IV' 6513. Donderdag 12 A". 1881. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- eu Feestdagen, uitgegeven. Dit Nommer bestaat uit TWEE BLADEN. Eerste Blad. Een laatste woord in zake de Gasquaestie. LEIDSCH DAUW,'!). PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 8 maandenf 1.10. Franco per post.1.40. Afzonderlijke Hommers.0.05. PRIJS DER ADVERTENTIE*: Van 1—6 regels.1.05. Iedere regel meer0.17J. Grooter» letters naar plaatsruimte. Het oogenblik der beslissing in zake de gasquaestie nadert en er heerscht natuurlijk een niet te miskennen spanning bij allen, die er belang in stel len, en dat zijn zeer velen, wel in de eerste plaats de verbruikers, njjveren en winkeliers, maar ook allen, voor wie de hoedanigheid der straatverlichting geen onverschillige zaak is. En voor die opgewondenheid, bij den een zich uitend in morrend stilzwijgen, bij den ander in luid uitgesproken woorden van ergernis, is maar al te veel reden te vinden. Wie herinnert zich niet de dagen, of liever de avonden en nachten, dat naast de gaspit de petroleumvlam moest worden te baat genomen, den tijd, toen de verzuchting „meer licht!" het wachtwoord scheen te zijn geworden? Toch bleven de belanghebbende ingezetenen een kalme houding in acht nemen, want zij vertrouwden op de toezegging van een onderzoek naar de hoe danigheid van het hun geleverde gas, een kalmte, die zich zelfs niet verloochende, toen het wel wat op een parodie gelijkende voorstel werd aanhangig ge maakt om den prjjs van dat gas te verlagen! Doch dat die kalmte geen onverschilligheid was, bleek bij die gelegenheid maar al te duidelijk, want op dat zonderlinge voorstel werd schier van alle zijden met klem en waardigheid geantwoord: eerst goed licht en dan, als het kan, goedkoop. Er werd dan ook in die dagen in den boezem van den Gemeenteraad zelf door een waardig ver tegenwoordiger de aandacht op gevestigd, dat het hoog tijd werd dat vertrouwen der ingezetenen niet langer te leur te stellen, maar daaraan te beant woorden door eindelijk over te gaan tot het zoolang in het vooruitzicht gestelde onderzoek. Dat onderzoek volgde en daarbij werd terecht als grondslag aangenomen een lichtsterkte van min stens 16 kaarsen op een afstand van 1100 meter van de fabriek. Hen kent het verdere beloop der zaak. De resultaten, van het onderzoek met hun onverklaarbare slingeringen en onregelmatigheden beantwoordden lang niet in alle opzichten aan de daarvan gekoesterde verwachtingen, maar toch één zaak bleek daaruit ten duidelijkste, dat de hoeda nigheid van het gas veel, zeer veel te wenschen overliet, dat de wijze van bereiding van het gas, nl. door toevoeging van harst, die aan geen enkele degelijke fabriek werd gevolgd, zeer de afkeuring verdiende, enz. De harst werd dan ook vervangen door Caunelkolen en het gas ging ontegenzeglijk in hoedanigheid vooruit. Maar nu bleek tevens dat met die betere qua- liteit heel wat hooger exploitatiekosten gepaard gingen, zoodat er van verhooging, veeleer dan van verlaging van don prijs sprake zou moeten zjjn. Die uitkomst pleitte zeker niet voor een voorbeeldig economisch of onberispelijk technische werking der fabriek, in vergelijking met die van andere gemeen ten, en toch de onverbiddelijk sprekende waarne- mingscjjfers, door den deskundige op 1100 meter afstand van de fabriek verkregen cijfers, die thans meer en meer constant worden, toonen het onwe- derlegbaar aan, dat men daar (onder anderen in de maand Maart) nog maar even de 16 kaarsen heeft bereikt, al teekent de fabriek er ook bjjna 18 aan. Wij zijn dus thans op den goeden weg met de contróle buiten de fabriek, en zie, daar komt de interpellatie van den heer De Goeje, eindigende met het uitspreken van „de hoop dat B. en Wa. Inmiddels is bovendien bet rapport van prof. Rijke over de maand April bekend geworden, waarin de grootste waarde 17.10, de gemiddelde 15,53 en de kleinste 13.86 kaarsen ia. daarin aanleiding zullen vinden de commissarissen uit te noodigen het gehouden onderzoek nog niet voor geëindigd te beschouwen. Voordat er zeer nauwkeurig geconstateerd is, wat aan het gas ont breekt en hoe dit te verbeteren is, is het bedenke lijk, de jaarlijksche uitgaven voor de gasbereiding zoo aanzienlijk te verhoogen." Het bedenkelijke van die vorhooging, zoo scherp afstekende bij de vroeger in het vooruitzicht, ge stelde verlaging, trekt wel niemand in twijfel, en daarom ligt thans naar onze meening een ander onderzoek aan de beurt, of nl. dezelfde quali- teit van gas, die thans wordt geleverd^ en wel minstens 16kaarsenopll00meter afstand, niet met minder kosten is te ver krijgen. Zulk een onderzoek zou naar onze meening heel wat belangrijker vruchten kunnen afwerpen dan een langdurige discussie over het beleefd antwoord van heeren commissarissen der gasfabriek naar aanlei ding van bovengenoemde interpellatie van den heer De Goeje, een antwoord, waarin, men weet het, niets meer of minder wordt voorgesteld dan dat „commissarissen gemachtigd worden den Letheby- photometer aan de fabriek te plaatsen en voortaan de gasbereiding zoodanig in te richten dat dit in strument steeds een lichtsterkte aangeve van 16 of 17 Engelsche standaardkaarsen." Tegen zulk een ongerijmd voorstel - het is ons van verschillende zijden gebleken - komen belang hebbenden eenparig op, met nadruk verklarende dat ook hun geduld eindelijk uitgeput zon raken, indien men hun den eenigen waarborg, een gere gelde controle op 1100 meter afstand van de fabriek, waarop zij waarlijk lang genoeg hebben moeten wachten, dreigde te ontnemen. Contróle aan de fabriek zelve niemand, die er aan hecht vooral niet ten opzichte van een fabriek, waarvan men hoe langer hoe meer begint te ver moeden dat zij slechts duur of slecht kan fabriceeren. Reeds vroeger hebben wjj de aandacht gevestigd op de merkwaardige verklaring van commissarissen, dat door plaatsing van den Letheby-photomeier aan de fabriek, met aanwijzing van 16 a 17 kaarsen, naar hun meening zal blijken, „dat de uitgaven der exploitatie' niet zoo aanzienlijk behoeven verhoogd te worden als nu het geval is." En waarom? Wie een grein logica bezit, begrijpt het terstondomdat men voor het lager gasgehalte minder grondstof, b. v. minder Cannel-kolen zal behoeven te bezigen. Of zouden bijgeval, enkel door verplaatsing van den Letheby-photometer, de kosten van exploitatie eens klaps verlaagd worden bij behoud van dezelfde lichtsterkte? Heeren commissarissen houden het ons ten goede, maar zij schijnen geen hoogen dunk te koesteren van de redeneerkracht van Leidens goe gemeente, dat zjj reeds nu zoo onbewimpeld het vonnis neerschrijven, dat haar wacht bij eventueele aanneming van het voorstel van commissarissen, nl. slechter licht, zoo ongeveer van 14.50 a 15.50 in de stad, en geringer exploitatie-kosten. Neen, wij stellen te veel vertrouwen in onze ge meentelijke vertegenwoordiging dan dat wij ook maar een oogenblik zouden kunnen gelooven dat zjj, door aanneming van het voorstel van commis sarissen, het geduld der gasverbruikers op een proef zou stellen, zwaarder dan het ooit had te doorstaan, en waarbjj dat geduld wel eens zou kunnen bezwijken. Daarom eindigen wij met hier nogmaals de con clusie neder te schrijven, waartoe wij in een vorig artikel kwamen: Maar wat men ook doe, men trede nimmer in het voorstel van heeren commissarissen om de waarnemingen eenvoudig tot de fabriek te beperken. Zulk een contróle is geen contróle, waarbjj de ver bruikers ook maar het geringste belang hebben. Zjj vragen uitsluitendwelk gas levert men ons in de gemeente, op een tameljjken afstand van de fabriek. En als men dan ziet, dat elders, b. v. in de naburige residentie, op nog heel wat grooter afstand dan 1100 meter van de gasfabriek, ge middeld een lichtsterkte van boven de 16 kaarsen wordt verkregen, dan bestaat er zeker geen enkele reden, waarom men hier ter stede niet dezelfde bevredigende uitkomst zon kannen verkrijgen, maar men zich zou moeten bepalen tot voor de verbruikers niet het minste belang opleverende waarnemingen aan de gasfabriek. LEIDEN, 11 Nel. Heden is aan de universiteit alhier de heer P. M. J. E. Bloemarts, gob. te Gennep, bevorderd tot doctor in de rechtswetenschap met academisch proef schrift, get.: „Bedrieglijke bankbreuk. Opmerkingen naar aanleiding van art. 341 van het nieuwe Wet boek van Strafrecht." De zaak van het gedenkteeken van Leidens Ontzet begint hare voltooiing te naderen. De voor uitzichten, dat onze stadgenooten weldra den zoo lang gekoesterden wensch vervuld znllen mogen zien, worden gunstiger. Het onlangs in de Twoedo Kamer uitgebrachte verslag, waarbjj de teruggave van het Ruïne-plein aan onze gemeente wordt voorgesteld, geeft goede hoop dat eerlang eene waardige plaats voor het gedenkteeken zal kunnen worden aangewezen. Daarmede zal de grooto zwa righeid zijn opgeheven, die zoolang de pogingen der commissie belemmerde. Intusschen blijft de belangstelling in het vaderlandsche plan hij velen levendig. Dezer dagen mocht de commissie weder een aangenaam bljjk van sympathie ontvangen. Uit naam van de oud-stndenten der Leidsche hoogeschool werd haar door de algemeene reunie-commïssie eene bjjdrage van f 400 ter hand gesteld, als een bewijs van ingenomenheid mot de oprichting van een mo nument, dat met de stichting der Leidsche academie zoo nauw in verband staat. Door deze bjjdrage, gevoegd bjj enkele andere nog ingekomen giften en de inmiddels ontvangen renten zjjn de beschik bare gelden, onder de commissie berustende, nn tot f 23,659 gestegen. Aan het geheele benoodigde bedrag ontbreekt dus nog maar ƒ1341, van welke som een goed gedeelte uit de oploopende renten gevonden kan worden. Intusschen wordt de bewer king van het standbeeld van Van der Werf, dat het gedenkteeken versieren zal, in de fabriek der heeren Enthoven C°. met jjver voortgezet. Bin nenkort hopen wjj daaromtrent nadere berichten te kannen mededeelen. Bjj de gehouden stemming voor 34 gemach tigden in het kioscollege der Ned.-Hervormde ge meente alhier kwamen 932 kiesgerechtigden op. De candidaten van „Geloof en Belijdenis" zjjn ge kozen met 881 stemmen; op die van „Vrijheid en Orde" waren er 51 uitgebracht. Toen eenige jaren geleden dr. J. H. Stuff ken na volbrachten dienst het hoogleeraarsambt in do faculteit der wis- en natuurkunde aan de universi teit alhier nederlegde, deze gemeente verliet en zich in het belang zjjner gezondheid metterwoon te Arn hem ging vestigen, werd hem door allen die hem kenden eene nog lange, welverdiende rust na zijn arbeid toegewenscht. Die rust heeft thans een eindo genomen. In den ouderdom van bjjna 80 jaren is dn geachte emeritus-hoogleeraar gisteren oveuleden* De mail van Ned.-Indië, per Nederlanüsch stoomschip „Prins Hendrik", kan Vrijdag alhier verwacht worden. De heeren Lohman, De Bruyn Kops en v. Dedem (Hoorn) verdedigden heden in de Tweado Kamer de drankwet, behoudens eenjjq bezwaren. Door do

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1881 | | pagina 1