N°. 6514.
Vrijdag 13 Mei.
A". 1881.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
Tweede Blad.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURAXT:
Voor Leiden per 8 miutden.1.10.
Franco per post1.40k
Afzonderlijke Nommen...(LOS.
PRIJS DER ADVERTENTIES:
V*n 1—6 regels1.06.
Iedere regel meer.... .0 174,
Grootere letters naar plaatsruimte.
LEIBEN, 13 Mei.
Den 30sten Mei a. s. zal, onder nadere goed
keuring, door den commissaris des Konings in de
provincie Zuid-Holland, of bij zijne afwezigheid door
een der leden van de Gedeputeerde Staten, en in
bijzijn van den hoofdingenieur Yan den Provincialen
Waterstaat in Zuid-Holand, aan het lokaal van
het Provinciaal Bestuur te 's-Gravenhage worden
aanbesteed het uitvoeren van eenige werken tot
verbetering der westelijke invaart van de schut
sluis te Bodegraven.
In de openbare vergadering van den Raad
van State, afdeeling voor de geschillen van bestuur,
is ingekomen een koninklijk besluit, houdende be
slissing ten aanzien van het beroep van den ge
meenteraad van Zevenhoven, van een besluit van
Ged. Staten van Zuid-Holland, waarbij goedkeuring
was onthouden aan de begrooting der gemeente voor
1881, wat de jaarwedde van het hoofd der open
bare school betreft. Er is nu beslist dat Ged. Staten
terecht geweigerd hebben de begrooting goed te
keuren en de jaarwedde van het hoofd der open
bare school bepaald op f 800.
De commissie uit de Tweede Kamer van
onderzoek der inlichtingen van den minister van
binnenlandsche zaken op het adres van het Neder-
landsch Werkliedenverbond om een analytisch ver
slag der handelingen van de Kamer, heeft rapport
uitgebracht. Zij acht zulk een verslag zeer wen-
schelijk en geenszins onuitvoerbaar en zij stelt den
minister voor althans een proef voor één jaar te
nemen met een verwezenlijking van dat denkbeeld.
Bij onderzoek van het ontwerp tot regeling
van de grens tusschen Den Haag en Wassenaar
is gebleken dat eerstgenoemde gemeente met
708.97 bunders vergroot zal worden, waardoor
de gebouwen der waterleiding, het Zwitsersche huis
en de vlakte van Waalsdorp onder het Haagsche
gebied komen, evenals de geheele begraafplaats;
doch dat daarentegen 190.74 bunders door Den Haag
zullen worden afgestaan aan Wassenaar. B. en Ws.
van Den Haag vinden dan ook volkomen vrijheid
gunstig op het ontwerp te adviseeren.
Met het stoomschip „Gelderland", waarvan
het vertrek uit Rotterdam op 14 Mei a. s. is be
paald, zal, behalve naar Batavia, ook een brieven
mail verzonden worden naar Padang.
Tot de Evangeliebediening zijn toegelaten door
het prov. kerkbestuur van Utrecht de heeren: J.
Rinses, cand. te Spannum, A. J. De Lint, cand. te
Zevenbergen, C. Hattink JPz., cand. te Harderwijk,
en J. Wilten, cand. te Franeker; allen van de
universiteit te Utrecht.
De heer W. Van Korlaar, die met een ge
deelte van het Rotterdamsch Tooneelgezelschap naar
het Nederlandsch Tooneel zou overgaan, zal, na
de ernstige ziekte van welke hij thans weer her
steld is, evenwel voorgoed het tooneel verlaten.
Verliest het Ned. Tooneel in hem een goede jonge
kracht, het zal ten goede komen aan het tooneel
gezelschap van den heer W. Van Zuylen, waar
van hij als secretaris zal optreden.
Met den aanvang van den zomerdienst zal
des morgens te 8 u. 10 minuten een sneltrein uit
Berlijn vertrekken, die des avonds te 10 uren te
Vlissingen aankomt, aansluitende aan den stoom
vaartdienst der Maatschappij „Zeeland" naar Queens-
borough en Londen. Sedert verleden najaar bestaat
er reeds aansluiting tusschen den trein, die Vlis
singen na aankomst der stoomboot verlaat, en den
sneltrein naar Berlijn, zoodat men dezen winter,
Londen des avonds te halfnegen verlatende, den
volgenden avond te kwart over tienen te Berlijn
kon zjjn.
Den 4den Juni zal een detachement van 40
man en 4 onderofficieren per „Conrad" naar Indië
vertrekken, onder commando van den lsten luit.
Soeterik 'en onder medegeleide van de 2de luits.
F. E. Spirlet en A. Montagne.
Z. M. heeft aan jhr. mr. E. W. F. Wttewaall
Van Stoetwegen eervol ontslag verleend als minister
resident in Japan en, met behoud van zijn titel van
minister-resident, benoemd tot consul-generaal te
Rio de Janeiro; in zijne plaats benoemd den heer
J. J. Van der Pot, thans consul der Nederlanden
te Kanagawa en Yeddo; den heer L. J. A. Van
de Polder, kanselier bij het gezantschap in Japan,
bevorderd tot secretaris-tolk; den lsten luit.-adj.
J. P. Koolemarts Beynen, van het corps genietroepen,
voor den tijd van drie jaren gedetacheerd bij het
wapen der genie van het leger in Ned.-Indië.
Gemengd Nieuws.
Het mond- en klauwzeer onder het rund
vee, dat zich te Alphen, in den staltijd spora
disch had voorgedaan, krijgt, nu het vee in het
land is, meer en meer een epidemisch karakter,
waartegen de maatregelen der wet weinig schijnen
te vermogen.
Men schrijft uit Aarlanderveen: Met het
oog op de aanhangige discussiën over de drankwet
is de vermelding niet van belang ontbloot, dat in
den laatsten tijd hier in steeds toenemende mate
ieder, die uit gebrek aan werk eenige negotie, van
welken aard ook, bij de hand neemt, tevens daar
bij aanvraagt een patent als tapper, zoodat men
in het algemeen kan aannemen, dat overal, waar
verwacht kan worden de toevallige samenkomst van
meerdere personen uit den minderen stand, tevens
gezorgd wordt voor het bij de hand zijn van ster
ken drank.
Prins en p.rinses Von Wied enkinderen
woonden gistermiddag op de Haagsche kermis de
buitengewone voorstelling in het circus Oscar Carré bij.
Aan den Boschweg indegemeenteZijpe
is eene arbeiderswoonkeet afgebrand, waarbij twee
kinderen, een meisje van 4 jaren en een jongetje
van een half jaar, zijn omgekomen. De moeder had
de kleinen alleen gelaten, om eene boodschap te
doen bij een der buren, en het is waarschijnlijk
dat het meisje een op de tafel liggend doosje luci
fers is machtig geworden en daarmede den brand
heeft veroorzaakt.
In den Ouden Beerpolder nabij Willems
dorp is gisternamiddag de 14-jarige jongeling A. v.
Y. gestruikeld over de rails, waarlangs ten behoeve
van een aan te leggen dijk zoogenaamde kipkarren
worden bewogen. Juist kwam eene kar van de hel
ling af, met het noodlottig gevolg dat zij den jon
geling over den hals ging. Hjj was terstond een lijk.
Nieuwe, afschuwelijke bijzonderheden
worden thans omtrent het uiteinde der tochtgenooten
van kolonel Flatters medegedeeld. Nadat deze laatste
met ongeveer veertig der zijnen den 20sten Februari
overrompeld en vermoord was geworden, werden,
zooals men weet, de onderofficier Poubéquin en de
luitenant Dianous, die met een zestigtal anderen
ontkomen waren, door een aantal Touaregs met ge
veinsde vriendelijkheid bejegend, die hun vergiftigde
dadels aanboden, zoodat Dianous en 28 anderen, die
er van gegeten hadden, den laatsten adem uitbliezen.
Toen de overigen, onder aanvoering van Poubéquin
verder getrokken, opnieuw in het nauw werden ge
bracht, zond laatstgenoemde vier man naar Ouargla
af om hulp te vragen. Den 23sten April werd naar
Algiers bericht dat er hulp gezonden, maar te laat
gekomen was, zoodat slechts twaalf man gered en
Poubéquin, met vijftien anderen omgekomen waren.
Deze laatsten gelden de thans in eene depeche uit
Algiers, den 9den dezer gedagteekend, overgeseinde
bijzonderheden. Toen de vier boden naar Ouargla
vertrokken waren, zegt de depeche, zagen de achter
geblevenen in, dat, aangezien Poubéquin zijn been
gebroken had, het 't best zou wezen den gewonen
karavaanweg op te zoeken en daar een voorbijtrek
kende karavaan af te wachten. Hiernaar zag men
echter tevergeefs uit en de laatste twee kameelen,
die den watervoorraad torschten, werden door twee
inboorlingen van het gezelschap, die een goed heen
komen zochten, gestolen. Toen brak voor de kleine
groep een tijd van onbeschrijfelijke ellende aan en
eindelijk begonnen zij in het hol, waarin zij zich
schuilhielden, elkander te verslinden; vijftien, en
ten laatste Poubéquin zelf, werden er geslacht om den
honger der anderen te stillen. Toen eerst daagde
een karavaan op, van welke de overgeblevenen water
en levensmiddelen kochten, tot zij door de mannen
van Ouargla werden afgehaald. Waarom in de boven
vermelde depeche van 23 April van de thans bekend
geworden bijzonderheden geen gewag werd gemaakt,
is tot nu toe niet opgehelderd.
De tot koning gepromoveerde vorst van
Rumenië zal op zijn kroningsdag, 22 Mei a. s., aan
alle souvereinen van Europa een gouden herinne-
rings-medaille aan dit gewichtige feit zenden. Hij
heeft echter zijn wensch te kennen gegeven hem
geen kroon van goud te schenken, maar wel een van
brons, vervaardigd uit de kanonnen die bij den
slag van Plewna veroverd zijn. De kroon van de
koningin zal daarentegen wel uit goud bestaan en
rijkelijk met edelgesteenten versierd worden.
De „Voltaire" deelt het volgende tref
fende staaltje van gierigheid mede; voor de waar
heid wordt door haar ingestaanEen paar weken
geleden stierf te Parijs een schatrijk bankier, aan
zijne beide zonen 100,000 livres rente nalatende.
Daar de vader geruimen tijd ziek was geweest, be
sloten de zoons den barbier te ontbieden om den
baard, die gedurende dien tijd sterk gegroeid was,
weg te nemen. De man vervulde zijn minder aan
gename taak naar behooren en komt. acht dagen
later zijn rekeningetje aanbieden, in somma hoog
20 franken. Hevige verontwaardiging van de zjjde
van den eenen broederterwijl de andere met
een zegevierenden glimlach den verbaasden baard
scheerder een papier voorlegt en hem toevoegt:
„Mijn vader was tot den 30sten geabonneerd en den
26sten hebt gij hem op ons verzoek het laatst ge
schoren. Hij is u dus niets schuldig."
Het volgende kluchtige voorval aan
het station te Brussel, bij het vertrek van prinses
Stéphanie, is thans nog aan het licht gekomen. Op
het oogenblik dat de stoomfluit het sein van ver
trek gaf, had er in de gala-wachtkamer eenige ver
warring en gedrang plaats onder de hooggeplaatste
personen met hunne dames die zich aldaar uitslui
tend bevonden, veroorzaakt door dat allen tegelijk
naar het perron wilden snellen. Op dat oogenblik
hoorde men de stentorstem van een politie-beambte
door de zaal galmen: „Past op je zakken 1" een
waarschuwing, die bij groote drukte met het oog
op de vele zakkerollerijen in Brussel van tijd tot
tijd door de politie tot de menigte gericht wordt.
Het gedistingeerd publiek lachte hartelijk en de
orde was spoedig hersteld.
Uit St.-Petersburg wordt bericht dat
de ingenieur, behoorende tot de nihilisten, die de
Sadowamijn had aangelegd, is gearresteerd en be
kend heeft.
De tar we-oogst in de Yereenigde Staten
belooft voortreffelijk te zullen zijn. Men verwacht
20 a 25 pet. meer dan in 1880.
De „Pol. Corr." meldt dat de pest in
Mesopotamië nog altijd even hevig blijft heerschen.
Het militair cordon om de aangetaste plaatsen blijft
streng gehandhaafd en de ziekte had dat cordon
ook nog niet overschreden. De geneesheeren hoop
ten door zorgvuldige desinfectie de ziekte tot die
landstreek te beperken.