Vrijdag 26 November. „Na den storm" Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering 4 van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. AAN DE ABONNÉ'S OP 'T LEIDSCH DAGBLAD. „Yoor het eerst samen naar de kerk", Muziekcorps. N°. 6374. A°. 1880. LBIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZES COURANT: Voer Leiden per S metaden.1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTIES: Tm 1—6 regels r 1.06. Iedere regel meer-4*—w.- s 0.17$ G rooters Jetters naar plaatsruimte. De Uitgever heeft het genoegen aan de Abonné's als premie, tegen betaling van slechts 60 cents, aan te bieden twee prachtige oleographieën, voor stellende en naar schilderijen van B. J. BLOMMERS. Deze beide oleographieën zijn in het magazijn der Heeren D. SALA ZONEN op de Breestraat tentoongesteld. Ten gevolge eener overeenkomst met die Firma wordt elke lijst, verguld, tot den hoogst billijken prijs van f 1,80, kant en klaar afgeleverd. Over eenige dagen wordt een bon in het Leidsch Dagblad afgedrukt, waarop deze oleographieën, natuurlijk uitsluitend door Abonné's op het Leidsch Dagblad, a contant kunnen worden afgehaald. DE UITGEVER. De regelen over het muziekcorps der Leidsche schutterij in dit blad van 20 dezer zijn bestemd en geschikt om Leidens burgerij op te wekken tot het geldelijk steunen van genoemd corps. Dit belet echter niet naar aanleiding der gansche zaak, die door de circulaire der Heeren Officieren van de Muziek zekere ruchtbaarheid kreeg, eenige vragen te doen, waarop de inzender bovenbedoeld het antwoord wel zou kannen geven, maar waartoe hij niet genegen schijnt. In de circulaire der H.H. Officieren lezen wij dat de inkomsten van het muziekcorps bestaan uit een stedelijke subsidie van 2800 en vrij willige bijdragen van officieren der dienstdoende schutterij. De bijdragen, zoowel als de officieren, worden, het een als een gevolg van het ander, als verminderd (in aantal) opgegeven. De circulaire geeft den indruk alsof de subsidie van 2800 slechts luttel door bijdragen versterkt wordt. De officiereu van deze muziek meenen terecht dat het geen betoog behoeft, hoe onvoldoende f 2800 is tot onderhoud van een muziekcorps. Die som is niet toereikend voor kleeding en hono rarium der muzikanten, gezwegen van de veel meer beteekenende eischen die opdagen met de eigenlijke bediening der muziekkunst. De schrijver in de courant van 20 dezer zegt niet te veel van de schade, laten wij er bijvoegen de schande voor Leiden, als een redelijk goed muziekcorps hier moest gaan ontbreken. Maar iets anders is het, den bloei of maar het bestaan van de schutterij-muziek te laten aankomen op het middel door de officieren thans beproefd. Ook al prijst en steunt men het pogen dier heeren, ligt toch twijfel aan de efficaciteit van die poging voor de haud. Gesteld dat de circulaire het goede gevolg heeft van zooveel honderden guldens te doen toevloeien als voor de ondersteuning van het muziekcorps voor één jaar noodig is, zullen dan een volgend jaar weer circulaires moeten rond gaan, en zal dat herhaaldelijk vragen om geldelijken steun voor een muziekcorps, dat eigenlijk onmis baar is, den officieren (als er dan nog officieren zijn) niet verdrieten? De schrijver in deze courant dd. 20 dezer, al is het terloops, toont onwederlegbaar aan dat Lei dens burgerij van het schutterij-muziekcorps veel meer dienst en genoegen heeft dan de schutterij zelve. De in zijn schrijven opgenoemde muziek uitvoeringen zijn voor de burgerij in den uitge- breidsten zinde gansche bevolking kan daarvan genieten en dat doel zij ook. Zonder hoogdravende redeneering over muziekkunst en den veredelenden invloed dien goede muziek op den smaak en op het karakter des volks kannen uitoefenen, enkel in aanmerking nemende het pleizier dat mnziek oplevert, dan is er reden te over om een redelijk muziekcorps in eene stad als Leiden voor de bevol king te behouden en te onderhouden. Naast de plichten van materiëelen aard, die de stedelijke regeering van Leiden heeft te vervullen, zijn er nog andere, niet minder gewichtige. Het is niet slechts geoorloofd, neen, het is zelfs nood zakelijk en plichtmatig dat met mate uitgaven ge daan worden voor zaken, die verveling onder eene bevolking, zooal niet weren, dan toch minstens keeren. De puriteinen zeiven zijn van de leer dat onschuldige uitspanningen onontbeerlijk zijn. Toen onlangs die klokkengoochelaars met hunne twijfel achtige aardigheden en dito mnziek, voor klein geld hunne toeren verrichtten, heeft men het kannen waarnemen. De leer dat eene gemeente slechts mag uitgeven als het aandeel van profijt, dat aan ieder burger persoonlijk daarvan ten goede komt, is aan te wyzen, kan niet worden volgehouden; daarin kan en mag geen beweegreden gezocht worden om een voldoende subsidie te onthouden aan een mu ziekcorps, waarvan allereerst en allermeest de bevolking, in den ruimsten zin genomen, pleizier heeft. Die uitgave kome voor de belastingbe talers. Over die allen omgeslagen zal vier of vijf duizend galden niet moeilijk op te brengen zijn. Hoeveel geld is er noodig om een bescheiden muziekcorps te onderhouden? Is dat wel f 6000 of 7000? Gesteld dat die som noodig en toe reikend is en dat de inkomsten van het muziek corps met inbegrip van de tegenwoordige subsidie thans f 5000 bedragen, is het ontbrekende dan te verwachten als opbrengstvan de inschrijving waartoe de circulaire van de officieren uitnoodigt Als een eerste inzameling met zoo'n uitslag werd bekroond, zou men dan van collecten in latere jaren hetzelfde resultaat mogen verwachten? De hier genoemde cijfers hebben weinig beteekenis, want zij zyn zonder kennis van de rekening ver ondersteld. Met het oog op de wassende onvol talligheid van het corps officieren der dienstdoende schutterij, heeft men het recht niet van dien kant op toeneming van materiëelen steun te rekeneneerder moet men bedacht zijn op de mogelijkheid dat te dier zake voortdurende teleurstelling den moreelen steun kon verflauwen. De samentrekking van bovenstaande redeneering bracht ons tot de volgende punten en vragen De officieren van de muziek der schutterij doen een loffelijke poging met hunne circulaire, die wel verdient met goeden uitslag bekroond te worden. Is van dergelijken maatregel op den duur succes te verwachten en blijft daarbij het muziekcorps niet te veel aan wisselvalligheden blootgesteld? Is een muziekcorps in Leiden onafscheidelijk van de schutterij? Zou het niet wenschelijk zijn een stedelijk muziekcorps aan te schaffen, waarvan de lasten en baten door de gemeente worden ge leden en genoten. Kan men die laatste vraag toestemmend be antwoorden, dan zou een plan en een budget te ontwerpen zijn, op welks vervulling de meerder heid der burgerij behoorde aan te dringen met al de kracht die een goede zaak in zich draagt. LEIBEN, November. In het Leidsche studentencorps heeft zich eene commissie geconstitueerd, bestaande nit de heeren Yam der Heim, De Sturler en De Yicq, om gelden in te zamelen ten behoeve van een gedenkteeken voor wijlen den heer J. J. Cremer. De heer J. L. Creighton uit Leiden, de uitvinder om lampen gedurende een twintigtal dagen te laten branden zonder er iets aan te doen, is thans te IJmuiden druk bezig met het opstellen en klaarmaken van de vuurtorens der beide havenhoofden, daar het nu vast besloten is om deze met den lsten December te verlichten. Naar men met zekerheid verneemt, is tot Gouverneur-Generaal van Ned.-Indië benoemd de heer F. 's Jacob, oud-zeeofficier en tot voor leden jaar directeur-generaal der exploitatie-maat schappij van de staatsspoorwegen. Door middel van het stoomschip „Gelder land", waarvan het vertrek uit Rotterdam op 27 Nov. a. 8. is bepaald, wordt behalve naar Batavia mede eene brievenmaal naar Padang verzonden. Naar men verneemt, zal de koninklijke familie op den 24sten December van het Loo in Den Haag terugkeeren en alsdan geruimen tijd, vermoedelijk tot na Paschen, in de resi dentie blijven. Het Yad. verneemt dat de onderhandelingen tusschen ons gouvernement en het Belgische over het bevaarbaar houden der Schelde in den winter en over de seinlichten op dien stroom, een goed einde hebben genomen. - De overeenkomst zal aan de goedkeuring der Wetgevende Vergaderingen van beide Staten worden onderworpen. Het programma der zesde voorjaarstentoon stelling, die de Haagsche „Tuiubouw-Vereeniging" van 22 tot 25 April in het Gebouw voor K. en W. aldaar denkt te houden, is verschenen. Voor de 76 nummers van dat programma zijn reeds uit geloofd 9 gouden, 58 zilv.-verg., 68 zilv. en 58 kl. zilv. medailles, behalve prijzen in geld. De afdeeling 's-Gravenhage der Holl. Maat schappij van Landbouw heeft gisteren een verga dering gehouden, waarin door dr. Mulder, als afgevaardigde, verslag werd uitgebracht over de algemeene vergadering die dit jaar te Leiden heeft plaats gehad. Vervolgens werden door den voor zitter, den heer Van Oudheusden, met eene toe passelijke aanspraak de bekroningen, door leden op de Leidsche tentoonstelling behaald, uitgereikt. Daarop kwam in behandeling het voorstel van het hoofdbestuur, om de jaarcontributie van ƒ2,50 op f 4 te brengen. Na uitvoerige discussie werd met 85 tegen 45 stemmen besloten een verhooging tot 3 goed te keuren, en wel f 1,10 voor de afdeelingen en 1,90 voor de algemeene kas. Het kiezen van een afgevaardigde voor de op 1 Dec. te Amsterdam te houden algemeene vergadering werd, nadat verschillende personen bezwaar hadden ge maakt zich met die taak te belasten, aan het bestuur overgelaten. Door de geneeskundige staatscommissie zijn bevorderd tot arts de heeren I. J. Hage, med. doctorandus, en U. Riedel, candidaat-arts. Voor het geneeskundig gedeelte zijn toegelaten de hee ren A. W. Van Toorenenbergen, med. doctor, en A. Van Selms, candidaat-arts. In de memorie van antwoord, door den minister van justitie op het Kamerverslag over

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1880 | | pagina 1