland van groot nut zijn. Het stoomschip „Prins Hendrik", van Batavia naar Amsterdam, arriveerde Donderdag te Marseille; de „Prins van Oranje", van Amsterdam naar Batavia, vertrok gisteren van Suez; de „Celebes" van Ba tavia naar Amsterdam, vertrok gisteren van Aden. De gewone audiëntie van den minister van justitie zal Dinsdag a. s. niet plaats hebben. Z. M. heeft do heeren J. Zador, raad-adviseur bij het Hongaarsche ministerie van justitie, en F. ridder Riedl Von Riedenau, chef der afdeeling justitie bij het ministerie van buitcnlandsche zaken te Wee-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1881 | | pagina 1