Woensdag £3 Maart. G472. A°. 18 81. Deze Conrant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Zij, die zich met 1°. April op het Leidsch Dagblad abonneeren, ontvangen de tot dien datum verschijnende nommers gratis. Van het kwartaal MaartMei \yorden dan alleen de maanden April en Mei in rekening ge bracht. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 meendenf 1.10. Franco per post.U40. Afzonderlijke Nommers.0.05. PRIJS DER ADVERTENTIES: Van 16 regels.1.05. Iedere regel meer0.17J. Grootere letten naar plaatsruimte. LEIDEN, 22 Maart. Wegens ongesteldheid van Mme. d' Askoff zal de aangekondigde opera-voorstelling op Donderdag avond niet plaats hebben. Door stemgerechtigde lidmaten te Wassenaar, Valkenburg en Leimuiden is besloten, het beroepen van predikanten en benoemen van ouderlingen weder voor tien jaren aan het kiescollege op te dragen. In eene Nutsvergadering te Hillegom, waar de heer W. J. Van Gorkom uit Leiden eene voor dracht hield over de Transvaal, zijn 75 gecollec teerd, die aan het Harting-comité zijn ingezonden. Ds. Jiipchen te Aarlanderveen heeft een be roep ontvangen naar de Ned.-Herv. gemeente te Kockengen. Ds. F. Van Spall te Leimuiden heeft voor het beroep naar Montfoort bedankt. - In de spaar bank der openbare school is er in het verloopen jaar ingebracht het aanzienlijk bedrag van ƒ450. Tot gemeente-veldwachter van Haarlemmer meer is benoemd Jan Bremer, thans te Spaarndam. Do gemeenteraad van Woerden heeft in zake de jaagpad-quaestie besloten, pogingen aan te wenden om van Leiden en Utrecht, zooals vroeger het con tract was, een gedeelte der kosten terug te krijgen. Te Zwolle is overleden ds. L. Vroom, de oudste predikant bij de Ned.-Herv. gemeente. In 1802 te Rijswijk geboren en te Leiden zijne studiën volbracht hebbende, werd hij in 1831 als predikant bevestigd tè Wilsum, was daarna te Wolvega en vervolgens te Almeloo, van waar hij in 1839 werd beroepen naar Zwolle, waar hij met voorbeeldigen ijver werkzaam was. Prinses Marianne bracht gisteren een bezoek aan de tentoonstelling van schilderijen te 's-Hage. Men schrijft uit 's-Gravenhage aan de Amst. Crt. dat generaal Van der Heyden ten gevolge van de benoeming van den heer Pruys Van der Hoeven ontslag heeft ingediend als militair gouver neur en commandant der troepdn in Atjeh. De generaal keert spoedig naar Nederland terug. Op Eik en Duinen werd gisteren ter aarde be steld het stoffelijk overschot van den heer Charles Wiggers, in leven oud-O.-I. hoofdambtenaar, ridder der orde van den Ned. Leeuw. Tal van vrienden en kennissen van den overledene hadden zich op den doodenakker vereenigd, waar een van hen, jhr. De Serrière, een hartelijk woord aan den afgestorvene wijdde. Namens de familie betuigde de heer Von Bihl zijn dank voor de laatste eer, den heer Wig gers bewezen. Het hoogheemraadschap „Delfland" heeft een 4-pcts.-geldleening van f 156,000 uitgeschreven. Blijkens een bij het departement van marine ontvangen telegram is de oefeningsdivisie, onder bevel van den kapitein ter zee J. W. Binkes, en bestaande uit Zr. Ms. schroefstoomschepen „Van Galen", „Leeuwarden" en „Marnix", den lilden dezer-te Tunis aangekomen. De inspecteur van den waterstaat, de heer Rose, zal belast worden met den dienst der rivieren en met de inspectie in de provinciën Gelderland, Utrecht, Zuid-Holland en Noord-Brabant, en de inspecteur de heer Conrad met den dienst in de zeven andere provinciën. Door wijlen mevrouw de wed. Kabel, geb. Meyes, te Amsterdam, is een legaat van f 1000 vermaakt aan de diaconie der Waalsch-IIerv. gemeente aldaar. De heeren J. Van Baaien, J. L. E. I. Liihrs, G. A. Van Herwaarden, P. Bijdendijk en J. Van Herwaarden Ez. te Asperen hebben getracht eene vereeniging op te richten, waaraan zij den naam hebben gegeven van „Groen Kruis", groen, de kleur der hoop, de kleur, die met onze nationale driekleur de vlag uitmaakt, waaronder de Transvalere strijden. Het doel is, gelden in te zamelen, die uitsluitend den Transvaalschen Boeren ten bate komen, gelden tot leniging van de armoede en ellende, die door den oorlog daar reeds ontstaan is en nog ontstaan kan. Zij willen de treurende weduwen, de hulpbe hoevende familiën, welker leden voor vrijheid en onafhankelijkheid gevallen zijn, met hunne bijdragen het leed helpen verzachten. Voorts hebben zij een centraal bestuur georganiseerd, een groot aantal intee- kenlijsten laten drukken en deze met eene circulaire zooveel mogelijk naar alle plaatsen in Nederland, waar de landbouwende stand vertegenwoordigd is, ver zonden. Zij hopen dat zooveel mogelijk allerwegen hulpcomité's zullen worden opgericht tot het inza melen van gelden, terwijl dan later, hetzij in eene algemeene vergadering van afgevaardigden der ver schillende comité's, hetzij op eene andere wijze, zal worden uitgemaakt, waar en wanneer die gelden moeten worden opgezonden, om te geschikter tijd met de lijsten aan onze broeders in Afrika te worden overgemaakt. Terwijl het „Groene Kruis" zich vol gaarne bereid verklaart; van alle zijden giften te ontvangen, wendt het zich toch inzonderheid met zijne bede om ondersteuning tot de grondbezitters en land bouwers van Nederland. - Het bovengemelde centraal- bestuur bestaat uit de heeren A. Roland Holst, oud consul-generaal van de Zuid-Afrikaansche Repu bliek te AmsterdamP. Sckaly, te Leerdam, en C. J. M. Jongkindt Coninck, directeur der rijks-land bouwschool te Wageningen. De heer Jongkindt Coninck komt echter in een ingezonden stuk er tegen op dat ook hij onder de leden van het centraalbestuur wordt genoemd. Hij vernam zijne benoeming eerst uit de dagbladen en is zoo weinig met het „Groene Kruis" ingenomen dat hij de mannen er van zou willen raden de ingezamelde gelden aan het HartiDg-comitc, dat hetzelfde doel beoogt, over te geven, gedachtig dat ook in deze eendracht macht maakt. Het stoomschip „Prins van Oranje", van Batavia naar Amsterdam, passeerde Zondag Kaap St.-Yincent; de „P. Caland", van Rotterdam, is dien dag te Nieuw-York aangekomen. Z. M. heeft met ingang van 1 April a. s. benoemd tot klerk bij de directie der Rijkspost spaarbank te Amsterdam, E. K. M. Capel, thans 2de klerk bij het departement van waterstaat; tot lid van den geneesk. raad voor Noord-Holland, dr. P. Ankersmit, apoth, te Amsterdam, thans plaats- verv. lid van dien raad, en zulks in de plaats van G. J. Yan Hoolwerfif, overleden, en tot plaatsverv. iid dr. D. II. Kruseman, apotheker te Haarlem. Gemengd Nieuws. Hedenmiddag om kwart over twaalven is zekere vrouw M., wonende in de St.-Jorissteeg en aldaar een water- en vuur nering doende, in verre- gaanden staat van dronkenschap tegen het vuur ge vallen. Men mocht er echter in slagen haar voor verder onheil te behoeden. De trein van Amsterdam, we lke om 4.11 hier aankomt, bracht hedennamiddag een zonderlinge bagage mede: een kat, welke onder een waggon derde klasse een plaats had uitgekozen. Het dier had zoo van de Arastel- tot de Sleutelstad de reis meegemaakt. Men wil dit feit op rekening der „kattentrouw" stellen. Althans men zegt dat haar vrouw zelve in den door haar uitgekozen waggon zat. Een conducteur begon zich hier over haar te ontfermen. De burgemeester van Leiderdorp ver zoekt in het Politieblad, bekend gemaakt te worden met de verblijfplaats van Johan of Johan CoeDraad Hofman, gehuwd met Krijna Storm, die omstreeks 18571864 te Delft heeft gewoond, en van zijn zoon Bertus Bernardus, aldaar geboren den 4den Febr. 1857. Indien deze personen mochten overleden, of van hen nog familieleden aanwezig zijn, wordt daarvan eveneens bericht verzocht. Yoor de vrouw, die in de BankvanLee- ning te Gouda bij vergissing een rolletje gouden tientjes in plaats van centen ontving en het dade lijk terugbracht, is door een onbekende uit Lei den aan den burgemeester aldaar eene som van f 5 gezonden. De heer Snijders Yan Wissekerke, die bij de Hooftsfeesten te Muiden als drossaard gekos tumeerd de gasten welkom heette, was door de commissie tot het vervullen dier eervolle functie uitgenoodigd; genoemde heer had reeis in 1875 te Leiden bij de maskerade als drossaard gefungeerd. Gisteravond tusschen negen en tien uren geraakte in het Znideinde van het dorp Nieuw koop eene vrouw te water. Waarschijnlijk had zij door de duisternis naast de brug geloopen. Hoewel op het hooren van den plomp dadelijk hulp toe schoot en de drenkelinge spoedig op het droge werd 'gehaald, mocht zulks niets baten. Alle pogingen, ook van den terstond gehaalden geneesheer, om het leven te doen terugkeeren, bleven vruchteloos. Omtrent den dezer dagen te Amster dam gepleegden moord verneemt men nog de vol gende bijzonderheden: De verslagene, bewoonster van het bovenhuis op de Baangracht 255, Christina Wilhelmina Francina Grolleman, oud 60 jaren, be woonde met hare dienstbode het tweede bovenhuis, bestaande uit twee kamers, die door een middel kamer toegang tot elkaar geven. De achterkamer diende tevens tot keuken en daar was het dat de oude juffrouw, zooals men pleegt te zeggen, „huisde." Blijkens de op tafel aanwezige voorwer pen; een kopje en schoteltje, een tafelmes en een ontbijtbordje, waarop nog een gedeelte van een boterham lag, had de oude juffrouw kort voor haar dood het ontbijt gebruikt. Men vond dicht bij die tafel het lijk in een fauteuil zittende. De spatten bloed tegen het kopje, bordje, aan het behangsel en de plas bloed op het vloerkleed leverden het dui delijkst bewijs, dat hier alleen aan moord kon ge dacht worden. De ongelukkige had een diepe ga pende wond in den hals, en het strottenhoofd bleek geheel te zijn doorgesneden. Er was dus een moord gepleegd. Maar wie was de dader? Dat de oude vrpuw de hand aan zich zelve geslagen had, was niet aannemelijk. Er werd dan ook dadelijk een onderzoek ingesteld en een half uur later was de dader in handen der justitie. Het was de neef van de verslagene: Antonie Van Breemaat, oud 48 jaren, geb. te 's-Hage, van beroep koffiehuishouder. Hij werd terstond ondervraagd, maar ontkende alle schuld aan den gepleegden moord. Zelfs toen men hem op de bloedvlekken, die op al zijne kleederen en linnengoed zichtbaar waren, opmerkzaam maakte, en op de snede in zijn broekspijp, bleef hij alle schuld pertinent ontkennen. Hij gaf voor, zelfs niet te weten dat zijne tante gestorven was. Later werd hij nogmaals ondervraagd en nu eindelijk kwam hij tot de volgende bekentenis: Reeds sedert eenigen tjjd had hij het voornemen opgevat om zijn oude tante, die niet onbemiddeld was, en waarvan hij wist dat hij de eenige erfgenaam zou worden, te vermoorden. Onder voorbehoud meldt men ook dat door B. reeds een paar dagen te voren pogingen zonden zijn aangewend om zijn tante op een andere wijze het leven te benemen. Yoorl. Zaterdag had hij een groot broodmes genomen, dit scherp geslepen, met het doel de ongelukkige vrouw te dooden, en was er mede naar hare woning

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1881 | | pagina 1