K°. 6450.
V
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Dringend noodig.
r^TP
m? Jl» fc*
A o
jIl A
1 CO
iOsji
LEÏDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZEB COURANT:
Voor Leiden per 8 maanden.f 1.10.
Franco per post.
i.4a
Afzonderlijke Nommers.0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 16 regel».1.05.
Iedere regel meer0.17J.
Grootere letten naar plaatsruimte.
Er zjjn opmerkingen, die men bijna verplicht is
juist dan te weerhouden, als er rechtstreeks aan
leiding toe bestaat. Heeft h. v. iemand, door ver-
waarloozing van de eenvoudigste voorschriften der
gezondheidsleer, of door zich moedwillig aan gevaar
bloot te stellen, zich een zware ziekte op den hals
gehaald, - dan zal wel niemand zoo hardvochtig zjjn
om aan zijn krankbed een oratie te gaan honden
over zjjn verzuim of zijn vergrijpmen zal beginnen
met hem alle mogelijke hulp te bewijzen en troost
te verleenea. Eerst later, wanneer hij is hersteld,
is misschien een geschikt oogenblik te vinden om
hem zekere dingen onder de aandacht te brengen.
Zoo is het ook gelegen, wanneer een beroep wordt
gedaan op ons liefdadigheidsgevoel. Wij gaan niet
haarfijn uitpluizen of zij ten wier behoeve ons mede
lijden wordt gewekt, ook soms door eigen zorge
loosheid in een staat van hulpeloosheid zijn geraakt,
em vervolgens tot de conclusie te komen dat het
beter is het hart het zwijgen op te leggen en de
beurs gesloten te houden. Noen, - we beginnen met
helpen, om later, als de nood gelenigd is, gebruik
te maken van ons recht tot waarschuwing.
Op dezelfde wijze is het gesteld met zekere ge
vallen, waarin liefdegaven worden gevraagd voor
„oppassende" personen, die door brand hun inboe
del geheel of gedeeltelijk waren kwijtgeraakt en nu
aan armoede ten prooi zonden vallen, indien men-
schenvrienden zich hun lot niet aantrokken. Zeker,
aanstonds re9S dan de vraag: „Maar hadden die
lieden hun bezittingen niet verzekerd?" Het ant
woord luidde natuurlijk ontkennend, - doch deze
omstandigheid hield gelukkig den stroom der offer
vaardigheid niet tegener werd gegeven en - eerst
later kwam de quaestie der assurantie voor den dag.
Hoe dikwijls zal zich dit nog moeten herhalen?
Wij vragen dit met te meer klem, juist omdat
er op heden geen voorvallen van dien aard aan de
orde zijnalthans niet in onze omgeving. Maar ge
heel nit de lucht gegrepen is de reden van dit opstel
nietzij hangt samen met een voorval in de hoofd
stad, van jonge dagteekening nog, en dat ieder
oogenblik ook hier opnieuw kan voorkomen.
Onlangs heeft in een meubelmakerswerkplaats in
de Barndesteeg te Amsterdam eejs brand gewoed.
Alles was verzekerd, - behalve het gereedschap van
een 40-tal werklieden. Die menschen geraakten daar
door in de grootste verlegenheid. Gelukkig, de
philanthropic trok zich hun lot aan. In de beide
meest gelezen dagbladen der hoofdstad verscheen
een advertentie, waarbij een beroep werd gedaan op
de liefdadigheid van het publiek, om bedoelde werk
lieden weder van gereedschap te voorzien. Zulk een
beroep klinkt bij ons nooit tevergeefs, - e* te
midden der watersnood-, algemeene-armen- en Roode-
Kruis-aanvragen zullen er wel eenige penningen
voor de verlangde ondersteuning worden afgezonderd.
Maar nu komt het bestuur der Meubelmakers-
vereeniging „Amstels Eendracht" in een ingezonden
stuk, geplaatst in het Algemeen Handélsblad, met
een mededeeling opdagen, die wezenlijk wel de aan
dacht verdient. Daarin wordt verteld „dat aan het
lidmaatschap van voornoemde Yereeniging, tegen een
wekeljjksche contributie van slechts 17 cents, de
volgende uitkeeringen verbonden zijn:
1°. Bij ziekte 4 per week, gedurende negen
maanden.
2*. Bij overlijden van het lid of diens echtgenoote
een bedrag van f 25 tot f 45.
3°. Bjj brand een som van f 25 tot/"öOeneen
toelage van f 1 daags gedurende de eerste dagen
na het ongeval.
4°. Een pensioen van f 2 tot f 4 per week op
65-jarigen leeftijd.
Aan deze mededeeling wordt nog deze onthul-
ling toegevoegd:
„Van do 40 werklieden nn, wier gereedschap is
verloren gegaan, is er slechts één, die van deze
Vereeniging lid ia en alzoo op heden Woensdag 9
Februari f 50 uitbetaald krijgt. De Vereeniging acht
verderen commentaar overbodig, behalve dit eene
nog, dat het allen schijm heeft dat de werklieden
van gemelde fabriek hunne centen liever tot andere
doeleinden besteden, dan zich tegen zulke gevallen
te verzekeren, waardoor dan ten laatste een beroep
op do liefdadigheid van het publiek hun eenige toe
vlucht is."
Ook wij achten hier commentaar overbodig.
In hoeverre de hier ter stede bestaande Yakver-
eenigingen over het algemeen in dezelfde richting
werkzaam zijn als „Amstels Eendracht", weten wa
niet genoeg in bjjzonderheden. Wel vernemen we
soms het een en ander van feestvieringen, die door
gaans tamelijk veel geld kosten, maar we zouden
er niet voor durven instaan dat op het gebied van
maatschappelijke verbeteringen met denzelfden ijver
wordt gewerkt. Doch al is dit zoo niet, - de verzeke
ring tegen brandschade kunnen we behandelen als
een op zich zelf staand vraagstukmen behoeft niet
per se lid eener werklieden-vereeniging te zijn, om'
in deze zijn verplichting na te komen.
En dat het inderdaad een verpliohting is,
waaraan niemand, hetzjj hij veel of weinig bezit,
zich mag onttrekken, werdt lang niet levendig
genoeg gevoeld. Of laat ons liever zeggen zooals
het inderdaad isSlechts enkelen uit den arbeiden
den stand breken er zich het hoofd mede, niette
genstaande het verlies van meubelen of gereed
schap voor hen een niet minder groote ramp is dan
het verlorengaan van huis en inboedel voor den
meer gefortuneerde.
Waaraan is die laakbare onverschilligheid toe
te schrijven?
Aan onkunde?
Maar als de menschen, trots ons verbeterd onder
wijs, nog zoo diep onwetend blijven, - laat ons dan
onze scholen maar sluiten en onze onderwijzers op
wachtgeld stellen.
Of is het zulk een bezwaar, op een gegeven
oogenblik de premie te betalen? Meestal niet; voor
een pretje zijn wel een of twee gulden te vinden, -
waarom dan niet voor dit doel? Doch al ware het
zoo, - men kan alle weken eenige centen er voor
besparen: straks zal de postspaarbank dit nog ge
makkelijker maken.
Of - speculeert men wellicht op de goedgeefschheid
van het barmhartig publiek?
Als dat zoo is, dan wordt het tijd, van batterij
te veranderen. Dan zal het oogenblik geboren wor
den, waarop de aanvragers van liefdegiften voor
leniging van rampen, „door het vernielend element
teweeggebracht" - aan doovemansdeur kloppen.
Wij zullen ons wèl wachten, het voorstel daartoe
te doen
Tenzij het blijken mocht dat de herhaalde ern
stige waarschuwingen het effect hebben van de be
kende stem des roependen in de woestijn.
LEIDEK, 24 Februari.
Er bestaat gelegenheid tot verzending der cor
respondentie naar Noord-Amerika door middel van
het stoomschip „Amsterdam", waarvan de laatste
buslichting aan het postkantoor te Rotterdam is
bepaald op Zaterdag den 26sten Februari a. s.,
des morgens te negen uren. Ten postkantore alhier
moeten de brieven enz. dus uiterljjk Vrijdag-nacht
om twaalf uren bezorgd zijn.
Het heden verschenen nommer van het Stu
denten-weekblad „Minerva" maakt volgenderwijze
melding van het op Zondag-avond in den schouw
burg alhier voorgevallene: „Het schijnt het gezel
schap van den heer W. Pierre De Boer voorbestemd
te zijn in Leiden al zeer weinig succes te behalen.
Zoo hij gehoopt had ditmaal voor een kalmer publiek
te zullen optreden [dan op 8 Februari], dan is hij
deerlijk in zijne verwachtingen teleurgesteld. Naar
wij vernemen, werd onder de opvoering van „De
Patiënten" zulk een leven gemaakt door eenige
opgewonden studenten, dat het stuk niot kon worden
afgespeeld. Het feit, dat hierdoor het genoegen
werd bedorven van het publiek, opgekomen om deze
volksvoorstelling bij te wonen - en dat zeker zelden
zulk een genoegen smaken kan, rechtvaardigt voor
een groot deel do wraakzuchtigo houding, dio het
na afloop der voorstelling aanBam. Gelukkig zijn
er bjj de oneenigheden die daarop volgden geen
ernstige ongelukken te betreuren, maar als do dag
bladen in het vervolg klagen over de Loidsche
studenten, dan zullen wij het voornamelijk aan ons
zeiven te wijten hebben. Dat toch het suum
ccique [ieder het zijne] wat meer in het oog werd
gehouden!" -
Blijkens eene statistiek over 1880 bedroeg
de sterfte per 1000 inwoners in de volgende ge
meenten: Leeuwarden 25!G, Den Haag 2546, Arnhem
2620, Rotterdam 26 09, Haarlem 2702, Groningen 275'',
Leiden 284i, Utrecht 29oe, Amsterdam 2932, Maas
tricht 2983, Den Bosch 3031, Dordrecht 3237.
De geneeskundige staatscommissie te Utrecht
heeft tot arts bevorderd de heeren C. P. Burger,
W. T. U. Steyn Parvé, C. J. L. Feith en G. Haas,
allen doctorandi; toegelaten voor het geneeskundig
gedeelte werden de heeren G. A. Van do Roemer
en H. J. Thorbecke, candidaat-artsen.
Prins Frederik hoopt zjjn aanstaanden ver
jaardag ditmaal te Neuwied te herdenken, werwaarts
hjj in het laatst dezer week zal vertrekken.
Aan dr. H. F. Jonkman, privaat-docent aan
de Utrechtsche universiteit, is uit naam van een
vijftigtal studenten een schrjjfbureau van notenhout
aangeboden. Eon daarbjj gevoegd album, de por
tretten der deelnemers bevattende, draagt het vol
gende opschrift: „Viro doctissimo H. F. Jonkman.
Discipulorum Gratitudinis et Amicitiao hocce donum
sit Monumentum."
Het classicaal bestuur te Dordrecht heeft van
het provinciaal kerkbestuur van Zuid-Holland be
richt ontvangen dat „door do opheffing van de
schorsing der ouderlingen aldaar, aan eerstgenoemd
bestuur van zelf wederom is opgedragen het toe
zicht over de gemeente en den kerkeraad."
Door den minister van koloniën is de heer
J. W. Hofman, arts, 2de geneesheer en plaatsver
vangend directeur aan het geneeskundig gesticht
voor krankzinnigen te Delft, ter beschikking gesteld
van den gouverneur-generaal, om te worden benoemd
tot arts voor do krankzinnigenverpleging daar te
lande, zoomede de heer G. J. P. J. Bolland en de