welk getal voor hen, die boven dien leeftijd zjjn, een levenskans aanwijst van ruim 63 jaren, ten minste wanneer wij 1880, waarin weinig besmet telijke ziekten voorkwamen, als een normaal jaar mogen beschouwen. Ds. H. B. Yan Druten, te Linschoten, heeft het beroep naar de Ned.-Herv. gemeente te Rijnsburg aangenomen. In het afgeloopen jaar is te Noord wijk aan Zee door 13 schuiten in 50 reizen aangebracht 3293 tonnen pekel- en 2,309,040 stuks steurharing. Te zamen is er ruw besomd f 63,535, welk bedrag in het jaar 1879 ruim /;30,000 hooger was. Sommige reeders leden veel schade aan hunne nettenbij andere was dit minder. De gemeenschappelijke school voor lager onder wijs van de gemeenten Barwoutswaarder en Riet veld is in gebruik genomen, met ruim 100 kinderen. Het nieuwe gebouw met de onderwjjzerswoning is een sieraad in de gemeenten en strekt den heer N. A. Swanenburg als ontwerper tot eer. In het jaar 1880 zijn van het Koloniaal Werf depot te Harderwijk naar Indië uitgezonden: 1492 militairen, waaronder 861 Nederlanders, 440 Duit- schers, 61 Belgen, 4 Franschen, 56 Zwitsers, 20 Oostenrijkers, 1 Rus, 1 Deen, 1 Afrikaan en 47 Luxemburgers. Het stoomschip „Torrington", van Batavia naar Rotterdam, passeerde Maandag Gibraltar. Z. M. heeft benoemd tot kantonrechter te Alkmaar mr. M. Büchner, thans kantonr. te Helder; tot notaris binnen het arrond. Utrecht, ter standplaats de gemeente Utrecht, N. G. Geelkerken, cand.-notaris aldaar; tot notaris binnen het arrondissement Zutfen, ter standplaats de gemeente Zutfen, H. M. Van Yoorthuysen, thans notaris te Beekbergen, gemeente Apeldoorn; tot rechter in de arrond.-rechtbank te Alkmaar, mr. F. A. Yan Leeuwen, thans substituut griffier bij de arrond.-rechtb. te Rotterdamaan den lsten luit. T. H. A. Tromp, van de 2de afdeeling vesting-artillerie, op verzoek, een eervol ontslag uit den militairen dienst verleend. KOLONIËN. BATAVIA, 1 December. Onder dagteekening van 15 Nov. zijn van den Gouverneur van Atjeh en Onderhoorigheden nopens den staat van zaken in dat gewest de navolgende mededeelingen ontvangen. In Groot-Atjeh bleven rust en orde ongestoord, en viel niets belangrijks voor. Den 12den kwam te Kotta-Radja de wd. assistent-resident ter Noordkust, vergezeld van den radja van Telok-Semawé, den tegenwoordigen radja van Pasangan en van diens broeder, den gewezen radja van dat landschap, Tengkoe Tjihik Samaoen. Laatstgenoemde, in 1878 wegens zijn vijandige hou ding jegens het bestuur door zijn eigen hoofden van zijn waardigheid vervallen verklaard, kwam zijn onderwerping aanbieden. Met het oog op den groo- ten invloed, welken hij in Pasangan is blijven bezit ten, mag van zijn formeele toetreding tot het Neder- landsch gezag verwacht worden dat daardoor in den toestand van bedoeld landschap een zeer gewenschte verbetering zal komen en de invloed van het gou vernement zich aldaar weer zal kunnen doen gevoelen. Door de hoofden van nog 9 kleine staatjes is de akte van onderwerping mede onderteekend. De bevolking van Tampat Toean had veel van koortsen te lijden. Een kampong had in één maand tijds tachtig zielen van een twee honderd zielen tel lende bevolking aan die ziekte verloren. In den nacht van 2 op 3 dezer werd een in de nabijheid der versterking te Boekit Seboen gelegen Chineesche toko door eenige Atjehers aangevallen en beroofd, bij welke gelegenheid twee Chineezen gedood en drie zwaar gewond werden. Aangezien het onmiddellijk van bestuurswege ingesteld onder zoek niet tot ontdekking of opvatting der schuldi gen had geleid, werd met toepassing van het stelsel van solidaire verantwoordelijkheid aan de kampongs in den omtrek een „bangoen" opgelegd van 1750 doll., te betalen na verloop van één maand, ingeval de schuldigen niet vóór dien termijn aan het bestuur uitgeleverd mochten zijn. Den 7den werd bericht ontvangen dat in den vorigen nacht het hoofd van Kroeng Kali (XXVI Moekim) Toekoe Lampoented verraderlijk vermoord was. Volgens de nader ter zake ingewonnen inlich tingen zou de moord gepleegd zjjn door eenige als vijandig gezind bekend staande Atjehers, waaronder een bloedverwant van den verslagene, omdat deze op herhaalden aandrang van het bestuur getracht had de daders in handen te krijgen van een kort te voren in dezelfde kampong op een Chinees ge- pleegden moord. Herhaaldelijk werden klachten vernomen over de onveiligheid van het kustgebied bij de Djamboe-ajer en de Koeala Simpang Olim. Van verschillende zijden werd een hoofd van Blangmé aangewezen als de persoon op wiens last zeerooverijen zouden zjjn gepleegd. Men deelt aan de „Loc." mede dat het 7de bataljon infanterie, tot nu toe deel uitmakende van het veepest-cordon, te Mr. Cornelis is aangekomen om binnenkort naar Atjeh te vertrekken. De nog daarvan in Banjoebiroe achtergebleven compagnie zal spoedig naar Batavia worden gedirigeerd om zich met het corps te vereenigen. De manschappen doen tegenwoordig geen andere diensten dan wacht en corvée, om van de vele ziekten, die onder hen geheerscht hebben, een weinig te herstellen. Te Soerabaia ontstond door onvoorzichtigheid bjj het rjjstkoken een brand in de kampong Loempoer (regentschap Grissee). Het vuur vernielde nagenoeg de geheele kampong en sloeg door den wind op de kampongs Soekodono en Kroman over. De aange richte schade bedroeg in: kampong Loempoer 342, Soekodono 246 en Kroman 159, te zamen 747 hui zen, ter waarde van f 65,095. Menschenlevens zjjn bij deze ramp niet te betreuren. Door deo gouverneur-generaal van Ned.-Indii lyr, Jt vol gende beschikkingen genomen: Civiel Departement. Toegekend: De rang en titel van as- aistcnt-resideit aan den controleur der eerste klasse bij het bin- ncnlandsch bestuur op Java en Madura B. A. H. Wolterbeek Muller, met bepaling dat hij belast blyft met do werkzaamheden hem thans in de residentie Krawang opgedragen, waartoe hjj tijdelijk wordt toegevoegd aan den resident van dat gewest. Benoemd: Ingaande met 6 December 1880, tot resident van Madioen, de assistent-resident van Madjalengka (Cheribon) Mr. A. M. Oudemans tot assistent-resident van Panaroekan (Bezoeki) tevens vendumeester aldaar, de assistent-resident van Bandjaruegara (Banjoemas), tevens vendumeester aldaar, C. Van der Gon Netscher; tot assistent-resident van Bandjaruegara, tevens vendu meester aldaar, de controleur der eerste klasse bjj het binnen- landach bestuur op Java en Madura L. Van Hengel; tot tijdelijken vervanger van den notaris, tevens vendumeester, te Japara L. C. Filz, gedurende bet aan dezen verleend verlof naar Europa, de candidaat-notaris A. M. Varkevisser. Tijdelijk gesteld: Ter bescbikkiig van den gouverneur van Atjeh en onderhoorigheden, tevens militair bevelhebber aldaar, met den rang en titel van aspirant-controleur de aspirant-controleur bjj het binnenlandsch bestuur op de bezittingen buiten Java ea MadHra A. C. De Heer; - tot zjjn eventoeele definitieve her plaatsing bij het binnenlandsch bestuur op Java ea Madura, ter beschikkiig van den resident van Cheribon, speciaal voor de afdeeling Indramajoe, de ambtenaar op non-activiteit Jhr. J. A. O. Van den Bosch, laatsteljjk controleur der eerste klasse bij dien tak van dienst en zulks met rang en titel als even vermeld. Ontheven: eervol van de waarneming van den civielen ge- neesk. dienst en het toezicht over de vaccine in de afd. Soemauap (Madura) L. Klaas. Benoemd: tot algem. ontv. van 'a lands kas te Padang (Sum. Weatk.) de algem. ontv. te Bandong (Preanger Regentsch.) A. G. Van Maanen; te Bandong de id. te Pekalongan D. J. H. Van der Dungen Gronovius; te Peka- longan de id. te Japara H. Drayer; te Japara W. F. K. J. Abke, late commies op het res.-kantoor te Benkoelen; te Wonosebi (Bagelen) de tijd. adj -boekh. bjj het venduk. te Sama- rang H. Ph. Oudboff. Tot griffier bij den landraad: te Magetan (Madioen) de griffier bij den landraad te Bandong J. Raaff; te Bandong de ben. griffier bjj den landr. te Magetan E. O. Hinze. Gesteld: ter besch. van den dir. van binnen), bestuur, ten einde deel te nemen aan den cursus vaB afd. A. der landbouw school te Buitenzorg, de ambtenaren voor den burg. dienst in N.-I. G. C. L. Udo De Haes en H. A. Boursse Wils. Ont slagen: eervol nit 's lands dienst de klerk bjj het post- en telegraafkantoor te Samarsng J. W. L. Lapré. Benoemd: op het bureau van den gouv. van Atjeh en Onderh., tot lsten cemmies tevens buitengew. ambtenaar van den burg. stand W. F. D. Benjamins; tut 2den commies de comm. der 8de kl. bjj den postdienst F. H. Scholten. Verleend: een 2-jarig verlof naar Europa wegens ziekte, aan den onderw. 1ste kl. bij het o. 1. o. voor Eurepeanen en met dezen geljjkgestelden in N.-I. J. J. Loojé; aan den opz. der 1ste kl. bij den wat. en 's lands b. o. werken J. W. Kuitert en aan den tjjd. posthouder in d« res. Ternate A. W. V. Hinue. Ontslagen: uit zjjn be trekking, wegens ziekte, de commies der 3de kl. bij den post en telegraafdienst J. J. Juttting; met ing. van 4 Dec. a. a. eervol uit 's lands dienst met het. van recht op pens. de raads heer in hst hooggerechtshof van N.-I. mr. G. F. Essers. Be vorderd: door den algem. secretaris: tot lsten klerk ter algem. secr. J. F. Bendsneyder. Departement van Oerlof. Verleend: Een 2-jarig verlof naar Europa, wegens 15 jaren onafgebr. dienst in Ned.-Indië aan den kapt. J. H. V. Popp. Ontslagen: Op verzoek eervol nit Zr. Ms. mil. dienst, wegens volbr. diensttjjd, metbeh. van recht op pens., de kapt. der inf. C. D. A. Van der Loo. Overgeplaatst: De kapt. der inf. H. F. Holz van Batavia ■aar Celebes; de kapt. der inf. D. De Vries Beilingh van Soerabaia naar de 2de milit. afd.de majoor der genie J. C. Dozy van Weltevreden naar Willem I. Geplaatst: De luit.-kol. der genie G. E. W. L. Van Zoyleu en de majoor der art. A. J. M. Willemse, beiden onlangs uit Nederland aangekomen, te Batavia. Departement van Marine. Ontheven: Eervol, van de waarn. der betr. van ingenieur-directeur der fabriek voor de marine en het stoomwezen te Soerabaia, de hoofding., chef dsr afd. stoom wezen van het dep. der burg. openb. werken, S. L. Huiser, en in zijne plaats benoemd: de ambt. op ion-act. H. H. Radier, laatsteljjk die betrekking bekleed hebbende. Verleend: Een 2 jarig verlof naar Europa, wegens ziekte, aan den tijd. haven- mee-ter ts Oleh-leh (gonv. Atjeh en onderh.) Th. Cenin. BUITENLAND. Fraiikryk. Met zijn uitgever is Blanqui's blad „Ni Dieu ni Mattre" van het tooneel verdwenen; doch reeds wordt een nieuw revolutionair orgaan, „La Citoyenne", aangekondigd met de bekende belastingweigerenda burgeres Hubertine Auclerc tot hoofdredactrice en natuurlijk in de eerste plaats bestemd om de „rech ten der vrouw" te bepleiten. Groot-Britannlë. De „Daily News" wijst op de groote gematigd heid van de proclamatie, die door het Driemauschap is uitgevaardigd, dat aan het hoofd van de Trans- vaalsche Boeren staat. Men zou verwacht hebben, zegt het blad, dat zij alle Engelschen uit hun grond gebied verbanden. Yan hun standpunt zou de „Daily News" dat zoo onnatuurlijk niet vinden, omdat lang zamerhand Engelsche goudgravers en handelaars zich onder hen gevestigd hebben, die steeds, zooveel zij konden, ten gunste van eene inlijving door Enge land geagiteerd hebben. Dat de Boeren nu aan deze menschen, die hunne nationale onafhankelijkheid belaagd hebben, amnestie aanbieden; dat zij den Engelschgezinden ambtenaren hunne betrekkingen willen laten behoudendat zij een Britschen consul willen toelaten, alle uitgaven, die gedurende de annexatie gemaakt zijn, bekrachtigen en omtrent de behandeling der inlanders en eventueele confedera tieplannen met de andere Staten in overleg treden, - dat alles toont, naar de „Daily News" opmerkt, een geest, die aan de mogelijkheid van een verge lijk doet denken. Maar het blad voegt er bij, dat ongelukkig juist de voordeelen, die door de Boe ren behaald zijn, het zeer moeielijk voor Enge land maken, termen van verzoening of vergeljjk in overweging te nemen. In elk geval kan er, naar de „Daily News" doet uitkomen, door Enge land niets gedaan worden in die richting dan nit gevoel van rechtvaardigheid en in het belang van Zuid-Afrika. „Dat de Boeren" zoo luidt het slot van het artikel, „met geweld van wapenen hunne onaf hankelijkheid kunnen handhaven, gelooft niemand in Engeland ook maar één oogenblik. Dat wij ons niet zullen laten leiden in eene of andere richting door adressen uit Nederland, spreekt van zelf. Wij zouden nochtans ook nu nog gelooven dat er mid delen zijn om de verdere vijandelijkheden te voor komen. Er zijn vele redenen om ernstig te wenschen dat deze oorlog nog voorkomen worde. Maar boven aan onder deze redenen staat onze begeerte om onze betrekkingen niet te verbitteren met een ras, dat, onder Britsche vlag of niet, de werkelijke kracht van de Znid-Afrikaansche bevolking uitmaakt." De „Times" is van oordeel dat de oorlog met de Boeren, hoe wenscheljjk het ook geweest zou zijn dien te vermijden, ten einde, en de Transvaal ten onder gebracht worden moet. In geen geval kan Engeland, meent dat blad, den sohijn op zich laden van der Transvaal de vrijheid te hergeven omdat dn Boeren de wapenen hebben opgevat. In de Kaap-kolonie wordt de opstand volgenar dit blad beschouwd als eene schrikkelijke ramp. De militaire overheid acht het niet raadzaam de Kaapstad te ontblooten van haar garnizoen. Dö troepen, thans tegen de Boeren op weg, zijn 1500 man sterk, met twee kanonnen en eene Gatling- battenj. Sir G. Colley, de Engelsche commandant in Natal, heeft tot de soldaten een adres gericht, waarin hij aanspoort tot het uitwisschen van de smet op de Britsche wapenen, doch tevens ver maant om dapperheid niet te doen ontaarden in wraakoefening, aangezien de Boeren, hoe ook mis leid en bedrogen, over het geheel een kloek en moedig volk zijn, en gedreven worden door beweeg redenen die eerbied afdwingen. Yolgens de „Pali Mall Gazette" moet Engeland ongelijk bekennen en de inlijving van de Transvaal herroepen worden. „Het handhaven van de anexatie zal eiken Hollander in Zuid-Afrika tot onzen vijand maken, gelijk het thans reeds dreigt ons in oorlog te wikkelen met den Oranje-Vrijstaat. De welwil-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1881 | | pagina 2