hotel Rauch enz. aan de zeezijde tot aan het Bad huis loopen. Dicht bij den Loosduinschen weg zal een gelegenheid worden gemaakt om de goederen en vruchten, die per schuit uit het Westland wor den aangevoerd, te laden. De Maatschappij rekent er op dien weg in den zomer van 1882 te kunnen exploiteeren. De therm. Fahr. teekende gisteravond om 5 u. 52°, 8 u. 46°, 10 u. 44°hedenmorgen om 5 u. 46°, 8 u. 49°, 12 u. 52° en 's nam. 4 u. 50°. WindZ. -W. Hedenvoormiddag te twaalf uren had op de algemeene begraafplaats te 's-Hage, op eenvoudige doch plechtige wijze, de teraardebestelling plaats van het stoffelijk overschot van den staatsraad mr. Bachione. Om de groeve van dezen verdienstelijken staatsdienaar en edelen mensch hadden zich een groot aantal ambtgenooten, vrienden en vereerders ge schaard. De Prins van Oranje deed zich door zijnen adjudant den kapitein Beverman vertegenwoordigen. Yoor het geopende graf, straks bedekt met een liefelijken bloemenkrans, spraken: de heer Boot, als oudste lid van den Raad van State; mr. D. Yan Eek, lid van de Tweede Kamer en voorzitter der Haagsche afdeeling van het Vrede- bond; de predikant bij de Ned.-Herv. gemeente ds. Hoevers; namens de nationale hypotheekbank, ge vestigd te Amsterdam, één lid der bestuurders van die instelling, en ten slotte de inspecteur der regi stratie de heer Molhuyzen. De schoonzoon be dankte voor de eer den overledene bewezen. Ter herdenking aan de stichting der Utrechtsche hoogeschool op 26 Maart a. s. zal door den rector magnificus Dr. P.Dö Jong eene rede in deHollandsche taal in het groot auditorium gehouden worden. De directie der Rotterdamsche Handelsver- eeniging maakt bekend dat op de aandeelen van de Nieuwe Afrikaansche Handelsvennootschap, aan eerstgenoemde Yereeniging in eigendom behoorende en door haar bij inschrijving te koop aangeboden, is ingeschreven voor 137'^ tot 160 pet. De directie heeft den koers van toewijzing vastgesteld op 147^ pet. Naar men meldt, heeft de heer Pijnacker Hordijk, hoogleeraaraan.de universiteit te Amsterdam, zijne benoeming tot hoogleeraar te Utrecht aan genomen. Het stoomschip „W. A. Scholten", van Nïeuw- York naar Rotterdam, passeerde gisternamiddag bij Scillys; de „Gelderland", van Batavia naar Rotter dam, arriveerde gisternamiddag te Port-Saïd. Z. M. heeft bij het dep. van koloniën be noemd tot kamerbewaarder den tegenwoordigen •oncierge A. Yan Egmond, en tot concierge den tegenwoordigen kamerbewaarder J. P. De Gee; aan den gewezen telegrafist der 1ste kl. bjj de rijkstelegraaf J. A. Noback Jr. een pensioen ver leend, ten laste van den Staat, ten bedrage van f 283 'sjaars; A. A. J. C. Cremer ontslagen uit zijne betrekking van commissaris van politie te Zalt-Bommel; aan Johann Heinrich Hox, geboren te Bochum (Pruisen), vergunning verleend tot het geven van hooger onderwijs aan het college van St.-Albertus te Yenloo; aan den met verlof hier te lande aanwezigen officier van gezondheid 2de kl. bij het leger in Ned.-Indië dr. M. Rutgers Van der Loeff, met ingang vaa 1 April a. s., ter zake van lichaamsgebreken, eervol ontslag verleend uit Zr. Ms. militairen dienst, met toekenning van pensioen- met 1 April a. s. benoemd: tot hoofdingenieur van den waterstaat der 2de kl. J. Van der Yegt, A. J. Brevet en J. M. F. Wellan, thans ingenieurs 1ste kl., eerstgenoemde met handhaving van het onbepaald verlof hem bij kon. besluit van 19 September 1874, n®. 14, verleend; tot ingenieur van den waterstaat der lste kl. C. F. M. H. Schnebbelie, thans inge nieur der 2de kl.; tot ingenieur van den waterstaat der 3de kl. N. A. M. Van den Thoorn en H. F. Beyerman, thans adspirant-ingenieurs. Het concert, gisteravond door de Maatschappij voor Toonkunst in de Stadszaal gegeven, gaf veel te ge nieten: behalve drie nummers voor orkest, eenige solovoordrachten, waarvan in de eerste plaats Brahms' vioolconcert ten volle onze aandacht verdient. Om eene analyse van dit werk te geven, is het hier de plaats niet; wel zullen wjj trachten in korte trekken den indruk weer te geven, dien de uitvoering er van op ons heeft gemaakt. Vooraf dient gezegd te worden, dat Brahms aan het orkest hooge eischen heeft gesteld. Eene zware instrumentatie die eene techniek vordert, alleen door zorgvuldige studie te overwinnen, en tal van grillige muzikale figuren geven den executanten handen vol werk. De taak van den solist is niet minder zwaar. Wat het werk zelf betreft, doet de diepzinnige gedachtengang denken aan Beethoven, hoewel èn instrumentatie èn schepping grootscher zjjn dan in diens werkenzelfs zouden wij durven beweren dat het grootste gedeelte van ons hedendaagsch publiek nog niet ontvankelijk kan geacht worden om dit kunstgewrocht te genieten en dat het werk in de toekomst eerst ten volle tot zijn recht zal komen. Sombere, geheimzinnige melodieën brengen den toe hoorder onwillekeurig in eene spanning, waardoor hij geboeid wordt en angstig verlangt naar bevredi ging. Die bevrediging vindt hij in het derde gedeelte van het werk. Hier tast men niet meer in het duister jubeltonen brengen kalmte, en waar schrille aGcoor- den soms nog eenigen twijfel uitlokken, daar geven krachtige satze waarheid en bemoediging. De solist Wetrens is boven onzen lof verheven. Wij allen kennen zijne virtuositeit. Toch komt het ons niet ongepast voor hem dank te zeggen voor de schoone uitvoering van dit vioolconcert en hulde te brengen aan zijn talent, waardoor wjj Leïdenaars niet buitengesloten zijn de werken onzer hedendaag- sche componisten te hooren. Het is de tweede maal dat dit kunstgewrocht hier te lande werd ten ge- hoore gebracht; de eerste uitvoering had plaats in Den Haag. Het overige gedeelte van het programma gaf mede veel schoons. In den heer Enderle waardeeren wjj een pianist die veel in de toekomst van zich laat wachten. De vertolking van Schumanns pianoconcert was inderdaad prachtig en vol vuur, de voordracht der solonummers onberispelijk. Wij gelooven dat het aanwezige publiek met ons zal instemmen als wij hem een „tot wederziens" toeroepen. Ten slotte een woord van dank aan den heer Oouwenhoven voor de uitstekende wjj ze waarop hij de zware taak als directeur heeft vervuld. BUITENLAND. Rusland. Onmiddellijk na den aanslag heeft de politie alle koffiehuizen, restauraties en plaatsen waar publieke vermakelijkheden gegeven worden, doen sluiten. Even eens mecht geen enkele spoortrein van St.-Peters- burg •Vertrekken, zoadat het voorshands onmogelijk was de hoofdstad te verlaten. Een klein kind werd, door een scherf van een granaat, op den arm van de moeder de borst open gescheurd. Twee kooplieden werden op de plaats zelf gedood, eveneens een koetsier. Men verzekert dat generaal Loris Melikoff dezer dagen te St.-Petersburg dreigbrieven heeft ontvangen, waarin hem zijn doodvonnis van de zijde der nihilisten wordt aangezegd. De „Agence Russe" zegt dat de regeering gisteren besloten heeft Russakoff en de overige be schuldigden terecht te stellen voor den Senaat, ge constitueerd als speciaal crimineel Hof, overeen komstig de wet dientengevolge samengesteld uit senatoren en vertegenwoordigers van verschillende colleges. Het senaatslid Fuchs zal voorzitter zijn. Nadat door de bladen de aankomst te Peters- burg van verscheiden chefs der nihilisten was ver meld, zijn twee hunner gevangengenomen, waarvan een door de medeplichtigen met den naam van „Mylord" werd aangeduid. Deze benaming schijnt door de Russische socialisten te zijn gegeven aan Jelia- boff, den voornaamsten bewerker van de mijn, waarmede men kortelings den keizerlijken trein in de lucht wilde laten springen. Hij schijnt een der voornaamste agenten, zoo niet een van de chefs der sekte te zijn. Een depeche, aan de vertegenwoordigers van Rus land in het buitenland verzonden, zegt: Bij de be klimming van den troon zijner voorvaderen neemt de keiler als erfenis de door de voorgeslachten gewijde traditiën over. Deze erfenis ten volle aan vaardende, stelt de keizer het zich ten heiligen plicht die erfenis onverdeeld aan zijn opvolgers na te laten. Evenals andere volken moet Rusland bij zjjn constitueeren den kamp volhouden, waaraan het zjjn krachten heeft gewijd. Rusland heeft thans zijn volle ontwikkeling bereikt, een gevoel van njjd en ontevredenheid is 't vreemd; wat overblijft, is thans zijn positie te verzekeren, zich naar buiten te bescher men, zijn kracht, welvaart en rjjkdom te ontwik- kelên. Dit is het doel hetwelk de keizer zich stelt en dat hjj standvastig besloten is te volgen. De keizer zal zich allereerst aan de inwendige ontwikkeling van den staat wijden, die met den vooruitgang der beschaving, evenals met de sociale en economische quaestiën in nauwen samenhang staan en die tegen woordig het onderwerp der bjjzondere zorgen der gezamenljjke regeeringen uitmaken. De buitenland- sche politiek van den keizer zal volkomen vredelievend zijn. Rusland zal ziin vrienden getrouw bljjven, zjjne door de traditie gewijde sympathieën onver anderd behouden en de vriendschappeljjke ver standhouding met andere mogendheden weder- keerig beantwoorden. Rusland moet de hem toe komende plaats onder de andere mogendheden bewaren en voor de instandhouding van het staat kundig evenwicht zorgdragen; overeenkomstig zjjn belang zal Rusland trachten in overeenstem ming met de regeeringen van andere Rijken den op achting voor de verdragen gegrondvesten vrede te beschermen. Rusland heeft allereerst voor zich zelf te zorgen; slechts de plicht om eigen eer en zekerheid te beschermen, kan zjjn aandacht van de behartiging der binnenlandsche aangelegenheden af wenden. De Keizer zal naar vermeerdering van de macht en welvaart van Rusland streven en naar het geluk van zjjn land, zonder anderen te benadeelen. Op deze grondslagen zal de politiek des Keizers on voorwaardelijk rusten. - De vertegenwoordigers worden uitgenoodigd de regeeringen, bjj welke zij geaccrediteerd zijn, met den inhoud dezer depeche bekend te maken. Prinses Dolgoroucki gaat na de begrafenis van den czaar met hare kinderen naar Italië. Voor- loopig is de nieuwe czaar daartegen, om niet den schjjn op zich te laden dat hij de echtgenoote zjjns vaders verjaagt. Ook wil de czaar nu nog het huweljjk van den overledene met prinses Dolgoroucki officiëel laten afkondigen, om de maatschappe- ljjke positie van de prinses, met wie men zeer veel medeljjden heeft, in een zuiver daglicht te stellen. Czaar Alexander II liet geen testament na; men weet echter dat voor prinses Dolgoroucki vjjfmilli- oen zilverroebels in de Engelsche Bank vaststaan. Er i3 te St.-Petersburg een keizerljjk decreet openbaargemaakt, waarbjj aan personen, die, met verlies hunner burgerljjke rechten, naar Siberië zijn verbannen, de vergunning wordt verleend, aldaar, nadat zjj zich gedurende drie jaren goed zullen gedragen hebben, handel te drjjven ofeenig beroep uit te oefenen. De Russische minister van binnenlandsche zaken is tevens gemachtigd ditzelfde voorrecht ook aan staatkundige bannelingen in Siberië toe te staan. Transvaa 1. Waar het hart van ieder rechtgeaard Neder lander sneller klopt en er in de Transvaal door onze stambroeders zoo eervol gestreden wordt voor vrijheid en recht, en allerwegen de namen dier dappere en edele zonen van een vrjj volk genoemd en hunne daden geroemd worden, zijn er velen ver langend de portretten der mannen die zich aan het hoofd van den strjjd hebben geplaatst, te bezitten. Ieder zal zeker gaarne in het bezit komen van het driemanschap, Paul Krüger, M. W. Pretorius (oud president van Oranje-Vrjjstaat en de Transvaal) en P. J. Joubert. De portretten van den eerste en den laatste bestaan, doch dat van Pretorius was tot dus verre niet in den handel. De heer J. A. "Weinbeck te Rotterdam echter is - bljjkens een in een vorig nommer voorkomende advertentie - in de gelegenheid dat portret, in onveranderljjken kooldruk en prachtig geglaceerd, vervaardigd op het atelier van den heer Ed. Rademacher aldaar, naar een orgineel portret in de Transvaal op leer gedrukt, te leveren. Het Vlaamsche adres aan de Engelsche natie ten gunste der Transvaalsche Boeren is door 3659 per sonen onderteekend, waaronder ook een aantal Walen en 21 professoren aan de Luiksche universiteit. Bovenaan staat de naam van den dichter De Geyter. Te Brussel, Brugge en op andere plaatsen gaan nog inteekenljjsten rond. De correspondent der „Standard" te Montprospect vernam van verschillende invloedrijke Boeren, dat, wat de aanvoerders ook mochten besluiten, zjj zei ven slechts voldaan zouden zijn met het onmiddel lijk terugtrekken der Britsche garnizoenen, volkomen onafhankeljjkheid voor de Transvaal en erkenning door Engeland dat de Boeren nooit rebellen waren. De Boeren verzekeren dat, mocht de oorlog worden voortgezet, het zeer waarschijnljjk is, dat hjj zich over geheel Zuid-Afrika zal uitbreiden, daar de Vrjjstaters en de andere Hollanders gereedstaan om zich bjj hen te voegen. Na het gesprek dat de correspondent van de „Daily Telegraph" dezer dagen met generaal Joubert had, werden hem eenige eenvoudige ververschingen aan geboden. „Ik kan u geen champagne geven, zooals sir Evelyn Wood ons verleden week deed", zeide Joubert: „Wij nemen zulke dingen niet mee als wij uit vechten gaan."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1881 | | pagina 2