van de „Prins Hendrik", eene beschrijving, waar van wij hier een uittreksel laten volgen Wij waren in de Roode Zee bij het eiland Zukur. Yrijdag-avond 8 October kwam van de brug tijding dat de kapitein noodseinen meende te zien, zoodat er wellicht gestopt zoude worden en bericht dat de passagiers zich niet ongerust behoefden te maken. Kort daarop zagen allen die op dek waren een vuurpijl omhoog gaan. Onmid dellijk werd de stoomkracht verminderd en lang zaam liep het schip naar den wal. Naderbij ge komen werd door onzen gezagvoerder Braat ge vraagd wat men verlangde, waarop geantwoord werd dat een Duitsche stoomboot „Asia" met eene lading thee van China naar Amerika aan den grond was geloopen. Aanvankelijk verkeerden we echter in de meening dat het een Engelsche boot was, omdat in het Engelsch gepraaid en geant woord werd. Den volgenden morgen zou beproefd worden een gedeelte van de lading aan boord te brengen. Volgens mededeeling van de opvarenden hadden zij reeds sedert 28 September daar ge zeten en konden twee in dat tijdsverloop gepas seerde schepen, een Engelsch en een Hamburgsch, geen hulp verleenen. De bemanning wilde echter gaarne het schip verlaten omdat het aantal der aan boord komende inboorlingen, gewapend met messen of sabels, dagelijks toenam en bewijzen van verre gaande brutaliteit aan den dag legde. Den volgenden morgen, even na het aanbreken van den dag, stevende ons schip langzaam naar de plaats, een tocht die met de meest mogelijke voorzorgsmaatregelen ondernomen werd. Op ge- ringen afstand genaderd, kwam de kapitein der „Asia" aan boord en werd kort na zijne aan komst het anker uitgeworpen. Dadelijk werd een begin gemaakt met de redding van alles wat te behouden was, waarbij echter alles vermeden werd wat aanleiding kon geven tot wanorde of tot de gedachte aan overdreven hulpbetoon. Brak er een kist op de „Asia" of viel er een te water uit de booten, daar werd niet naar gezien. Eenmaal echter op het grondgebied van de „Prins Hen drik" overgebracht, werden de goederen behan deld met de meeste zorg. Dien dag kwamen ongeveer 3000 kisten thee over. Tegen 6 uren verlieten wij de ankerplaats, omdat een verblijf aldaar des nachts onraadzaam werd geacht. Al heen en weer stoomende, bleef het schip steeds in de nabijheid van de „Asia." Op het vernemen der tijding dat de „Prins Hendrik" des avonds zou vertrekken, maakte de bemanning bezwaar langer aan boord van de „Asia" te blijven uit vrees voor de eilandbewoners. Reeds op den dag had de kapitein van het verongelukte stoomschip de hulp der zich op onzen bodem bevindende militairen ingeroepen, aan welk verzoek echter moeilijk kon worden voldaan. Commandant Braat begaf zich echter met den detachements-comman- dant en een eersten luitenant, allen in uniform, aan boord van de „Asia", op welken bodem wapenen van de „Prins Hendrik", bepaaldelijk geweren en revolvers, gebracht werden, een maat regel die den eilandbewoners schrik scheen aan te jagen, daar allen van boord vluchtten. Ten einde de Duitsche equipage gerust te stellen en te overtuigen dat de „Prins Hendrik" voornemens was terug te keeren, bleef de 2de officier van ons schip, als het ware als gijzelaar, op de „Asia" achter, terwijl overeen werd gekomen, om, in geval van onraad, met vuurwerk seinen te wis selen. De nacht verstreek evenwel rustig zonder eenig buitenge^oon voorval en den volgenden ochtend 6 uren begaven wij ons wederom naar „Asia", hoewel deze reis minder voorspoedig y'olbracht werd dan de vorige. Onmiddellijk werd het werk der overlading van de thee hervat. Tegen 10 of 11 uren was het hoog water, van welken vloed partij werd gelrokken tot het aan wenden eener poging om de „Asia" met behulp van een aan dat schip bevestigden tros, af te slepen. Tevergeefs: want nadat de „Prins Hendrik" eeni- gen tijd, zelfs met volle kracht gestoomd had, brak het dikke touw, - tegenspoed, welke zich, nadat de einden zoo spoedig mogelijk weer ver bonden waren, herhaalde. Na deze mislukte poging kwam de geheele equipage der „Asia" aan boord van de „Prins Hendrik" en verklaarde comman dant Braat geen mogelijkheid te zien het vaartuig van het strand te sleepen. De equipage besloot niet langer aan boord van de „Asia" te blijven. Na berging nog van eenige kisten thee vertrok ken wij des avonds. Den volgenden dag werd de equipage der „Asia" ingedeeld en de geredde bagage geborgen. Woensdag was er groot diner, aan welken gezelligen disch commandant Braat de passagiers bedankte voor hun betoond geduld en het hem geschonken vertrouwen. De kapitein der „Asia" betuigde zijnen dank voor de wel willende opname der bemanning en bracht hulde aan de Hollandsche zeemanschap en hulpvaardig heid, onder uitdrukkelijke verklaring tevens dat de equipage van de „Prins Hendrik" alles had gedaan wat in haar vermogen lag. Twee dagen later ontmoette ons schip Zr. Ms. oorlogsvaartuig „Madura" op reis naar Point de Galle. De oor logsbodem nam de equipage van het gestrande stoomschip bereidwillig over. Mevr. Green, die haar man aanleiding heeft gegeven tot den dubbelen moordaanslag op haar en haar minnaar, den Eranschen tentoon- stellings-commissaris te Melbourne en tot zijn eigen zelfmoord in het theater aldaar, is hersteld uit het hospitaal ontslagen en zal naar Engeland teruggaan, maar de kapiteins der mailbooten wei gerden haar passage. Zij zal op een zeilschip in het voorjaar moeten wachten. Wegens den benarden geldel ij ken toe stand waarin Marokko sedert den jongsten opstand verkeert, heeft de sultan besloten een aantal ambte naren te ontslaan en zijne uitgaven te beperken. Met die bezuinigingen is hij bij zich zeiven be gonnen. Hij heeft een gedeelte van zijne lijfwacht afgedankt, en zijn harem, waarin 400 vrouwen waren, tot op de helft verminderd, zoodat hij zich voortaan met 200 vrouwen tevreden zal stellen, eene opoffering die het geheele volk in verrukking gebracht heeft. Om echter de 200 ontslagen vrouwen niet ten laste van den staat te doen komen, heeft de sultan ze verdeeld onder zijne officieren, die zich daarvoor eene kleine vermindering van trakte ment getroosten moeten. Z. M. moet al de jonge vrouwen gehouden hebben. De jassendief aan de universiteit te Berlijn gaat nog steeds voort zijn handwerk daar uit te oefenen. Dezer dagen werd weder door hem een jas gestolen. Doordien er twee uitgangen aan het gebouw zijn, is het moeielijk hem te ver rassen. Reeds menig student heeft aan den slimmen dief het gemis van zijn jas te danken. Te Grand-'Leez bij Gemblouxhad het volgende tragische voorval plaatsEene vrouw uit die gemeente ontmoette een lijkwagen, waarvan de paarden eerst op een sukkeldrafje voortreden, toen al langzamer en langzamer begonnen te loopen en eindelijk geheel stilstonden. De „zwarte koet sier" scheen ingedompeld te zijn, zij trok hem daarom zachtjes bij de slip van zijn somber gewaad; doch wie schetst hare ontzetting toen hij daarop als een blok van zijn hooge zitplaats neertui- melde. De doode was op weg om door een dooden koetsier grafwaarts gereden te worden. BUITENLAND. Frankrijk. De minister van marine der Vereenigde Staten, de heer Thompson, heeft den heer De Lesseps getelegrapheerd dat hij het voorzitterschap van het Amerikaansche comité der Maatschappij van het Panamasche Kanaal definitief aanvaardt. Duitschland. Op aanvraag van den heer Zelle, lid van het Pruisische Huis van afgevaardigden, heeft de heer Stöcker zich bereid verklaard om de namen te noemen van hen, die, thans behoorende tot de 70 onderteekenaars van het protest tegen de anti- joodsche beweging, in het zoogenaamde zwende laarstijdperk aan den „dans rondom het gouden kalf" hebben deelgenomendoch de heer Stöcker verbindt hieraan de voorwaarde, dat van die lijst noch in het Huis van afgevaardigden noch bij de pers gebruik zal worden gemaakt. In antwoord hierop heeft de heer Zelle verklaard, niet slechts op de lijst te wachten, maar daarvan ook zoowel in het Huis van afgevaardigden als bij de bladen gebruik te willen maken. Mocht de heer Stöcker niet binnen eenige dagen aan de verwachting heb ben voldaan, dan zal de zaak opnieuw bij het Huis van afgevaardigden ter sprake worden gebracht. De Stadhouder in Elzas-Lotharingen heeft in dagorder aan de officieren en militaire ambte naren alle deelneming aan de anti-joodsche-bewe- ging verboden. Hem was ter oore gekomen dat pogingen werden aangewend propaganda voor die beweging te maken. De Duitsche oorlogsbegrooting voor 81/82 is thans opgemaakt; zij geeft de volgende onrust barende cijfers: blijvende uitgaven 265,657,377 M., of 14,572,449 M. meer dan het vorige jaar; tijde lijke uitgaven 22,288,702 of 15,738,189 M. meer. De bij de verhooging van de begrooting voor oorlog voorgestelde nieuw te vormen regimenten worden voor het grootste deel aan de Oostelijke grenzen gestationeerd, terwijl aan de Eransche grenzen een nauwelijks noemenswaardige aanvul ling - in het geheel slechts enkele bataljons - zal komen. G-root-Britaiuaie. De „Daily-News" acht een oorlog tusschen Grie kenland en Turkije onvermijdelijk, tenzij de mo gendheden tusschenbeide komen. Het blad hoopt dat Griekenland niet zelfstandig en alleen, tegen den raad der mogendheden, een strijd met Turkije zal beginnen. Mogelijk zou het natuurlijk zijn dat het de overwinning behaalde, maar dan nog zou slechts ten koste van veel bloed verkregen zijn wat aan Griekenland op den duur niet ontgaan kan. Van het hoogste belang acht het blad het intusschen dat de mogendheden blijven samen werken, opdat de vrede bewaard blijve en de een parige raad der mogendheden zoowel bij Grieken land als bij Turkije gehoor vinde. Het afzonderlijk optreden van eene of meer mogendheden zou licht het sein lot een algemeenen oorlog kunnen zijn. Gri-iekenlantl. In Athene verklaarde de Duitsche gezant namens Von Bismarck dat slechts fatsoenlijke lieden recht op Duitschlands sympathie hebben en fatsoen lijke lieden betalen hunne schulden. Dit heeft Grie kenland ondanks zijn herhaalde beloften niet gedaan. Bij de jongste Berlijnsche na-conferentie had de regeering nog beloofd spoedig een wetsontwerp bij de Kamer te zullen indienen betreffende de rege ling der Grieksche schuld aan de Beiersche konink lijke familie, welke schuld nog dagteekent uit de tijden van koning Otto van Griekenland. (De koninklijke familie schoot indertijd het Grieksche hof eenige millioenen voor die als nati onale schuld werden aangenomen). Eveneens kwamen daarbij de eischen der Neder- landsche schuldeischers ter sprake. Minister Cou- moundouros gaf onder allerlei uitvluchten nieuwe beloften. Turkije. Turkije ontslaat op dit oogenblik uit zijn dienst zooveel mogelijk alle Engelschen. De sultan weigert hardnekkig eiken voorslag van Engeland om eene internationale commissie van financiën te laten benoemen. De Montenegrijnen veranderden Dulcigno's naam in Ulrin. Telejrraiumeii. ROME, 8 December. Overeenkomstig de wet omtrent de onvereenigbaarheid van het mandaat van afgevaardigde met het bekleeden van een staatsambt, heeft de Kamer heden gehandeld over de afgevaardigden, die als zoodanig uitvallen. Hun getal bedraagt acht. De „Diritto" zegt dat het verlengen van het handelstractaat met Zwitserland van het handel en scheepvaartverdrag met België en Engeland en van het scheepvaartverdrag met Frankrijk, als op handen kan beschouwd worden. Wat bet tractaat met Duitschland aangaat, daar het sluiten van de zitting van den Rijksdag een beletsel is geweest voor de verlenging er van, zoo zal Italië, op voorwaarde van wederkeerigheid, zich er toe be palen, Duitschland te behandelen op den voet der meest begunstigde natiën. LONDEN, 9 December. Een rechterlijk ambte naar is bij het inbeslagnemen van den inboedel van een pachter, in de nabijheid van Cookstown (graafschap Tyrone), doodgeschoten. De moordenaar is gevlucht. Aan de „Times" wordt onder dagteekening van heden geseindDe opstand in Durban is onderdrukt. De Pondomiezen zijn volkomen ge slagen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1880 | | pagina 2