De moordte's-Gravenhageblijftnog steeds duister. Moet er aan wraak, dan wel aan winstbejag gedacht worden? Wie zal het thans reeds uitmaken De brief spreekt van wraak, en de later door den heer Bogaardt ontvangen brief en briefkaart eveneens. Maar hel is zeer goed mogelijk dat de misdadiger, die zeer geslepen is, wraak zucht heeft voorgewend en thans, nu het publiek vooral aan wraak deukt, dit gevoelen tracht te versterken, ten einde te trachten het onderzoek op een dwaalspoor te brengen. Dat de moord is gepleegd, ook vóór het uur waarop het geld werd verwacht, is nog geen bewijs dat niet aan winst bejag kan worden gedacht. De moordenaar had er belang bij dat het kind werd gedood, of hij het geld kreeg of niet, omdat het kind de luid sprekende getuige tegen hem zou zijn, en zijn ontdekking zeker was, als het kind bleef leven. Dat hij, toen hij na den moord bemerkte dat de politie hem vervolgde, niet verder heeft getracht het geld te krijgen, maar zich uit de voeten heeft gemaakt, spreekt van zelf. In den brief komen vele taalfouten en ver scheidene stijlfouten voor. Een verstandelijk ont wikkeld man, die de Nederlandsche taal kent, schrijft niet zoo. Doch kunnen ook die fouten niet gefingeerd en met opzet gemaakt zijn? Hier tegen zou weder kunnen worden aangevoerd dat de schrijver getracht heeft goed te schrijven, daar hij toch op enkele plaatsen in den brief nog fouten heeft verbeterd - o. a. in het woord bankbiljettenmaar ook dit kan een sluw overleg zijn geweest. Het ellendigst en ruwst cynisme spreekt uit den brief. Die zoo wreed kan te werk gaan - hetzij dan uit wraak of uit winstbejag - heeft alle menschelijk gevoel verloren. Het meest schijnt aan winstbejag te moeten gedacht worden. De mis dadiger heeft te duidelijk moeite gedaan om de drijfveer van wraak op den voorgrond te doen tre den, dan dat men die voor de ware kan houden. Uit het geneeskundig onderzoek moet gebleken zijn dat het kind gestorven is hoogstens 5 a 6 uren na het gebruik van het laatste voedsel. Daar het laatste voedsel door het knaapje te 1 uur was gebruikt, vermoeden geneeskundigen dat de moord ongeveer vóór 6 of 7 uren is gepleegd. Hieruit kan men opmaken dat de moord niet is gepleegd ten gevolge van angst van den moordenaar, toen hij zich 's nachts door de politie vervolgd zag. De gedachte dat het zoeken in de duinen den dood van het kind ten gevolge heeft gehad, is dus geheel onwaarschijnlijk. Nader wordt gemeld dat de heer Bogaardt zich onmiddellijk na ontvangst van den brandbrief naar zijn bankier, den heer Scheurleer, begaf om de geëischte f 75,000 te halen, waaruit blijkt dat de vader van het slachtoffer de zaak terstond hoogst ernstig heeft opgevat en dadelijk het mogelijke heeft willen doen om zijn kind terug te krijgen. Als een radelooze liep de ongelukkige vader dien avond rond in de buurt waar men zijn kind had gezien, luide roepende„MariusMariuswellicht in de nabijheid der plaats waar de gruweldaad nauwelijks kon zijn volbracht. Naar men verneemt, loopt in Den Haag en ook in Delft het gerucht dat iemand zich bij den heer Bogaardt zou hebben aangemeld om de uitgeloofde 2000, thans 10,000 gulden, te verdienen. De man zou beweren een gesprek in het Maleisch van twee personen te hebben afgeluisterd. Dat de justitie ijverig hare pogingen voortzet, behoeven wij niet te vermelden. Van die pogingen mag echter niets worden medegedeeld. Henri Poulviquet schrijft het volgende in een ingezonden stuk aan het Handelsblad: Moge al bij een misdaad als nu gepasseerde de ijver der politie en justitie misgrepen of verkeerde arresta- tiën doen plaats vinden, zulks zal ten allen tijde zijn verschoonbare zijde hebben. Maar dit is mijns inziens nog geen reden, om bij onderzoek iemand, wie 't ook zijn moge, bloot te stellen aan be- leedigingen of te willen nopen tot verklaringen geheel bezijden de waarheid. Bij een tweede ver hoor in zake den moord bovengenoemd, wilde de rechter-commissaris mij doen verklaren, dat ik door oneerlijke handelwijze de betrekking bij den heer Bogaardt had moeten verlaten. Dat dit geheel bezijden de waarheid is, zulks zoude de heer Bogaardt zelf kunnen getuigen. In betrekking geweest zijnde bij de heeren graaf van Rechteren van Anhem, baron d'Ablaing van Giesenburg, minister de Koek, jonkheer Vredenburg, baron van Verschuer, mr. Langerhuizen burgemeester, zoude alle deze heeren des gevorderd 't zelfde kunnen verklaren. Wat 't aanplakken van biljetten met mijn naam en bevel tot opsporing, bericht en opzending betreft, ook zulks ware bij geen overdrijving onnoodig geweest. Moge opsporing voor vluchtelingen behoefte zijn, voor de persooD, die op een bij deu buurt-secretaris aangegeven plaats zich bevindt, zijn dergelijke min aangename advertentiën bij billijk onderzoek overbodig. - Ten slotte hoopt hij dat bij voorkomende gevallen voor een onschuldige betere vormen in acht zullen worden genomen. In hetzelfde blad stelt zekere T., daar hem de gedachte onverdraaglijk is dat de moordenaar van het zoontje van den heer Bogaardt ontsnappen zou, honderd gulden ter beschikking van de Redactie hij looft die som uit aan hem of haar die inlich tingen geeft, welke den moordenaar in handen der justitie brengen. Hij hoopt dat anderen zijn voorbeeld zullen volgen, opdat medeplichtigen of vrienden van den moordenaar genoopt mogen worden den ellendeling aan te brengen. De Maandag-avond door den heer Bogaardt ont- vaugen ongeteekende briefkaart uit Rotterdam luidt woordelijk aldus: „Onze wraakneming is nog niet uit. Wij zullen u vervolgen tot in den dood. Wees voorzichtig, anders smooren wij u zelve nog." De officier van justitie te Rotterdam heeft heden te 's-Gravenhage eene langdurige conferentie ge houden met zijn ambtgenoot aldaar en met den procureur-generaal, in verband met de maatregelen tot opsporing van den bedrijver van den moord. Heden hielden twee hoofdonderwijzers, benoemd tot deskundigen, zich bezig met een onderzoek en de vergelijking van verschillende schrifturen met het facsimilé van den brief des daders. Voor het politiebureel stonden wederom bijna den geheelen dag groepjes menschen geschaard. Het gerucht liep dat het meisje dat zich aan de school in de Trompstraat vervoegd had om te vragen of aldaar de jongeheer Bogaardt was, opge spoord zou zijn. Door de politie werd dit echter tegengesproken. In den nacht van Maandag op Dins dag is in een paar huizen van de Barendszstraat te 's-Hage inbraak gepleegd. De dieven drongen door het keukenraam naar binnen, braken in een huis een secretaire open en namen het geld uit een spaarpot mede; uit een tweede huis verwij derden zij zich, na eenige zilveren en gouden voor werpen te hebben buitgemaakt. De zaak is ter kennis van de politie gebracht. Het Yad. hoopt dat het toezicht der politie in dat gedeelte der stad worde verscherpt; voor de verder gelegen straten der nieuwe wijken wordt 's avonds en 's nachts niet genoeg gezorgd. Eergisteravond heeft te Amsterdam een treurig ongeval plaats gehad. Dr. L., van een bezoek bij een zijner patiënten huiswaarts keerende, had het ongeluk, ten gevolge der om circa tien uren opgekomen mist, op den Singel bij den Ileiligenweg met een hem vergezellenden persoon in het water te raken. De laatste werd na veel moeite gered, doch dr. L. werd levenloos opgehaald en naar zijne woning vervoerd. De werkman R. S., die de vorige week te Zwijndrecht het ongeluk had iu de keet der heeren Gerrit Van Hoogstraaten Zoon in een kokende zoutpan te vallen, is aan de gevolgen zijner brandwonden overleden. Hij laat eene weduwe met twee kinderen achter. Een leerling der burgerdagschool te Leeuwarden, die in bet schoolgebouw van de trap pen is gevallen, is aan de gevolgen van dien val overleden. Op de boerenkermis te Wennewick is weer een jeugdige knaap, een kind van elf jaren, het slachtoffer van het gebruik van sterken drank geworden. Men had hem uit tal van glaas jes laten proeven tot hij waggelende de herberg verliet en buiten neerviel. Toen men hem eenige oogenblikken later ging zoeken, vond men slechts zijn lijk. - Het knaapje werd bij een landbouwer grootgebrachtzijne ouders had het op noodlottige wijze verloren. De vader bevindt zich namelijk in hechtenis, omdat hij in verregaanden staat van dronkenschap zijne vrouw heeft vermoord. Onlangs werd bij Cave City, inNoord- Amerika, eene diligence door twee met revolvers gewapende struikroovers te paard aangehouden, die met de grootste beleefdheid de passagiers uit- noodigden om uit te stappen en af te geven wat zij aan waarde bij zich hadden. De passagiers vol deden daaraan en werden in weinige oogenblik ken met de meeste welgemanierdheid van het hunne ontlast. De roovers hadden zelfs de heusch- heid hun slachtoffers de verzekering te geven dat zij, indien betere tijden het mogelijk maakten, zich gelukkig zouden achten de „gedwongen lee ning", welke zij uit nood moesten aangaan, terug te geven. Door een brand op een li ooischuit tegenover de hooiwerf te St.-Petersburg, die zich spoedig uitbreidde, werden 40 schuiten vernield. Eenige dagen geleden zag men des avonds in de „rue Saint-Honoré" te Parijs een uiterst net gekleed heer eensklaps neerstorten, ten prooi aan een geweldig zenuwtoeval. Men nam hem op en bracht hem in een apotheek in de buurt, waar tevergeefs alle pogingen werden aangewend om den lijder tot bezinning terug te brengen. Daarop naar het gasthuis overgebracht, blies hij spoedig, onder hevige stuiptrekkingen, den laatsten adem uit. Nu deed zich een opmerkelijk verschijn sel voor: het duurde namelijk geen tien seconden of het gelaat van den overledene was geheel zwart geworden. Daar op het lijk geene papieren gevonden werden, waaruit de identiteit kon blijken, werd het naar de Morgue" overgebracht en aldaar den volgenden morgen door den vader, een geacht Parijsch geneesheer, herkend. De oude man was bijna waanzinnig van smart, toen hij zijn zoon, die den avond te voren in blakende gezondheid zijne woning had verlaten, op die sombere plaats moest terugvinden. De plotselinge dood van het jonge mensch, die in de medicijnen studeerden, wordt toegeschreven aan een kleine wonde, welke hij zich bij het houden van sectie op een lijk had toegebracht en waaruit bloedbederf was ontstaan. BUITENLAND. Frankrijk. Een redacteur van het „Journal officiel", de heer Chauvet de Charollais, met verlof te Straats burg, is aldaar plotseling overleden ten gevolge van den steek eener vlieg. België. Te Brugge hebben wanordelijkheden plaats ge had bij de ontruiming van de lokalen, waar de geestelijken school hielden en die aan de gast huizen toebehoorden. Hoewel zij lang te voren waren gewaarschuwd, kwamen de gei telijken in verzet. Het volk schoot toe en jouwde de politie uit. Een commissaris werd gewond en verscheidene personen werden gearresteerd. In ronde aanplak biljetten werd bekend gemaakt dat de geestelijken waren weggejaagd na zich 58 jaren voor het volk te hebben opgeofferdde gouverneur en de politie werden daarin beschuldigd van misbruik van gezag. Een optocht werd op de Grande Place gehouden, maar uiteengejaagd. ïluitssc'lilaml. Volgens geloofwaardige berichten van het „Dresdener Journal" zal de koning van Saksen den 14den October naar Keulen vertrekken om er het Domfeest bij te wonen. Te Berlijn is plotseling overleden de beroemde arts, geheimraad Wilms. Voor eenige weken had hij bij eene verwonding der hand een bloedver giftiging opgeloopen, die wel vrijgoed bestreden werd, maar toch eene groote zwakte bij Wilms veroorzaakte. Niettemin praktizeerde hij nog voort en bleef hij zich onophoudelijk aan zijn beroep wijden zonder zich ook slechts eenigermate te ontzien. Die inspanning veroorzaakte Vrijdag eene bloed storting, waaraan Wilms ondanks spoedig toege schoten geneeskundige hulp onmiddellijk stierf. De overledene bereikte zijn 56ste jaar en was naast Langenbeck de beroemdste Duitsche chirur gijn van zijn tijd. Te Berlijn zijn de werkstakingen weder aan de orde van den dag. Eerst staakten de timmer lieden den arbeid; nu hebben de draaiers en wevers hun voorbeeld gevolgd. Men vreest dat de beweging zich nog meer zal uitbreiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1880 | | pagina 2