werken, die kunnen worden beschouwd betrekking
te hebben op het schildersvak, of dienovereen
komstig van nut kunnen zijn tot onderwijs.
Wanneer de gemeentebegrooting voor het
dienstjaar 1881 te Arnhem wordt aangenomen,
zal het politiecorps aldaar een niet onbelangrijke
uitbreiding ondergaan, terwijl de agenten alsdan
tevens, behalve een kleine wijziging in uniform, van
helmen zullen worden voorzien.
De Staatscourant van heden bevat het pro
gramma van de plechtigheden, onder de hooge
goedkeuring des Konings vastgesteld, bij gelegen
heid der bediening van den Heiligen Doop aan
H. K. H. de jonggeboren Prinses der Nederlanden,
in de Willemskerk, op Dinsdag den 12den Oct.
a. s., des namiddags te één uur; alsmede het
verslag van het examen tot toelating als cadet
aan de koninklijke militaire academie inhet jaar 1880.
Z. M. heeft met 1 Dec. a. s. overgeplaatst
als referendaris bij het departement van koloniën,
mr. A. E. Elias, thans referendaris bij het departe
ment van financiën; de adjunct commiezen bij het
departement van koloniën P. E. Beukers, Th.
Jeltes, J. T. Braun, J. C. Mulder, J. T. Viehoff
en J. J. Perk benoemd tot commies, en de eerste
klerken A. Van der Kas, G. A. De Koning, A.
T. Karis, A. Kahlmann, G. B. Van Aaken Bzn.,
J. J. Groenemeyer en A. M. H. J. Stokvis be
noemd tot adjunct-commies.
De ministers van justitie, binnenlandsche zaken en
koloniën hebben geantwoord op het verslag der Tweede
Kamer op liet wetsontwerp tot regeling van het
auteursrecht. De ministers deelen volkomen in de
overtuiging omtrent de noodzakelijkheid der herzie
ning van de wet van 25 Januari 1817 en zij wenschen
daarom door beantwoording van het verslag de afdoe
ning van het sinds 13 Juli 1877 aanhangig ontwerp
zooveel mogelijk te bevorderen. De door enkele leden
gedane vraag of in dit ontwerp niet indirect de erken
ning lag opgesloten dat moest worden teruggekomen
op de afschaffing der octrooien, moet met de groote
meerderheid der leden in de afdeelingen, waar deze
vraag besproken werd, ontkennend worden beantwoord.
Tusschen het auteursrecht en het octrooirecht bestaat
belangrijk onderscheid. Reeds bij de beraadslaging in
de Tweede Kamer over de afschaffing der octrooiwet
werd door mr. Godefroi hierop met nadruk gewezen.
Wettelijke regeling der rechten van vervaardigers van
werken der beeldende kunsten, van vormen en model
len wordt door deze wetsvoordracht geenszins uitge
sloten. Integendeel, het ligt op den weg der regee
ring, om wanneer de behoefte aan verdere wettelijke
voorziening ondervonden wordt, daartoe de noodige
voorstellen te doen. Alleen is betoogd dat in dat geval
afzonderlijke wetten de voorkeur verdienen boven
eene samensmelting van de regeling dier onderwerpen
met dat van de tegenwoordige voordracht. In zooda
nig afzonderlijk wetsontwerp zal op de belangrijke
opmerking van het verslag omtrent de noodzakelijk
heid eener bescherming der stempels van drukletters
ongetwijfeld worden achtgeslagen. Daarentegen kan
niet worden toegegeven aan den wensch van hen, die
de bepalingen over het uit- en opvoeringsrecht uit
het ontwerp tot regeling van het auteursrecht geheel
zouden willen verwijderen.
Ten opzichte van het opvoeringsrecht zegt de regee
ring dat het ontwerp niet verleent een dubbel recht
aan sommige schrijvers, maar het recht regelt zich
naar den aard van het werk dat nu eens vatbaar is
om langs meerdere wegen,' dan weder slechts om langs
eenen weg ter kennis te worden gebracht van het
algemeen. Overigens is bij het gewijzigd wetsontwerp
het uit- en opvoeringsrecht, ook voor zooveel muziek
werken betreft, beperkt tot dramatisch-muzikale werken,
en gaat dat recht door de uitgave van het werk ver
loren tenzij het uitdrukkelijk is voorbehouden, terwijl
in dit laatste geval de duur van het recht beperkt is
tot tien jaren na de uitgave van het werk. Gelijk
geen uitsluitend opvoeringsrecht erkend wordt voor
het declameeren van een dichtstuk, maar alleen voor
dramatische werken, zoo vordert de consequentie dat
ook bij muziekwerken het uitsluitend opvoeringsrecht
tot dramatische werken (oratoria, opera's enz.) be
perkt wordentrouwens alleen bij deze soort van
muziekwerken bestaat de behoefte aan een uitsluitend
uitvoeringsrecht, ook na de uitgave. Evenzoo, gelijk
kopijrecht in den engeren zin van het woord vervalt,
indien de rechthebbende niet door inzending van exem
plaren toont dat hij zijn uitsluitend recht wil behouden,
zoo moet ook bij uitgave van tooneel- of muziekwerken
een uitdrukkelijk voorbehoud geëischt worden.
De geheel ongemotiveerde en door vele leden weer
sproken meening van sommige, al moest in geen geval
een auteursrecht van mondelinge voordrachten worden
ontkend, achten de ministers door het bij de memorie
van toelichting aangevoerde, voldoende wederlegd.
Evenmin is aannemelijk de door anderen gewenschte
onderscheiding, strekkende om, waar het houden van
mondelinge voordrachten deel uitmaakt van de uit
oefening van een winstgevend beroep, zooals b. v. bij
geestelijken en hoogleeraren, hieraan geen auteursrecht
toe te kennen. Met deze onderscheiding zou men zich
op een dwaalweg begeven.
Hoog te waardeeren is de algemeene instemming
der Kamer met het in het ontwerp aangenomen stelsel
van een vasten termijn. Wat de wijze van handhaving
van het recht betreft, meent de regeering te moeten
vasthouden aan het stelsel van het ontwerp. Straf
rechterlijke bescherming van het auteursrecht is niet
te ontberen en wordt dan ook in alle buiten-
landsclie wetgevingen verleend. Tegen opzettelijke in
breuken op dat recht is de burgerlijke actie tot
schadevergoeding volstrekt onvoldoende zoo dikwijls
de nadrukker, gelijk veeal, niet vermogend is of
anderen zich van een onvermogenden nadrukker als
strooman bedienen. Evenmin behoort de strafbare
inbreuk op het auteursrecht een klachtdelict te zijn.
Tegen de invoering van de nieuwe regeling van het
auteursrecht in de West-Indische koloniën bij kon.
besluit heeft de regeering niet alleen geen het minste be
zwaar, maar het is haar stellig voornemen daartoe
onmiddellijk over te gaan nadat het ontwerp tot wet
zal zijn verheven. In de memorie van toelichting
wordt reeds gewezen op een, ten gevolge van de be
palingen der regeeringsreglementen noodzakelijk, ver
schil in vorm, namelijk: in Oost-Indië gelijkheid van
recht, daar het wetsontwerp zelf zijne bepalingen ook
voor die bezittingen verbindend verklaart; in West-
Indië gelijkheid van recht door invoering van dezelfde
bepalingen bij koninklijk besluit. De regeering ver
klaart dat dit wetsontwerp met de vrijheid van druk
pers niets gemeen heeft. Bij deze memorie is een ge
wijzigd wetsontwerp gevoegd.
BUITENLAND.
Italië.
Uit het elfde rapport der commissie voor het
bestuur der kerkgoederen blijkt dat de staat
sedert 1867 tot 1 Januari 1880 uit de goederen
in de doode hand getrokken heeft eene bruto som
van 7191/, millioen lire, waarvan 140 millioen
aangewend zijn voor terugbetalingen en kosten.
De overige 579'/a millioen zijn als zuivere opbrengst
in de staatskas gevloeid.
Gri-oot-Ui'ïtJiiinië.
Granville, Northbrook en Spencer hebben gis
teren te ruim twaalf uren eene conferentie ge
had met Gladstone, welke meer dan een uur
duurde. Men verzekert dat belangrijke depeches
van verscheidene mogendheden gisterochtend door
de regeering ontvangen zijn.
De bevolking van Tasmania of Van Diemens-
land is thans geheel uitgestorven. Het eiland werd
in 1642 door den Hollandschen zeevaarder Tasman
ontdekt, in 1778 door kapitein Cook bezocht en
in 1803 door de Engelscheu bezet. Toen de eerste
koloniën er gevestigd werden, was de inlandsche
bevolking nog zeer talrijk. Den 3den Mei 1804
werd door de blanken het eerste schot gelost op
inboorlingen, die jacht maakten op kangaroes; en
dit was het sein tot een verdelgingsoorlog, die
niet eindigde voordat het ras geheel was uitge
roeid. In 1876 overleed de laatste Tasmaansche
vrouw; en zoo is in driekwart eeuw, onder den
invloed van de allernieuwste Europeesche bescha
ving, een geheel volk weggevaagd van de opper
vlakte der aarde.
Oostenr.-ITong. Monarchie.
Aan de „Polit. Corr." wordt gemeld dat het
Engelsche Kabinet sedert gisteren in het bezit is
van de verklaring der Kabinetten van alle groote
mogendheden, dat zij zich aansluiten aan het voor
stel van Engeland, strekkende tot het uitoefenen
van dwang door het in bezit nemen van een onder
pand in den Archipel. Den bevelhebber der in de
baai van Teodo vereenigde vloot is te kennen ge
geven, dat alles moet voorbereid worden voor het
vertrek der vloot binnen 48 uren naar eene andere
bestemmingsplaats.
De „Neue Ereie Presse" meldt uit Budua
dat alle mannelijke personen in de omstreken van
Scutari onder de wapens zijn geroepen. In Dulcigno
komen voortdurend versterkingen uit verscheidene
plaatsen aan. Kiza-pacha brengt eene aanzienlijke
hoeveelheid wapenen en ammunitie bijeen. Nog
kortelings zijn uit Stamboel 49 kisten met Mar
tini-geweren aangebracht. Alle Engelsche onder
danen hebben Scutari verlaten.
Teletframmest,
KONSTANTINOPEL, 8 October. De ambas
sadeurs hebben eenstemmig besloten, beden niet
naar de wekelijksche receptie te gaan. - Het ge
rucht als zou de heer Goschen teruggeroepen zijn,
is ongegrond.
CAIRO, 8 October. De geruchten, volgens
welke nieuwe vijandelijkheden aan de Abessynische
grens zouden zijn uitgebroken, worden officiéél
gelogenstraft.
BERLIJN, 8 October. Op de Kenbche Dom-
feesten zal de Paus niet vertegenwoordigd wezen.
Alle geruchten daaromtrent zijn onwaar.
PARIJS, 8 October. De regeering is besluite
loos of zij met Engelands voorstellen betreffende
de Oostersche quaestie zal instemmen.
DUBLIN, 8 October. Hel officiëele blad bevat
een proclamatie, waarbij de graafschappen Galway
en Mayo in staat van ordeloosheid verklaard wor
den. Versterking van politiemacht is aangevraagd.
BOSTON, 8 October. De Wilsonboot „Bassano"
is in de haven alhier gestrand; men hoopt het
schip morgen vlot te krijgen.
SCUTARI, 9 October. Albaneesche christenen,
in Montenegro gevestigd om er handel te drijven,
zijn uit hunne woonplaatsen verjaagd geworden,
nadat men hen gedwongen had hunne goederen
met aanzienlijk verlies te verkoopen. Opdeopbrengst
van de verkochte waren is door de Monteuegrijnsche
regeering beslag gelegd.
LONDEN, 9 October. Aan de „Standard" wordt
uit Cettinje van gisteren gemeld Morgen zal eene
officiëele verklaring verschijnen, houdende, dat de
nota van Riza-pacha aan den Montenegrijnschen
generaal gelijk stond met eene oorlogsverklaring,
en ook met eene oorlogsverklaring aan de mogend
heden. Deze laatsten hadden dus Montenegro moe
ten bijstaan. De bewering, dat de aarzeling van
Montenegro het optreden der vloot heeft verlamd,
gaat niet op. De vloot heeft zich onthouden uit
vrees voor eene verbreking der verstandhouding
tusschen de mogendheden.
BRUSSEL, 9 October. Men meldt dat de heer
Barral, Italiaansch gezant alhier, waarschijnlijk om
persoonlijke redenen Brussel zal verlaten. Als zijn
opvolger wordt baron Blaue genoemd.
TiffiIDKN^ O October.
Bij de heden te 's-Hage gehouden akte-examens
voor het middelbaar onderwijs is toegelaten voor
Engelsche taal en letterkunde mej. J. Gunning,
van Leiden. - Als hoofdonderwijzeres zijn toege
laten mejuffr. M. J. J. Drinhuyzen en L. J. C.
Kuyl; voor wiskunde de heer J. J. Brutel De la
Rivière, allen uit Leiden.
De Koning, vergezeld van zijn adjudant,
den luit. ter zee graaf Van Hoger.dorp, heeft zich
hedenochtend ongeveer te halftwaalf naar het sta
tionsgebouw van de Ned. Rijnspoorweg-maat
schappij begeven, ten einde zijne zuster de groot
hertogin van Saksen-Weimar by hare aankomst
in de residentie te verwelkomen. Met hetzelfde
doel bevonden zich aldaar de groothertog-gemaal
en prinses Hendrik met gevolg. De koning om
helsde zijne zuster hartelijk en begaf zich met
haar en den groothertog in een met zes paarden
bespannen rijtuig onmiddellijk naar het paleis,
alwaar de groothertogin de Koningin een bezoek
bracht. De gezant van het Duitsche keizerrijk met
zijn legatieraad complimenteerden H. K. H. aan
het station.
De regeerende vorst van "Waldeck-Pyrmont,
vader van onze Koningin, wordt morgen in de
residentie verwacht, te gelijk met prins Erederik.
Naar men verneemt, heeft een ontslagen
veroordeelde aan boord van de „Prins van Oranje"
gedurende de reis zich door ophanging van het
leven beroofd.
Uit Maastricht wordt gemeld dat de heer
De Bieberstein, lid van de Tweede Kamer, zoo
gevaarlijk ziek is dat men voor zijn behoud begint
te vreezen.
Het stoomschip „Koning der Nederlanden",
vertrok hedenmorgen van Amsterdamde „Con
rad", van Amsterdam, arriveerde gisteren te Batavia:
De sergeant Musquetier heeft gisteren op uit-
noodiging van den heer Bogaardt ten zijnen huize
een bezoek afgelegd. In 't bijzijn van de geheele
familie betuigde de zwaarbeproefde vader zijn
innigen dank aan den man, die den sluier had