N 8328. SSaaa<Ssg -4 October. A0. 1880. Deze Oonrant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Tweede Blad. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: V<56r Leiden per 8 maanden.f 1.10. Franco per post....1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DEB ADVERTENTIE*: Van 1—6 régels1.05. Iédere regel meer0,17$. Grortére letters naar plaatsruimte. Gemengd Nieuws. In zake den kindermoord te 's-Gra- venhage deelt de heer De Bergh nog het volgend opmerkelijk feit mede: Een zijner buren, aan het Kanaal woonachtig, de heer K., heeft den heer De B. verklaard dat hij voor het huis van den heer Bouscholte op den bewusten Donderdag het rijtuig n°. 28 heeft zien slaan. Hij had den ont voerder slechts van achteren kunnen zien, toen deze in het rijtuig stapte; hij heeft Marius B. duidelijk hooren zeggen, terwijl deze met zijn voet op de trede stond„nu, ik had je niet meer ver wacht." De heer K. was zoo dic'nt in de nabij heid, dat hij zelfs de griffels in den koker van de schooltasch hoorde rammelen. De ontvoerder was dus goed bij het kind bekend, getuige de familiare toon; ook geeft de uitdrukking het ver moeden dat de man met Marius een afspraak ge- nmkt had. De heer De B. heeft van hetgeen hij vernomen heeft, onmiddellijk mede:deeling aan de justitie gedaan. Het vrij algemeen gerucht omtrent de arrestatie van zekeren baron A., aanverwant van den heer Bogaardt, dat zoowel in Den Haag als elders ge- loopen heeft en in verband werd gebracht met den gepleegden moord, is ongegrond. De justitie heeft den heer De Bergh gemachtigd dat gerucht tegen te spreken. Het Ilnagsche Dagblad zegt: „Zonder te durven verzekeren dat het echte spoor van den moorde naar van 23 Sept. reeds gevonden is, kunnen wij toch melden dat er, naar wij vernemen, tegen iemand zóó zware vermoedens zijn gerezen, dat het verre van onwaarschijnlijk is te achten." De N. R Crt. meent echter redenen te hebben om aan dit bericht niet veel waarde te hechten. De persoon, die te Roosendaal in hechtenis werd genomen, was bij den moord op geenerlei wijze betrokken. Volgens den schrijver der Brieven uit de Hof stad in de Arnh. Crt., heeft men den koetsier, die den vermoedelijken moordenaar van Marius Bogaardt. gereden heeft, in een heerenpak gestoken, en wordt hij in alle koffiehuizen binnengeleid, in alle sociëteiten geïntroduceerd, om te trachten onder de gelagmakers en leden den misdadiger te ontdekken. Een vriend van den heer Bogaardt verzoekt hel Rolt. Nbl. te melden dat de mededeelingen in den Haagsehen brief op eeue vergissing moeten berusten. De lieer B. moet, naar hij beweert, per soonlijk de som van 10,000 gld. ter beschikking der politie hebben gesteld en alleen op haar aan raden toegestemd hebben dat men beginnen zou met een prijs van 2000 gld, uit te loven. Van de op de hoogte van den zoogenaamden „Bataafschen Boer" in de Scheveningsche boscbjes gevonden twee pantalons, tusschen het geboomte, was de een zwart en zoogoed als nieuw, de andere donkerbruin. Beide zijn, van boven op zijde, gescheurd, blijkbaar door het haastig uit trekken. 't Schijnt dat de persoon een dubbel of driedubbel stel kleeren aan had, om vermomming te vergemakkelijken. De wandelaar heeft zijn vondst onmiddellijk afgegeven aan een agent, dien hij bij zijne terugkomst ontmoette. Aangaande de ontdekking van het lijkje van den armen knaap wordt nog het volgende gemeld Het knaapje is gevonden met de tong uit den mond, de oogen puilende uit het hoofd; zijn pet had hem de moordenaar over het gezicht getrokken. Het buisje van het kind was geheel ongeschonden, zelfs de knoopjes waren vast, maar het vestje daar onder was losgerukt en niet meer dicht gemaakt, terwijl de wonden door het ondergoed heen toege bracht zijnalle wonden zijn door of in den om trek van het hartzelfs één steek is door en door gegaan. De ongelukkige vader moest zijn kind „herkennen" op de moordplek, althans op de plek waar het lijkje gevonden werd. Geen geluid kwam over zijn lippen, geen traan brak uit zijn oog, maar in stomme vertwijfeling rukte hij zich de haren uit het hoofd. De echtgenoote van den heer B. zag haar kind voor het eerst na de daad, toen het reeds in zijn met bloemen versierd kistje lag. Zij sloeg zich der wanhoop ten prooi voor het hoofd en barstte in een krampachtig snikken uit. Omtrent de lieftalligheid en zachtaardigheid van het jeugdige slachtoffer gaat slechts ééne stem op. Geregeld kon men hem zomers 's morgens met zijne twee zusjes en de kinderjuffrouw aan het strand vinden en in den regel bracht hij dan een deel van zijn medegenomen ontbijt aan de bad- vrouw, bij wie hij vóór zijn zesde jaar baadde en voor wie hij steeds de meeste genegenheid aan den dag legde. Eergisteren is iemand den geheelen dag het voorwerp van de bijzondere opmerkzaamheid der politie geweest, die bem tot driemaal toe voor den Haagschen moordenaar aanzag. De man kwam uit Amsterdam en moest naar Londen. Toen hij per Rijnspoor uit de hoofdstad wilde vertrekken, werd hij aangehouden en naar het politiebureel gebracht. Hier moest hij zijn identi teit bewijzen en kon toen weer vertrekken. De trein waarmede hij had willen gaan, was echter natuurlijk reeds lang weg. In Rotterdam aanko mende, viel hij opnieuw der politie in het oog en weer mocht hij kennis maken met een politie bureel, waar men hem niet dan na lang beraad liet gaan. Tegen den avond begaf hij zich naar het hotel Leygraaff om daar het vertrek der boot af te wachten en de goede man trok nog eens de aandacht. Weer werd hij ingerekend en overgebracht naar het bureel, waar men hem dan toch eindelijk, overtuigd van 's mans volkomen onschuld aan den Haagschen moord, een vrijge leide gaf en liet gaan. De boot naar Londen was echter al lang vertrokken- de man had een waren dag met hindernissen achter den rug. Op den dag dat de moord plaats had is aan het Rijnspoorwegstation te Voorburg een telegram aangenomen en overgeseind dat op den moord betrekking zou kunnen hebben. Dit telegram ie door de justitie opgevraagd. Weder twee geruchten omtrent de Haag- sche gruweldaad. Ze vereischen echter nog beves tiging. 1°. Een dame, welke aan de overzijde der school van den heer Bouscholte woont, verklaart den moordenaar aldaar gezien te hebben en heeft zijn portret in het album van de familie Bogaardt herkend. 2°. Bewoners der Hoefkade hebben op den dag na den moord iemand tot hunne woning toe gelaten, die voorgaf tot de geheime politie te be- hooren en bij hen kwam om uit het dakvenster een goed oog op den weg te hebben, om den moordenaar te ontdekken. Te Seaham is het 27ste lijk te voor schijn gebracht. Er moeten zich nu nog 36 in de mijn bevinden. Er zijn typheuse koortsen uitge broken ten gevolge van de ontbinding der menschen en paardenlijken. - Op de waterflesch had een der omgekomenen, zekere Smith, met een spijker de volgende woorden aan zijne vrouw gericht„Lieve Margaretha! Om zeven uren's ochtends waren wij met ons veertigen. Sommigen zongen gezangen, maar ik dacht aan mijn kleinen Michiel. Ik dacht dat hij en ik te gelijk in den Hemel zouden komen. O, mijn lieve vrouwGod zegene u en de kinde ren. Bid voor mij. Lieve vrouw! vaarwel. Mijne laatste gedachten zijn bij u en de kinderen. Leer toch de kinderen voor mij bidden. O, welk een vreeselijke toestand. (De „kleine Michiel" was een ziek knaapje, dat op den dag der ont ploffing gestorven is.) - Op eene ventilatiedeur vond men met krijt geschreven„Drie uren. Allen nog in leven. De Heer ontferme zich over ons. Wij bidden samen om hulp." - In een ander ge deelte der mijn, op eene plank, waren met duidelijke, vaste hand geschreven de woorden„De Heer is met ons geweest. Wij zijn bereid voor den Hemel." De schade, door den brand onder de hooischuiten te St.-Petersbnrg veroorzaakt, wordt op 600,000 gulden geschat. INGEZONDEN. De Holl. Maatschappij van Landbouw heeft hij hare algemeene tentoonstelling te Leiden van 22 tot 26 September 1880 eene verloting uitgeschreven van „landbouwwerktuigen, paarden en vee". Bij den uitslag van die verloting op Dinsdag 28 September is echter gebleken dat er wel enkele landbouwwerktuigen, zoo ook twee vette koeien en twee vette schapen zijn verloot, doch geen paarden. Heeft de Maatschappij nu aan hare verplichting voldaan, ja of neen Behooren brandkasten begrepen te worden onder landbouwwerktuigen In afwachting van hierop eenig antwoord te mogen ontvangen, noem ik mij Een deelnemer in genoemde loterij. Leiden, 1 October 1880. Marktberichten. Leiden, 1 October. Ter markt werden heden aangevoerd: Paarden 3 atuka 95 a 125. Oaaen etnka f a f Stieren 72 etuka f 46.a f 185. Veulena 8 8tuka f 60.a f 120.Melkkoeien 156 atnka f 135. -. a 200.Kalfkoeien 28 stuks f 160.a 265.Varekoeien 163 8tuk8 95.a f 190.Vette koeien 86 stuks f 150.a 280. Kalveren (vette) 44 stuks 45.a 75.Kalveren (magere) 12 stuks 0.a 18.Graskalveren 65 stuks ƒ17.a f 66.Hamels (vette) 712 stuks 18.a f 32. Hamels (magere) stuks a fOoien (magere) 615 stuks f 10.a 16.Ooien (vette) stuks f a Lammeren ^magere) stuks fa f Lammeren (vette jarige) stuks f a f Var kens (magere) 85 stnks 17.a f 34.Varkens (biggen) 280 stuks 5.a f 12. Ter markt aangebracht 570 runderen, 56 kalveren, 1327 schapen. Leiden, 2 October. Ter markt werd heden aangevoerd: Wintertarwe 11 hectoliter f 10.a f 10.60. Zomertarwe 11 hectol. f 9.a 9.50. Winterrogge 13 hectol. ƒ8.60 a f 9.Zomerrogge 13 hectol. f 7.50 a ƒ8.Zomer- geret 7 hectol. 6.50 a 6.Chevalier-gerst 7 hectol. f 7.25 a f 7.75. Zware Haver 11 hectol. f 5.a f 5.50. Lichte Haver 11 hectol. f 4.26 a f 4.60. Duivenboonen 3 hectoL f 8.75 a f 9.26. Paardenhoonen 3 hectol. f 8.a 8.50. Grasboter 8010 kilogr., 1ste qnalit. 1/4 va' /"76.a/80. Schei- 2de qnalit. 1/4 vat f 68.a f 72.Grasboter 1st» qualit. per kilogr. f 1.90 a f 2.Schei-2de qnalit. per kilogr. 1.70 a f 1.80. T) A "DT TO De Administrateurs der grooteMa- JL Allld Oi gazijnen van de Place Cllchy hebben de eer de llollandsche Dames te be richten, dat de groote geïllustreerde Catalogus en de Stalen voor het Winterseizoen den eersten Octo ber zijn verzonden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1880 | | pagina 1